Preview document (🔗 origineel)

---

Geachte voorzitter,

Hierbij ontvangt u, mede namens de minister van Economische Zaken, van
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en voor Ontwikkelingssamenwerking
de antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Neppérus, zoals
gesteld op 27 augustus 2008. 

de Minister van Volkshuisvesting, 

Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

dr. Jacqueline Cramer

Kunt u de Kamer een overzicht doen toekomen van de subsidiegelden die in
2007 en 2008 aan natuur- en milieuorganisaties zijn verstrekt? 

Ja, zie hiervoor onderstaande tabel. Bij het vaststellen van welke
organisaties als natuur- en milieuorganisatie kunnen worden aangemerkt,
is gekozen voor de volgende afbakening. Natuur- en milieuorganisaties
zijn maatschappelijke organisaties met een hoofddoelstelling op het
gebied van natuur en milieu. Het betreft hier niet op winst gerichte
organisaties, veelal ontstaan als gevolg van maatschappelijk initiatief.
Op basis hiervan is er alles aan gedaan om een zo compleet mogelijk
overzicht te maken. Het overzicht bevat de uitgaven voor
subsidiebedragen in 2007 aan natuur- en milieuorganisaties en de
prognose van uitgaven in 2008.  

Op welke wijze heeft toetsing vooraf plaatsgevonden?

Het merendeel van de subsidies is verstrekt op basis van wettelijke
regelingen, zoals de SMOM (Subsidieregeling maatschappelijke
organisaties en milieu, onder verantwoordelijkheid van VROM), de
Regeling draagvlak Natuur (onder verantwoordelijkheid van LNV) en de
Thematische Medefinanciering (TMF) of het Medefinancieringsstelsel
(MFS), onder verantwoordelijkheid van OS waarbij het gaat om uitvoering
van concrete projecten in ontwikkelingslanden. Deze regelingen worden
gepubliceerd in de Staatscourant en werken veelal op basis van een
inschrijfprocedure. Daartoe moeten projectplannen en begrotingen worden
ingediend, die vervolgens inhoudelijk en financieel worden beoordeeld op
basis van vastgestelde criteria. Alleen projecten die voldoende
bijdragen aan de doelstellingen uit de regelingen worden gesubsidieerd
tot het maximum van het beschikbare subsidiebudget voor de betreffende
regeling. Voor subsidies die zijn verstrekt buiten deze regelingen geldt
ook dat een projectvoorstel inclusief financiële paragraaf moet worden
ingediend. Uiteraard vindt hierbij een toetsing plaats op basis van
bestaand beleid en effectiviteit van het voorstel. Deze toetsing vindt
plaats door de betreffende minister.

Welk toezicht is achteraf op hoe deze subsidies worden gebruikt?

Subsidieontvangers zijn verplicht om inhoudelijk en financieel
verantwoording af te leggen over de besteding van de subsidiegelden.
Tijdens de looptijd van een project of programma moeten
subsidieontvangers jaarlijks een inhoudelijke en financiële rapportage
indienen. De vorm waarin kan per regeling verschillen. Bij de
eindafrekening moet de subsidieontvanger een financieel en inhoudelijk
eindverslag afgeven en afhankelijk van de omvang van het bedrag een
accountantsverklaring. De rapportages kunnen aanleiding vormen voor een
gesprek. Ook een evaluatie behoort tot de mogelijkheden. 

Wordt er bij de verstrekking van subsidies ook gekeken welke subsidies
de natuur- en milieuorganisaties reeds krijgen van provincies en van de
Europese Commissie?

Ja. Bij een aanvraag tot subsidieverlening moet altijd een overzicht
worden overlegd van begrote projectkosten en eventuele medefinanciers. 

Bent u bereid het geheel eens kritisch onder de loep te nemen?

De genoemde subsidieregelingen worden periodiek doorgelicht, waarbij
doeltreffendheid en doelmatigheid kritisch worden bekeken. 

		

Ministerie van VROM 19 september 2008 2008.091329	Pagina   PAGE  2 / 
NUMPAGES  2 

 

VROM verandert! Kijk voor meer informatie op   HYPERLINK
"http://www.vrom.nl"  www.vrom.nl