Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën
Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën
Lijst van vragen
Nummer: 2008D06076, datum: 2008-09-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A. Blok, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2008Z02447:
- Indiener: W.J. Bos, minister van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2008-09-16 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2008-09-17 10:15: Algemene politieke beschouwingen (eerste termijn Kamer) (Plenair debat (overig)), TK
- 2008-09-17 13:35: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2008-09-18 10:20: Algemene politieke beschouwingen (voortzetting) (Plenair debat (overig)), TK
- 2008-09-23 14:00: Inbreng feitelijke vragen Miljoenennota 2009 en de MEV (31700) (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Financiën
- 2008-09-25 10:00: Procedurevergadering Financien (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2008-10-01 10:15: Algemene financiële beschouwingen (hoofdstuk IXA en IXB) + BTW-compensatiefonds (fonds G) (1e TK) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2008-10-02 10:15: Algemene financiële beschouwingen (hoofdstuk IXA en IXB) + BTW-compensatiefonds (fonds G) (antwoord eerste termijn + repliek) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2008-10-02 20:30: Algemene financiële beschouwingen (hoofdstuk IXA en IXB) + BTW-compensatiefonds (fonds G) (dupliek) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2008-12-04 13:30: Aanvang middagvergadering: regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008-2009 31 700 Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën Nr. LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld … september 2008 De vaste commissie voor Financiën heeft over de Miljoenennota 2009 en de Macro Economische Verkenningen 2009 van het Centraal Planbureau de navolgende vragen ter beantwoording aan de regering voorgelegd. De vragen op 23 september 2008 voorgelegd. Bij brief van ... zijn ze door de minister van Financiën beantwoord. De voorzitter van de commissie, Blok De griffier van de commissie, Berck Miljoenennota 2009 Nr Vraag Blz van tot 1 Hoe verhoudt zich de keuze voor de focus op 20 doelstellingen in het hoofdstuk over de voortgang van het beleid in de Miljoenennota zich tot de thematische focus die het kabinet hanteerde in de Algemene Verantwoordingsbrief van mei dit jaar? 0 2 Wat betekent de huidige focus op de 20 doelstellingen en 10 projecten in de nu voorliggende Miljoenennota voor de komende verantwoording enerzijds, en de volgende Miljoenennota's anderzijds? 0 3 Waarom is er voor gekozen om uitgerekend in de Miljoenennota geen integraal beeld te presenteren van de beoogde effecten, te leveren prestaties en verwachte uitgaven voor de speerpunten van het kabinetsbeleid voor 2009? 0 4 Wat is de achterliggende reden voor het niet duidelijk specificeren van beoogde effecten voor 2009 enerzijds en activiteiten in 2009 anderzijds, in hoofdstuk 3 van de Miljoenennota? Kan dit inzicht alsnog worden gegeven, door per doelstelling een apart overzicht te geven van de beoogde effecten voor 2009 en de geplande activiteiten 2009? 0 5 Wat is de reden voor het opnieuw niet volledig afrekenbaar formuleren van de beoogde effecten en activiteiten voor de genoemde 20 doelstellingen en 10 projecten in de beleidsagenda van de Miljoenennota (dat wil zeggen; precies formuleren wat er in 2009 wordt beoogd/welke acties worden ondernomen? 0 6 Op welke wijze gaat het kabinet op de niet nader geoperationaliseerde beoogde effecten en activiteiten verantwoording afleggen na afloop van 2009? Kan alsnog per beoogd effect en per activiteit worden aangegeven wat precies voor 2009 wordt beoogd/wordt uitgevoerd? 0 7 Kan in één overzicht aangegeven worden wat voor 2008 en 2009 de ramingen zijn voor het feitelijke EMU-saldo, het structureel saldo en het robuust saldo? Kan daarbij in grote lijnen uiteengezet worden wat het verschil tussen de drie begrippen is en voor welke posten en factoren al dan niet gecorrigeerd is? 0 8 Waarom leidt het geraamde positieve EMU-saldo van € 7,2 mrd. in 2009 tot een veel beperktere daling van de EMU-schuld (namelijk met € 4 miljard in 2009)? Kan het verschil worden verklaard? 0 9 Kan worden toegelicht waarom tabel 4.1 een jaarlijkse stijging van de rentelasten laat zien in 2007 t/m 2009 terwijl in die jaren de staatschuld, ook in absolute zin, jaarlijks afneemt? Tot welke extra rentemeevallers leidt de verbetering van het budgettair totaalbeeld in deze Miljoenennota? Waar kan de Kamer deze cijfers terugvinden? 0 10 Kan de mutatie die in de verticale toelichting op hoofdstuk IXA is opgenomen inzake de gewijzigde inzichten in de ontwikkeling van het tekort worden toegelicht? Wat is de verklaring voor het feit dat de rentemeevaller van 2008 op 2009 stijgt, in 2010 weer daalt, in 2011 weer fors toeneemt en in 2012 weer bijna € 200 mln. lager is? 0 11 Wat verklaart het feit dat het feitelijke en structureel EMU-saldo in 2009 slechts een tiende procentpunt verschillen, terwijl een groot deel van de saldoverbetering in de Miljoenennota wordt toegeschreven aan het incidentele effect van de aardgasbatenmeevaller? Wat is de verklaring voor het feit dat in 2010 en 2011 geraamd wordt dat het structureel saldo zelfs gunstiger is dan het feitelijk saldo? Is de raming voor vennootschapsbelasting ook aangepast voor de hogere aardgasbaten? Zo ja, hoe? 0 12 Kan een toelichting worden gegeven op de bijstelling van de gasbatenraming en de veronderstellingen die daarbij per jaar zijn gehanteerd? Wat is de reden dat de gasbatenmeevaller in 2011 fors afneemt en in 2012 zelfs de raming is verlaagd? 0 13 Wat wordt precies bedoeld met de toelichting op de gasbatenmutatie in de verticale toelichting van het FES waarin gesteld wordt dat de gasbaten nodig zijn om de voorziene FES-uitgaven te dekken? Impliceert dit dat de omvang van het bedrag aan gasbaten die in de Voorjaarsnota en deze Miljoenennota zijn doorgesluisd naar het FES afhankelijk is van wat het FES nodig heeft? Kan gesteld worden dat op deze wijze gasbaten indirect zijn aangewend voor uitgavenruimte op de rijksbegroting? Kan nader worden toegelicht waarom voor het jaar 2008 veel meer van de gasbaten (namelijk 1,1 miljard euro) naar het FES vloeien dan in de jaren daarna? Kan een nadere toelichting gegeven worden op de omvang en onderbouwing van de meerjarige reeks gasbaten die in totaal naar het FES vloeit (zoals te zien op p. 120 van het bijlageboek)? Kan voor de periode 2008-2012 per jaar worden aangegeven hoeveel procent van de totale gasbaten in dat jaar aan het FES zijn toegevoegd? 0 14 Hoe en wanneer in deze kabinetsperiode wordt hoogte van de voeding van het FES definitief vastgezet, zoals wordt gemeld op p. 84? Kan de Kamer een totaaloverzicht krijgen van de totale FES-raming 2008- 2020 en waarin duidelijk wordt wat de meerjarige FES-raming was bij aanvang van deze kabinetperiode, welke mutaties in de FES-voeding sindsdien zijn verwerkt en wat de daaruit voortvloeiende actuele meerjarenraming 2008-2020 is? Kan de Kamer daarbij ook per jaar geïnformeerd worden welk gedeelte van de in het FES-geraamde middelen al belegd zijn met projecten? Waarom is er in het FES in 2008 3,3 miljard en in 2009 2,5 miljard euro beschikbaar, terwijl er vanaf 2012 gemiddeld 1,7 miljard euro beschikbaar zou zijn? Impliceert dit dat het FES-gefinancierde beleid in de toekomst gehalveerd moeten worden? 0 15 Kan worden toegelicht waarom uit de verticale toelichting blijkt dat de EU-afdrachten in 2009 met € 883 mln. meevallen, in 2010 echter met € 253 mln. tegenvallen, in 2011 weer licht meevallen met € 6 mln. en in 2012 vervolgens weer tegenvallen met 108 mln.? 0 16 Waarom wordt de rapportage over de uitgaven aan externe inhuur verschillend weergegeven per begroting? 0 17 Kan de Kamer een totaaloverzicht geven over de laatste stand van zaken wat betreft de uitgaven en wat de voorspelde uitgaven zijn voor het jaar 2009? 0 18 Waarom heeft het kabinet gekozen voor summiere informatie in tegenstelling tot de informatie tijdens de jaarverslagen voor wat betreft de uitgaven aan externe inhuur? 0 19 Hoe wordt het bedrag voor de lastenverlichting van € 2,5 miljard precies gedekt? 0 20 Hoe denkt het kabinet zijn begroting rond te krijgen als de aardgasbaten en/of de economische groei tegenvallen? 0 21 Hoe denkt het kabinet zijn begrotingsplannen te realiseren als de financiële crisis ook Nederland hard treft? 0 22 Gaat de Nederlandse Bank (DNB) ingrijpen als een grote Nederlandse financiële instelling in zeer zwaar weer komt door de kredietcrisis? In hoeverre zijn afspraken met België gemaakt indien Fortis in de gevarenzone dreigt te komen. Hoe ligt de verantwoordelijkheid? Welke middelen heeft DNB om onze financiële sector te beschermen? 0 23 Het kabinet gaat uit van een olieprijs van $ 125 en een eurokoers van $ 1,57. Deze aannames zijn reeds achterhaald daar de olieprijs tot onder de $ 100 is gezakt en de eurokoers vorige week op $ 1,39 stond. Gaat het kabinet niet uit van een te optimistische werkelijkheid. Wat betekent het voor het begrotingsoverschot als de waarden lager uitvallen. 0 24 Hoe worden de aardgasbaten precies verdeeld tussen staat en oliemaatschappijen? Hoe zijn de exploitatiekosten verdeeld? Hoeveel bedraagt onze totale voorraad aardgas en wanneer is deze opgebruikt? Hoeveel aardgas wordt in 2009 geëxporteerd en naar welke landen? 0 25 Kunt u een overzicht presenteren van de staatsdeelnemingen en het verwachte dividend in 2009. Welke deelnemingen worden in 2009 afgestoten tegen welke prijs? 0 26 De minister van Financiën gaat bij zijn begrotingsbeleid uit van een reële economische groei van 2% i.p.v. de behoedzame 1,75%. Hoe reëel is deze groei nog bij een voorspelling van 1,25% in 2009? 0 27 Moet de economische groeiverwachting en inflatie, rekening houdend met de kredietcrisis, niet worden bijgesteld? 0 28 Hoe is de meeruitgaven van gemeenten en provincies in GF/PF te verklaren bij een gelijkblijvend takenpakket? 0 29 Hoeveel geld wordt er bezuinigd op de AWBZ en de BU-regeling in 2009? Welke versoberingen worden aangebracht? 0 30 Wat is het verwachte aantal asielzoekers en immigranten (gezinsvormende) in 2009 per land van herkomst? 0 31 Hoeveel kinderbijslag, WAO, WWB, WW en AOW wordt overgemaakt naar het buitenland in 2007? Gaarne een specificatie per land. 0 32 Waar is het trap-op-trap-af-principe bij het GF/PF op gebaseerd? Is het niet wenselijker om dit GF/PF te voorzien van een vaste voeding, zodat de taken en verantwoordelijkheden van decentrale overheden op adequate en efficiënte wijze kunnen worden uitgevoerd, zonder jaarlijkse onzekerheid of en hoeveel geld beschikbaar is. Bent u bereid de voeding van het GF/PF aan een nadere analyse te onderwerpen? 0 33 Hoeveel geld wordt jaarlijks door de fiscus misgelopen doordat expats gebruik maken van de 30% regeling? Hebben omringende landen ook dergelijke regelingen? Indien dit het geval is hoe zijn deze regelingen vormgegeven? 0 34 Hoe solide is het gevoerde begrotingsbeleid met een robuust saldo van -2,1% BBP? Hoe is het begrotingsoverschot van 1,2% BBP opgebouwd? Hoeveel aardgasbaten, incidentele meevallers en rente-inkomsten zijn hierin verdisconteerd? 0 35 Wat vindt de minister van Financiën van het idee om de aardgasbaten in een apart fonds onder te brengen en dit fonds aan te wenden voor duurzame investeringen en beleggingen en de renteopbrengsten van dit fonds te gebruiken voor aflossing op de staatsschuld? Kunt u precies aangeven hoeveel van de aardgasbaten worden geconsumeerd en hoeveel worden gebruikt voor FES en aflossing staatsschuld? 0 36 Waarop is de groei van de omzetbelasting met meer dan 2 miljard (tot 46 mld) gebaseerd, terwijl de economie stagneert en het btw-percentage gelijk blijft? Waarop is de groei in Loonbelasting met 3,5 mld gebaseerd? 0 37 Hoe is de stijging van de SZW-begroting met 3 miljard te verklaren, terwijl meer mensen aan het werk zijn en dus minder afhankelijk van een uitkering? Hoe wordt de leer-werkplicht voor jongeren tot 27 jaar doorvertaald naar het WWB-budget van gemeenten, daar deze direct profijt hebben van deze maatregel, doordat minder jongeren van de bijstand gebruik kunnen maken? Kunt u aangeven waar dat kan worden teruggevonden in de begroting 2009? 0 38 Waarom stijgt het GF in 2009 met 1,4 mld om daarna in 2010 en daarna weer af te nemen? Hoe is dit te verklaren? 0 39 In 2007 werden 933 huizen gedwongen verkocht. De verwachting is dat dit zal oplopen naar enkele tienduizenden in de komende jaren als gevolg afgesloten subprime hypotheken. In de jaren 2003, 2004 en 2005 hanteerden banken een zeer ruim hypotheekverstrekkingsbeleid, waarbij de hoogst mogelijke lening werd verkregen met een rente-vast-periode van 6 jaar tegen gemiddeld 3,6% en hypotheken oplopend tot soms 9x het inkomen. Deze leningen lopen de komende jaren af en de consument wordt met de verlening geconfronteerd met dubbele maandlasten. De verwachting is dat in de komende jaren 60.000 gezinnen in betalingsproblemen dreigen te komen (bron NHP) met mogelijk alle gedwongen verkopen van dien. Welke maatregelen heeft het kabinet in petto om deze subprime crisis af te wenden die op Nederland afkomt? Hoe heeft dit kunnen gebeuren en welke rol heeft de toezichthouder in deze? Is dit verwijtbaar gedrag van de banken of consument? 0 40 Hoe ziet de ontwikkeling van de uitputting van de verschillende enveloppen er uit? Hoeveel geld uit de enveloppen is er al ingezet en hoeveel gaat er nog besteed worden per envelop? Hoe ziet de daadwerkelijke ontwikkeling er uit in vergelijking met de verwachte ontwikkeling? 0 41 Wat leveren de voorgestelde AOW-plannen op in termen van houdbaarheid van de overheidsfinanciën? Is dit gelijk aan de voorgestelde bijdrage aan de houdbaarheidsopgave, zoals opgenomen in het Coalitieakkoord? 0 42 In het nader rapport schrijft u op blz. 3 dat het robuuste saldo vooral verslechterd door incidentele aanwending van de ruilvoetwinst in 2009. In de MEV echter wordt op blz. 70 gesteld dat het structureel inzetten van deze ruilvoetwinsten leidt tot een verslechtering van de langer termijn houdbaarheid van de overheidsfinanciën. Kunt u uitleggen hoe de incidentele inzet van deze ruilvoetwinsten kan leiden tot een verslechtering van het robuuste saldo? Waardoor wordt de rest van de verslechtering van het robuuste saldo verklaard? 0 43 Wat zijn de gevolgen voor de begroting als de olieprijzen komend jaar lager uitkomen dan de geraamde $125? 0 44 IN de MEV wordt uitgegaan van een gemiddelde loonkostenstijging van 3,5% voor 2009 (p. 12). ''Het kabinet is bereid de WW -premies voor werknemers tot nul terug te brengen in de context van gesprekken met de sociale partners over verantwoorde loonontwikkeling.''. Kan de Minister aangeven welke (gemiddelde) loonontwikkeling hij voor 2009 verantwoord acht en onder welke omstandigheden de regering afziet van de voorgestane verlaging van de WW -premies? 7 45 Welk deel van de inflatie (CPI) wordt bepaald door de overheid? Welke deel door anderen? Welke anderen? 8 46 Welk deel van de koopkrachtontwikkeling wordt bepaald door de overheid? Welk deel door anderen? Welke anderen? 8 47 Welke deel van de toename aan collectieve voorzieningen (zorg, onderwijs, kinderopvang, etc.) is toe te rekenen aan gezinnen als het collectieve deel van de koopkrachtontwikkeling? 8 48 Is bij de koopkrachtberekeningen uitgegaan van een volledige indexatie van de aanvullende pensioenen? Zo neen, hoe zou de koopkracht van ouderen zich ontwikkelen bij volledige indexatie? 8 49 Hoe verhoudt Nederland zich met het prijspeil van andere EU landen, met name de omringende landen België, Duitsland, Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Luxemburg? 8 50 Hoe hoog is de meevaller in de zorgkosten? Hoe is dit te verklaren? Waarom komt deze meevaller ten goede aan de werknemers en niet aan de zorgverzekerden? Waarom en hoeveel stijgt de ZVW-premie voor burgers? 8 51 Hoe hoog schat het kabinet de houdbaarheidsbijdrage in? 9 52 Wat betekent de saneringsingreep bij de kinderopvang precies? Hoeveel mensen worden hierdoor in hun koopkracht aangetast? Hoeveel bedragen de kosten voor de kinderopvang in 2009 precies en hoeveel was begroot? Hoe wordt deze tegenvaller opgevangen? 9 53 Waarom is een intensivering voor de inburgering noodzakelijk? Was het probleem geld of desinteresse bij de nieuwkomers? Hoe denkt het kabinet mensen te dwingen om zich in te burgeren? 9 54 Hoe is de uitgavenpost voor het totale klimaatbeleid en duurzame energiebeleid in andere EU landen, met name de omringende landen België, Duitsland, Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Luxemburg? 11 55 Er wordt subsidie beschikbaar gesteld voor waterpompen. Is dit een open-einde-subsidie? Zo nee, geldt dan het principe 'wie eerst komt, wie eerst maalt'? 11 56 Hoeveel investeert het kabinet precies in materiaal en personeel omtrent de NAVO-missie in Afghanistan? Graag een zo gedetailleerd mogelijk overzicht. 12 57 Welke regels worden er verminderd en welke 25 formulieren worden vereenvoudigd? 12 58 Kan - bij wijze van scenariostudie - een aantal varianten worden gepresenteerd voor de ramingen voor 2010 en 2011, uitgaande van bijgestelde ramingen voor werkloosheid, olieprijs, euro/dollarkoers, economische groei en CPI? 13 59 Hoe komt het dat het verschil tussen huidige en vorige Miljoenennota op tabel 1.1 zo groot is? Graag een gedetailleerde omschrijving van het verschil met bijbehorende bedragen. 13 60 Volgens het CPB bedragen de aardgasbaten 2,7% BBP. Dit is ruim 16 miljard euro. Het kabinet beweert dat de aardgasbaten niet worden gebruikt om de lopende uitgaven te bekostigen (m.u.v. FES). Hoe verhoudt zich deze opmerking tot het begrotingsoverschot 2009 dat 1,2% BBP bedraagt? Waarvoor wordt de overige aardgasbaten gebruikt (minimaal 1,5%BBP). 13 61 Hoe is de geraamde prijs voor een vat olie tot stand gekomen? En hoe wordt de productie en verkoop van gas ingeschaald? Is dit evenveel als voorgaande jaren, zodat er bij een zachte winter wederom een tegenvaller kan optreden? 13 62 In tabel 1.1 op blz 13 van de miljoenennota wordt het feitelijk en structureel begrotingssaldo gepresenteerd. Deze cijfers staan ook in de MEV in tabel 4.1 op blz 70. De saldo’s in deze tabellen komen niet overeen. Kunt u de verschillen verklaren? 13 63 Welke rol speelt de staatsschuld op de financiële markten? Ervaart de markt staatsobligaties als een terugvaloptie in onzekere tijden? 14 64 Omvat het begrip houdbaarheid alleen financiële aspecten of gaat het om meer? Indien het om meer gaat, hoe kan dat dan worden betrokken in de houdbaarheidsdiscussie? 15 65 Is de afschaffing van de WW-premie voor werknemers verondersteld in alle koopkrachtberekeningen? 15 66 Kan een toelichting worden gegeven op de bijstelling van de gasbatenraming en de veronderstellingen die daarbij per jaar zijn gehanteerd? (Bijlage MJN) 23 67 Hoe verhoudt de raming zich ten opzichte van de olieprijs? Is er een speciale formule die daarvoor wordt gebruikt? Zo ja, welke? (Bijlage MJN) 23 68 Kan er een overzicht worden gegeven van de toename in de uitbesteding van het vermogensbeheer bij pensioenfondsen aan hedge funds en private equity? 26 69 Ook Nederlandse banken hebben verliezen geleden door de afwaardering van hypotheekleningen, maar in zeer verschillende mate. Zijn die verschillen toeval of een gevolg van verschillen in beleid? 31 70 Kan het kabinet antwoord geven op de vragen die zij zelf stelt met betrekking tot de zeggenschap in bedrijven, namelijk “Hebben activistische aandeelhouders voldoende oog voor de langetermijnontwikkeling van het bedrijf?” en “Gaat de toenemende invloed ten koste van werknemers en andere belanghebbenden?” 33 71 Zijn er in Nederland verzekeraars met een vergelijkbare rol en positie als het Amerikaanse AIG? 35 72 Kan het kabinet antwoord geven op de vraag die zij zelf stelt met betrekking tot globalisering, namelijk “Betekenen de snelle veranderingen in de wereldeconomie ook dat we een hogere rekening moeten betalen voor de sociale aspecten van de markteconomie zoals we die in Nederland kennen?” 39 73 Kan het kabinet antwoord geven op de vraag die zij zelf stelt met betrekking tot globalisering, namelijk “Leidt assertief optreden van private equity en stevige concurrentie uit opkomende economieën tot een lagere beloning voor arbeid ten gunste van kapitaal, tot een grotere druk op de loon- en inkomensverdeling, en tot verwaarlozing van publieke belangen zoals duurzaamheid, onderwijs en sociale zekerheid?” 39 74 Kan de Minister ten aanzien van hoofdstuk 3 van de miljoenennota aangeven: 1) waarop de keuze is gebaseerd om specifiek de daar opgenomen 20 doelstellingen te behandelen en niet de andere 54 doelstellingen uit het beleidsprogramma. Betreft het hier de speerpunten van het kabinetsbeleid en zal het kabinet zich ook met name over deze 20 doelstellingen verantwoorden in de Algemene Verantwoordingsbrief na afloop van het begrotingsjaar 2009; 2) hoe zich de keuze voor de focus op 20 doelstellingen verhoudt tot de thematische focus die het kabinet hanteerde in de Algemene Verantwoordingsbrief van mei dit jaar; 3) wat de huidige focus op de 20 doelstellingen en 10 projecten in de nu voorliggende miljoenennota betekent voor de komende verantwoording enerzijds, en de volgende miljoenennota anderzijds? 49 76 75 In de miljoenennota wordt in hoofdstuk 3 de voortgang op 20 van de 74 beleidsdoelstellingen gepresenteerd. Wat is de reden voor de keuze van deze 20 punten? Kunt u een totaaloverzicht geven van de voortgang op alle beleidsdoelstellingen? 49 78 76 Kan worden toegelicht waarom uit de verticale toelichting blijkt dat de EU-afdrachten in 2009 met € 883 mln. meevallen, in 2010 echter met € 253 mln. tegenvallen, in 2011 weer licht meevallen met € 6 mln. en in 2012 vervolgens weer tegenvallen met € 108 mln.? (Bijlage MJN) 50 77 Welke prikkels zijn er voor verhuurders (waaronder corporaties) en huurders om binnen het convenant "Meer met Minder" woningen 20 tot 30% energiezuiniger te maken? Wat betekent 20 tot 30% energiezuiniger in termen van het woninglabel? Wat betekent het in termen van "energiecentrales" indien die doelstelling wordt gerealiseerd? 59 78 Hoe ziet de voorgenomen "Voortgang van de aanleg van de Ecologische Hoofdstructuur" er uit in cijfers? 61 79 Waarom is het superdividend van Schiphol, dat in antwoord op vraag 41 bij de Voorjaarsnota 2008 ook voor het jaar 2009 werd voorzien, niet in de begroting 2009 verwerkt? (Bijlage MJN) 65 80 Wat was de oorzaak van de stagnatie in de deelname aan inburgeringstrajecten? 69 81 Hoe verhouden de ramingen van het structurele saldo van kabinet, CPB en EC zich tot elkaar? Waarom wijken de ramingen van het kabinet af van die van het CPB? Is een decompositie te maken naar ramingsverschillen in feitelijke groei, structurele groei, begrotingselasticiteit en kasritme (inkomsten en uitgaven)? 79 82 Hoe gaat het kabinet het bereiken van de doelstelling - een structureel overschot van 1% BBP in 2011 - berekenen? Welke methode van conjunctuurcorrectie zal worden toegepast? 79 83 Hoe hoog is het structurele saldo in 2011 volgens de kabinetsmethode, de CPB-methode en de EC-methode? Waarom kiest het kabinet voor zijn methode? 79 84 Wat is de reden dat de gasbatenmeevaller in 2011 fors afneemt en in 2012 zelfs de raming is verlaagd? (Bijlage MJN) 79 85 Op blz 79 van de miljoenennota geeft u aan te streven naar houdbare overheidsfinanciën en daarom te sturen op verbetering van het structurele begrotingssaldo. In het nader rapport over de miljoenennota geeft u op blz 3 aan dat structureel en robuust saldo geen betrouwbaar kompas vormen voor het begrotingsbeleid. Hoe verhouden deze twee uitspraken zich tot elkaar? 79 86 Het begrotingssaldo is positief en hierdoor kan een deel van de staatsschuld worden afgelost. Op blz 13 van de miljoenennota geeft u aan dat een lagere overheidsschuld leidt tot lagere rente-uitgaven. Uit tabel 4.1 op blz 79 blijkt echter dat de rentelasten oplopen. Kunt u uitleggen waarom de rentelasten niet afnemen? 79 87 Kan de Minister aangeven wat de omvang is van de ruilvoetwinst bij de uitgaven die is verondersteld in 2009. Is de ruilvoetwinst volledig aangewend of is er een veiligheidsmarge aangehouden. Zo ja, waar is die te vinden. 79 81 88 Hoe is de 1% BBP saldoverbetering te verdelen over aardgasbaten, belastingen en sociale premies? 80 89 Kan er een maximum worden gesteld aan de extra aardgasbaten die worden gebruikt om de staatsschuld af te lossen? 80 90 Wat was de raming van het robuuste saldo 2011 ten tijde van het sluiten van het Coalitieakkoord en hoe heeft die raming zich sindsdien ontwikkeld? 81 91 Is het kabinet van plan het CPB te vragen om een actualisering van de houdbaarheidsstudie? Waarom? 81 92 Hoe verhoudt zich de zorgpremie tot de ontwikkeling van de zorgkosten? Waarom kan de premie in 2009 dalen ten opzichte van 2008 bij stijgende zorgkosten? 82 93 Welke gevolgen heeft de verlaging van de rijksbijdrage aan het Zorgverzekeringsfonds met 78 mln voor de zorgpremie? Hoe groot is dat fonds en hoe ontwikkelt het zich? 82 94 Hoeveel geld van de rijksoverheid ging er in 2007 naar kinderopvang, hoeveel in 2008 en hoeveel zal dat zijn in 2009? Hoeveel is daarmee de rijksbijdrage per kind gemiddeld? 83 95 Hoe en wanneer in deze kabinetsperiode wordt hoogte van de voeding van het FES definitief vastgesteld? 84 96 Kan de Kamer een totaaloverzicht krijgen van de totale FES-raming 2008-2020 en waarin duidelijk wordt wat de meerjarige FES-raming was bij aanvang van deze kabinetsperiode, welke mutaties in de FES-voeding sindsdien zijn verwerkt en wat de daaruit voortvloeiende actuele meerjarenraming 2008-2020 is? 84 97 Kan de Kamer daarbij ook per jaar geïnformeerd worden welk gedeelte van de in het FES-geraamde middelen al belegd zijn met projecten? 84 98 Kan een meerjarig overzicht gegeven worden per envelop waarin duidelijk wordt hoeveel in de envelop was geraamd, hoeveel daar in deze Miljoenennota van wordt overgeheveld en wat er nu nog resteert op de aanvullende post? 85 99 Kan een meerjarig overzicht gegeven worden per envelop waarin duidelijk wordt hoeveel in de envelop was geraamd, hoeveel daar in deze Miljoenennota van wordt overgeheveld en wat er nu nog resteert op de aanvullende post? 85 100 Welke mogelijkheden heeft de Tweede Kamer om te besluiten over de toedeling van enveloppen, respectievelijk de aanwending van de nu nog resterende bedragen in de enveloppen? 85 101 Resteren er nog middelen voor 2009 in de enveloppen? Zo ja, kan de Tweede Kamer die amenderen? Zo nee, waarom kan de Tweede Kamer deze niet amenderen? 85 102 Kan de Tweede Kamer de € 973 mln. euro die nu nog in de aanvullende post algemeen gereserveerd staat voor 2009 amenderen? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet? 85 103 Waarom wordt er voor de aanvullende posten niet, conform de systematiek van het FES, een apart verdeelfonds gemaakt zodat deze middelen formeel deel uitmaken van de rijksbegroting en de Tweede Kamer derhalve deze nog gereserveerde middelen ook kan autoriseren? 85 104 In begrotingsregel 7 van het coalitieakkoord staat dat uitgaventegenvallers moeten worden gecompenseerd binnen de desbetreffende sector. Hoe moet de uitgaventegenvaller van het kader RGB-eng en de compensatie daarvan in de andere sectoren in dit licht worden bezien? 87 105 Hoe moet de overschrijding van het kader Rbg-eng in 2008, 2009 en 2010 bezien worden in het licht van begrotingsregel 7 van het Coalitieakkoord dat uitgaventegenvallers moeten worden gecompenseerd binnen de desbetreffende sector? Welke maatregelen zijn genomen om in de sector Rbg-eng zoveel mogelijk binnen het kader te blijven? Wat is de verklaring voor het feit dat voor het jaar 2008 in de Voorjaarsnota nog een onderschrijding van het kader Rbg-eng werd voorzien, terwijl dat nu enkele maanden later, een overschrijding wordt verwacht voor 2008? Kan een overzicht worden gegeven van de feitelijk gerealiseerde over- en onderschrijdingen van de 3 kaders in de afgelopen vijf begrotingsjaren? Hoe groot acht de minister de kans, op basis van historische gegevens, dat in de sector zorg de onderschrijding van het kader tijdens de uitvoering zal verdwijnen? Impliceert de huidige dat tegenvallers in 2009 in de sector SZA en/of zorg er toe leiden dat er op de rijksbegroting in enge zin omgebogen zal moeten worden tijdens het jaar? 88 106 Kunt u inzicht bieden in de ruilvoetwinst in 2008 en 2009 (over de omvang en over de aanpassing van de uitgavenkaders en uitgaven)? Wat is de verwachting voor de jaren t/m 2011? 88 107 Het CPB suggereert dat de ruilvoetwinst als sneeuw voor de zon kan verdwijnen. Is dat waar? 88 108 Met welk bedrag is het PGB-budget in 2008 verhoogd en hoeveel zal de verhoging zijn in 2009? Hoe hoog is het gemiddeld PGB-budget? 90 109 Hoeveel levert de bevriezing van de algemene heffingskorting meer op dan in het coalitieakkoord was beoogd? 91 110 Wordt de algemene heffingskorting in 2009 bevroren of wordt er flink op gekort? 91 111 Kan aangegeven worden hoeveel de heffingskorting zou zijn bij indexatie in 2009 en hoeveel is de heffingskorting in het Coalitie-akkoord in 2009? 91 112 Met hoeveel extra is de heffingskorting gekort in de zomerbesluitvorming? 91 113 Is bij het kabinet bekend wat de koopkrachteffecten zijn van de AWf-premiekorting en de korting op de heffingskorting die in het AWf-pakket besloten ligt? 92 114 Is het correct dat tabel 4.10 niet klopt aangezien er gekort wordt op de heffingskorting en er niet enkel sprake is van bevriezing? 92 115 Door welke factoren wordt de grotere houdbaarheidswinst ten opzichte van de doorrekening van het coalitieakkoord veroorzaakt? 92 116 Is de lastenverlichting voor werkgevers structureel? Hoe is te begrijpen dat deze in 2011 afloopt tot een half miljard? Hoe verhoudt deze half miljard zich tot de half miljard van het AWf-pakket? 93 117 Hoe ziet het inkomenskader er uit voor 2010 en voor 2011? 93 118 Wat is de verklaring voor het feit dat voor het jaar 2008 in de Voorjaarsnota nog een overschrijding van het kader Rbg-eng werd voorzien, terwijl dat nu enkele maanden later, een overschrijding wordt verwacht voor 2008? 105 119 Welke subsidies verstrekt het Ministerie van Economische Zaken? Wanneer is de effectiviteit daarvan het laatst gemeten? 106 120 Wat valt er onder de aanvullende posten? 106 121 Waarom stijgen de gasbaten en daarna dalen ze weer? Wat is de relatie tot de olieprijs? 107 122 Kan uit tabel 2.3.1 (bijlage 2 van de miljoenennota) worden afgeleid dat de geprognosticeerde gasbaten in 2009 14 miljard bedragen en dat in 2009 er derhalve 4 miljard extra gasbaten zijn ten opzichte 2008. Indien neen, hoe moet deze tabel dan worden gelezen. 107 123 Klopt het de het FES volgens de miljoenennota in 2009 met 2,5 miljard wordt gevoed? Klopt het dat volgens de begrotingsspelregels de aardgasbaten voor zover niet aangewend als vaste voeding voor het FES worden aangewend voor tekortreductie of wordt een deel van de aardgasopbrengsten aangewend ter dekking van uitgaven in de reguliere begroting. Hoeveel is dit en waarop is dit gebaseerd. 107 124 Kan de Minister in een langlopend meerjarenoverzicht aangeven wat de budgettaire opbrengst is van de AOW -heffing, welk nivellerend effect hier in zit, of en in hoeverre de actuele meerjarenraming afwijkt van de raming die in het coalitieakkoord is gehanteerd en welk effect deze maatregel in de actuele raming heeft op het robuuste EMU -saldo? 107 125 Betaalt de gassector € 2,1 mln. aan vennootschapsbelasting voor het jaar 2008? 117 126 In de inleiding van de MEV wordt gesproken over EU-afdrachten die het EMU-saldo tussen 2008 en 2009 vertekenen. Wat is het EMU-saldo in 2007, 2008 en 2009 als voor deze incidentele post wordt gecorrigeerd? 118 127 Kan uit tabel 4.3 (bijlage 4 van de Miljoenennota) worden afgeleid dat de staatsschuld volgens huidige prognose in 2009 met 3,5 miljard wordt afgelost. Zo neen, hoe moet deze tabel dan worden gelezen. 119 128 Waarom staat er in de Miljoenennota dat de aardgasbaten niet worden aangewend voor extra uitgaven voor reductie van de staatsschuld? Hoe kan het dan dat de aardgasbaten toch naar het FES worden overgeheveld? Dit is toch indirect een verhoging van de uitgavenruimte? (Bijlage MJN) 120 129 Kan nader worden toegelicht waarom voor het jaar 2008 veel meer van de gasbaten (namelijk 1,1 miljard euro) naar het FES vloeien dan in de jaren daarna? (Bijlage MJN) 120 130 Kan een nadere toelichting gegeven worden op de omvang en onderbouwing van de meerjarige reeks gasbaten die in totaal naar het FES vloeit? (Bijlage MJN) 120 131 In de Miljoenennota worden als inkomensbeperkende regelingen genoemd: algemene heffingskorting; arbeidskorting; combinatiekorting; eigen woning en pensioenen. Met de inkomensbeperkende regelingen zal in 2009 € 54,6 miljard gemoeid zijn. In de Miljoenennota wordt geen informatie verstrekt over de ontwikkeling van de inkomensbeperkende regelingen, terwijl voor belastinguitgaven de ontwikkeling van 2007-2013 is gegeven. Kan de regering een overzicht geven van de meerjarige ontwikkeling van de inkomensbeperkende maatregelen en de fluctuaties hierin toelichten? 120 128 132 Welke nieuwe belastinguitgaven worden voor 2009 geïntroduceerd en welke doelstellingen worden er mee nagestreefd? Voor welke belastinguitgaven zal een effectmeting worden uitgevoerd en wanneer wordt de Kamer daarover geïnformeerd? 120 128 133 Kan de regering toelichten wat de verklaring is voor het feit dat de realisatie van de belastinguitgaven over 2007 per saldo veel hoger uitvalt dan de oorspronkelijke raming? Kan voor de belastinguitgaven waarvoor geldt dat ze in 2007 tenminste 25% hoger zijn uitgevallen dan geraamd, te weten Bedrijfsopvolgingsfaciliteit in successiewet, Landbouwvrijstelling, VAMIL, Vakantiebonnen, Ouderentoeslag forfaitair rendement, Giftenaftrek, Vrijstelling overdrachtsbelasting stedelijke herstructurering, Vrijstelling Bureau Beheer Landbouwgronden, Vrijstelling monumenten en Vrijstelling cultuurgrond, worden toegelicht wat de oorzaak is van de ramingoverschrijding in 2007? In hoeverre is sprake van onbeheersbaarheid in de betreffende belastinguitgaven? Zal de regering actie ondernemen om de betreffende belastinguitgaven meer beheersbaar te maken? 120 128 134 Kan het bedrag van 10,2 miljard worden gesplitst in inkomstenbeperking wegens hypotheekrenteaftrek en inkomstenverruiming wegens eigenwoningforfait en overdrachtsbelasting en eventuele andere posten die in dit totaalbedrag zijn verwerkt? Welke verwachtingen zijn er m.b.t. dit bedrag vanwege de stijgende rente? 121 MEV 2009 Nr Vraag Blz van tot 1 Beschikt het CPB over de mogelijkheden om koopkrachtplaatjes te berekenen voor groepen wiens koopkracht wordt beïnvloedt door de getroffen maatregelen? 0 2 Wat is het effect van de bezuinigingen op de kinderopvangtoeslag op de koopkracht van de groep die daar door wordt getroffen? 0 3 Wat is het effect van de bezuinigingen op de buitengewone uitgaven op de koopkracht van de groep die daar door wordt getroffen? 0 4 Hoe groot is de koopkrachtstijging van de 10 procent die het minst verdienen? 0 5 Hoe hoog zijn de nog niet belegde beleidsreserves voor 2009 en 2010? 0 6 Kan de passage over de gasbaten en de verrekening van de verlaagde EU-afdracht met een tabel worden verduidelijkt? 12 7 Kan aangegeven worden wat het afzonderlijke effect is van de verlaging van de WW-premie en van de verlaging van de algemene heffingskorting voor de verschillende inkomensgroepen? 12 8 Hoeveel ruimte komt er vrij in de begroting wanneer de ruilvoetwinst geheel wordt aangewend? 15 9 Kan de minister van financiën aangeven wat de gevolgen zijn van de onzekerheidsvariant met lagere olieprijs en lagere grondstofprijzen (variant A.) voor de confrontatie van de feitelijke uitgaven met het uitgavenkader. Tot welke overschrijding van het uitgavenkader leidt dit en tot welke uitkomst van het EMU-saldo leidt dit? 17 10 In variant A. wordt er van uitgegaan dat lagere olie- en grondstoffenprijzen leiden tot een sterkere groei van de wereldeconomie en van de wereldhandel. Het kan ook zo zijn dat de causaliteit andersom is en dat een onverwachte vertraging van de groei van de wereldeconomie (en dus de wereldhandel) de oorzaak is van lagere olie- en grondstoffenprijzen. Kan de minister van financiën aangeven; a.) wat de gevolgen zijn als de olie- en grondstoffenprijzen (gemiddeld) in de rest van 2008 en 2009 gelijk zijn aan die op Prinsjesdag, terwijl de CPB-ramingen voor de wereldhandel uit de MEV worden aangehouden. Graag inclusief vermelding van de gevolgen voor de overschrijding van het uitgavenkader. Graag inclusief vermelding van de gevolgen voor het EMU -saldo. b.) idem a. doch met halvering van de veronderstelde groei van de relevante wereldhandel. 17 11 Volgens de begrotingsregels mag de ruimte onder het uitgavenkader voor zover ontstaan door (tijdelijke) meevallers als gevolg van een gunstiger macro-economische ontwikkeling (zoals een lager volume in de sociale zekerheid, of een ruilvoetwinst) niet structureel worden aangewend. 19 12 De ruilvoetwinst wordt dus als voorbeeld gegeven als meevaller die niet structureel mag worden aangewend. Hoe valt dat te rijmen met de opmerking in de MEV (p.19) dat alleen structurele ruilvoetwinst voor structurele uitgaven mag worden gebruikt? Wanneer is er sprake van een structurele ruilvoetwinst? Wanneer is er sprake van structurele uitgaven? 19 13 Waar is de veronderstelling op gebaseerd van het CPB dat de economie halverwege volgend jaar weer aantrekt? 22 14 Is de conjunctuurgevoeligheid van de Nederlandse economie in de afgelopen decennia constant gebleven? 36 15 Met welke indexatie van de aanvullende pensioenen is rekening gehouden bij de koopkrachtberekeningen? 61 16 Is in de berekeningen rekening gehouden met verhoogde pensioenpremies? In welke mate? 61 17 Kan de Minister een overzicht gegeven van de incidentele meevallers op de begroting die voor 2008 en 2009 zijn ingeboekt? Hierbij de afwijking van de aardgasbaten ten opzichte van de Regeerakkoord-becijferingen graag ook in beeld brengen. 67 18 Het robuuste EMU-saldo laat na 2005 een aanzienlijke verslechtering zien en is sinds die tijd negatief. Kan de Minister inzichtelijk maken welke structurele maatregelen leiden tot een verbetering van het robuuste EMU -saldo en kan de Minister een overzicht geven uit welke incidentele en welke structurele elementen het EMU -saldo respectievelijk het robuuste EMU -saldo voor 2009 bestaat. 67 19 Kan de Minister aangeven in hoeverre het meejarig budgettair beeld van de Miljoenennota, qua macro-economische veronderstellingen, afwijkt van de doorrekening van het regeerakkoord door het CPB. Is er impliciet een ander eindbeeld voor de macro-economische niveau's verondersteld (loonniveau, prijsniveau, niveau werkloosheid, niveau rente, niveau olieprijs, niveau belastingramingen, etc.). Wat is de kwantitatieve betekenis ervan voor de raming van het tekort en (de overschrijding van) het uitgavenkader. 67 70 20 Wat is het effect van de maatregel tot gedeeltelijke indexatie van de tweede belastingschijf op de houdbaarheid? 68 21 Kan aangegeven worden hoe de cijfers voor de minima zouden wijzigen als rekening gehouden wordt met het minimabeleid van de gemeenten, dat is in ieder geval het bedrag wat het Rijk daar komend jaar extra voor over heeft? 82 22 Kan aangegeven worden of de cijfers indien rekening wordt gehouden met de verandering in werkgelegenheid en werkloosheid voor komend jaar of de koopkrachtcijfers voor 2009 een te gunstig of een te pessimistisch beeld geeft van de welvaartverandering? 82 23 Kan aangegeven worden of de statische koopkrachtcijfers voor 2009 een te gunstig of een te pessimistisch beeld geven van de verandering in welvaart als ook rekening gehouden wordt met de collectief gefinancierde zorg? Oftwel neemt de collectief gefinancierde zorg in 2009 toe of af? 82 85 24 Kan uitgelegd worden waarom moeders in Nederland naar verwachting altijd beduidend minder zullen werken dan Scandinavische vrouwen? Voorkeuren van mensen zijn toch niet beleidsresistent? Voorkeuren van mensen en dus ook van (geënquêteerde) moeders kunnen toch anders zijn als er beleid (maatregelen en uitdragen modern gezinsbeleid) in gang is gezet? 105 25 Geldt de analyse rondom gastouderopvang vooral voor de informele (familie en kennissensfeer) opvang of ook voor de officiële gastouderbureaus? Hoe is de verhouding tussen deze twee procentueel qua volume? Wordt bij de analyse rekening gehouden met wachtlijsten in de gewone kinderopvang, of met het niet beschikbaar zijn van kinderopvang in bepaalde gebieden (bijvoorbeeld op het platteland)? 108 110 26 Hoe sterk is het om heel veel aandacht te geven in de MEV aan een modelberekening die met zeer veel onzekerheden is omgeven, zoals bij de gastouderopvang het geval is? 109 113 PAGE PAGE 12