[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Van Velzen over het verbieden van het investeren in landmijnen en clustermunitie

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D06315, datum: 2008-09-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z01501:

Preview document (🔗 origineel)


Geachte voorzitter,

Graag bied ik u hierbij aan de antwoorden op de schriftelijke vragen
gesteld door het lid Van Velzen (SP) over het verbieden van het
investeren in landmijnen en clustermunitie. Deze vragen werden
ingezonden op 3 september jl. 

1. Herinnert u zich het vragenuur van 20 maart 2007 waarin u de Kamer
beloofde de ervaring met de Belgische wet, die het beleggen in (de
productie van) landmijnen en clustermunitie verbied, goed te volgen en
te bestuderen?

Ja.

2. Herinnert u zich het antwoord op mijn schriftelijke vragen van 13
juni 2007 over het investeren in landmijnen waarin u aangeeft dat u het
zinvol acht om het Belgische verbod op dergelijke investeringen en de
ervaringen met dit verbod te bestuderen en waarin u aangeeft dat “Een
verkenning van een verbod op investeringen in landmijnen wordt derhalve
uitgevoerd”?

Ja. 

3. Herinnert u zich de brief van uw collega bewindspersoon minister van
Defensie Van Middelkoop van 11 juli 2008 waarin hij reageert op het
verzoek van de Kamer om een stand van zaken van dit onderzoek naar de
mogelijkheid van een verbod op investeringen in anti-personeelsmijnen?
Herinnert u zich ook dat deze minister daarin mededeelt dat “de
minister van Financiën de Kamer tijdens het zomerreces zal informeren
over de resultaten van de ter zake uitgevoerde verkenning”?

Ja. 

4. Kunt u aangeven wat sinds 20 maart 2007 heeft gedaan? Waarom heeft u
de Kamer niet geïnformeerd over de resultaten van het anderhalf jaar
bestuderen van de ervaringen met de Belgische wet, zoals toegezegd? Bent
u bereid om op korte termijn op de hoogte te brengen van de resultaten
van uw verkenningen?

Bent u bereid om aan te geven welke conclusie u trekt uit die ervaringen
en welke maatregelen u gaat treffen om investeringen in ethisch niet of
moeilijk te verantwoorden tegen te gaan?

Bij brief van 10 september 2008 (kenmerk: FM/2008/2129 M) is de Kamer
geïnformeerd over de resultaten van mijn verkenningen.

5. Bent u, zeker nu de regering heeft aangegeven de Conventie over
Clustermunitie te zullen ondertekenen bereid het investeren in
clustermunitie aan banden te leggen? Deelt u de mening dat, gezien de
verbodsbepaling ten aanzien van clustermunitie zich ook uitstrekt tot
het assisteren bij, aanmoedigen van of aansporen tot een activiteit die
op grond van het verdrag verboden is, de mogelijkheden biedt om deze
investeringen aan banden te leggen? Zo neen, waarom niet.

Bij brief van 20 juni jl. is de Kamer geïnformeerd over de uitkomst van
de diplomatieke conferentie in Dublin over een internationaal verdrag
over clustermunitie die onaanvaardbaar humanitair leed veroorzaakt
(Kamerstukken II 2007/08, 21 501-2, nr. 833). In die brief wordt de
Kamer meegedeeld dat de regering heeft besloten akkoord te gaan met de
desbetreffende verdragstekst. Het verdrag, de Conventie over
Clustermunitie, zal op 3 december 2008 door een groot aantal landen,
waaronder Nederland, in Oslo worden ondertekend. 

De kern van de Conventie is de in artikel 1 opgenomen verbodsbepaling.
Op grond van die verbodsbepaling is het voor Staten die partij zijn bij
het verdrag verboden om clustermunitie in te zetten, te ontwikkelen, te
produceren of anderszins te verwerven, op te slaan of over te dragen. De
verbodsbepaling strekt zich mede uit tot het assisteren bij, aanmoedigen
van of aansporen tot een activiteit die op grond van de Conventie
verboden is. Een soortgelijke verbodsbepaling is opgenomen in de Ottawa
Conventie over antipersoneelsmijnen. 

Net als het Verdrag van Ottawa is de Conventie over Clustermunitie een
verdrag tussen Staten dat zich niet richt tot individuele burgers of
private instellingen. De Conventie over Clustermunitie verplicht
verdragspartijen niet om een verbod op het investeren in conventionele
munitie die is ontwikkeld om explosieve submunities te verspreiden
(clustermunitie) in hun nationale rechtsorde te introduceren. 

Tot op heden is België de enige Staat die een dergelijk verbod in zijn
nationale rechtsorde heeft opgenomen. Het in de Belgische wet van 20
maart 2007 opgenomen verbod ziet namelijk niet alleen op - kort
samengevat - het financieren van de productie van antipersoneelsmijnen
(“antipersoonsmijnen”) maar ook op het financieren van de productie
van submunitie.

Wat betreft de Nederlandse situatie wil ik met betrekking tot een
investeringsverbod voor de productie van clustermunitie aansluiten bij
mijn in de brief van 10 september jl. neergelegde standpunt ten aanzien
van de introductie - in onze nationale rechtsorde - van een
investeringsverbod voor de productie van landmijnen. Vooralsnog gaat
mijn voorkeur uit naar een situatie waarin het bedrijfsleven in het
algemeen en financiële ondernemingen in het bijzonder zich -
bijvoorbeeld via een gedragscode - onthouden van dergelijke
investeringen en van andere investeringen die om redenen van ethiek en
maatschappelijk verantwoorde ondernemen niet passend zijn.

6. Bent u bereid om investeringen in die anti-personeelsmijnen die onder
het Verdrag van Ottawa zijn verboden aan banden te leggen? Zo neen,
waarom niet.

Voor het antwoord op deze vraag wordt verwezen naar de hiervoor genoemde
brief van 10 september jl. alsmede naar de brief van de minister van
Buitenlandse Zaken, mede namens de minister van Defensie, van 3
september 2008 (kenmerk: DVB/WW-433/08). 

Hoogachtend,

De minister van Financiën,

Wouter Bos

	 PAGE  3  /  NUMPAGES \* ARABIC \* MERGEFORMAT  3 

De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA  Den Haag 

Directie Financiële Markten



Datum

Uw brief (Kenmerk)

Ons kenmerk

24 september 2008

2008Z01501/200828730

FM/2008/2247 M

Onderwerp

investeren in landmijnen en clustermunitie