[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Wolbert over de verdeling van Wmo gelden, waardoor 85 gemeenten gekor worden op hun budget

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D07438, datum: 2008-09-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2008Z01379:

Preview document (🔗 origineel)


De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA  DEN HAAG





Ons kenmerk	Inlichtingen bij	Doorkiesnummer	Den Haag

DMO/SFI-2876801 MOET

                                 29 sep. 08

Onderwerp	Bijlage(n)	Uw brief

Kamervragen 

	2	1 september 2008







Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Wolbert
(PvdA) over de verdeling van Wmo gelden, waardoor 85 gemeenten gekort
worden op hun budget  (2070828540).

De Staatssecretaris van Volksgezondheid,

Welzijn en Sport,

mw. dr. J. Bussemaker

Antwoorden op Kamervragen van Kamerlid Wolbert (PvdA) over de verdeling
van Wmo gelden, waardoor 85 gemeenten gekort worden op hun budget 
(2070828540).

1

Hebt u kennisgenomen van het bericht dat door herverdeling van de Wmo
gelden (Wet maatschappelijke ondersteuning) mogelijk 85 gemeenten worden
gekort op hun budget?

1

Ja.

2 

Bent u op de hoogte van het onderzoek van APE in opdracht van enkele
gemeenten in de Achterhoek, waarin een verklaring wordt gezocht voor de
verdeling van het Wmo-budget? Zo ja, kunt u dit onderzoek en mogelijk
andere onderzoeken over dit onderwerp de Kamer doen toekomen?

2

Ja, ik ben op hoogte van dit onderzoek. Het onderzoek is op 3 september
jongstleden door wethouder Van Dijk (Doetinchem) namens deze gemeenten
aan de pers gepresenteerd. Ik stuur dit rapport bijgaand aan uw Kamer
toe.

3

Is het mogelijk dat er een systematische fout in het verdeelmodel is
opgenomen, waardoor sommige gemeenten te weinig Wmo budget krijgen?

3

Het verdeelmodel Wmo is zeer zorgvuldig totstandgekomen. Het is
opgesteld door een bureau met specifieke expertise op het gebied van
voorstellen voor de verdeling van middelen in het Gemeentefonds.
Betreffend bureau heeft op basis van die expertise - in opdracht van VWS
en met instemming van de ministeries van BZK, Financien en van de VNG -
een objectief verdeelmodel voor de Wmo ontwikkeld. Dit model is
vervolgens ter contra-expertise voorgelegd aan een ander deskundig
bureau en - na hun positieve oordeel - ongewijzigd vastgesteld. In een
aantal door VWS, BZK en VNG samen georganiseerde regiobijeenkomsten is
dat model vervolgens gepresenteerd en toegelicht aan zoveel mogelijk
gemeenten.

Het verdeelmodel houdt rekening met een aantal factoren, die van belang
zijn voor de te verwachten kosten voor huishoudelijke hulp van
gemeenten, gericht op een zo goed mogelijke, objectieve verdeling van
het beschikbare budget over de gemeenten. In de historische verdeling
van de middelen voor huishoudelijke hulp in de AWBZ blijken regionale
verschillen tussen zorgkantoorregio’s voor te komen.

De thematiek, die door de betrokken gemeenten wordt aangekaart, lijkt
vooral in de overgang van de historische naar de objectieve verdeling
van de middelen te zitten. Die overgang is nodig om er voor te zorgen,
dat alle gemeenten hun aandeel in het budget voor huishoudelijke hulp in
de Wmo krijgen. Voor het opvangen van te grote overgangsverschillen voor
gemeenten van 2007 naar 2008 wordt overigens de bestaande
compensatieregeling van het Gemeentefonds toegepast. Die regeling houdt
in, dat bij gemeenten met een grotere mutatie in hun budget uit het
Gemeentefonds dan € 15 per inwoner per jaar als gevolg van
herverdelingen, een compensatie voor het verschil beschikbaar wordt
gesteld. Afhankelijk van de omvang van het verschil wordt gedurende
één of meerdere jaren compensatie gegeven. 

Op grond van de zorgvuldige procedure bij de totstandkoming van het
verdeelmodel acht ik het onwaarschijnlijk, dat er van een systematische
fout in het model sprake is. 

Dit neemt echter niet weg, dat het model mogelijk nog verbeterd kan
worden. In de praktijk kunnen zich situaties voordoen, waarin het model
niet voorziet. Ik sta daarom ook open voor signalen waaruit  zou blijken
dat het huidige model gepreciseerd kan worden. Het Wmo-budget moet zo
goed mogelijk verdeeld worden. 

Op mijn initiatief zijn VWS, de fondsbeheerders (de ministeries van BZK
en Financiën) en de VNG dan ook in gesprek met verschillende gemeenten
om eventuele fouten te identificeren en te analyseren. Ik hecht eraan
dat dit gedegen en objectief geschiedt, temeer omdat een andere
verdeling niet alleen “winnaars” oplevert maar ook “verliezers”.
Die winst- en verliessituatie moet terecht zijn. 

    

Het op 3 september jongstleden gepresenteerde onderzoek naar het
verdeelmodel Wmo betreft de verdeling over 2008 van de naar het
Gemeentefonds overgehevelde middelen van het budget huishoudelijke hulp
in de Wmo. Ik zal mijn collega’s van BZK en Financiën en de VNG
voorstellen dit rapport ook ter kennis te brengen van het SCP, ten
behoeve van hun taak als onafhankelijke derde. Het SCP adviseert aan het
eind van dit jaar aan de fondsbeheerders over de werkelijke uitgaven aan
huishoudelijke hulp in de Wmo over 2007 en over de omvang en de
verdeling van Wmo-budget 2009, zodat een en ander kan worden bezien in
het voorjaarsoverleg met de VNG in 2009. 

		

4

Is het mogelijk dat die fout ligt bij het gegeven dat de sociale
economische status van de inwoners niet wordt meegewogen in de
verdeelsleutel?

5

Is het tevens mogelijk dat chronisch zieken niet worden meegewogen in
deze verdeelsleutel?

4 en 5

In het objectieve verdeelmodel Wmo wordt met verschillen in sociaal
economische positie rekening gehouden. Dit gebeurt door de factor
(langdurig) laag inkomen (incl. bijstands-ontvangers) en de factor
uitkeringsontvangers (met name arbeidongeschikten/gehandicapten en
chronisch zieken) te gebruiken. Verder wordt rekening gehouden met de
leeftijdsopbouw van de bevolking (vooral ouderen boven de 65 jaar) en
met de samenstelling van de huishoudens (alleenstaanden en gehuwden of
samenwonenden). Ten slotte wordt in het model onderscheid gemaakt naar
stedelijke/niet-stedelijke gebieden ten gunste van kleinere en
plattelandsgemeenten, vanwege de gunstige vergoedingen voor grotere
gemeenten via de clusters Bijstand en Zorg.

Bij de keuze van de verdeelmaatstaven in het Gemeentefonds geldt, dat de
te hanteren gegevens voor alle gemeenten volledig beschikbaar en
betrouwbaar moeten zijn. Dat stelt soms grenzen aan de bruikbaarheid van
maatstaven. 

6

Is het mogelijk dat mensen met een laag inkomen, die wonen in gemeenten
met relatief veel inwoners met lage inkomens, minder van de Wmo gebruik
kunnen maken dan inwoners uit gemeenten met een hogere gemiddelde
sociaal economische status?

7

Kan het zijn dat mensen met weinig inkomen en lage opleiding daardoor
benadeeld worden?

6 en 7

Gezien bovengenoemde factoren in het objectieve verdeelmodel zou de
middelenverdeling niet een dergelijke situatie op moeten kunnen leveren.

8

Deelt u de mening dat het streven van het kabinet erop gericht moet zijn
om deze verschillen juist terug te dringen?

8

Het streven van het kabinet is er op gericht om elke gemeente een
rechtvaardig aandeel in het beschikbare budget te geven, zodat elke
gemeente in gelijke mate in staat is om maatschappelijke ondersteuning
te leveren.

Postbus 20350

2500 EJ  DEN HAAG

Telefoon (070) 340 79 11

Fax (070) 340 78 34	Bezoekadres:

Parnassusplein 5

2511 VX  DEN HAAG	Correspondentie uitsluitend richten aan het postadres
met vermelding van de datum en het kenmerk van deze brief	Internetadres:

www.minvws.nl



  IF   DOCPROPERTY "propArchiefkopie"  Fout! Onbekende naam voor
documenteigenschap.  = "Archiefkopie"   AUTOTEXT sysArchiefkopie 
AANGETEKEND  ""