[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Van Velzen en Eijsink over schadevergoedingen aan Italiaanse veteranen en nabestaanden n.a.v. mogelijke blootstelling aan verarmd uranium

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D06783, datum: 2008-09-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2007Z05019:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de vragen van de leden Van Velzen
(SP) en Eijsink (PvdA) over schadevergoedingen aan Italiaanse veteranen
en nabestaanden naar aanleiding van mogelijke blootstelling aan verarmd
uranium (ingezonden 24 juni 2008 met kenmerk 2070823520).

DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE



drs. J.G. de Vries





Antwoorden op de vragen van de leden Van Velzen (SP) en Eijsink (PvdA)
over schadevergoedingen aan Italiaanse veteranen en nabestaanden naar
aanleiding van mogelijke blootstelling aan verarmd uranium (ingezonden
24 juni 2008 met kenmerk 2070823520).

1

Herinnert u zich het algemeen overleg van 12 juni 2008, waar onder meer
het onderwerp verarmd uranium is besproken, waarin u stelde dat de
financiële compensatie die momenteel aan zieke veteranen en
nabestaanden  in Italië wordt uitgekeerd een uitvoering van een
gerechtelijk vonnis is en niet voortkomt uit een overheidsregeling? Kunt
u aangeven op welke vonnissen u hierbij doelde? Welke vonnissen zijn er
geweest in deze kwestie tot op heden?

Ja. Ik doelde daarbij op de vonnissen inzake de onderofficieren Diana en
Melone.

2

Is het u bekend dat de Italiaanse regering een compensatieregeling heeft
ingesteld voor militairen die tijdens een buitenlandse uitzending, onder
andere door mogelijke blootstelling aan verarmd uranium, ziek zijn
geworden dan wel overleden? 1) Deelt u de inschatting dat u tijdens het
algemeen overleg de Kamer niet volledig geïnformeerd heeft? Zo ja, bent
u bereid om de (internationale) wetenschappelijke en politieke
ontwikkelingen op het vlak van de samenhang tussen blootstelling aan
verarmd uranium en negatieve effecten hiervan op de lichamelijke
gezondheid nauwkeuriger te volgen?

3

Is het u bekend dat de Italiaanse minister van Defensie in een
toelichting op deze wetgeving heeft verklaard dat hij niet wil wachten
met het compenseren van geleden schade tot het causaal verband tussen
gebruik van en/of blootstelling aan verarmd uranium en de negatieve
gevolgen ervan voor de gezondheid wetenschappelijk significant bewezen
is? 2) Bent u bereid deze houding over te nemen? Zo neen, waarom niet?

De vorige Italiaanse minister van Defensie heeft in december 2007
verklaard dat bij blootstelling aan verarmd uranium, zonder
wetenschappelijk bewijs van een causaal verband tussen de
gezondheidsklachten en de dienst, een verband met de uitoefening van de
militaire dienst wordt aangenomen. Met deze aanname kunnen Italiaanse
militairen die ziek zijn geworden na blootstelling aan verarmd uranium,
worden ondergebracht in de categorie “plichtslachtoffers” en het
daarbij horende wettelijke uitkeringsregime. Plichtslachtoffers hebben
tijdens de uitoefening van hun plicht een ongeval gekregen of een ziekte
opgelopen waardoor zij blijvende schade lijden of overlijden. Het
betreft onder meer militairen, politieagenten, brandweermensen en leden
van reddingsbrigades. Deze informatie was tijdens het algemeen overleg
van 12 juni bij het Ministerie van Defensie niet bekend.

Verarmd uranium kan, na blootstelling aan een hoge dosis, een verhoogd
risico op gezondheidsschade tot gevolg kan hebben. De wetenschappelijke
gegevens, in het bijzonder studies naar de gezondheidseffecten van
blootstelling aan verarmd uranium in situaties die zich kunnen voordoen
tijdens militaire operaties, laten echter geen verband zien tussen
gezondheidsschade en de blootstelling. Om die reden zie ik geen
aanleiding het Italiaanse voorbeeld te volgen en zal Defensie geen
waarschijnlijkheidscriterium hanteren. Iedere (gewezen) militair die het
vermoeden heeft dat zijn aandoening veroorzaakt kan zijn door de
blootstelling aan verarmd uranium wordt serieus genomen. Elke melding
wordt afzonderlijk in behandeling genomen en getoetst aan de actuele
inzichten van de medische wetenschap, waarna een oordeel wordt gegeven
over het mogelijke causale verband.

De regering volgt met aandacht de relevante (internationale)
ontwikkelingen, waaronder onderzoeken naar de gevolgen van blootstelling
aan verarmd uranium en de politieke ontwikkelingen op het gebied van
verarmd uranium. 

4

Bent u bereid deze vragen spoedig te beantwoorden, zodat deze nog
behandeld kunnen worden bij een eventuele plenaire afronding van het
algemeen overleg vóór het zomerreces?

Zoals ik in mijn brief van 11 juli 2008 (Aanhangsel van de Handelingen,
Vergaderjaar 2007-2008, 3046) heb gemeld, was dit helaas niet mogelijk. 





Ministerie van Defensie



 PAGE    



Pagina    PAGE  \* MERGEFORMAT  2 /  SECTIONPAGES  \* MERGEFORMAT  4 







 

 

 

 

 

   

Ministerie van Defensie



Postbus 20701

2500 ES Den Haag

Telefoon (070) 318 81 88

Fax (070) 318 78 88



Aan	de Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Plein 2

2511 CR Den Haag

Datum	26 september 2008

Ons kenmerk	D/2008024576

Onderwerp	Schadevergoedingen aan Italiaanse veteranen en nabestaanden
naar aanleiding van mogelijke blootstelling aan verarmd uranium.





Pagina    PAGE  \* MERGEFORMAT  1 /  SECTIONPAGES  \* MERGEFORMAT  4