Antwoord op vragen van de leden Irrgang en Poppe over het in de rode cijfers geraken van één van de grootste afvalbedrijven in Nederland
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2008D04998, datum: 2008-09-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.M. Cramer, minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Onderdeel van zaak 2007Z05224:
- Gericht aan: J.M. Cramer, minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Gericht aan: M.J.A. van der Hoeven, minister van Economische Zaken
- Indiener: E. Irrgang, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: R.J.L. Poppe, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Geachte Voorzitter, Hierbij doe ik u, mede namens de Minister van Economische Zaken, toekomen de antwoorden op de vragen van de leden Irrgang en Poppe (beiden SP) over het in de rode cijfers geraken van één van de grootste afvalbedrijven in Nederland (2070827830, ingezonden 20 augustus 2008). Vraag 1 Kent u het bericht dat de Van Gansewinkel Groep in de rode cijfers terecht is gekomen na overname door private equity funds? Kunt u aangeven welke bedragen er zijn uitgekeerd aan aandeelhouders en hoe deze zich verhouden tot de ‘rode cijfers’ en de investeringen in overnames en uitbreiding? Hoe verhouden zich de verliezen tot de bedragen die zijn uitgespaard door het inkrimpen van activiteiten? Antwoord Ja, dat bericht ken ik. De enige financiële informatie waarover ik beschik, is het jaarverslag van 2007 van de Van Gansewinkel Groep zoals dat is te vinden op de internetsite van het betreffende bedrijf (www.vangansewinkel.eu). Met deze informatie kan ik helaas de door u gestelde vragen niet beantwoorden. Vraag 2 Welke bedragen zijn indertijd bij de verkoop van aandelen aan gemeenten uitgekeerd? Welk deel van deze inkomsten is door de gemeenten in afvalinzameling en -verwerking geïnvesteerd? Antwoord Voor de overname van de aandelen van AVR is destijds circa 1,35 miljard euro betaald aan de gemeenten die aandeelhouder waren in AVR. De gemeente Rotterdam heeft als grootste aandeelhouder ongeveer 1 miljard euro ontvangen. De overige 0,35 miljard euro is uitbetaald aan andere Rijnmondgemeenten. Het is mij niet bekend hoe de afzonderlijke gemeenten de inkomsten hebben besteed. Vraag 3 Hoeveel belastinginkomsten heeft de staat misgelopen doordat de rentelasten in mindering kunnen worden gebracht op de te betalen vennootschapsbelasting? Antwoord De afdracht van belastingen door individuele belastingplichtigen valt onder de geheimhoudingsplicht van de Belastingdienst en over die informatie beschik ik derhalve niet. Voor de fiscaliteit verwijs ik naar de vragen van de leden De Nerée tot Babberich, Omtzigt en Blanksma (allen CDA) en van de leden Bashir en Irrgang (beiden SP) aan de staatssecretaris van Financiën (ingezonden 22 augustus 2008, nr. 2070828000 respectievelijk 2070828030). Vraag 4 Kunt u aangeven hoe groot het marktaandeel van de Van Gansewinkel Groep in Nederland is in afvalinzameling en verwerking? Welke gemeenten hebben een contract en hoe lang lopen die contracten nog? Antwoord De Van Gansewinkel Groep heeft een aandeel van ongeveer 13% in de markt van het inzamelen van huishoudelijk afval en van ongeveer 17% in de markt van het inzamelen van bedrijfsafval. Verder is het bedrijf eigenaar van ongeveer 37% van de afvalverbrandingscapaciteit en van ongeveer 7% van de capaciteit voor verwerking van gft-afval. Daarnaast is het bedrijf actief in de verwerking van diverse afzonderlijke afvalstoffen, zoals afvalhout, glas, kunststof en elektr(on)ische apparatuur. Het bedrijf is in Nederland geen eigenaar van stortcapaciteit. Ik heb geen overzicht van de contracten die de Van Gansewinkel Groep met gemeenten heeft en kan de door u gevraagde informatie daarover dan ook niet verstrekken. Vraag 5 Hoe hard is de (financiële) garantie, die door de Van Gansewinkel Groep en financiers is afgegeven, dat het afval in aangesloten gemeenten de komende 12 maanden door de Van Gansewinkel Groep wordt ingezameld en verwerkt? Welke garanties zijn er voor de langere termijn? Antwoord Het afsluiten van contracten voor de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval is een verantwoordelijkheid van de afzonderlijke gemeenten. Ik heb daar geen bemoeienis mee en het is mij dan ook niet bekend welke garanties in de diverse contracten van de Van Gansewinkel Groep met haar afzonderlijke klanten zijn opgenomen. Zie ook het antwoord op vraag 8. Vraag 6 Hoe verhouden zich de verliezen van de Van Gansewinkel Groep en de onzekere lange termijn zich tot de voordelen die u ziet in marktwerking in deze nutsvoorziening die ons een schone en gezonde leefomgeving moet garanderen? Antwoord In 1999 is in opdracht van het ministerie van VROM door de Erasmus Universiteit een studie uitgevoerd naar de marktwerking in de afvalsector. In de studie wordt onder meer geconcludeerd dat de effectiviteit van het Nederlands afvalbeheer goed is (hoog hergebruikspercentage en beperkt storten) en dat ongeveer 80% van het Nederlandse afval op marktconforme manier wordt ingezameld en verwerkt. Bij de resterende 20%, te weten de markten rond het inzamelen van huishoudelijk afval en verwijderen (verbranden en storten), kan de efficiëntie mogelijk worden verbeterd, aldus de studie. Mede als gevolg van de resultaten van deze studie, is in de afgelopen jaren de marktwerking in met name de afvalverwijdering versterkt. Het doel daarvan is om op het betreffende onderdeel van de afvalmarkt meer vrije toe- en uittreding en meer vrije afstemming tussen vraag en aanbod te krijgen. Daardoor kunnen meer bedrijven actief worden op die afvalmarkt, krijgen ontdoeners meer keuze bij het laten inzamelen en verwerken van hun afvalstoffen, krijgen afvalbedrijven meer mogelijkheden om contracten af te sluiten en worden bedrijven geprikkeld om meer investeringen te doen, bijvoorbeeld in nieuwe verwerkingscapaciteit. De al gerealiseerde en in voorbereiding zijnde uitbreiding van de afvalverbrandingscapaciteit toont aan dat de prikkels werken. Met meer marktwerking neemt in het algemeen de concurrentie toe en daardoor ook de mogelijkheid dat bedrijven verlies maken of worden overgenomen. Ik verwacht echter niet dat daardoor de continuïteit van de dienstverlening zal verminderen, gelet op de al genoemde toename van de verwerkingscapaciteit en de aanwezigheid van voldoende concurrerende bedrijven. Vraag 7 Heeft het slechte financiële resultaat van het afgelopen jaar gevolgen voor inzameltarieven en tarieven voor verwerken van afval? Zowel nu als bij hernieuwing van contracten? Kan de afvalstoffenheffing voor burgers oplopen ten gevolge van de winstuitkeringen aan aandeelhouders? Antwoord Zoals ik in het antwoord op vraag 5 heb aangegeven, is het afsluiten van contracten voor inzameling en verwerking van huishoudelijk afval een verantwoordelijkheid van de afzonderlijke gemeenten. Of het financiële resultaat van de Van Gansewinkel Groep gevolgen heeft voor de inzamel- en verwerkingstarieven van bestaande contracten, is afhankelijk van wat in die contracten is vastgelegd over het tussentijds aanpassen van de tarieven voor de verleende diensten. Ik heb geen overzicht van de bestaande contracten tussen de Van Gansewinkel Groep en haar klanten, dus ik kan ook geen uitspraak doen wat de financiële gevolgen zijn voor de burgers in de betrokken gemeenten. Gemeenten die nieuwe contracten (gaan) afsluiten voor de inzameling van huishoudelijk afval kunnen op een vrije markt over de tarieven onderhandelen. Wanneer de Van Gansewinkel Groep hun inziens te hoge tarieven stelt, kunnen zij uitwijken naar andere afvalinzamelaars en -verwerkers. Vraag 8 Heeft dit slechte financiële resultaat van afgelopen jaar gevolgen voor het inzamelen van het afval? Is het denkbaar dat ons afval niet meer wordt ingezameld en op straat blijft liggen? Zo ja, hoe gaat u garanderen dat het niet zover zal komen? Zo neen, waarom niet? Antwoord Ik acht de kans verwaarloosbaar dat het financieel resultaat van de Van Gansewinkel Groep over 2007 zal leiden tot het niet meer door het bedrijf inzamelen van afval bij gemeenten of bedrijven. Daarnaast zijn er in Nederland nog vele andere private en overheidsgedomineerde bedrijven actief op de markt van inzameling van afval. Mocht één van de spelers op die markt dreigen weg te vallen, dan zijn er naar mijn mening voldoende concurrenten die daarop kunnen en zullen reageren. Verder heeft de Van Gansewinkel Groep in haar jaarverslag aangegeven dat de continuïteit van de onderneming is gewaarborgd voor een periode van minimaal 12 maanden. Daaruit kan worden geconcludeerd dat het bedrijf zelf geen consequenties voor het inzamelen van afval voorziet. En het moge duidelijk zijn dat huidige eigenaren gebaat zijn bij een goed rendement op hun investeringen en een bedrijf met goede lange termijn vooruitzichten. Illustratief daarbij is de ten tijde van de overname door de bestuursvoorzitter van de Van Gansewinkel Groep geuite ambitie om het bedrijf binnen enkele jaren naar de beurs te brengen. Overigens is in de Wet milieubeheer de gemeente verantwoordelijk gesteld voor het zorgdragen voor de inzameling van huishoudelijk afval. Het is dus in eerste instantie de gemeente die er voor moet zorgen dat bij het eventueel wegvallen van de gecontracteerde inzamelaar, het huishoudelijk afval toch wordt opgehaald. Gelet op het hiervoor staande zie ik op dit moment geen aanleiding om maatregelen te nemen of voor te bereiden en is er geen reden om te vrezen voor Napolitaanse toestanden. Vraag 9 Hoe verhoudt zich het door Van Gansewinkel geconstateerde teruglopen van het afvalaanbod zich tot het door u vastgestelde tekort aan verbrandingscapaciteit in Nederland en met de noodzaak van het openhouden van storten? Antwoord De Van Gansewinkel Groep heeft niet uitgesproken dat het afvalaanbod terugloopt. Wel heeft men aangegeven dat er in Nederland de komende jaren een evenwicht zal ontstaan in vraag naar en aanbod van verbrandingscapaciteit en dat men daarom geen nieuwe (verbrandings)initiatieven op die markt zal gaan nemen. Overigens blijkt uit de monitoring van het afvalbeheer in Nederland dat er in 2006 zo’n 2,1 miljoen ton brandbaar restafval is gestort en in 2007 ongeveer 1,7 miljoen ton. Op basis van gegevens over de eerste helft van het lopende jaar, zal er naar verwachting in 2008 ongeveer 1,3 miljoen ton brandbaar restafval worden gestort. Het storten van brandbaar restafval neemt dus af, met name vanwege het in bedrijf gaan van nieuwe verbrandingscapaciteit, maar er is nog wel degelijk een tekort aan verbrandingscapaciteit. En dat houdt in dat er bij storten nog steeds rekening moet worden gehouden met aanbod van dit type afval. Hoogachtend, de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer dr. Jacqueline Cramer Het Financieele Dagblad, 18 augustus 2008 Aanhangsel Handelingen nr. 1302, vergaderjaar 2007-2008 Directoraat-Generaal Milieu 17 september 2008 DGM/K&K 2008089050 Pagina PAGE 2 / NUMPAGES 4 dK&K www.vrom.nl Paraaf Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer dgM der Staten-Generaal Postbus 20018 Paraaf 2500 EA Den Haag BSG Paraaf Ministerie EZ Antwoorden op de vragen van de leden Irrgang en Poppe (beiden SP) over het in de rode cijfers geraken van één van de grootste afvalbedrijven in Nederland. Datum Kenmerk 17 september 2008 DGM/K&K 2008089050 Uw brief Uw kenmerk 20 augustus 2008 2070827830