[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Ferrier, Voordewind en Van der Staaij over marteling van christenen in Eritrea

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D06346, datum: 2008-09-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2007Z05258:

Preview document (🔗 origineel)


Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

Den Haag

Directie Sub-Sahara Afrika

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag

Datum	24 september 2008	Behandeld	Hanna Idema

Kenmerk	DAF-1143/08	Telefoon	070-3484253

Blad	  PAGE  \* MERGEFORMAT  1 /1	Fax	070-3486607

Bijlage	1

daf@minbuza.nl

Betreft	Beantwoording vragen van   REF bm_txtLidLeden  \* MERGEFORMAT 
de leden    REF bm_txtnaam  \* MERGEFORMAT  Ferrier, Voordewind en Van
der Staaij  over marteling van christenen in Eritrea

	

Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door de leden Ferrier, Voordewind en Van der Staaij over
marteling van christenen in Eritrea. Deze vragen werden ingezonden op 26
augustus 2008 met kenmerk 2070828170.

De minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

	De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

Drs. A.G. Koenders



Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken en de
heer Koenders, minister voor Ontwikkelingssamenwerking op vragen van de
leden Ferrier, Voordewind en van der Staaij (CDA, CU, SGP) over
martelingen van christenen in Eritrea.

Vraag 1

Kent u het bericht “Martelen andersdenkenden onder Isayas normaal”?
1)

Antwoord

Ja. 

Vraag 2

Hoe beoordeelt u deze praktijken jegens gelovigen van zogenaamde
‘verboden religies’ in Eritrea? 

Antwoord

Mensen die tot religieuze minderheden behoren worden in Eritrea bloot
gesteld aan vervolging en marteling. Dit is een ernstige schending van
de mensenrechten. Ieder individu heeft het recht zijn of haar geloof in
alle vrijheid te belijden, zoals onder meer is vastgelegd in artikel 18
van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Er rust niet
alleen een absoluut verbod op marteling, ook het verbieden van een
godsdienstige stroming is in strijd met de rechten van de mens.

Vraag 3

Op welke manier kan de Nederlandse regering deze praktijken aan de orde
stellen, bilateraal en/of in internationaal verband, nu Nederland de
ontwikkelingsrelatie met Eritrea afbouwt?

Antwoord

Nederland stelt de mensenrechtensituatie regelmatig aan de orde in
bilaterale diplomatieke en politieke contacten met Eritrea. Zoals wij u
ook in juni 2008 schreven heeft de Nederlandse minister voor
Ontwikkelingssamenwerking de mensenrechtensituatie in een gesprek met de
Eritrese president tijdens zijn reis door de Hoorn van Afrika in maart
2008 ter sprake gebracht. De mensenrechtensituatie is een belangrijke
reden de bilaterale ontwikkelingssituatie te beëindigen. Daarnaast
heeft de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken de schending van
mensenrechten in Eritrea aan de orde gesteld in een gesprek met de
Eritrese minister van Buitenlandse Zaken tijdens de EU-Afrikatop in
december 2007. Ook in reguliere contacten met de Eritrese autoriteiten
komt het onderwerp steevast terug.

Naast het bilaterale kanaal worden mensenrechten eveneens in EU-verband
aan de orde gesteld. De politieke dialoog met Eritrea onder artikel 8
van het Verdrag van Cotonou werd op 31 juli jl. hervat en daar zal dit
onderwerp ook op de agenda staan. Nederland zal zich ervoor inspannen
dat dit voldoende aandacht krijgt. 

Vraag 4

Bent u op de hoogte van de gevangenschap van de 72-jarige Nederlander
Tekle Tesfay in Eritrea, los van eventueel anderen? Zo ja, wat heeft de
Nederlandse regering voor hem gedaan en eventueel voor anderen? Zo neen,
op welke wijze kan de Nederlandse regering hem en eventueel anderen
ondersteunen? 

Antwoord

Ja, wij zijn op de hoogte van deze gevangenschap. De heer Tesfay heeft
echter naast de Nederlandse ook de Eritrese nationaliteit en wordt door
Eritrea als Eritrees onderdaan beschouwd. Hierdoor was het aanvankelijk
niet toegestaan betrokkene van Nederlandse zijde bij te staan.
Inspanningen van de Nederlandse ambassade in Asmara hebben ertoe geleid
dat in het kader van gedetineerdenbegeleiding, betrokkene -  bij hoge
uitzondering – sinds februari 2006 de gebruikelijke consulaire
bijstand kan worden verleend.

Mede gezien de hoge leeftijd van de heer Tesfay is op grond van
humanitaire redenen bij herhaling bij de Eritrese autoriteiten
aangedrongen op vervroegde invrijheidsstelling. De vele interventies van
Nederlandse zijde om betrokkene vervroegd vrij te krijgen, hebben tot op
heden nog niet tot het gewenste resultaat geleid. Nederland zal zijn
situatie echter aan de orde blijven stellen. 

1) Trouw, 21 augustus 2008