[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden De Wit en Poppe over het werken met benzeen door defensiepersoneel

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D08497, datum: 2008-10-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z02501:

Preview document (🔗 origineel)


Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de vragen van de leden De Wit en
Poppe over het werken met benzeen door defensiepersoneel (ingezonden 16
september 2008 met kenmerk 2008Z02501).

DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE



drs. J.G. de Vries



Antwoorden op de vragen van de leden De Wit en Poppe (beide SP) over het
werken met benzeen door defensiepersoneel (ingezonden 16 september 2008
met kenmerk 2008Z02501).

1

Bent u op de hoogte van de zaak van de ex-Konstabel die in dienst is
geweest bij het ministerie van Defensie en in die functie mede als taak
heeft gehad de wapens en vuurmiddelen aan boord van een marinefregat
schoon te maken met het ontsmettingsmiddel/reinigingsmiddel PX 10? Bent
u er voorts van op de hoogte dat de betreffende persoon nu in een
procedure is verwikkeld met het ministerie over het vergoeden van de
schade die is veroorzaakt door dit middel PX 10?

Ja.

2

Erkent u het oorzakelijk verband in deze kwestie tussen het werken met
het middel PX 10 en de gezondheidsklachten van de ex-Konstabel? Zo ja,
kunt u toelichten waarom het zo lang moet duren voordat het ministerie
overgaat tot het vergoeden van de schade? Kunt u zich voorstellen dat
gedupeerden zich in de steek gelaten voelen door het ministerie van
Defensie, als ex-werkgever, vanwege het trage handelen? Bent u bereid nu
haast te maken en niet langer te treuzelen in de procedures over
aansprakelijkheid?

Ja, want aangenomen wordt dat de arbeidsomstandigheden van betrokkene in
het verleden in belangrijke mate hebben bijgedragen aan het risico op de
ziekte waar hij aan lijdt. 

Op 7 januari 2008 is Defensie aansprakelijk gesteld. Na diepgaand
medisch, historisch en feitenonderzoek is de aansprakelijkheid op 10
juni 2008 erkend. Voor een complexe letselschadeclaim, als de
onderhavige, is een beslissingstermijn van vijf maanden niet lang of
ongebruikelijk, hoewel ik me kan voorstellen dat gedupeerden ook een
termijn van vijf maanden nog lang vinden.

Defensie laat gedupeerden niet in de steek. Voor betrokkene geldt dat
nog tijdens zijn dienstverband, en voordat sprake was van een
schadeclaim tegen Defensie, hij geplaatst is bij de Sociaal Medische
Dienst Koninklijke Marine te Driehuis, waar hij de nodige zorg en
begeleiding ontving en is vanwege het ontvangen van zorg zijn
ontslagdatum opgeschoven. Na zijn leeftijdsontslag is de begeleiding en
zorg overgenomen door een zorgcoördinator van het Zorgloket voor
militaire oorlogs- en dienstslachtoffers.

3

Is u bekend hoeveel medewerkers van het ministerie van Defensie in het
verleden hebben gewerkt met PX 10? In welke periode exact hebben
defensiemedewerkers met PX 10 gewerkt?

4

Is het waar dat het middel PX 10 benzeen en/of verwante stoffen als
xyleen en tolueen bevatte? In welke hoeveelheden is PX 10 toegepast? In
welke omstandigheden is met deze stof gewerkt? 

5

Vanaf welk moment exact is het werken met PX 10 verboden voor
defensiemedewerkers? Wat waren destijds de redenen om het werken met dit
middel te verbieden? Is dit verbod gebaseerd op een wet of regel? Zo ja,
welke? Is dit een algemeen verbod of gold dit verbod alleen voor
defensiepersoneel?

Het is niet precies bekend vanaf welk jaar PX-10 toegepast is. In ieder
geval is het sinds halverwege de zeventiger jaren gebruikt. PX-10 is
vanaf begin jaren tachtig uitgefaseerd en sinds 1995 niet meer in
gebruik. 

Het is niet precies bekend hoeveel personen daadwerkelijk met PX-10
hebben gewerkt. 

Het werd door aangewezen personeel toegepast voor het gereedmaken van
wapens voor langdurige opslag (conserveren) en voor het gebruiksgereed
maken van wapens na opslag (deconserveren). Het is daarnaast door een
groot aantal militairen bij de Koninklijke Marine en Korps Mariniers,
maar ook bij de andere krijgsmachtdelen, gebruikt als
reinigingsvloeistof voor wapens in het kader van onderhoud. 

De exacte samenstelling van PX-10 laat zich lastig vaststellen. De
samenstelling kon per leverancier wisselen. Het is niet uit te sluiten
dat in de zeventiger jaren en begin jaren tachtig PX-10 naast benzeen
ook xyleen en tolueen bevatte. 

Voor hierboven beschreven toepassingen waren zowel in
bewapeningswerkplaatsen, wapenkamers, als aan boord van schepen
(kabelgat) bakken met 200 tot 800 liter PX-10 opgesteld. Daarnaast
werden voor het individuele wapenonderhoud kleine hoeveelheden ter
beschikking gesteld. 

Voorschriften binnen Defensie omtrent het gebruik van PX-10 zijn in de
loop der jaren aangescherpt. Dit vloeit mede voort uit nieuwe Arbonormen
in 1977 hoewel deze niet direct van toepassing waren op Defensie. Echter
het streven van Defensie is er op gericht om conform civiele arbonormen
te werken, tenzij daarbij de taakuitvoering van de krijgsmacht in het
gedrang komt. Vanaf begin jaren tachtig zijn voorschriften ingevoerd dat
baden na gebruik moesten worden afgesloten, tijdens gebruik moesten
worden opgesteld in een voldoende geventileerde ruimte respectievelijk
open lucht en dat bij werkzaamheden steeds beschermende handschoenen,
voorschoot en beschermbril gebruikt moesten worden. Notities, met
betrekking tot meetgegevens van de Koninklijke Marine van na 1987, geven
aan dat er in die tijd vrijwel geen benzeen in PX-10 aantoonbaar was.
Het reinigingsmiddel dat defensiebreed vanaf 1989 gebruikt wordt, is een
aromaatvrije koolwaterstof en bevat geen benzeen.

Het Arbeidsomstandighedenbesluit van 1997 kent een benzeenverbod. Dit
houdt in dat het gebruik van benzeen of van een product waarvan het
gehalte aan benzeen meer dan 1 volumeprocent bedraagt als oplos-,
reinigings- of verdunningsmiddel niet is toegestaan, tenzij zulks
geschiedt in een gesloten systeem of op een andere wijze waardoor in ten
minste gelijke mate bescherming tegen blootstelling daaraan wordt
geboden. 

6

Bent u bekend met andere sectoren waar met oplos- en reinigingsmiddelen
op basis van benzeen of aanverwante stoffen werd gewerkt? Is men ook in
die sectoren overgegaan tot een verbod voor deze stof, en zo ja, vanaf
welk moment? 

Het benzeenverbod zoals hierboven bij het antwoord op vraag 5 beschreven
geldt op grond van het Arbeidsomstandighedenbesluit voor alle sectoren.
De oorsprong voor dit verbod is te herleiden tot de civiele arbonormen
van 1977. Ik ben overigens niet bekend met het gebruik van PX 10 in
andere sectoren.

7

Is er een causaal verband aangetoond tussen de blootstelling aan de stof
benzeen en het krijgen van ernstige ziekten, waaronder leukemie? Bent u
bekend met (literatuur)onderzoek hiernaar? 

De gegevens over kankerrisico’s bij mensen vormden voldoende
aanleiding voor het Internationale Agentschap voor Onderzoek naar Kanker
(IARC) om vast te stellen dat benzeen kankerverwekkend is. Benzeen is
bekend als kankerverwekkende stof in verband met het ontstaan van
leukemie, maar ook in verband met effecten op het beenmerg, zoals het
optreden van myelodysplastisch syndroom. Wanneer men zoekt naar causaal
verband bij leukemie dient overigens ook gekeken te worden naar andere
mogelijke oorzaken zoals bijvoorbeeld roken, straling en blootstelling
aan andere chemische stoffen zoals pesticiden en oplosmiddelen. Defensie
is bekend met literatuur waarin een relatie gelegd wordt tussen
blootstelling aan benzeen en het ontstaan van ernstige ziekten zoals
leukemie.

8

Is het waar dat het ministerie van Defensie tot dusver niet heeft
meegewerkt aan het verrichten van onderzoek naar de effecten van het
blootstellen aan benzeen van eigen personeel in het verleden? Is het
eveneens waar dat het ministerie van Defensie weigert de kosten te
betalen van het literatuuronderzoek dat nu op eigen kosten moest worden
verricht? Zo ja, bent u van mening dat dit terecht is of bent u bereid
de kosten alsnog te vergoeden?

9

Weet u hoeveel oud-defensiemedewerkers op dit moment gezondheidsklachten
hebben als gevolg van blootstelling tijdens werkzaamheden voor defensie
aan benzeen of aanverwante stoffen? Zo neen, bent u bereid hier
grootschalig en grondig onderzoek naar te verrichten? Zo neen, waarom
niet?

10

Bent u van plan oud-defensiemedewerkers die in aanraking zijn geweest
met PX 10 te benaderen en hen in te lichten over de risico’s die zijn
verbonden aan het gewerkt hebben met PX 10, zodat zij zich zonodig op
tijd kunnen voorzien van medische hulp en voorzorg? Zo ja, hoe gaat u
hen benaderen? Zo neen, waarom niet?

In letselschadezaken is het een vereiste dat de gedupeerde zijn claim
onderbouwt aan de hand van bewijsmiddelen. Dit heeft tot gevolg dat de
aanloopkosten van bijvoorbeeld de medisch adviseur van de konstabel door
hem zelf gedragen moesten worden. Zodra de aansprakelijkheid erkend
werd, zijn deze kosten vergoed. Deze gang van zaken wijkt niet af van de
normale behandeling van letselschadeclaims.

In 1997 zijn door de Arbodienst Koninklijke Marine medische dossiers van
militairen van het dienstvak geschutskonstabel bij de Koninklijke Marine
doorgenomen. Daarbij werden geen gevallen van leukemie gevonden of
andere aanwijzingen voor ernstige aandoeningen die in relatie gebracht
konden worden met blootstelling aan gevaarlijke stoffen.

Op dit moment zijn er twee claims bij Defensie ingediend, beide
betreffen konstabels. Andere gevallen zijn mij niet bekend. Door de
belangenbehartiger van de gedupeerden is op zijn website en in de pers
naar voren gebracht dat hij door meerdere zieke oud-militairen of hun
nabestaanden is benaderd. Uiteraard zal ik hem vragen aan mij bekend te
maken wie dit zijn zodat ik kan bezien of de bij deze personen bestaande
klachten in en door de uitoefening van de militaire dienst zijn
ontstaan, zodat ik hen de nodige hulp en zorg kan bieden. 

Ik zal deze kwestie onder de aandacht van (oud) defensiemedewerkers
brengen, te beginnen bij de voormalige konstabels. Tevens zal ik
onderzoek doen naar de samenstelling, het gebruik en de
gezondheidseffecten van PX-10 op defensiepersoneel. Zodra hierover meer
bekend is zal ik u nader informeren.

11

Bent u bereid deze vragen uiterlijk 1 oktober 2008 te beantwoorden,
vanwege de spoed die zal moeten worden betracht omdat het hier gaat om
ernstig zieke mensen met een korte levensverwachting?

Vanwege de benodigde afstemming en eerste onderzoek is het niet gelukt
om uw vragen binnen de door u gestelde termijn te beantwoorden.





Ministerie van Defensie



 PAGE    



Pagina    PAGE  \* MERGEFORMAT  2 /  SECTIONPAGES  \* MERGEFORMAT  7 



Aan	de Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Plein 2





 

 

 

 

 

   

Ministerie van Defensie



Postbus 20701

2500 ES Den Haag

Telefoon (070) 318 81 88

Fax (070) 318 78 88





Pagina    PAGE  \* MERGEFORMAT  1 /  SECTIONPAGES  \* MERGEFORMAT  7