[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Ferrier, Gill'ard en Voordewind over de humanitaire ramp in Haïti

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D05037, datum: 2008-09-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z01906:

Preview document (🔗 origineel)


Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

Den Haag

Directie Westelijk Halfrond

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag

Datum	17 september 2008	Behandeld	Marianne Sinke

Kenmerk	DWH/MC-718	Telefoon	+31 (0)70 3485226

Blad	  PAGE  \* MERGEFORMAT  1 /1	Fax	+31 (0)70 3485472

Bijlage(n)	1

marianne.sinke@minbuza.nl

Betreft	Beantwoording vragen van   REF bm_txtLidLeden  \* MERGEFORMAT 
de leden    REF bm_txtnaam  \* MERGEFORMAT  Ferrier, Gill'ard en
Voordewind  over   REF bm_txtonderwerp  \* MERGEFORMAT  de humanitaire
ramp in Haïti 

	

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door de leden Ferrier, Gill'ard en Voordewind over de
humanitaire ramp in Haïti. Deze vragen werden ingezonden op 9 september
2008 met kenmerk 2070829240.

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

Bert Koenders

	 



Antwoorden van de heer Koenders, minister voor
Ontwikkelingssamenwerking, op vragen van de leden Ferrier, Gill'ard en
Voordewind (CDA, PvdA, ChristenUnie) over de humanitaire ramp in Haïti.

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van de snel verslechterende humanitaire situatie op
Haïti ten gevolge van de orkaan Hannah? 1) 

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Op wat voor manier draagt Nederland bij aan het lenigen van de nood in
Haïti? Ziet u bij het lenigen van de nood een taak voor Nederland, als
buurland van Haïti? Zo neen waarom niet?

Antwoord

Nederland verleent wereldwijd humanitaire hulp. Bij grootschalige acute
noodsituaties als gevolg van natuurrampen wordt de noodzaak van een
Nederlandse bijdrage bepaald aan de hand van de relatieve ernst en
omvang van de noodsituatie, de draagkracht van de lokale overheid en
lokale organisaties en de bijdragen van andere landen/donoren. Op basis
van deze overwegingen is besloten om humanitaire hulp te bieden in
Haïti. 

Nederland heeft in totaal € 3,3 miljoen bijgedragen aan humanitaire
hulp voor de noodsituatie in Haïti. In eerste respons op de
noodsituatie is € 300.000 bijgedragen aan het hulpverzoek van de
Internationale Federatie van het Rode Kruis (IFRC). Vervolgens is € 3
miljoen bijgedragen aan het hulpverzoek van de Verenigde Naties, dat op
10 september jl. werd gepresenteerd. Deze tweede bijdrage is
gekanaliseerd via het Wereldvoedselprogramma (WFP). 

Vraag 3

Is of wordt er beleid ontwikkeld, bijvoorbeeld ‘early warning
systems’, ramppreventie of orkaanbestendig bouwen, om de jaarlijkse
ellende van de orkanen in het Caraïbisch gebied zoveel mogelijk te
beperken? Zo neen, waarom niet? En is de regering bereid zich hiervoor
in te spannen?

Antwoord

Op regionale schaal voert onder andere het Office for the Coordination
of Humanitarian Affairs (OCHA) van de VN programma’s uit gericht op
capaciteitsversterking op het gebied van crisisbeheersing en
voorbereiding op orkanen. Ook de Europese Commissie financiert in het
Caraïbisch gebied activiteiten gericht op rampenvoorbereiding en
rampenrisicovermindering. Hiervoor is binnen het Directoraat Generaal
Humanitaire Hulp een programma opgezet gericht op rampenvoorbereiding
(DIPECHO). Met activiteiten die door lokale partners worden uitgevoerd
wordt beoogd om lokale gemeenschappen beter voor te bereiden op rampen
en op die manier minder kwetsbaar te maken. Nederland steunt de
activiteiten van VN-OCHA en de Europese Commissie. 

Vraag 4

Welke maatregelen zijn er getroffen om te voorkomen dat ook de nieuwe
orkaan Ike levens eist en de  humanitaire situatie nog verder
verslechtert? Wat is de rol van de internationale gemeenschap daarbij?

Antwoord

Na de eerste storm waren veel getroffen gebieden reeds moeilijk of niet
bereikbaar vanwege wateroverlast. Hierdoor werden de mogelijkheden om
getroffenen te bereiken en hulp te bieden bemoeilijkt. Uit rapportage
van de Verenigde Naties blijkt evenwel  dat, vooral in het gebied rond
Gonaives, lokale autoriteiten door radioboodschappen hebben opgeroepen
om risicogebieden te verlaten. Lokale crisisautoriteiten hebben de
internationale gemeenschap om hulp gevraagd bij de opvang van
ontheemden. Internationale organisaties zoals de Internationale
Organisatie voor Migratie (IOM) en het Wereldvoedselprogramma (WFP)
hebben hierop ingespeeld met opvangfaciliteiten en voedselhulp. 

Vraag 5

Deelt u de opvatting dat de EU en de VN inadequaat hebben gereageerd op
de (naderende) storm en noodsituatie? Zo neen, waarom niet?

Antwoord

Nee. Zoals ook uit het antwoord blijkt op vraag 3 zijn zowel de VN als
de EU nauw betrokken bij programma’s gericht op rampenvoorbereiding en
rampenrisicovermindering. De VN meldt dat coördinatiemechanismen sinds
het begin van het orkaanseizoen versterkt zijn en dat de respons per
sector onmiddellijk ter hand genomen is na ontvangst van de waarschuwing
voor de orkaan Gustav.  Een team noodhulpexperts van de Verenigde Naties
(United Nations Disaster Assessment and Coordination, UNDAC) is sinds 4
september jl. ter plaatse om de lokale autoriteiten bij te staan bij de
coördinatie van de rampenrespons. 

De verschillende orkanen die Haïti hebben getroffen waren aanzienlijk
zwaarder dan bij de vorige ramp in 2004 en dit keer werd het gehele land
getroffen. De orkanen volgden elkaar snel op en dit maakte de
hulpoperatie gecompliceerd. Op 7 september jl. moest, vanwege de
effecten van de orkaan Ike, de hulpoperatie tijdelijk worden stilgelegd.
De internationale hulpverlening werd verder bemoeilijkt door beperkte
toegang doordat bruggen en wegen door de orkanen zijn verwoest en
rampgebieden onder water staan. Desondanks was het dodental lager dan in
2004. Volgens de Verenigde Naties kan dit worden toegeschreven aan een
goede voorbereiding en goede samenwerking tussen de lokale overheid en
de internationale gemeenschap. 

Vraag 6

Deelt u de opvatting dat ook door middel van de meer structurele
ontwikkelingshulp het de EU en de VN niet lukt armoede in Haïti
effectief aan te pakken? Zo neen, waarom niet? Zo ja, welke
consequenties verbindt u hieraan?

Antwoord

Nee, aangezien in de afgelopen jaren de Europese Unie en andere donoren
concrete resultaten hebben behaald bij de verbetering van het
democratisch proces, alsmede op het vlak van openbare financiën,
onderwijs en wegenbouw. 

Gezien het niveau van armoede en onderontwikkeling zal een structurele
aanpak niet leiden tot snel resultaat. De armoede in Haïti is immens
groot. Ongeveer 80% van de bevolking leeft onder de armoedegrens van USD
2 per dag. Op de Human Development Index van UNDP (2007) staat Haïti
met de 146ste plaats tussen de minst ontwikkelde landen ter wereld. De
consequentie is dat de internationale gemeenschap de komende jaren
gecommitteerd zal blijven aan Haïti. 

Haïti beschikt sinds november 2007 over een ‘Poverty Reduction
Strategy Paper’ (PRSP). De implementatie van de langere termijn
strategieën ter bestrijding van de armoede verloopt echter moeizaam,
onder andere vanwege het tijdelijk ontbreken van een bevoegde regering
en de recente snel stijgende brandstof- en voedselprijzen. Ook kampt het
land met capaciteitsgebrek.

Haïti is geen partnerland in de bilaterale ontwikkelingssamenwerking.
Nederlandse ontwikkelingsgelden komen evenwel ten goede aan Haïti via
algemene bijdragen aan multilaterale en non-gouvernementele
organisaties. Daarnaast worden projecten ter bevordering van
mensenrechten en goed bestuur financieel ondersteund uit het
Mensenrechtenfonds. Nederland is voornemens dit beleid voort te zetten.

De Europese Commissie verstrekt structurele hulp aan Haïti lastens het
Europees Ontwikkelingsfonds (EOF). Onder het tiende EOF is voor de
periode 2008 – 2013 in totaal € 304,6 miljoen beschikbaar voor
Haïti. Deze middelen worden vooral ingezet in de sectoren onderwijs,
bestuur en infrastructuur. De keuze voor deze sectoren is tot stand
gekomen in overleg met de overheid van Haïti. 

1) Trouw, de Volkskrant, NRC Handelsblad, NOS journaal, 5 september 2008