[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Advies Tweede Kamercie BZK aan TGCS

Brief Kamer

Nummer: 2008D08096, datum: 2008-09-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z03658:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)








De voorzitter van de tijdelijke gemengde commissie subsidiariteitstoets







	





Plaats en Datum	Den Haag,	11 september 2008

Betreft	Subsidiariteitstoets van het voorstel voor een Richtlijn van de
Raad betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke behandeling
van personen ongeacht godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of
seksuele geaardheid (COM(2008)426

Ons kenmerk

	Uw kenmerk	Kamerstuk 31544 nr. 2

Uw brief van	23 juli 2008

In afschrift aan

	Bijlagen

	



	In bovengemelde brief verzoekt u de commissies BZK en SZW van de Tweede
Kamer, een gemotiveerd advies uit te brengen over de vragen of voor het
richtlijnvoorstel gelijke behandeling voldoende rechtsgrondslag in het
EG-Verdrag bestaat en of met het voorstel is voldaan aan de vereisten
van subsidiariteit en proportionaliteit (artikel 5 EG-Verdrag). Mede
namens de commissie SZW antwoord ik u als volgt.

Het voorstel is ingediend door Europees Commissaris Spidla van
Werkgelegenheid, Sociale Zaken en Gelijke Kansen en is geagendeerd op de
Raad Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en
Consumentenzaken. Deze raad bespreekt de voorstellen op 2 oktober en 15
december 2008.  

In het kader van de toetsing aan de beginselen van subsidiariteit en
proportionaliteit dienen eerst twee voorvragen te worden beantwoord,
namelijk of er voor de na te streven doelstelling een
bevoegdheidstoekenning in het EG-Verdrag bestaat en of er sprake is van
een exclusieve bevoegdheid. De eerste vraag kan positief beantwoord
worden. Artikel 13 lid 1 EG-Verdrag geeft de Gemeenschap de bevoegdheid
om discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afstamming,
godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid te
bestrijden. Dit artikel(-lid) heeft ook gefungeerd als rechtsgrondslag
voor vergelijkbare richtlijnen zoals Richtlijn 2000/43/EG van 29 juni
2000 houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van
personen ongeacht ras of etnische afstamming, Richtlijn 2000/78/EG van
27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke
behandeling in arbeid en beroep en Richtlijn 2004/113/EG van 13 december
2004 houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van
mannen en vrouwen bij de 

toegang tot en het aanbod van goederen en diensten. Het betreft hier
geen exclusieve bevoegdheid van de EU, zodat het optreden dient te
voldoen aan de vereisten van subsidiariteit en proportionaliteit. 

Ten aanzien van subsidiariteit is de commissie er nog niet van overtuigd
dat het voorgestelde wetgevende optreden nodig is om de gekozen
doelstelling, namelijk de bestrijding van discriminatie op grond van
godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid, te
realiseren. In het licht van de diverse richtlijnen die op dit terrein
reeds van kracht zijn dient gewaakt te worden voor juridisering en voor
een te vergaande beleidsmatige inperking van de handelingsvrijheid van
de nationale overheden. Weliswaar zijn in het voorstel diverse
uitzonderingen en beperkingen opgenomen (met name de artikelen 2 en 3)
die de vrijheid van lidstaten respecteren, zelf vorm te geven aan hun
wetgeving ten aanzien van burgerlijke staat, gezinssituatie,
reproductieve rechten, onderwijsstelsels, de status van kerken en
organisaties op religieuze grondslag etc. Er is echter meer inzicht in
de reikwijdte van deze uitzonderingen nodig alvorens kan worden
geconcludeerd of het voorstel voldoet aan het vereiste van
subsidiariteit. 

Op basis van het voorstel en de Impact Assessment is het moeilijk om een
indruk te krijgen van de praktische, juridische en financiële
implicaties van het voorstel. Zo is het bijvoorbeeld niet duidelijk wat
de gevolgen zijn van gelijke behandeling op grond van handicap. Ook op
het gebied van sociale zekerheid valt op dit moment moeilijk een inzicht
te verkrijgen van de materiële implicaties van de voorgestelde
richtlijn. Zullen er bijvoorbeeld personen rechten verwerven die zij op
dit moment niet hebben? De gevolgen voor het onderwijs zijn, in het
licht van de geformuleerde uitzonderingen ten aanzien van de
werkingssfeer, evenmin duidelijk. Tenslotte dient ook een helder inzicht
verkregen te worden van de gevolgen van een (geclausuleerd) verbod op
leeftijdsdiscriminatie zoals voorgesteld. De commissie wijst erop dat
het voor een goede beoordeling van de subsidiariteit nodig is om een
beeld te kunnen vormen van de te verwachten gevolgen van het voorstel.
Daarvoor is nadere informatie nodig.    

Dezelfde overwegingen gelden ten aanzien van de proportionaliteit.
Alternatieve beleidsopties, zoals aanbevelingen, zelfregulering of
toepassing van de open coördinatiemethode, dienen nadrukkelijk in
ogenschouw genomen te worden bij het beleid ten aanzien van
discriminatie. 

De commissie is vooralsnog niet overtuigd dat het voorstel voldoet aan
de vereisten van subsidiariteit en proportionaliteit. Ook het BNC-fiche,
dat op 8 september werd ontvangen, vraagt nadere aandacht voor de
inhoudelijke, financiële en administratieve impact van het voorstel.
Deze informatie is nodig voordat een definitief oordeel geveld kan
worden.  

De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties,

J.A.W.J. Leerdam









  

Vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 

  DocProperty "Dienst"  DCO Internationaal en Ruimtelijk beleid 



Betreft	Subsidiariteitstoets van het voorstel voor een Richtlijn van de
Raad betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke behandeling
van personen ongeacht godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of
seksuele geaardheid (COM(2008)426

Kenmerk

	

	Vervolg Brief

	Bladzijde	  PAGE  2 



  

Vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

DCO Bestuur & Onderwijs







Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Binnenhof 1a

Den Haag

Postbus 20018

2500 EA Den Haag

Tel:	070 3182343

Fax:





E-mail:	Cie.bzk@tweedekamer.nl

www.tweedekamer.nl