Antwoord op vragen van het lid Van der Ham betreffende de subsidieverstrekking aan de culturele basisinfrastructuur
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2008D06646, datum: 2008-09-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.H.A. Plasterk, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit PvdA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2007Z05239:
- Gericht aan: R.H.A. Plasterk, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Indiener: B. van der Ham, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag vragen van het kamerlid Van der Ham (D66) Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van het kamerlid Van der Ham van uw Kamer betreffende de subsidieverstrekking aan de culturele basisinfrastructuur. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, dr. Ronald H.A. Plasterk OCW 11446 2070827980 Vragen van het lid Van der Ham (D66) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de subsidieverstrekking aan de culturele basisinfrastructuur. (Ingezonden 22 augustus 2008) 1. Is het waar dat u de instellingen die opgenomen worden in de Basisinfrastructuur op 10 juli 2008 een brief heeft gestuurd waarin hun wordt medegedeeld dat zij op 16 september geïnformeerd worden over uw uiteindelijke besluit over de subsidiehoogte? Klopt het ook dat u in deze brief geen melding maakt van het 'voorlopige karakter' van dit besluit, gegeven verantwoordelijk van de Kamer bij de definitieve besluitvorming en dit op zijn vroegst plaatsheeft na de behandeling van de cultuurbegroting in de Kamer? Kunt u uw antwoord toelichten? Antwoord: In de beschikking die ik op Prinsjesdag heb verstuurd aan aanvragers ga ik expliciet in op het voorlopige karakter van de beschikking en de consequenties die daaraan zijn verbonden. Hierin is de volgende passage opgenomen: “Voor deze subsidieverlening wordt geput uit begrotingen die nog niet zijn vastgesteld door de Tweede en Eerste Kamer. Om die reden wordt deze subsidie verleend onder de voorwaarde dat de wetgever voldoende gelden ter beschikking stelt. Op basis van het besprokene bij de behandeling van artikel 14 van mijn begroting (de cultuurbegroting) zal ik bezien of deze beschikking gewijzigd moet worden. Als dat zo is, zal ik u daarover binnen 4 weken na de finale stemming in de Tweede Kamer over mijn begroting informeren. “ Uit het feit dat in mijn brief van 10 juli 2008 wordt gesproken over mijn uiteindelijke besluit, moet niet worden geconcludeerd dat ik afbreuk zou willen doen aan de verantwoordelijkheid van de Tweede Kamer op dit punt. 2. Is het waar dat u op dit moment al extra grote subsidiebedragen aan verschillende instellingen aan het vergeven bent. Kunt u deze gang van zaken toelichten? Antwoord: Zoals gemeld in de beleidsagenda zullen extra middelen naar enkele wereldspelers op verschillende terreinen van cultuur gaan. Dit betreft in ieder geval het Koninklijk Concertgebouworkest en het Mauritshuis. De naam van de derde instelling maak ik binnenkort bekend. blad PAGE 2 / NUMPAGES 2 Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70 - 4123457 F +31-70-4123456 www.minocw.nl Den Haag Ons kenmerk DK/AZ/48990 Uw brief van Uw kenmerk 2070827980 25 september 2008 Onderwerp Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70-4123457 F +31-70-4123456 www.minocw.nl