Antwoord op vragen van het lid Van der Ham inzake de toegang tot aanbestedingen voor kleine architectenbureaus
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2008D05799, datum: 2008-09-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.DOC), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.J.A. van der Hoeven, minister van Economische Zaken (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2008Z01454:
- Gericht aan: M.J.A. van der Hoeven, minister van Economische Zaken
- Gericht aan: R.H.A. Plasterk, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Indiener: B. van der Ham, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (đ origineel)
Hierbij zend ik u de antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Van der Ham (D66) inzake de toegang tot aanbestedingen voor kleine architectenbureaus. De vragen werden mij gestuurd op 2 september jl. onder nummer 2070828640. De vragen 2 en 6 beantwoord ik mede namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. 1 Bent u bekend met de zware eisen die in Nederland worden gesteld aan deelnemende architectenbureaus bij (Europese) aanbestedingen waardoor kleine en jonge bureaus niet aan de procedure kunnen meedoen? Kunt u aangeven om welk soort eisen het gaat? Antwoord Ja. Het betreft voornamelijk eisen aan de omzet en de ervaring van bedrijven die zich inschrijven op een overheidsopdracht. 2 Bent u van mening dat de strenge toepassing van Europese regels de markt juist minder transparant maakt waardoor marktwerking wordt bemoeilijkt? Kunt u uw antwoord toelichten? Antwoord Op het moment dat aanbestedende diensten hoge eisen stellen aan de omzet en ervaring van ondernemers, kan dit als gevolg hebben dat kleine en beginnende ondernemers niet aan deze eisen kunnen voldoen. Het gevolg is dat deze bedrijven niet mee kunnen dingen naar de overheidsopdracht en zodoende de marktwerking wordt bemoeilijkt. Ik ben me bewust van de moeilijkheden die kleine en beginnende bedrijven ondervinden bij het meedingen naar overheidsopdrachten. Ik ben mij aan het bezinnen op nieuwe beleidsplannen ter verbetering van de huidige aanbestedingspraktijk. Een belangrijk doel van deze beleidsplannen zal de verbetering zijn van de toegang van kleine en beginnende bedrijven tot overheidsopdrachten. Voor wat betreft architectuur in het bijzonder, heeft het kabinet in de architectuurnota âEen cultuur van ontwerpenâ de kwestie onderkend en initiatieven aangekondigd die tot verbetering moeten leiden. Dit betreft onder andere een nadere verkenning van de problematiek door de Rijksbouwmeester (in overleg met de Bond van Nederlandse Architecten (BNA)) en het opstellen van een leidraad voor opdrachtgevers. Kern van deze leidraad is dat het goed mogelijk is om als opdrachtgever de Europese aanbestedingsregels zo toe te passen, dat kleine en jonge bureaus mee kunnen dingen naar de opdracht, zonder dat er in juridische zin risicoâs worden gelopen. Aanbestedende diensten worden geacht proportionele eisen te stellen bij een aanbesteding. De eisen moeten in redelijke verhouding staan tot de aard en omvang van de overheidsopdracht. De leidraad zal hierop ingaan en o.a. aangeven dat het niet nodig is om omzeteisen te stellen aan architecten, maar dat aanbestedende diensten architecten beter kunnen vragen of zij in het bezit zijn van een verzekering tegen beroepsrisicoâs. Ook zal de leidraad aangeven dat de eisen aan de ervaring van architecten beperkt kunnen blijven tot het aantonen dat qua complexiteit vergelijkbare diensten zijn verricht door de architect. Met deze proportionele eisen wordt tevens de toegang van kleine en beginnende architectenbureaus tot overheidsopdrachten verbeterd. Voorts zal ik met de BNA gaan praten over o.a. de problemen die architecten ondervinden bij aanbestedingen. Tot slot kan ik u melden dat Architectuur Lokaal het voornemen heeft in samenwerking met de Rijksbouwmeester nog dit jaar een conferentie te organiseren over Europees aanbesteden in de architectuursector. 3 Deelt u de mening dat eisen in gemeenten als Meppel waarbij een bureau in de afgelopen vijf jaar vergelijkbare scholen moeten hebben ontworpen of in Almelo waarbij een bureau een gemiddelde jaaromzet van drie miljoen euro moet draaien om mee te doen aan de aanbesteding van het gemeentehuis, voorkomt dat jonge en kleine bureaus kunnen deelnemen? Wat vindt u van deze eisen? Antwoord Zoals ik in mijn antwoord bij vraag 2 heb aangegeven, kunnen hoge eisen aan omzet en ervaring er inderdaad toe leiden dat jonge en kleine bureaus worden uitgesloten van overheidsopdrachten. De eisen moeten in verhouding staan tot de aard en de omvang van de opdracht, waarbij ik opmerk dat het stellen van eisen een primaire bevoegdheid is van de desbetreffende aanbestedende dienst. Het is echter aan de rechter om in specifieke gevallen te oordelen of de gestelde eisen proportioneel zijn. Ik kan dus niet in gaan op de door u genoemde voorbeelden van eisen zoals gesteld door de gemeenten Meppel en Almelo. 4 Deelt u de zorg hierover met de voormalig Rijksbouwmeester Coenen en de Bond van Nederlands Architecten (BNA)? Kunt u uw antwoord toelichten? Antwoord Ja. Zie verder mijn antwoord op vraag 2. 5 Bent u bereid deze extra eisen te onderzoeken om te komen tot minder strenge eisen, bovenop wat Europese regelgeving voorschrijft? Gaat u het de aanbevelingen uit het rapport âNaar een nieuwe aanbestedingscultuurâ van het architectenbureau Atelier Kempe Thill hierbij betrekken? Hoe gaat u dit bewerkstelligen? Antwoord In 2005 heb ik onderzoek laten verrichten door Significant, om disproportionele eisen van aanbestedende diensten te voorkomen (met als titel âWaarom vraagt u dat? Implementatieonderzoek nieuw juridisch kader voor overheidsopdrachtenâ). Dit onderzoek en het rapport van Atelier Kempe Thill (met uitzondering van het aspect âArchitectenkammerâ, zie hierna) zal ik meenemen in mijn nieuwe beleidsplannen om de aanbestedingspraktijk te verbeteren. 6 Bent u bereid om naar het Duitse voorbeeld te kijken, waar een âArchitectenkammerâ openbare aanbestedingen organiseert en eisen stelt die bureaus aankunnen, om te bezien of een dergelijke instelling ook door de Rijksgebouwendienst kan worden opgezet? Hoe worden er in andere landen in de EU met deze regels omgegaan? Antwoord Neen, ik zie op dit moment geen aanleiding voor een dergelijke ingreep. De onderkenning van de problematiek zoals die zich aftekent bij opdrachtgevers, geeft mij het vertrouwen dat de opdrachtgevers en architecten samen in staat zullen zijn de werkwijze waar nodig aan te passen. De uit te werken maatregelen ten aanzien van knelpunten bij Europese aanbesteding in algemene zin en de aangekondigde initiatieven vanuit het architectuurbeleid kunnen dat proces ondersteunen. Daarnaast geeft ook PIANOo ondersteuning en voorlichting aan aanbestedende diensten over o.a. het stellen van de juiste eisen aan bedrijven. Om aanbestedende diensten te blijven ondersteunen bij aanbestedingen heb ik onlangs besloten PIANOo voort te laten bestaan voor nog eens een periode van drie jaar. (w.g.) Maria J.A. van der Hoeven Volgvel minute \PAGE 4 Paraaf en datum Minute Auteur Toestelnummer Classificatienummer Thomas van Doorn 7781 Datum Uiterste verzenddatum Verzendwijze 15-9-2008 Aan Informatiekopie aan Medeafdoening van ons kenmerk De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-GRAVENHAGE Secr.,MT/EMC, Van Pelt (O/I) KG aanbesteden Medeparaaf en datum Verheule (BSG) Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) 22 september 2008 EP/EMC / 8133095 Onderwerp Beantwoording kamervragen over gebrek aan toegang tot overheidsaanbestedingen voor kleine architectenbureaus Bezoekadres Doorkiesnummer Telefax Bezuidenhoutseweg 30 070 - 379 7781 070 - 379 6094 Hoofdkantoor Bezuidenhoutseweg 30 Postbus 20101 2500 EC 's-Gravenhage Telefoon (070) 379 89 11 Telefax (070) 347 40 81 Email ezpost@minez.nl Website www.minez.nl Behandeld door Th. van Doorn Verzoeke bij beantwoording van deze brief ons kenmerk te vermelden