[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Advies n.a.v. Subsidiariteitstoets over het statuut van de Europese besloten vennootschap

Subsidiariteitstoets van het voorstel voor een Verordening van de Raad betreffende het statuut van de Europese besloten vennootschap (COM(2008) 396def)

Brief commissie

Nummer: 2008D06664, datum: 2008-09-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z03225:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


  ADVANCE \y 172 

Tijdelijke Gemengde Commissie Subsidiariteitstoets

Advies



Den Haag, 23 september 2008



TGCS 25



	Aan:	De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 



Onderwerp:	Subsidiariteitstoets van de ontwerpverordening betreffende
het Statuut van de Europese Besloten Vennootschap (COM(2008)396)



Geachte Voorzitters,

Op 25 juni 2008 heeft de Europese Commissie het voorstel voor een
verordening van de Raad betreffende het Statuut van de Europese besloten
vennootschap (COM(2008)396) gepubliceerd. 

In het kader van de parlementaire subsidiariteitstoets heeft de
Tijdelijke Gemengde Commissie Subsidiariteitstoets op 23 juli jl. de
vaste commissie voor Justitie van de Eerste Kamer en de vaste commissies
voor Justitie en Economische van de Tweede Kamer verzocht om een
inhoudelijk advies. Binnen de Tweede Kamer lag  het voortouw bij de
behandeling van het voorstel bij de commissie voor Economische Zaken;
deze commissie heeft dan ook aan de TGCS geadviseerd. De TGCS-staf heeft
beide adviezen onder toepassing van de in kamerstuk 30 389, nr. 1/A (p.
7ā€“9) opgenomen procedure op elkaar afgestemd en legt deze nu ter
instemming aan u voor. De TGCS stelt voor de brief met de daarin
verwoorde aanvullende vragen ter kennis van de Europese instellingen te
brengen, met een afschrift aan de Nederlandse regering. 

De relevante Kamerstukken behorende bij deze procedure zijn gedrukt
onder Kamerstuknummer 31 543. 

Hoogachtend,

Jan Jacob van Dijk,

Voorzitter van de Tijdelijke Gemengde Commissie Subsidiariteitstoets



  DocProperty "txtAdres"  De vicevoorzitter van de Europese Commissie

mevrouw M. Wallstrƶm

B - 1049  BRUSSEL

Belgiƫ 

  ADVANCE \y 260  

  IF   DocProperty "txtDatum"  30 september 2008  = "" "" "	 
DocProperty "lblDatum"  datum 	  DocProperty "txtDatum"  30 september
2008 " 	datum	30 september 2008   IF   DocProperty "txtDatum"  30
september 2008  = "" "" "

" 

   IF   DocProperty "txtBetreft"  Subsidiariteitstoets
ontwerpverordening betreffende het Statuut van de Europese Besloten
Vennootschap  = "" "" "	  DocProperty "lblBetreft"  betreft 	 
DocProperty "txtBetreft"  Subsidiariteitstoets ontwerpverordening
betreffende het Statuut van de Europese Besloten Vennootschap " 	betreft
Subsidiariteitstoets ontwerpverordening betreffende het Statuut van de
Europese besloten vennootschap   IF   DocProperty "txtBetreft" 
Subsidiariteitstoets ontwerpverordening betreffende het Statuut van de
Europese Besloten Vennootschap  = "" "" "

" 

   IF   DocProperty "txtOnsKenmerk"  141912.02u/YTB/FB  = "" "" "	 
DocProperty "lblOnsKenmerk"  kenmerk 	  DocProperty "txtOnsKenmerk" 
141912.02u/YTB/FB " 	kenmerk	141912.02u/YTB/FB   IF   DocProperty
"txtOnsKenmerk"  141912.02u/YTB/FB  = "" "" "

" 

   IF   DocProperty "chkDoorkiesnr"  0  = "0" "" "	  DocProperty
"lblDoorkiesnr"    	"    IF   DocProperty "chkDoorkiesnr"  0  = "0" "" "
 DocProperty "MwDoorkiesnr"    "    IF   DocProperty "chkDoorkiesnr"  0 
= "0" "" "

"    IF   DocProperty "chkDoorkiesnr"  0  = "0" "" "	  DocProperty
"lblEmail"    	"    IF   DocProperty "chkDoorkiesnr"  0  = "0" "" " 
DocProperty "MwEmail"    "    IF   DocProperty "chkDoorkiesnr"  0  = "0"
"" "

"  

  DocProperty "txtAanhef"  Geachte mevrouw Wallstrƶm ,

Beide Kamers der Staten-Generaal van het Koninkrijk der Nederlanden
hebben - overeenkomstig de door hen vastgestelde procedures ā€“ het
voorstel voor een verordening betreffende het Statuut van de Europese
besloten vennootschap (COM(2008)396) getoetst aan de beginselen van
subsidiariteit en proportionaliteit. Zij hebben daarmee toepassing
gegeven aan artikel 5 EG-Verdrag en Protocol 30 bij het Verdrag van
Amsterdam betreffende de toepassing van het subsidiariteits- en het
evenredigheidsbeginsel. 

Beide Kamers komen op grond van de bij deze brief gevoegde overwegingen
tot de conclusie dat genoemd voorstel niet zonder meer voldoet aan de
beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit. Daarnaast worden
vraagtekens geplaatst bij de door de Europese Commissie gekozen
rechtsgrondslag voor het betreffende voorstel. Voor een betere
beoordeling van de meerwaarde van de Europese besloten vennootschap,
verzoeken beide Kamers der Staten-Generaal de Europese Commissie voorts
om een reactie op de hierna geformuleerde vragen.

Hoogachtend,

mr. Yvonne E.M.A. Timmerman-Buck		Gerdi A. Verbeet

Voorzitter van de Eerste Kamer		Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal				der Staten-Generaal

Een eensluidende brief is verzonden aan de voorzitter van de Raad van de
Europese Unie en het Europese Parlement, alsmede aan de Nederlandse
regering en het secretariaat van COSAC. 

Beoordeling met aanvullende vragen van het voorstel voor een verordening
betreffende het Statuut van de Europese besloten vennootschap
(COM(2008)396)

De leden van de beide Kamers der Staten-Generaal hebben met
belangstelling kennisgenomen van het voorstel van de Europese Commissie
dat voorziet in de creatie van een standaardstatuut voor de oprichting
van een Europese besloten vennootschap (Societas Privata Europaea, SPE).
De voorwaarden waaraan het statuut moet voldoen en de regels die gelden
bij de oprichting en het functioneren van een Europese besloten
vennootschap worden vermeld in de artikelen van de ontwerpverordening.
Daarnaast is bepaald in welke gevallen het nationaal recht (al dan niet
in een vereiste aangepaste vorm) van toepassing is. Met het statuut wil
de Commissie ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf (mkb) in staat
stellen overal in de EU onder dezelfde rechtsvorm activiteiten te
ontwikkelen. De SPE zal als rechtsvorm bestaan naast de nationale
besloten vennootschappen (BV, SA, GmbH, etc.).

Rechtsgrondslag

Voorafgaand aan de toetsing van het voorstel aan de beginselen van
subsidiariteit en evenredigheid hebben de leden van beide Kamers der
Staten-Generaal zich gebogen over de rechtsgrondslag van het
verordeningsvoorstel, te weten artikel 308 EG-Verdrag. Gelet op de
verdragstekst, is toepassing van artikel 308 EG-Verdrag geclausuleerd.
Het bereik ervan wordt bepaald door alle andere meer specifieke
verdragsartikelen en door de in artikel 2 EG-Verdrag genoemde
doelstellingen van de Gemeenschap, te lezen in verbinding met de
middelen uit de artikelen 2, 3 en 4 EG-Verdrag. Bovendien moet het op
grond van artikel 308 EG-Verdrag voorgestelde optreden Ā«noodzakelijkĀ»
zijn om de Gemeenschapsdoelstellingen te bereiken en tevens optreden
betreffen Ā«in het kader van de gemeenschappelijke marktĀ».

De Commissie beargumenteert haar keuze voor artikel 308 EG-Verdrag door
te verwijzen naar het eerdere gebruik van dit artikel bij de
totstandkoming van de statuten voor de bestaande Europese
vennootschapsvormen: de Europese vennootschap, de Europese coƶperatieve
vennootschap en het Europees economisch samenwerkingsverband. Een nadere
toelichting wordt echter niet gegeven, noch in de toelichting op de
ontwerpverordening, noch in de bijbehorende effectbeoordeling. 

Beide Kamers der Staten-Generaal vragen de Europese Commissie deze
toelichting alsnog te geven. Verschillende fracties achten het namelijk
het feit dat eerder gebruik is gemaakt van deze rechtsgrondslag voor
vergelijkbare voorstellen onvoldoende motivatie. Zo is niet
geƫxpliciteerd welke doelstelling uit artikel 2 EG-Verdrag de Europese
Commissie door middel van dit voorstel wenst te verwezenlijken. Tevens
vernemen beide Kamers graag waarom bijvoorbeeld niet gekozen is voor
artikel 43 EG-Verdrag? Het voorstel richt zich immers op het verbeteren
van de vestigingsmogelijkheden en het versterken van de
concurrentiepositite in de Gemeenschap voor het mkb. Dit kan in beginsel
worden gezien als de vrijheid van vestiging, zoals omschreven in genoemd
artikel 43 en verder. Een andere voorwaarde voor het gebruik van artikel
308 EG-Verdrag als rechtsgrondslag is ā€“ zoals gezegd ā€“ dat het
voorgestelde optreden noodzakelijk moet zijn om de 
Gemeenschapsdoelstellingen te kunnen realiseren. Deze voorwaarde is niet
alleen van belang bij de toetsing van de bevoegdheidsgrondslag, maar ook
bij de subsidiariteitsvraag. Ook op dit punt zouden beide Kamers graag
een nadere toelichting ontvangen. 

Subsidiariteit en evenredigheid

De subsidiariteitsvraag richt zich op de meerwaarde van Europees
optreden ten aanzien van strikt nationaal optreden. De Europese
Commissie ziet deze meerwaarde in het feit dat alleen op Europees niveau
een nieuwe rechtsvorm kan worden gecreƫerd die in alle lidstaten gelijk
is. Zelfs al zouden alle lidstaten zich verplichten om de nationale
vennootschapswetgeving bedrijfsvriendelijker te maken, dan nog zou het
mkb volgens de Commissie hinder kunnen ondervinden van de verschillende
nationale stelsels. 

De leden van beide Kamers der Staten-Generaal delen deze opvatting van
de Europese Commissie. Het baart hen tegelijkertijd zorgen dat
grensoverschrijdend handelen voor een SPE geen vereiste is. Bepaalt de
jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
niet dat geen beroep op een Europese regel gedaan mag worden bij een
zuivere interne situatie in een lidstaat? 

Door de keuze te maken voor een SPE zouden nationale voorschriften die
zijn gericht op het voorkomen en het kunnen bestrijden van misbruik van
vennootschappen (zoals thans in Nederland de verklaring van geen bezwaar
bij oprichting en statutenwijziging en de notariƫle tussenkomst bij
oprichting en overdracht van aandelen op naam) eenvoudig kunnen worden
omzeild. Dit zou tot gevolg hebben dat de waarborgen van het nationaal
vennootschapsrecht op losse schroeven komen te staan. Klopt deze
redenering van de leden van beide Kamers? Zo ja, wat is daarop de
reactie van de Europese Commissie? Zouden er geen uitlegproblemen kunnen
ontstaan met betrekking tot enerzijds bepalingen van de verordening en
anderzijds hetgeen in het recht van het land van de statutaire vestiging
ten aanzien van besloten vennootschappen is bepaald?

Wanneer gekeken wordt naar de meerwaarde van het voorstel mag niet uit
het oog verloren worden dat ook na de instelling van een SPE nog vele
juridische en praktische barriĆØres zullen blijven bestaan voor het mkb
om grensoverschrijdend te opereren. De toegevoegde waarde is dan ook
mede afhankelijk van de andere maatregelen en aanbevelingen die in het
kader van de Ā«Small Business ActĀ» worden getroffen. Voorts achten
beide Kamers der Staten-Generaal de inschatting van de Europese
Commissie over het gebruik van de SPE tamelijk optimistisch. Uitgegaan
wordt, bij wijze van voorbeeld, van een uiteindelijk aantal van 115.000
SPEā€™s, goed voor de creatie van 575.000 banen. Gezien het feit dat de
andere Europese ondernemingsrechtsvormen tot dusverre slechts spaarzaam
gebruikt worden (Europese Vennootschap 140 keer; Europese Coƶperatieve
Vennootschap 0 keer), is het de vraag of deze aantallen gehaald zullen
worden.

 COM(2008)394

 Impact Assessment SEC(2008)2098, pag. 38