[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Lijst van vragen over het rapport “Kwaliteitsbewaking in het hoger onderwijs in Nederland en Vlaanderen” van de Algemene Rekenkamer

Kwaliteitsbewaking in het hoger onderwijs in Nederland en Vlaanderen. Verslag aan het Vlaams Parlement en de Tweede Kamer der Staten-Generaal Samenwerkingsonderzoek met het Rekenhof van België

Lijst van vragen

Nummer: 2008D07502, datum: 2008-09-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z01703:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


31 554	Kwaliteitsbewaking in het hoger onderwijs in Nederland en
Vlaanderen. Verslag aan het Vlaams Parlement en de Tweede Kamer der
Staten-Generaal

Samenwerkingsonderzoek met het Rekenhof van België

Nr.	LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld … 2008

De commissie voor de Rijksuitgaven heeft over het rapport
“Kwaliteitsbewaking in het hoger onderwijs in Nederland en
Vlaanderen” van de Algemene Rekenkamer in samenwerking met het
Rekenhof van België (Kamerstuk 31 554, nrs. 1-2) de navolgende vragen
ter beantwoording aan het kabinet voorgelegd.

Deze vragen, alsmede de daarop bij brief van ….  2008 gegeven
antwoorden, zijn hieronder afgedrukt.

De voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven,

Aptroot

De voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap

Van de Camp

De griffier van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

De Kler

De griffier van de commissie voor de Rijksuitgaven,

Groen

Nr	Vraag	Blz

van	

tot

1	Waardoor komt het dat het beroepenveld in het wetenschappelijk
onderwijs slecht van de grond komt, veel slechter dan in het hoger
beroepsonderwijs?	9	 

2	Hoe vaak kwam het voor dat verschillende commissies verschillend
oordeelden over onderwerpen die bij opleidingen binnen eenzelfde
instelling op precies dezelfde manier zijn vormgegeven? Bij welke
instellingen gebeurde dit? Is hierin een verschil tussen België en
Nederland?	10	 

3	Klopt het dat bij studenten, medewerkers en de Algemene Rekenkamer de
indruk bestaat dat de Nederlands Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO)
bij accreditatie te veel nadruk legt op de proceskant en te weinig op de
inhoud? Kunt u bevestigen dat NVAO dat ten zeerste bestrijdt? Waar komt
dit verschil van inzicht door? Wat kan er aan gedaan worden om deze
kritiek te voorkomen?	10	11

4	Waardoor is de marktwerking van de visiterende en beoordelende
instanties (VBI’s) zo gebrekkig van de grond gekomen? Waarom moet de
marktwerking dan heroverwogen worden? Wat is het alternatief?	11	 

5	In hoeverre is de beoordeling van een instelling of van een deel van
een instelling gestandaardiseerd? Hoe groot kan de ruimte zijn tussen
twee verschillende commissies wanneer zij beide dezelfde accreditatie
zouden verrichten?	11	 

6	Hoe lang bestaat het geconstateerde gebrek aan transparantie al?	11	 

7	Welke instrumenten heeft de NVAO om aanvullende informatie in te
winnen of aanvullend onderzoek te doen? Wat is de oorzaak van de
tekortschietende instrumenten om aanvullende informatie in te winnen dan
wel aanvullend onderzoek te doen?	11	 

8	Hoe vaak en bij welke instellingen is het in Nederland gebeurd dat de
NVAO een visitatierapport afkeurt omdat het niet aan de formele eisen
voldoet, terwijl zij in feite de kwaliteit van de opleiding onvoldoende
vindt?	11	 

9	Bij de accreditatie van welke instellingen heeft de NVAO tegen een
aantal Nederlandse commissies geen bezwaar gemaakt, hoewel de bewijzen
van onafhankelijkheid en deskundigheid ontbraken?	12	 

10	Hoe vaak en bij welke instellingen is de accreditatie van de
onderzochte opleidingen verleend op basis van plannen en niet op basis
van bewezen kwaliteit?	12	 

11	In hoeverre is in het nieuwe accreditatiestelsel sprake van
marktwerking bij visitaties?	12	 

12	Hoe kan het dat de beoordeling in de visitatierapporten vaak te
procedureel van aard zijn? In hoeveel rapporten is dit het geval? Hoe
vaak heeft dit geleid tot een onvolledige accreditatie?	22	 

13	Kan het kabinet meedelen welke opleidingen wel voor bekostiging in
aanmerking zijn gekomen, terwijl de opleiding niet geaccrediteerd is?	23
 

14	Hoe vaak en bij welke accreditaties is er sprake van geen of
onvoldoende betrokkenheid van alumni en/of het beroepenveld dat
afgestudeerden opneemt?	56	 

15	Hoe vaak en bij welke accreditaties is er sprake geweest van
commissieleden die slechts in een beperkt deel van de vakdiscipline
deskundig zijn of van een situatie waarin er in het geheel geen
domeindeskundigen in de commissie zitting hebben?	56	 



  FILENAME  GRT_RGR_RU_31554-2 DEF 		  PAGE  1 /  NUMPAGES  2