Preview document (🔗 origineel)

---

De vaste commissie voor Economische Zaken, heeft een aantal vragen
voorgelegd aan de minister van Economische Zaken over de brief van 2
juli 2008 inzake de met Brazilië gesloten MoU over biobrandstoffen (29
575, nr. 21).

De minister heeft de vragen beantwoord bij brief van [datum]. De vragen
alsmede de daarop gegeven antwoorden zijn hieronder afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Tichelaar

De adjunct-griffier van de commissie,

De Veth

Nr	Vraag	Blz

van	

tot

1	Hoe vindt selectie van gesprekpartners plaats? Maken NGO's uit zowel
Nederland als Brazilie deel uit van de selectie? Voorziet u een
adviserende rol voor de Tweede Kamer? Zo nee, waarom niet?	0	 

2	Kunnen er lopende de bilaterale  gesprekken contracten over export /
import van biomassa uit Brazilie worden gesloten? Zo ja, hoe gaat u
voorkomen dat gelet op de thematiek ongewenste afspraken worden gemaakt?
0	 

3	Is het überhaubt mogelijk, gelet op negatieve conclusies van critici
zoals bijvoorbeeld FIAN-Nederland, om  uitgaande van de Cramercriteria
grootschalig  biomassa uit Brazilie te importeren?	0	 

4	Is het uw intentie om  bij uitvoering van de motie Van der Ham de
Cramercriteria zoals opgesteld door de commisie Cramer te handhaven
ongeacht of de Europese Unie de criteria volledig overneemt? Zo nee,
waarom niet?	0	 

5	Met welke opdracht zal de bilaterale werkgroep worden ingesteld? 	1	 

6	Op welke wijze wordt, bij het instellen van de werkgroep, ingezet op
de Cramercriteria als ondergrens voor de duurzaamheidseisen?	1	 

7	Klopt het dat andere landen, waaronder Duitsland, erin geslaagd zijn
duurzaamheidsparagrafen in de MoU opgenomen te krijgen? 	1	 

8	Is de mogelijkheid overwogen om in de onderhandelingen met Brazilië
over biobrandstoffen samen met andere landen, bijvoorbeeld Duitsland, op
te trekken? Zo nee, waarom niet?	1	 



 

  FILENAME  Vragen 29575-21 Biobrandstoffen 		  PAGE  1 /  NUMPAGES  1