Antwoord op vragen van het lid Van Bommel over mishandeling van gevangenen in Afghanistan
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2008D07983, datum: 2008-10-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E. van Middelkoop, minister van Defensie ()
Onderdeel van zaak 2008Z02158:
- Gericht aan: E. van Middelkoop, minister van Defensie
- Indiener: H. van Bommel, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Hierbij bied ik u, mede namens de minister van Buitenlandse Zaken, de antwoorden aan op de vragen van het lid Van Bommel (SP) over mishandeling van gevangenen in Afghanistan (ingezonden 11 september 2008 met kenmerk 2070829420). DE MINISTER VAN DEFENSIE E. van Middelkoop Vragen van het lid Van Bommel (SP) aan de minister van Defensie over mishandeling van gevangenen in Afghanistan (ingezonden 11 september 2008 met kenmerk 2070829420) 1 Kent u het bericht ‘mishandeld onder Nederlands gezag’? 1) Ja. 2 Is het waar dat door de Onafhankelijke Afghaanse Mensenrechtencommissie AIHRC is gemeld dat mishandeling van gevangenen door buitenlandse troepen veelvuldig voorkomt in Uruzgan? Indien ja, wat gaat u hiertegen ondernemen? Indien neen, bent u bereid dit bericht te laten onderzoeken? 4 Bent u bereid onafhankelijk te laten onderzoeken of er gevallen van mishandeling onder Nederlands gezag zijn voorgekomen in Uruzgan? De Onafhankelijke Afghaanse Mensenrechtencommissie AIHRC heeft te kennen gegeven zich niet te herkennen in de weergave van het gesprek met de twee medewerkers in Tarin Kowt en zal de journalist hierop aanspreken. De beschuldigingen aan het adres van buitenlandse troepen in het desbetreffende artikel zijn niet onderschreven door de twee AIHRC-medewerkers. Sinds juni van dit jaar heeft AIHRC een kantoor in Uruzgan dat rapporteert over mensenrechtenkwesties, waaronder de situatie in de gevangenissen. In het Memorandum of Understanding met de Afghaanse autoriteiten is vastgelegd dat zowel AIHRC als het Internationale Rode Kruis vrij toegang heeft tot door Nederland overgedragen gedetineerden. Deze onafhankelijke organisaties bezoeken de gevangenen en indien zij misstanden constateren, wordt dit aan de Nederlandse ambassade gerapporteerd. Dat is tot op heden niet voorgekomen. Daarnaast is bij de TFU een supervisor detention aanwezig die in nauw overleg met de staf van de TFU en de militair jurist toezicht houdt op de juiste behandeling van gedetineerden. Het in de detentiefaciliteit aanwezige wachtpersoneel is speciaal opgeleid voor zijn taak. Vermeende gevallen van mishandeling worden altijd gemeld aan de Koninklijke Marechaussee, die het Openbaar Ministerie informeert als het vermoeden bestaat van het plegen van een strafbaar feit. De Koninklijke Marechaussee handelt in het kader van de opsporingstaak onder gezag van het Openbaar Ministerie. 3 Klopt de weergave van de behandeling van Din Mohammed door een (Nederlandse) militair? Wat is uw oordeel over die behandeling? Op 4 april 2008 onderzochten ISAF-militairen een huis, waarbij onder andere munitie, machinegeweren, onderdelen voor improvised explosive devices (IEDs), geld en drugs werden gevonden. Het huis was eigendom van de broer van Din Mohammed. Din Mohammed was tijdens de huiszoeking aanwezig, maar zag kans met een aantal anderen weg te komen. Daarbij bedreigde Din Mohammed de militairen die hem achtervolgden met een handgranaat en een geweer, waarop hij werd overmeesterd. Gelet op de omstandigheden is bij deze aanhouding geen bovenmatig geweld gebruikt. Voor de verwondingen die hij bij zijn aanhouding opliep, is hem direct ter plaatse en later in het role 2 hospitaal op Kamp Holland medische hulp verleend. De weergave van de feiten door Din Mohammed, waaronder de opmerking dat een voet op zijn hoofd zou zijn gezet, wordt niet ondersteund. Bij zijn aankomst in en zijn vertrek uit de tijdelijke detentiefaciliteit van de TFU zijn foto’s gemaakt van Din Mohammed, waarop de in het artikel genoemde verwondingen niet waarneembaar zijn. Ook in de medische rapportages komen dergelijke verwondingen niet voor. Din Mohammed zit momenteel een gevangenisstraf uit in een Afghaanse gevangenis in Tarin Kowt. 1) De Pers, 9 september 2008 Ministerie van Defensie PAGE 6 Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 2 / SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT 3 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Datum 1 oktober 2008 Ons kenmerk D/2008024589 Onderwerp Schriftelijke vragen lid Van Bommel over mishandeling van gevangenen in Afghanistan Ministerie van Defensie Postbus 20701 2500 ES Den Haag Telefoon (070) 318 81 88 Fax (070) 318 78 88 Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 1 / SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT 3