Antwoord op vragen van het lid De Jager over moeders in detentie
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2008D05650, datum: 2008-09-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. Rouvoet, minister voor Jeugd en Gezin (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van zaak 2007Z05038:
- Gericht aan: A. Rouvoet, minister voor Jeugd en Gezin
- Gericht aan: N. Albayrak, staatssecretaris van Justitie
- Indiener: H. Jager, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag DJJ/08/5560306 19 sep. 08 Onderwerp Bijlage(n) Uw brief Kamervragen 1 3 juli 2008 Hierbij zend ik u, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Justitie, de antwoorden op de vragen van het Kamerlid De Jager (CDA) over moeders in detentie (2070824530). De Minister voor Jeugd en Gezin, mr. A. Rouvoet Antwoorden op kamervragen van REF bmkHetLidDeLeden het Kamerlid REF bmkKamerleden de Jager over REF bmkOnderwerp moeders in detentie . ( REF bmkNummer 2070824530 ) 1. Heeft u kennisgenomen van de uitzending rond kinderen waarvan de ouder(s) in detentie moeten worden genomen? 1) 1. Ja 2. Is het waar dat eerst bij de «gevangenispoort», dan wel bij de arrestatie van in detentie te nemen personen wordt geconstateerd/gecontroleerd of er bij genoemde personen sprake is van thuiswonende minderjarige kinderen? Zo ja, bent u dan van mening dat dit in feite eerder zou moeten plaatsvinden, vooropgesteld dat het om geplande arrestaties gaat, bijvoorbeeld op het moment van het inplannen van de voorgenomen arrestatie? 2. Het is inderdaad zo dat vaak op het moment van arrestatie blijkt of er sprake is van thuiswonende minderjarige kinderen. Het is daarbij van belang om aan te geven dat veel van deze arrestaties niet gepland zijn. Voor zover mij bekend, levert een arrestatie met name problemen op wanneer de moeder verzwijgt dat zij de zorg voor minderjarige kinderen draagt. Ik deel uw bezorgdheid hierover. Het is mij niet bekend hoe vaak dit verschijnsel voorkomt en om voor de hand liggende redenen laat dit zich ook niet eenvoudig onderzoeken. Desalniettemin ben ik, in samenspraak met de Staatssecretaris van Justitie en de Minister van Binnenlandse Zaken, in gesprek getreden met betrokken instanties om na te gaan op welke wijze kan worden vastgesteld of er verzwegen kinderen in het spel zijn bij een gedetineerde (“kindcheck”), om zo in de zorg voor deze kinderen te kunnen laten voorzien. Daarnaast wordt bij binnenkomst van gedetineerden in de penitentiaire inrichting standaard gescreend of een gedetineerde zorgtaken heeft voor minderjarige kinderen. Dit is bestaand beleid en dat zal ook zo blijven. De medewerkers maatschappelijke dienstverlening kunnen indien daartoe op dat moment daartoe noodzaak is de gemeente of andere instanties inschakelen voor de opvang en zorg van de kinderen. 3. Welke organisaties zijn in dergelijke situaties belast met de opvang van de kinderen? 3. Als uitgangspunt geldt dat de verzorging en opvoeding van de kinderen, de verantwoordelijkheid is van de ouders. Dat geldt ook in geval van een (geplande) arrestatie. Als ouders zijn gearresteerd, kunnen zij in hun eigen netwerk opvang van de kinderen regelen of zich wenden tot Bureau Jeugdzorg. Daar waar er bij een betrokken partij twijfel is over de adequaatheid van de opvang kan een zorgmelding bij Bureau Jeugdzorg worden gedaan. Daarbij is op te merken dat de betrokken ouder het gezag over een kind heel goed kan blijven uitoefenen als het niet in het eigen gezin verblijft. Wanneer ouders niet in staat blijken te zijn om hun gezag uit te oefenen kan de Raad voor de Kinderbescherming worden ingeschakeld , die op de voet van artikel 1: 241 Boek 1 BW de rechter kan vragen om in de gezagsuitoefening te voorzien. 4. Deelt u de mening dat wellicht de Centra voor Jeugd en Gezin daarin een coördinerende rol zouden kunnen gaan vervullen? 5. Wie zou die coördinerende rol kunnen vervullen in de aanloop naar de vorming van de Centra voor Jeugd en Gezin, dan wel in de aanloop naar enige vorm van coördinatie voor het geval deze Centra daarvoor niet in aanmerking komen? 6. Kunnen de Veiligheidshuizen in samenwerking met de Centra voor Jeugd en Gezin mogelijk een rol vervullen bij de nazorg voor deze kinderen en hun ouder(s)? 4, 5 en 6. Als het gaat om acute opvang zie ik hierin geen logische rol voor de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) of de Veiligheidshuizen. De CJG werken vooral preventief, onder meer door het bieden van een inlooppunt voor alle opvoed- en opgroeivragen en door het bieden van opvoed- en opgroeiondersteuning. Ik kan mij wel voorstellen dat gemeenten gebruik maken van de CJG-structuur als het gaat om het oppakken van signalen over kinderen die (na)zorg nodig hebben. Voor het bieden van (acute) opvang indien de ouders hiertoe zelf niet instaat zijn, is zoals bij het antwoord op vraag 3, Bureau Jeugdzorg de aangewezen organisatie die ingeschakeld moet worden. Toelichting: Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van de leden Bouwmeester (PvdA) en Azough (GroenLinks), ingezonden 3 juli 2008 (vraagnummer 2070824480). 1) Netwerk, 1 juli 2008. Postbus 16166 2500 BD DEN HAAG Telefoon (070) 340 50 30 Fax (070) 340 78 34 Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX DEN HAAG Correspondentie uitsluitend richten aan het postadres met vermelding van de datum en het kenmerk van deze brief Internetadres: www.jeugdengezin.nl IF DOCPROPERTY "propArchiefkopie" Fout! Onbekende naam voor documenteigenschap. = "Archiefkopie" AUTOTEXT sysArchiefkopie AANGETEKEND ""