[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Snijder-Hazelhoff over problemen bij de uitbetaling van bedrijfstoeslagen

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D06429, datum: 2008-09-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2007Z05125:

Preview document (🔗 origineel)


  FORMTEXT  Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 

  FORMTEXT  Dienst Regelingen 

  FORMTEXT  Mandemaat 3 

Postadres:   FORMTEXT  Postbus 322 

  FORMTEXT  9400 AH  ASSEN 

Telefoon:   FORMTEXT  0800 - 2233322 

Web:   FORMTEXT  www.minlnv.nl/loket 











  FORMTEXT  De Voorzitter van de Tweede Kamer 

  FORMTEXT  der Staten-Generaal 

  FORMTEXT  Postbus 20018 

  FORMTEXT  2500 EA  's-GRAVENHAGE 

  FORMTEXT        

  FORMTEXT        

  FORMTEXT        

  FORMTEXT        

  FORMTEXT        

  FORMTEXT  1 augustus 2008 	  FORMTEXT  2070826670 	  FORMTEXT  DR.
2008/4537 	  FORMTEXT  25 september 2008 

  FORMTEXT  Kamervragen over problemen bij de uitbetaling van
bedrijfstoeslagen 	  FORMTEXT        	  FORMTEXT 
      

Geachte Voorzitter,

Hierbij stuur ik u de antwoorden op Kamervragen van het lid
Snijder-Hazelhoff (VVD) over problemen bij de uitbetaling van
bedrijfstoeslagen.

1 

Bent u op de hoogte van de problemen die zich voordoen bij de
uitbetaling van de bedrijfstoeslag 2007 naar aanleiding van
abusievelijke fouten in de GDI-opgave?

Ik ben op de hoogte van de discussie.

 

2

Kunt u uiteenzetten hoeveel bedrijven niet de volledige bedrijfstoeslag
ontvangen door het maken van fouten in de GDI-opgave voor zowel 2006 als
2007? Kunt u tevens uiteenzetten hoe groot het bedrag is dat hierdoor
niet wordt of is uitgekeerd? Hoeveel bezwaren en beroepen zijn er tot nu
toe ingesteld om de consequenties van de gemaakte fouten aan te vechten?

In totaal zijn 63.000 beschikkingen bedrijfstoeslag 2007 vastgesteld.
Tot op heden zijn circa 2.200 bezwaren ingediend tegen de vaststelling
van de bedrijfstoeslag 2007. Circa 250 daarvan hebben betrekking op
bezwaren waarin de consequenties van het invullen van de GDI-opgave
worden aangevochten. Inmiddels is tegen vier beslissingen op bezwaar
beroep aangetekend. 

In deze beroepszaken gaat het concreet om het plaatsen van kruisjes op
de GDI-opgave, waarmee men aangeeft:

in aanmerking te willen komen voor bedrijfstoeslag en dus de
toeslagrechten wil verzilveren, en 

op welke percelen men de toeslagrechten wil verzilveren. 

Op basis van deze 250 bezwaren vaststelling bedrijfstoeslag 2007 gaat
het om een bedrag van circa € 1 miljoen, dat niet is uitgekeerd. 



In 2006, het eerste jaar van de bedrijfstoeslag, was deze discussie niet
aan de orde. Voor 15 mei 2006 moesten zowel de aanvragen bedrijfstoeslag
2006, als de aanvragen toeslagrechten zijn ingediend. Derhalve wist
niemand exact hoeveel toeslagrechten hij zou krijgen voor 15 mei 2006.
Immers, dit moest nog worden vastgesteld. Om deze reden is gebruik
gemaakt van een overgangsbepaling in de Europese regelgeving, die van
toepassing is in het jaar van de omslag naar de Bedrijfstoeslag Regeling
(BTR). Op basis van deze bepaling is soepeler omgegaan met het wel of
niet geplaatst hebben van kruisjes op de GDI-opgave door de aanvrager.

3

Heeft u er een verklaring voor dat er in het tweede jaar van het
bedrijfstoeslagenstelsel nog steeds zo veel fouten worden gemaakt in de
aanvraagprocedure? Kunt u uiteenzetten wat u er aan heeft gedaan om
fouten in de aanvraagprocedure te voorkomen?

Ik heb hiervoor geen verklaring. Zowel de brochure als de
GDI-formulieren zijn getoetst in klantenpanels met agrariërs.
Voorafgaand aan en tijdens de aanvraagperiode is er veel gedaan om zo
goed mogelijk uitleg en begeleiding te geven, mede gelet op de
ervaringen met de GDI-opgave in 2006. Het LNV-loket was (ook ’s avonds
en in de weekenden) beschikbaar om alle vragen te beantwoorden.
Daarnaast vindt en vond regelmatig overleg plaats met vertegenwoordigers
van de accountantsorganisaties en de LTO over de GDI-opgave.

4 en 5

Vindt u de financiële consequenties in verhouding staan tot de aard van
de fouten? Zo ja, kunt u uiteenzetten waarom? Zo neen, kunt u
uiteenzetten hoe u betrokkenen in de gelegenheid stelt om fouten te
corrigeren teneinde de financiële consequenties te beperken?

Hoe beoordeelt u de invulling die Dienst Regelingen geeft aan de
mogelijkheden die artikel 19 van verordening (EG) nr. 796/2004 biedt om
een aanvraag te allen tijde na de indiening ervan te corrigeren? Hoe
verhoudt deze invulling zich tot die van andere EU-lidstaten?

Door middel van het systeem van zogenaamde ‘niet acceptatie brieven’
naar aanleiding van de GDI-opgaven stelt Dienst Regelingen (DR) de
aanvragers op de hoogte van de door DR geconstateerde fouten in de
GDI-opgave. Middels deze brief worden zij gevraagd de GDI-opgave te
corrigeren teneinde de financiële consequenties te beperken. 

Nadat de termijn voor indienen van de GDI-opgave is verstreken, kan ik
alleen nog tot correctie overgaan ingeval sprake is van een kennelijke
fout, zoals dat in artikel 19 van verordening (EG) nr. 796/2004 is
aangegeven.

In het algemeen is er sprake van een kennelijke fout als er een
inconsistentie is in de GDI-opgave. Er vindt dan herstel plaats. Dit
doet zich bijvoorbeeld voor wanneer de aanvrager wel een kruisje heeft
gezet op het hoofdformulier (dat hij zijn toeslagrechten wil
verzilveren), maar op het formulier gewascode geen enkel perceel heeft
aangekruist. Dan is er sprake van een kennelijke fout. Andersom, wel
kruisjes op het formulier gewascode, echter niet op het hoofdformulier,
ook. 

In de door u aangekaarte gevallen kan niet de conclusie getrokken worden
dat hier sprake is van een kennelijke fout. Aanvragers hebben op de
GDI-opgave aangegeven, dat zij hun toeslagrechten willen verzilveren.
Vervolgens hebben zij bij een aantal subsidiabele percelen een kruisje
gezet dat zij op deze percelen toeslagrechten willen verzilveren en bij
een aantal andere percelen hebben zij om bepaalde redenen geen kruisje
gezet. Dit is op zich niet inconsistent. Vanuit het gezichtspunt van de
beoordelaar van de aanvraag kan slechts geconstateerd worden dat men de
GDI-opgave in zijn geheel heeft doorgelopen en alle onderdelen, die van
belang zijn voor de aanvraag bedrijfstoeslag, heeft ingevuld. Of het nu
bij vergissing of overeenkomstig de bedoelingen van betrokkene is
gebeurd, dat de aanvraag minder mogelijk subsidiabele percelen aangeeft
dan betrokkene heeft, is niet uit de aanvraag af te leiden. Ik betreur
het dat nu achteraf blijkt dat een kleine groep aangeeft hier fouten te
hebben gemaakt. Ik kan echter op basis van de GDI-opgave niet tot een
ander oordeel komen dan dat men het formulier op zich consistent heeft
ingevuld. Het is aan de aanvrager op welk perceel hij wel of niet
toeslagrechten wil verzilveren. 

In de hiervoor aangehaalde beroepszaken wordt mijn beslissing
aangevochten. Ik wacht de uitspraak van de rechter af.

6

Deelt u de mening dat een voorlopige vaststelling van de aanvraag tot
uitbetaling van de bedrijfstoeslag kan bijdragen aan een tijdige
signalering van abusievelijke fouten door de aanvrager, en dat daarmee
negatieve financiële consequenties kunnen worden beperkt? Bent u bereid
om een dergelijk systeem in te voeren of, indien dit niet mogelijk is,
dit volgens de huidige EU-wetgeving in te brengen in de onderhandelingen
omtrent de Health Check?

Nee. 

Uitgangspunt is dat de aanvrager verantwoordelijk is voor het indienen
van de aanvraag. Dienst Regelingen dient bij de beoordeling vervolgens,
behoudens de door u aangehaalde uitzondering hierboven (artikel 19 van
verordening (EG) nr. 796/2004), uit te gaan van de door de aanvrager
ingediende aanvraag.

Daarbij dient de aanvraag uiterlijk op 15 mei te zijn ingediend. Daarna
mogen uiterlijk op 31 mei nog schriftelijk wijzigingen worden gemeld in
de individuele percelen bij Dienst Regelingen, zonder dat deze gevolgen
hebben voor de uitbetaling van de bedrijfstoeslag. Voorts gold voor het
jaar 2007 tot uiterlijk 11 juni de zogenaamde kortingsperiode (per
werkdag te laat indienen 1% korting op de uit te betalen
bedrijfstoeslag, waarop de betrokkene recht heeft). 

Na deze datum van 11 juni kunnen nog slechts aanpassingen in de aanvraag
worden doorgevoerd indien er sprake is van een kennelijke fout. Voor
zover mogelijk maak ik hierbij gebruik van de ruimte die mij wordt
geboden in artikel 19 van verordening (EG) nr. 796/2004.



Een voorlopige vaststelling verandert niets aan dit regime. Een
voorlopige vaststelling heeft alleen zin als de vaststelling ruim voor
15 mei (of in het uiterste geval 11 juni) kan plaatsvinden, zodat de
aanvrager eventuele vergissingen nog kan corrigeren. De meeste aanvragen
komen echter pas vlak voor en op 15 mei binnen. 

 

Zoals hierboven aangegeven, worden betrokkenen middels de zogenaamde
niet-acceptatiebrief op de door DR geconstateerde gebreken in de
aanvraag gewezen. Het deels aankruisen van de subsidiabele percelen
wordt daarbij niet gezien als een gebrek of een fout. De betrokkene is
immers vrij in de keus, welke percelen hij in aanmerking wil laten komen
voor verzilvering van zijn toeslagrechten. DR weet ook niet vooraf welke
percelen op het desbetreffende landbouwbedrijf subsidiabel zijn of niet.
In het overleg met LTO over deze problematiek heb ik aangegeven dat ik
bereid ben te onderzoeken of in de elektronische aangifte voorzieningen
kunnen worden getroffen om de betrokkene erop te wijzen goed te checken
of hij alle subsidiabele percelen heeft aangekruist.

7

Kunt u uiteenzetten wat de stand van zaken is ten aanzien van de
mogelijkheden tot het uitbetalen van voorschotten op de
bedrijfstoeslagen? 

De stand van zaken is, dat in de huidige voorstellen van de Health Check
hiervoor slechts ruimte wordt geboden onder de voorwaarde dat alle
controles van de desbetreffende aanvraag zijn afgerond. Gelet op het
feit dat in de meeste lidstaten in december-januari de bedrijfstoeslag
wordt uitbetaald, lijkt er weinig draagvlak te zijn om meer ruimte te
creëren om voorschotten te betalen, bijvoorbeeld voor dat deel van de
aanvraag waarvoor de controles reeds zijn verricht. 

Gelet op de motie Snijder-Hazelhoff en Jacobi, Kamerstuk 28625, nr. 53,
van 11 december 2007, heb ik in het kader van de Health Check het
voorstel ingediend om voorschotten van de bedrijfstoeslagen mogelijk te
maken voor dat deel van de toeslagen die al gecontroleerd zijn. Naar
verwachting vindt dit najaar de definitieve besluitvorming plaats over
de aanpassing van de regelgeving in het kader van de Health Check. 

Zoals ik u heb toegezegd, zal ik u deze maand informeren wanneer de
bedrijfstoeslag 2008 door Dienst Regelingen zal worden uitbetaald. 

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN 

VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg





Datum	Kenmerk	Paraaf:	Vervolgblad

  REF datum  \* MERGEFORMAT  25 september 2008 	  REF onskenmerk  \*
MERGEFORMAT  DR. 2008/4537 	  PAGE  \* MERGEFORMAT  4 



                                                                        
                    

Dienst Regelingen



















uw brief van	uw kenmerk	ons kenmerk	datum





	onderwerp	doorkiesnummer	bijlagen