[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Halsema en Azough over de contraproductieve effecten van het zero tolerance beleid voor drugs in het uitgaansleven en antwoord op vragen van het lid Van der Ham over gevaren van zero tolerance op dancefeesten

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D08340, datum: 2008-10-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2007Z05190:

Onderdeel van zaak 2007Z05192:

Preview document (🔗 origineel)


De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA  DEN HAAG





Ons kenmerk	Inlichtingen bij	Doorkiesnummer	Den Haag

VGP-K-U-2873403

                                 3 okt. 08

Onderwerp	Bijlage(n)	Uw brief

Kamervragen

	1	18 augustus 2008







Hierbij zend ik u, mede namens de Minister van Justitie, de antwoorden
op de vragen van de Kamerleden Halsema en Azough (GroenLinks) over de
contraproductieve effecten van het zero tolerance beleid voor drugs in
het uitgaansleven (2070827480) en de antwoorden op de vragen van het
Kamerlid Van der Ham (D66) over gevaren van zero tolerance op
dance-feesten (2070827500).

De Minister van Volksgezondheid,

Welzijn en Sport,

dr. A. Klink

Antwoorden op kamervragen van   REF bmkHetLidDeLeden  de Kamerleden
Halsema en Azough   REF bmkKamerleden    over   REF bmkOnderwerp  de
contraproductieve effecten van het zero tolerance   beleid voor drugs in
het uitgaansleven

(  REF bmkNummer  2070827480 ) en antwoorden op de vragen van het
Kamerlid Van der Ham (D66) over gevaren van zero tolerance op
dance-feesten (2070827500).

  REF bmkNummer  \* MERGEFORMAT  2070827480 

1. 

Kent u het bericht dat het zero tolerancebeleid voor drugs in het
uitgaansleven in de praktijk tot kamikazegebruik van drugs leidt?

1. 

Ja.  

2. 

Wat vindt u ervan dat het strikte anti-gedoogbeleid van drugsgebruik in
het uitgaansleven er volgens de instelling voor verslavingszorg
Novadic-Kentron toe leidt dat bezoekers al vóór de ingang van
bijvoorbeeld grote dancefestivals grotere hoeveelheden genotmiddelen
innemen dan normaal, grotere gezondheidsrisico’s nemen, en zich uit
angst voor aanhouding minder snel melden bij een EHBO-post als ze zich
door drugs niet goed voelen?

2. 

Indien zou blijken dat dit inderdaad gebeurt, dan is dat een
verontrustende ontwikkeling. Een en ander neemt niet weg dat het
aanwezig hebben van drugs een strafbaar feit is. Volgens de richtlijnen
van het OM komt alleen het in bezit hebben van een hoeveelheid bestemd
voor eigen gebruik niet in aanmerking voor opsporing en vervolging. Zich
minder snel te melden bij een EHBO-post uit angst voor aanhouding is
niet nodig. Deze angst is niet terecht. Het gebruik van drugs is niet
strafbaar gesteld in de Opiumwet. Een van de belangrijkste redenen
hiervoor is juist om de drempel naar de hulpverlening zo laag mogelijk
te houden, ook tijdens dit soort evenementen.

3. 

Is de veronderstelling van VU-promovendus Jan Krul waar dat het aantal
drugsgerelateerde incidenten na een jarenlange daling door het zero
tolerancebeleid weer zal stijgen en dat dit beleid vanuit
gezondheidsoverwegingen echt onzin is?

3. 

De cijfers uit dit onderzoek laten zien dat er op grote(re) dancefeesten
en festivals de afgelopen jaren zeer weinig levensbedreigende situaties
zijn voorgekomen die kunnen worden gerelateerd aan drugsgebruik. De
veronderstelling dat deze cijfers zullen veranderen naar aanleiding van
het op sommige plaatsen gevoerde zero tolerancebeleid is voorbarig. 

Mij zijn geen gegevens bekend die deze veronderstelling ondersteunen.

4.

Deelt u de mening dat dergelijke grote gezondheidsrisico’s
onaanvaardbaar groot zijn, dat de bescherming van de gezondheid van
gebruikers moet prevaleren boven uw principiële weerzin tegen drugs en
drugsgebruik, en dat dit moet leiden tot fundamentele wijzigingen in het
huidige drugsbeleid in het uitgaansleven? Bent u bijvoorbeeld bereid te
voorzien in preventieve drugstests en goede drugsvoorlichting in het
uitgaansleven, waardoor voorkomen kan worden dat gebruikers te veel of
schadelijke drugs innemen? 

4. 

Zoals ik reeds in maart 2008 heb aangegeven tijdens het debat met de
Tweede Kamer over het Nederlandse drugsbeleid, is de hoofddoelstelling
van het Nederlandse drugsbeleid het voorkomen van drugsgebruik en het
beperken van de risico's voor het individu, zijn of haar directe
omgeving en de samenleving als geheel. Die doelstelling maakt een
uitgebalanceerde, afgewogen aanpak van vraag- en aanbodbeperking
noodzakelijk, waarbij preventie, zorg en harm reduction samengaan met
bestrijding van drugscriminaliteit en –overlast. Tijdens het
drugsdebat heb ik aangekondigd dat wij het drugsbeleid gaan evalueren en
een nieuwe visie op het drugsbeleid zullen opstellen. 

5. 

Welke maatregelen neemt u zich op korte termijn voor om deze
contraproductieve effecten van het zero tolerancebeleid voor drugs in
het uitgaansleven weg te nemen?

5. 

Mij zijn geen gegevens bekend waaruit zou blijken dat de drugscontroles
in het uitgaanscircuit contraproductieve effecten hebben. Ik zal de UvA
(Criminologisch Instituut Bonger) vragen om hier aandacht aan te geven
in haar tweejaarlijkse kwalitatieve monitor van drugsgebruik in het
uitgaansleven. Mocht blijken dat er gezondheidsbedreigende situaties
ontstaan die een directe relatie hebben met het op bepaalde dancefeesten
gevoerde zero tolerance-beleid, dan zal ik in overleg met betrokken
instanties bekijken hoe dergelijke situaties het beste kunnen worden
voorkomen.

2070827500 (Van der Ham)

1. 

Wat is de reactie van de regering op de uitspraken van Novadic-Kentron,
een instelling voor verslavingszorg in Noord-Brabant, dat het zero
tolerance beleid leidt tot “kamikazegebruik”? 

1. 

De uitspraak dat “bezoekers al vóór de ingang een grotere
hoeveelheid aan genotmiddelen nemen dan normaal” is verontrustend.
Vooralsnog zijn mij echter geen cijfers of andere gegevens bekend die
deze uitspraak ondersteunen. Ik zal de Universiteit van Amsterdam
(Criminologisch instituut Bonger) vragen om aandacht hieraan te geven in
de tweejaarlijkse monitor van drugsgebruik in het uitgaansleven.

2. 

Deelt de regering de zorg dat door hardere controle op dance-feesten
bezoekers zich minder snel bij EHBO-posten melden bij
gezondheidsproblemen, wat de problemen kan verergeren? Hoe past dit
binnen het streven van «harm reduction»?

2. 

De reactie van mensen om zich minder snel te melden bij een EHBO-post
uit angst voor aanhouding is niet nodig. Deze angst is niet terecht. Het
gebruik van drugs is niet strafbaar gesteld in de Opiumwet, juist om de
drempel naar de hulpverlening zo laag mogelijk te houden en de
mogelijkheden voor harmreduction en preventie te vergroten.

 DAG, 14 augustus 2008: «Controle op partydrugs werkt niet».

 «Drugsbeleid dancefeesten is gevaarlijk en zinloos» de Volkskrant, 14
augustus. 

Postbus 20350

2500 EJ  DEN HAAG

Telefoon (070) 340 79 11

Fax (070) 340 78 34	Bezoekadres:

Parnassusplein 5

2511 VX  DEN HAAG	Correspondentie uitsluitend richten aan het postadres
met vermelding van de datum en het kenmerk van deze brief	Internetadres:

www.minvws.nl



  IF   DOCPROPERTY "propArchiefkopie"  Fout! Onbekende naam voor
documenteigenschap.  = "Archiefkopie"   AUTOTEXT sysArchiefkopie 
AANGETEKEND  ""