[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid De Wit over het overlijden van een uitgeprocedeerde asielzoeker

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D04961, datum: 2008-09-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2007Z05145:

Preview document (🔗 origineel)


	Postadres: Postbus 20301, 2500 EH  Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA DEN HAAG

	Bezoekadres

Schedeldoekshaven 100

2511 EX  Den Haag

Telefoon (070) 3 70 71 31

Fax (070) 3 70 90 11

www.justitie.nl

Datum	16 september 2008

	Ons kenmerk	5562131/08/DSP

	Uw kenmerk	2070826970

	Bijlage(n)	1

	Onderwerp	Overlijden van een uitgeprocedeerde asielzoeker





















	

 

In antwoord op uw brief van 7 augustus 2008 deel ik u mede dat de vragen
van het lid De Wit (SP) van uw Kamer over het overlijden van een
uitgeprocedeerde asielzoeker door mij mede namens de Minister van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport, worden beantwoord zoals aangegeven in
de bijlage bij deze brief.

De Staatssecretaris van Justitie,

2070826970

Vragen van het kamerlid De Wit (SP) aan de Staatsecretaris van Justitie
over het overlijden van een uitgeprocedeerde asielzoeker. (Ingezonden 7
augustus 2008)

Kent u de uitzending van Een Vandaag over het overlijden van de
uitgeprocedeerde asielzoeker O.S.?

Ja.

Kunt u de gang van zaken bevestigen met betrekking tot de medische
behandeling van genoemde heer S., zoals die in de uitzending wordt
beschreven?

Nee.

Op welke gronden en door wie werd besloten om hem, nadat hij tijdens het
uitzitten van zijn laatste straf voor zijn aandoening (hersenvirus) was
behandeld in het Medisch Centrum Haaglanden in Den Haag respectievelijk
het Penitentiair Ziekenhuis te Scheveningen, over te plaatsen naar de
psychiatrische inrichting Vijverdal in Maastricht?

Op medische indicatie is geconcludeerd dat de heer S. huiszorg nodig
had. De medisch verantwoordelijke heeft in overleg met de medische staf
van het penitentiair ziekenhuis besloten tot plaatsing van de heer S. in
de psychiatrische inrichting Vijverdal, omdat hier als eerste een plaats
voor de heer S. was.  

 

Is dit verantwoord, nu zijn aandoening bij het einde van zijn straf nog
niet verholpen was en Vijverdal geen medisch ziekenhuis is en er dus
geen adequate behandeling meer kon plaatsvinden? Zo ja, waarom?

Is het medisch dossier van de heer S. wel goed overgedragen?

Is, zoals in de uitzending wordt gesuggereerd de hersenaandoening
aangezien voor een psychose? En is daarom de aandoening niet meer goed
behandeld, ofschoon de prognose gunstig was?

Bent u bereid de Inspectie voor de Gezondheidszorg opdracht te geven een
nader onderzoek in te stellen? Zo neen, waarom niet?

Antwoorden vragen 4 t/m 7

Alle relevante stukken uit het medische dossier van de heer S. zijn door
het penitentiair ziekenhuis naar de psychiatrische inrichting Vijverdal
gezonden. Hoe de behandeling van de heer S. is voortgezet na
overplaatsing naar de psychiatrische inrichting Vijverdal is niet
bekend. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport wordt niet
geïnformeerd over individuele zaken. Indien er aanwijzingen zijn dat
sprake is van onzorgvuldig of anderszins onverantwoord medisch handelen,
is een zorginstelling wettelijk verplicht dit te melden bij de Inspectie
voor de Gezondheidszorg (IGZ). Er is bij de IGZ geen melding ontvangen
over het overlijden van de heer S.

Op basis van de informatie die door de media is geleverd kan geen
zorgvuldige uitspraak worden gedaan of er in het geval van de heer O.S.
sprake is geweest van een inadequate behandeling op basis van verkeerde
aannames omtrent zijn diagnose. 

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport acht daarom een nader
onderzoek door de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) noodzakelijk.
Aan de IGZ is verzocht na te gaan in hoeverre sprake is geweest van een
calamiteit en hoe het proces van zorgverlening aan de heer S.
daadwerkelijk is verlopen. 

5562131/08/DSP/16 september 2008

  PAGE  3 /  NUMPAGES  3 



Ministerie van Justitie



Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties



Directie Sanctie- en Preventiebeleid





Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts
één zaak in uw brief behandelen.

