[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Poppe over het gewicht van vloerisolatie in het energielabel.Het gewicht van vloerisolatie in het energielabel

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D05287, datum: 2008-09-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2007Z05090:

Preview document (🔗 origineel)


Geachte Voorzitter,

Op 25 juli j.l. heb ik van u een lijst met feitelijke vragen ontvangen
van het kamerlid Poppe (SP), gericht aan de ministers van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van Economische
Zaken en mij over het gewicht van vloerisolatie in het energielabel.

Bijgevoegd treft u de beantwoording van deze vragen aan, mede namens
mijn collega-ministers VROM en EZ.

Hoogachtend,

de Minister voor Wonen, Wijken en Integratie,

drs. Ella Vogelaar

1	Hebt u kennisgenomen van het artikel ‘Energielabel mist factor
vloerisolatie’? 1)

 

Antwoord:

Ja. 

2	Is het waar dat de openbaarmaking van het rapport door SenterNovem is
uitgesteld? Zo ja, wat	is hier de reden van? Zo neen, wanneer wordt het
openbaar gemaakt?

Antwoord:

Nee, het rapport is op 24 oktober 2007 openbaar gemaakt. Het rapport is
echter niet actief verspreid. In het rapport wordt geconcludeerd dat de
NEN 1068 niet geschikt is voor de specifieke toepassing voor het bepalen
van het warmteverlies door de begane grondvloer. Om die reden is het
onderzoeksrapport behandeld in de NEN normcommissie 351 074 04
“Thermische eigenschappen van gebouwen” die voor de NEN 1068
verantwoordelijk is. De commissie stelt dat het rapport onvolkomenheden
bevat en foute verbanden legt en daardoor onjuiste conclusies ten
aanzien van de warmteverliesberekeningen trekt. De commissie is voorts
van mening dat de in NEN 1068 beschreven methode voor het bepalen van de
vloerverliezen voor dat doel juist is. Verder is het rapport gebaseerd
op slechts 3 metingen en bevat daarom statistisch onvoldoende
betrouwbare praktijkgegevens. Dit laatste is mede geconcludeerd door de
ISSO begeleidingscommissie die verantwoordelijk is voor de rekenmethode
voor het energielabel.

 

3	Onderschrijft u de constatering in het artikel dat ‘vloerisolatie
zorgt voor een aanzienlijke besparing, terwijl isolatie van de bodem
veel minder oplevert’? Zo ja, komt dit overeen met de besparingen die
voor deze beide isolatiemethoden in het rekenmodel voor het energielabel
zijn opgenomen? Zo neen, waarom niet?

Antwoord:

Nee, ik onderschrijf deze constatering niet. Experts uit de NEN
commissie en de ISSO begeleidingscommissie geven aan dat in het
rekenmodel voor het energielabel het weinig verschil uitmaakt voor de
besparing of men bodem- of vloerisolatie toepast. Er is een gebrek aan
voldoende betrouwbare praktijkgegevens om in het huidige rekenmodel voor
het energielabel onderscheid te kunnen maken tussen vloer- en
bodemisolatie. Het onderscheid tussen beide isolatiemethoden is niet
gemaakt omdat in bestaande situaties dit onderscheid lastig te bepalen
is en inspecties hierdoor tijdrovend en duur zijn. 

4	Is het waar dat uit het rapport blijkt dat met vloerisolatie jaarlijks
gemiddeld 7,8 kubieke meter aardgas per vierkante meter wordt bespaard?
Zo neen, wat is dan wel de besparing? Zo ja, klopt het dat deze
besparing zeer ernstig afwijkt van de besparing waarmee in het
rekenmodel van het energielabel rekening wordt gehouden?

Antwoord:

Uit het rapport blijkt dat er nauwelijks praktijkgegevens voorhanden
zijn waarbij het effect van alléén vloerisolatie is onderzocht; er
zijn slechts drie praktijkvoorbeelden gevonden. Uit deze drie projecten
blijkt een gemiddelde besparing van 7,8 m3 aardgas per m2 vloeroppervlak
per jaar. Echter, omdat het getal is berekend uit slechts drie metingen,
is het getal niet representatief en geeft het slechts een indicatie.

Het uitgangspunt van het rekenmodel voor het energielabel zijn de door
experts algemeen geaccepteerde isolatiewaarden van de NEN commissie (NEN
1068) .Op basis van  niet representatieve meetresultaten kan niet de
conclusie worden getrokken dat de besparing ernstig afwijkt van de
besparing waarmee in het rekenmodel van het energielabel rekening wordt
gehouden.

5	Is het mogelijk om het rekenmodel voor het energielabel aan te passen
zodat de toepassing van vloerisolatie in het energielabel beter tot zijn
recht komt? Zo ja, op welke termijn kan dit? Zo neen, waarom niet en is
het wel mogelijk om de suggestie die SBVN 3) heeft geopperd uit te
voeren? 

Antwoord:

Indien op basis van representatieve praktijkmeetgegevens zou blijken dat
vloerisolatie in de normatief vastgelegde bepalingsmethode wordt
ondergewaardeerd zou aanpassing van de rekenmethode in de rede liggen.
Wel is altijd afstemming met de achterliggende Europese normen vereist.
Dit is de geëigende werkwijze bij het bepalen van NEN normen die zijn
gebaseerd op Europese normen. 

In het licht van de eerdere antwoorden zal de suggestie van de SBVN (het
handmatig een klasse beter te waarderen van vloerisolatie) niet worden
uitgevoerd. Het rekenmodel is thans gebaseerd op algemeen door experts
geaccepteerde waarden en uitgangspunten. Dit rekenmodel wordt periodiek
aangepast aan nieuwe technische ontwikkelingen die de energieprestatie
van een woning bevorderen. 

 

6	Ziet u aanleiding om op korte termijn maatregelen te nemen, zodat
vloerisolatie in het energielabel beter tot zijn recht komt? Zo ja, op
welke manier gaat u dit doen? Zo neen, waarom niet?

Antwoord:

Ja, in de publicaties van ISSO wordt de methodiek voor het energielabel
uitgebreid met reflecterende isolerende folies. Op verzoek van enkele
marktpartijen worden reflecterende folies als aparte isolatiemethode
opgenomen, omdat deze vorm van isolatie nog niet in de huidige methode
is opgenomen. In de methodiek zullen door de isolatie-experts algemeen
geaccepteerde waarden voor deze folies worden opgenomen. Deze aanpassing
van de methodiek maakt onderdeel uit van de periodieke aanpassing van
het rekenmodel op nieuwe technische ontwikkelingen zoals beschreven in
het antwoord op vraag 5. 

7	Is het waar dat door de onderwaardering van vloerisolatie in het
energielabel, vloerisolatie in het energiebesparingadvies -dat bij het
energielabel wordt geleverd- ook onderbelicht is gebleven? Zo ja, deelt
u de mening dat vele huizenbezitters nu wordt geadviseerd om peperdure
energiebesparingsmaatregelen te nemen, terwijl vloerisolatie een goed en
betaalbaar alternatief zou kunnen zijn? Zo neen, waarom klopt dit niet? 

Antwoord:

Nee, die mening deel ik niet. Uit mijn eerdere antwoorden blijkt al dat
er niet per definitie sprake is van “onderwaardering” van
vloerisolatie. Vloerisolatie wordt al in de huidige rekenmethode
gewaardeerd en waar van toepassing in de advisering betrokken. Zoals ook
al is aangegeven wordt de methode uitgebreid met reflecterende folies
zodat ook dit type isolatie kan worden gekozen. 

8	Deelt u de mening dat het energielabel door de steeds langer wordende
reeks van incidenten steeds ongeloofwaardiger wordt? Zo neen, waarom
niet?

 

Antwoord:

Ik verwijs u naar de op 4 september 2008 aan Uw Kamer verzonden brief
waarin ik uitleg geef over mijn voornemen om het energielabel voor
woningen te verbeteren. Tevens verwijs ik u naar mijn antwoorden op de
schriftelijke vragen van de Vaste commissie voor WWI over het
energielabel (ingezonden 11 juli 2008, kenmerk 08-WWI-B-037) zoals naar
u verzonden op 4 september 2008.

1) Cobouw, 18 juli 2008

2) Rapport 2006.3193-1, opgesteld door adviesbureau Cauberg-Huygen, met
als ondertitel: “Besparing door bodem- en vloerisolatie bij
woningen”

3) “De SBVN stelt voor de bepaling van het energielabel zo te
wijzigen, dat een woning met vloerisolatie handmatig een klasse beter
wordt ingedeeld dan de uitkomst van het rekenprogramma. In een volgende
versie van het programma kan dan rekening worden gehouden met
vloerisolatie”

 						                          

		

Directoraat-Generaal Wonen, Wijken en Integratie 11 september 2008
DGWWI/SB2008080611	Pagina   PAGE  3 /  NUMPAGES  4 

 

VROM verandert! Kijk voor meer informatie op   HYPERLINK
"http://www.vrom.nl"  www.vrom.nl