Antwoord vragen van de leden Besselink en Depla over beleid om de woningnood onder studenten te bestrijden
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2008D07662, datum: 2008-09-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.P. Vogelaar, minister voor Wonen, Wijken en Integratie
Onderdeel van zaak 2008Z02491:
- Gericht aan: C.P. Vogelaar, minister voor Wonen, Wijken en Integratie
- Indiener: M. Besselink, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: G.C.F.M. Depla, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (š origineel)
Geachte Voorzitter, Bijgaand doe ik u de antwoorden toekomen op vragen van de leden Besselink en Depla inzake beleid om de woningnood onder studenten te bestrijden. Vragen van de leden Besselink en Depla (beiden PvdA) aan de minister voor Wonen, Wijken en Integratie over beleid om de woningnood onder studenten te bestrijden. (Ingezonden 16 september 2008) Vraag 1 Heeft u kennisgenomen van het persbericht van de LSVb āGemeenten maken geen beleid op studentenhuisvestingā? Antwoord Ja. Vraag 2. Hoe beoordeelt u de constatering dat in de meeste studentensteden nog steeds sprake is van enorme wachttijden voor de studentenhuisvesting? Antwoord In 2003 is in samenwerking met Kences een Actieplan Studenhuisvesting gemaakt. Dit Actieplan loopt tot 2010. Tijdens een AO over Huisjesmelkerij en onrechtmatige bewoning op 4 september 2008 heb ik de toezegging gedaan met Kences te overleggen over de voortgang met het huidige Actieplan Studentenhuisvesting. Vervolgens zal ik met Kences bezien of nieuwe afspraken over studentenhuisvesting nodig zijn voor de komende jaren. Ik zal u daarover voor het eind van dit jaar informeren. Overigens wil ik nu vast een kanttekening plaatsen bij de zogenaamde constatering dat er in de meeste studentensteden nog steeds sprake is van enorme wachttijden voor de studentenhuisvesting. Zoals de LSVb zelf al aangeeft in zijn persbericht is er een enorm verschil tussen de wachttijden bij woningcorporaties en de wachttijden bij particulieren. Uit de onderliggende inventarisatie door de LSVb van de woningnood onder studenten in verschillende studentensteden, blijkt dat het in de meeste steden wel meevalt met de wachttijd, wanneer men bereid is met een kamer in de particuliere huursector te beginnen. De wachttijd voor een kamer in de particuliere huursector is in vrijwel alle studentensteden rond de 3 maanden of minder (m.u.v. Amsterdam waar de gemiddelde wachttijd 8 maanden bedraagt). Vraag 3. Bent u bereid om daar waar mogelijk bij de prestatieafspraken met gemeenten over de woningbouwprogrammaās rekening te houden met de actuele behoefte van studenten aan betaalbare woonruimte? Zo ja, hoe gaat u dat dan gestalte geven? Zo neen, waarom niet? Antwoord Mocht uit overleg met Kences blijken dat het nodig is om nieuwe afspraken te maken over studenthuisvesting voor de komende jaren, dan verwacht ik dat we met Kences wel tot passende acties zullen komen. Natuurlijk zullen gemeenten en studentenhuisvesters daartoe dan prestatieafspraken met elkaar maken. Of het daarnaast nodig is om studentenhuisvesting ook als apart onderwerp in de woningbouwprogrammaās op te nemen staat voor mij nog niet vast. Ik kan u op dit moment nog geen duidelijkheid geven over de onderwerpen waarover in de voor de periode 2010-2019 te maken verstedelijkingsafspraken prestatieafspraken zullen worden gemaakt. Op dit moment werken de woningbouwregioās aan integrale gebiedsdocumenten, waarin zijzelf hun opgaven op de terreinen van woningbouw, mobiliteit, milieukwaliteit, groen, klimaat en bedrijventerreinen beschrijven. Deze gebiedsdocumenten komen in oktober beschikbaar. Tegelijkertijd wordt vanuit het Rijk gewerkt aan het zogenaamde referentiekader. Het betreft hier de inzet van het Rijk bij de verstedelijkingsafspraken 2010-2019. Wanneer de regionale gebiedsdocumenten en het referentieplan van het Rijk beschikbaar zijn, vindt overleg met de regioās plaats over de onderwerpen waarover afspraken moeten worden gemaakt. Het betreft hier maatwerk per regio. Deze overleggen vinden vanaf dit najaar plaats op ambtelijk niveau. In 2009 vindt dat overleg plaats op bestuurlijk niveau, resulterend in regionaal gedifferentieerde verstedelijkingsafspraken voor de periode 2010-2019. Hoogachtend, De minister voor Wonen, Wijken en Integratie, Drs. Ella Vogelaar Directoraat-Generaal Wonen, Wijken en Integratie 30 september 2008 WWI/ABC 2008092856 Pagina PAGE 2 / NUMPAGES 2 VROM verandert! Kijk voor meer informatie op HYPERLINK "http://www.vrom.nl" www.vrom.nl