[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over dubieuze examens in het voortgezet onderwijs

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D07183, datum: 2008-09-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z01758:

Preview document (🔗 origineel)


logoocw

Hierbij stuur ik u de antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid
van Dijk (SP) van de Tweede Kamer der Staten-Generaal over dubieuze
examens in het voortgezet onderwijs (Ingezonden 5 september 2008,
kenmerk 2070828930).

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart

2070828930

Antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid van Dijk (SP) van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal aan de staatssecretaris van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap, mevrouw Van Bijsterveldt-Vliegenthart, over
dubieuze examens in het voortgezet onderwijs (ingezonden 5 september
2008). 

1.

Vraag: 

Wat is uw oordeel over het artikel ‘Doe blitzkrieg-eindexamen’,
waaruit blijkt dat leerlingen via zogenaamde sluiproutes alsnog hun
examen halen?  

Antwoord: 

Van genoemd artikel heb ik kennis genomen. Ik neem afstand van de term
sluiproute. Het gaat in het artikel om maatwerk, flexibele vormen van
onderwijs. 

De gevallen waarin het vak kcv kan dienen als vervanging van een ander
vak zijn zeer beperkt. Het kan alleen gaan om leerlingen die zijn gezakt
voor het ene vak in het vrije deel (dat komt ook niet vaak voor). Wie
zakt op een vak dat verplicht is in het gemeenschappelijk deel of het
profieldeel zoals economie of wiskunde (dat is de normale situatie bij
zakken voor het examen) heeft er niets aan. 

Overigens is bij de aanpassing van de profielen per 2007 een ondergrens
gesteld aan de studielast van het in het vrije deel te kiezen vak, die
neerkomt op een ‘groot’ vak. KCV is kleiner dan dit minimum en kan
daardoor niet langer als vervangend vak in het vrije deel worden
opgevoerd. De genoemde aanpassingen in de profielen werken door in de
havo-examens vanaf 2009 en in de vwo-examens vanaf 2010. 

2. 

Vraag: 

Hoe oordeelt u over de bewering van de Luzac-directeur, dhr. R. Koole,
dat ‘de eisen voor de kleine vakken niet veel voorstellen’?  Wat is
uw reactie op de uitlatingen van de conrector van de particuliere school
Stebo, dhr. Markhorst, dat het vak klassieke culturele vormgeving (kcv)
‘frauduleus’ is?  

Antwoord: 

Het is uiteraard juist dat de eisen voor een vak met weinig
studielasturen relatief gering zijn. De uitlating van de heer Markhorst
over het ‘frauduleus’ zijn van het vak klassieke en culturele
vorming (kcv) heeft, zoals hij in het artikel toelicht,  betrekking op
de mogelijkheid dat leerlingen het voor dit vak verplichte werkstuk
samenstellen door ‘knippen en plakken’ uit bronnen als Wikipedia. Ik
meen dat een zorgvuldig schoolexamen meer inhoudt dan slechts het
beoordelen van een werkstuk; daar hoort bij voorbeeld ook bij een vorm
van begeleiding tijdens het maken van het werkstuk of een mondeling
gesprek achteraf  over dit product. Op grond daarvan kan een docent goed
beoordelen of de leerling de stof die in het werkstuk wordt behandeld
zich ook echt heeft eigen gemaakt. De heer Markhorst heeft gelijk dat
dat beter gaat in een normaal leerproces bij ‘eigen’ leerlingen,
maar in principe is het ook mogelijk in een korte zomercursus voor
leerlingen met een achtergrond elders.

3.

Vraag: 

Is het waar, dat het vak kcv gehaald kan worden met veertien lesuren,
Ă©Ă©n werkstuk en het leren van een boek en dat hiermee een vak als
economie kan worden vervangen? Voldoet een leerling hiermee aan de
benodigde aantal studielasturen?

Antwoord: 

Het vak kcv wordt afgesloten met een schoolexamen (het kent dus geen
centraal examen) en het heeft een relatief beperkte studielast, nl. 200
uur. Het vak wijkt op deze punten af van de meeste andere vakken. De
eisen voor dit vak behelzen drie onderdelen: kennisvragen, tenminste
Ă©Ă©n praktische opdracht (bij voorbeeld een werkstuk) en een
‘handelingsdeel’ (b.v. het lezen van klassieke teksten in vertaling
of bezoek aan museum of theater, met een notitie daarover). Bij de
verlichtingsmaatregelen uit 2001, waarbij is bepaald dat de school zelf
een selectie kan maken uit het handelingsdeel, is nadrukkelijk vermeld
dat dit moet gebeuren ‘met inachtneming van de in de regelgeving
aangegeven studielast’. Hoeveel lesuren er gemoeid moeten zijn met dit
vak is niet voorgeschreven; de studielast staat voor de totale tijd die
een gemiddelde leerling voor dit vak nodig zou hebben en dient als
richtlijn voor de hoeveelheid stof die in het examenprogramma van het
betreffende vak kan worden opgenomen. Met een cursus van twee weken
wordt niet voldaan aan de eis van 200 studielasturen. Ik zal de
inspectie vragen hiernaar onderzoek te doen en zonodig maatregelen te
nemen.

4.

Vraag:

Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat scholieren via een
sluiproute van 600 euro alsnog hun diploma kunnen halen nadat zij zijn
gezakt voor hun herexamen? Deelt u de indruk dat op deze manier een
schoolexamen wordt gekocht? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord:

Met wat in het artikel sluiproute 1 wordt genoemd is in feite niets aan
de hand: de leerling die is gezakt doet een vak in een zomercursus over.
Dat hier op een particuliere instelling cursusgeld mee is gemoeid is ook
geen reden om hier een ongewenste situatie in te zien. Daarbij ga ik
ervan uit dat wordt voldaan aan de exameneisen zoals beschreven onder 3.


Ik wijs er echter nogmaals op dat het overdoen van een vak zodat alsnog
het diploma wordt behaald vóórdat het eerstvolgende studiejaar begint,
tot op heden slechts in uitzonderlijke gevallen mogelijk is geweest, en
onder het regime van de aanpassingen in de profielen van 2007 in feite
onmogelijk zal worden, behoudens herkansingen voor kleine vakken zonder
centraal examen zelf. Ze kunnen dan dus niet langer een groot vak
vervangen. Daarnaast moet bij het herkansen van een klein vak zonder
centraal examen worden aangetekend, dat bij dezelfde aanpassing van de
profielen, voor deze vakken het zgn. combinatiecijfer is ingevoerd. Dit
houdt in dat de cijfers die zijn behaald voor kleine vakken zonder
centraal examen voor de uitslagregel worden beschouwd als Ă©Ă©n
gemiddeld cijfer, dat even zwaar meetelt als de cijfers voor elk van de
grote vakken (met een centraal examen) afzonderlijk.

Met andere woorden; ook hierdoor hebben deze kleine vakken in de
zak/slaagregeling niet meer hetzelfde gewicht als grote vakken met een
centraal examen.

5.

Vraag: 

Deelt u de mening, dat deze sluiproute, met als doel het diploma alsnog
te halen via zomercursussen, het civiel effect van het diploma
voortgezet onderwijs vermindert?

Antwoord: 

Zoals reeds opgemerkt onder 1 en 4, gaat het om uitzonderlijke gevallen,
die geen reden tot zorg zijn zolang wordt voldaan aan de exameneisen
voor het betreffende vak. Die uitzonderlijke gevallen zijn bovendien in
de nieuwe profielen niet meer mogelijk. 

6.

Vraag:

Bent u bereid maatregelen te nemen opdat het niet meer mogelijk is via
dit soort sluiproutes alsnog een diploma te halen? Zo neen, waarom niet?

Antwoord:

Zoals eerder opgemerkt zal het vervangen van een ‘normaal’ vak in
het vrije deel door een klein vak als kcv niet meer mogelijk zijn in de
nieuwe examens voor havo vanaf 2009 en die voor vwo vanaf 2010. 

7.

Vraag:

Hoe oordeelt u over de mening van dhr. A. Verklei van de Vrije
Universiteit, die het project ‘Alvast Studeren’ niet ziet zitten,
omdat het neerkomt op een ontoelaatbare versoepeling van de
toelatingseisen?

Antwoord:

Het project ‘Alvast studeren’ behelst dat een leerling die voor het
havo- of vwo-examen is gezakt, zich in het navolgende jaar opnieuw op
dit examen voorbereidt aan een vavo-instelling (doorgaans gaat het
daarbij om het overdoen van Ă©Ă©n of twee vakken die onvoldoende waren),
en tegelijk alvast onderdelen volgt van een studie aan een hogeschool of
universiteit. Betrokkene is hierbij betalend cursist, en wordt dus niet
formeel ingeschreven (en bekostigd) als  student (hij of zij heeft
immers nog geen vo-diploma). Als de leerling een jaar later alsnog het
vo-diploma haalt kan inschrijving aan hogeschool of universiteit volgen
en kunnen de reeds gevolgde onderdelen vrijstelling opleveren. Dat is
voor de betrokkene een nuttige besteding van de tijd naast het opnieuw
voorbereiden voor het vo-examen in een of twee vakken. Een versoepeling
van de toelatingseisen is hierbij niet aan de orde: men wordt immers pas
toegelaten als student als aan de normale voorwaarden daartoe is
voldaan. 

blad   PAGE  2 /  SECTIONPAGES   \* MERGEFORMAT  4 

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA Den Haag 





Den Haag	Ons kenmerk	Uw brief van



	29 september 2008  	BVE/I&I/54393









Onderwerp	Bijlage(n) 

1



Antwoorden op Kamervragen ‘Doe blitzkrieg-examen’

	

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ  Den Haag T +31-70-412 3456 F
+31-70-412 3450 W www.minocw.nl