[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Ouwehand over viskwekerijen in Nederland en dodingmethoden van vis

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D06461, datum: 2008-09-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z01683:

Preview document (🔗 origineel)


  FORMTEXT  Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 

  FORMTEXT  Directie Visserij 

  FORMTEXT  Willem Witsenplein 6 

Postadres:   FORMTEXT  Postbus 20401 

  FORMTEXT  2500 EK  's-Gravenhage 

Telefoon:   FORMTEXT  070 - 3786868 

Fax:   FORMTEXT  070 - 3786100 











  FORMTEXT  De Voorzitter van de Tweede Kamer 

  FORMTEXT  der Staten-Generaal 

  FORMTEXT  Postbus 20018 

  FORMTEXT  2500 EA  's-GRAVENHAGE 

  FORMTEXT        

  FORMTEXT        

  FORMTEXT        

  FORMTEXT        

  FORMTEXT        

  FORMTEXT  4 september  2008	  FORMTEXT  2070828790 	  FORMTEXT  Viss.
2008/5042 	  FORMTEXT  25 september 2008 

  FORMTEXT  Kamervragen over viskwekerijen in Nederland en
dodingmethoden van vis 	  FORMTEXT  3784198 	  FORMTEXT       


Geachte Voorzitter,

Hierbij stuur ik u de antwoorden op de vragen van het lid Ouwehand
(PvdD) over viskwekerijen in Nederland en dodingmethoden van vis.
(Ingezonden 4 september 2008) 

1 

Kunt u uiteenzetten welke vissoorten in Nederland al worden gekweekt, in
welke hoeveelheden, en wat het aantal bedrijven per vissoort is? 

Het aantal viskweekbedrijven in Nederland wordt geschat op circa 100. Er
zijn ongeveer 55 palingkweekbedrijven (gezamenlijke productie circa
5000 ton) en ongeveer 30 bedrijven kweken meerval (circa 4500 ton). De
overige bedrijven kweken andere soorten zoals tilapia, tarbot, tong en
Baramundi. Het totale volume wordt geschat op 11.000 ton per jaar. 

2

Kunt u aangeven hoeveel subsidie wordt verstrekt aan de Nederlandse
viskwekerijen, en wat de uitgangspunten zijn voor het verlenen van deze
subsidies? 

Via subsidies in het kader van het Europese Visserij Fonds (EVF) worden
vissers gestimuleerd te komen tot innovaties en een duurzame wijze van
vissen en viskweek. Binnen spoor 2 van het EVF is de maatregel
‘Productieve investeringen in aquacultuur’ opgenomen. De bedragen
gereserveerd voor deze subsidieregeling zijn voor 2008 € 4 mln., 2010
€ 3,7 mln. en voor 2012 eveneens € 3,7 mln. In het Operationeel Plan
voor de besteding van de EVF-fondsen is aangegeven dat deze
aquacultuursubsidies erop gericht zijn de negatieve gevolgen voor het
milieu aanzienlijk terug te dringen of de positieve gevolgen voor het
milieu ten opzichte van de gangbare praktijk in de aquacultuursector te
vergroten. Daarnaast wordt de kweek van nieuwe vissoorten met goede
afzetvooruitzichten gestimuleerd.

3 

Kunt u aangeven wat de stand van zaken is van het onderzoek naar
viswelzijn van de Afrikaanse meerval en paling, zoals vermeld in de Nota
Dierenwelzijn? Zo ja, wat zijn de (voorlopige) resultaten van het
onderzoek, evenals het verdere tijdpad van het onderzoek? Zo neen,
waarom niet?

Onderzoek is gedaan naar de effecten van visdichtheid op groei,
fysiologische stress en gedrag van Afrikaanse meerval. Het eerste
groeitraject (10-100 gram) gaf indicaties dat dichtheden van 500
dieren/m3 of lager en dichtheden van 3000 dieren/m3 of hoger niet aan te
bevelen zijn. Voor beide andere groeitrajecten (100-300 en 1000-1500 g)
zijn er geen duidelijke indicaties verkregen over de relatie
dichtheidgroei, stress en gedrag.

De praktijkinventarisatie van de waterkwaliteitsparameters voor zowel
meerval en paling loopt nog en er zijn nog geen resultaten te melden.
Dit onderzoek zal waarschijnlijk eind dit jaar afgerond zijn. 

4 

Kunt u aangeven hoe dit welzijnsonderzoek, achteraf, zich verhoudt tot
de procedure die de Raad voor de Dieraangelegenheden volgt, namelijk dat
vissoorten alleen aan de lijst van te houden dieren kunnen worden
toegevoegd als vooraf blijkt dat ze zonder ernstige welzijnsaantasting
kunnen worden gehouden? 

Voor de toelating van de kweek van nieuwe vissoorten hanteer ik als
kader de toelatingsprocedure zoals door de Raad voor Dieraangelegenheden
(RDA) opgesteld. Dit heb ik uitgewerkt in een protocol voor toelating
van nieuwe aquatische soorten voor productiedoeleinden. Zowel de
aanvrager als de beoordelaars baseren zich op de op dat moment best
beschikbare kennis. 

5 en 6

Kunt u aangeven wat de stand van zaken is van het praktijkonderzoek naar
het huidige transport van levende vissen, zoals vermeld in de Nota
Dierenwelzijn, en op welke vissoorten dit onderzoek zich richt? Zo ja,
wat zijn de (voorlopige) resultaten van het onderzoek, en het verdere
tijdpad? Zo neen, waarom niet? 

Kunt u aangeven wat de regelgeving ten aanzien van transport van levende
vis in andere Europese landen is, en hoe deze zich verhoudt tot de
regelgeving in Nederland? 

Het praktijkonderzoek naar het transport van levende vissen zal in 2009
van start gaan. Het is de bedoeling om de huidige transportmethoden te
onderzoeken en te bezien of en hoe deze verbeterd kunnen worden zodat
het ongerief van vissen tijdens het transport tot het minimum beperkt
blijft. Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad van de Europese Unie van
22 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en
daarmee samenhangende activiteiten en de Regeling aquacultuur zijn van
toepassing op het transport van levende vis in Nederland. De
verschillende lidstaten in Europa kunnen naast de Europese verordening
inzake het vervoer ook in nationale wet- en regelgeving eisen aan het
binnenlands vervoer stellen. Een overzicht daarvan is niet beschikbaar.

7 

Kunt u aangeven wat de stand van zaken is van het ontwikkelen van een
maatlat voor duurzame kweek van vissen, zoals vermeld in de Nota
Dierenwelzijn, en op welke aspecten van duurzaamheid dit onderzoek zich
richt? Zo ja, wat zijn de (voorlopige) resultaten van het onderzoek, en
het verdere tijdpad? Zo neen, waarom niet?

In het betreffende project worden goede vorderingen gemaakt. Het project
wordt, zoals voorzien, eind 2009 afgesloten. Binnenkort worden de
conceptcriteria voorgelegd aan ngo’s en de sector. 

8 

Bent u bekend met de uitzending van het programma Netwerk van 14
augustus 2008 over een diervriendelijker dodingmethode voor kweekvis
(elektrocutie)? 

Ja. 

9 

Kunt u aangeven wanneer deze dodingmethode voor kweekvis bedrijfsklaar
is? Kunt u aangeven waardoor de verwarring tussen het Productschap Vis
en de onderzoekers van Wageningen IMARES over het moment van
bedrijfsklaar zijn van de methode is ontstaan? Zo neen, kunt u dit
toelichten? 

Momenteel werkt Wageningen IMARES aan het praktijkrijp maken van het
diervriendelijker doden van kweekvis, in opdracht van mijn ministerie,
in samenwerking met andere afdelingen van Wageningen Universiteit, en
met het bedrijfsleven. Het project waarover in Netwerk werd gesproken is
per 1 januari 2008 gestart en heeft een looptijd van twee jaar. Er
worden goede vorderingen gemaakt bij het ontwikkelen van de gewenste
bedwelmingsmethoden, maar er zijn op dit moment nog geen definitieve
resultaten bekend. 

Het optimisme van het Productschap Vis laat zien dat het bedrijfsleven
zo snel als mogelijk de resultaten beschikbaar wil hebben. Dat is
positief. De onderzoekers verwachten echter de looptijd van twee jaar
die voor dit onderzoek is ingeschat, nodig te zullen hebben. 

10 

Kunt u aangeven voor welke vissoorten de dodingmethode van toepassing
zal kunnen zijn? Zo ja, voor welke vissoorten? Zo neen, waarom niet? 

De beoogde resultaten zijn bruikbaar voor het bedwelmen van Afrikaanse
meerval, tilapia en paling.

Voor iedere soort dienen aparte specificaties te worden opgesteld. Uit
eerder onderzoek is bekend dat de specificaties voor het bedwelmen van
bijvoorbeeld paling niet geschikt zijn voor de Afrikaanse meerval. 

11 

Kunt u aangeven op welke wijze u voornemens bent deze dodingmethode zo
snel mogelijk in de hele viskweeksector, waar toepasbaar, ook
daadwerkelijk toe te laten passen? Zo ja, bent u voornemens de methode
verplicht te stellen? Zo neen, waarom niet? 

Zoals in mijn nota Dierenwelzijn is aangegeven, zet ik in op Europese
regelgeving en zal ik zodra het apparaat gebruiksklaar en beschikbaar
is, het gebruik hiervan in Nederland stimuleren. De duurzaamheidmaatlat
is een van de instrumenten die ik hiervoor wil inzetten. 

12 

Kunt u aangeven wat uw voornemens zijn om verbetering aan te brengen in
het doden van gevangen vis op zee? Zo ja, aan welke termijn denkt u en
op welke wijze? Zo neen, waarom niet?

De welzijnsvriendelijkere dodingmethode die nu wordt ontwikkeld, is
gericht op het gebruik in kweekbedrijven en verwerkingsbedrijven.
Welzijnsvriendelijk doden van vis gevangen aan boord van
vissersvaartuigen is veel gecompliceerder dan voor gekweekte vis.
Daarnaast is de zeevisserij sterk internationaal georiënteerd en is er
sprake van vrijwel exclusief Europees beleid. In mijn Nota Dierenwelzijn
heb ik dan ook aangegeven dat mijn inzet de komende periode gericht zal
zijn op welzijnsaspecten van meer ecologische aard, zoals het
verminderen van de bijvangsten en het gebruik van selectievere
vangstmethoden.

13 

Kunt u aangeven wat de regelgeving ten aanzien van dodingmethoden van
vis, op land en in kwekerijen, in andere Europese landen is, en hoe deze
zich verhoudt tot de regelgeving in Nederland?

De Europese Richtlijn (93/119/EG) inzake de bescherming van dieren bij
het slachten of doden bepaalt dat bij het verplaatsen, onderbrengen,
fixeren, bedwelmen, slachten en doden van dieren moet worden gezorgd dat
deze dieren elke vermijdbare opwinding of pijn of elk vermijdbaar lijden
wordt bespaard. Deze bepalingen zijn, voor zover relevant, ook van
toepassing op gehouden vissen. Deze bepalingen gelden in alle lidstaten.
Specifieke Europese regelgeving over dodingmethoden van vis is er niet.
In Nederland geldt op grond van artikel 36 van de Gezondheids- en
welzijnswet voor dieren dat bij dieren geen onnodige pijn mag worden
veroorzaakt. Ook bij het doden van vis dient deze bepaling in acht te
worden genomen.

In Duitsland is sinds april 1999 een wet van kracht die regels stelt aan
het doden van palingen. Deze wet stelt specifieke eisen aan het gebruik
van stroom. Onderzoek geeft echter aan dat onder die specifieke
omstandigheden de bewusteloosheid niet onmiddellijk intreedt en dat
sprake is van uitputting en stress bij de vissen. Er is dus ook in
Duitsland nog geen optimale methode beschikbaar. 

Een overzicht van of en hoe dodingmethoden van vis in andere lidstaten
is geregeld, is niet beschikbaar.

Nederland heeft bij de Europese Commissie aangegeven dat kweekvissen mee
moet worden genomen in de herziening van de Europese Richtlijn inzake de
bescherming van dieren bij het slachten of doden. Zodra het Nederlands
onderzoek substantiële resultaten oplevert, zal ik deze in Europees
verband beschikbaar stellen voor de herziening van deze Richtlijn. 

 

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN 

VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg

 Cijfers Landbouw Economisch Instituut LEI (2007).





Datum	Kenmerk	Paraaf:	Vervolgblad

  REF datum  \* MERGEFORMAT  25 september 2008 	  REF onskenmerk  \*
MERGEFORMAT  Viss. 2008/5042 	  PAGE  \* MERGEFORMAT  5 



                                               

Directie Visserij



















uw brief van	uw kenmerk	ons kenmerk	datum





	onderwerp	doorkiesnummer	bijlagen