Verslag van een schriftelijk overleg over de peildatum voor de eerstvolgende telling van leden van omroepverenigingen
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2008
Lijst van vragen
Nummer: 2008D06725, datum: 2008-09-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.G.J.M. van de Camp, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2007Z00431:
- Indiener: R.H.A. Plasterk, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: Vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2008-09-04 10:00: Procedurevergadering OCW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2008-09-11 10:00: Procedurevergadering OCW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2008-09-23 16:00: De peildatum voor de eerstvolgende telling van leden van omroepverenigingen (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2008-10-30 10:00: Procedurevergadering OCW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2008-11-24 13:00: OCW-begroting 2009, onderdeel Media (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2010-09-23 14:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
31 200 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2008 Nr. Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld d.d. … Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan het kabinet over de brief d.d. 2 juli 2008 van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de heer Plasterk, inzake de peildatum voor de eerstvolgende telling van leden van omroepverenigingen (Kamerstuk 31 200 VIII, nr. 198). Bij brief van ... heeft de minister deze beantwoord. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt. De voorzitter van de commissie Van de Camp Adjunct-griffier van de commissie La Rocca Inhoudsopgave I Vragen en opmerkingen uit de fracties 1. Algemeen 2. Vragen en opmerkingen II Reactie van de minister I Vragen en opmerkingen uit de fracties 1. Algemeen De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief waarin een uitstel wordt voorgesteld van de peildatum voor de telling van de leden van omroepverenigingen (Kamerstuk 31 200 VIII, nr. 198). De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de minister over de peildatum voor de ledentelling van de omroepverenigingen. Zij hebben enkele vragen hierover. 2. Vragen en opmerkingen De leden van de CDA-fractie stellen vast dat de planning van het wetsvoorstel voor erkenning en financiering van publieke omroepen, de aanleiding was voor het voorstel tot uitstel van de peildatum van 1 januari 2009 naar 1 april 2009. De leden van deze fractie vragen waarom het kabinet voorstelt om de teldatum op deze wijze te verschuiven. Deze leden willen weten of zulks betekent dat de minister ervan uitgaat dat de genoemde wet niet vóór 1 januari 2009 beide Kamers kan passeren. Ook willen zij weten wat daarvan de oorzaak is en wat de mogelijke gevolgen zijn; meer specifiek vragen zij naar de juridische en financiële consequenties van het uitstel. Ten slotte vragen de leden van deze fractie het kabinet of het ledenaantal over 2008 meetelt als op 1 april wordt ‘gepeild’ hoeveel leden een omroep heeft. De leden van de SP-fractie merken op dat, nu de peildatum is vastgesteld op 1 april 2009, de ledenjacht bij de omroepverenigingen weer is losgebarsten. Zij vragen het kabinet of omroepverenigingen die hun leden een tv-gids aanbieden en omroepen zonder gids verschillend worden behandeld. Verder vragen zij het kabinet of aan de leden van omroepen die naast hun lidmaatschap een tv-gids ontvangen van hun omroepvereniging, nog vóór de ledentelling om een “positieve wilsverklaring” wordt gevraagd. Verder memoreren de leden van deze fractie dat de minister in zijn brief van 29 april jl. (Kamerstuk 31 200 VIII, nr. 174) schreef dat hij gevoelig is voor het bezwaar van vele fracties dat een ledenjacht ongewenst is. Deze leden vragen hoe de minister tegemoet gaat komen aan dat bezwaar. Verder vragen zij het kabinet welk bedrag de verschillende omroepverenigingen uitgeven aan ledenwerving, uit welk budget dit doorgaans wordt betaald en of dit privaat geld, geleend geld of publiek geld betreft. Wanneer het gaat om geleend geld, willen deze leden weten of dat risicovolle situaties oplevert. Wanneer het gaat om publiek geld, willen zij weten in hoeverre dat is toegestaan. Wanneer het gaat om privaat geld, willen zij weten hoe omroepverenigingen doorgaans aan dit private geld komen om hun campagnes te bekostigen. II Reactie van de minister Vervolg Bladzijde PAGE 3