Antwoord op vragen van het lid Joldersma over het preventiebeleid van Holland Casino
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2008D08519, datum: 2008-10-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie ()
Onderdeel van zaak 2008Z01764:
- Gericht aan: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie
- Indiener: F. Joldersma, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Kalvermarkt 53 2511 CB Den Haag Telefoon (070) 3 70 46 20 Fax (070) 3 70 46 43 www.justitie.nl Onderdeel Projectbureau kansspelen Datum 6 oktober 2008 Ons kenmerk 5565226/08/DSP Bijlage 1 Onderwerp Vragen van het lid Joldersma over het preventiebeleid van Holland Casino (nr. 2070828990) Op 5 september 2008 heeft het lid Joldersma (CDA) vragen gesteld over het preventiebeleid van Holland Casino. Bijgaand treft u mijn antwoorden op deze vragen aan. De Minister van Justitie, Antwoorden van de Minister van Justitie op vragen van het lid Joldersma (CDA) over het preventiebeleid van Holland Casino. (Ingezonden 5 september 2008, nr. 2070828990) Vraag 1. Hebt u kennisgenomen van het bericht dat Holland Casino gokverslaving niet zou herkennen? Antwoord 1. Ja. Vraag 2. Welke eisen worden er van overheidswege gesteld aan het gokpreventiebeleid van Holland Casino en de doorverwijzing naar deskundige hulp? Antwoord 2. In de Beschikking Casinospelen 1996 (de vergunning van Holland Casino) zijn in de artikelen 14 en 15 eisen gesteld aan het preventiebeleid, zoals het zorgdragen voor een evenwichtig beleid op het gebied van kansspelverslaving en het treffen van maatregelen en voorzieningen om onmatige deelneming te voorkomen. Deze eisen heeft door Holland Casino nader uitgewerkt in diverse interne procedures. Vraag 3. Deelt u de opvatting dat het onwenselijk is dat een bekende gokverslaafde tot Holland Casino wordt toegelaten, en dat het toegangsverbod alleen weer kan worden opgeheven na bevestiging van de betrokken hulpverlener of verslavingsdeskundige dat een bezoek aan Holland Casino geen schadelijke gevolgen voor hem heeft? Antwoord 3. Holland Casino hanteert een preventiebeleid waarbij diverse maatregelen ter voorkoming van kansspelverslaving zijn opgenomen. Ik verwijs voor een beschrijving van dit beleid naar de beantwoording van de vragen 2 en 3 van het lid De Wit (nr. 2070828970). Een entreeverbod of bezoekbeperking is een belangrijk onderdeel van het beleid. Het opheffen van zo’n maatregel kan alleen op verzoek van de bezoeker plaatsvinden en niet eerder dan nadat een nazorggesprek heeft plaatsgevonden. In 2007 zijn er door medewerkers van Holland Casino in het kader van het preventiebeleid kansspelen ruim 6.000 gesprekken nazorg gevoerd. De medewerkers die dergelijke gesprekken voeren zijn getraind door Jellinek Consultancy. In zo’n gesprek wordt onder meer ingegaan op de vraag in hoeverre betrokkene zijn speelgedrag (weer) onder controle heeft. Holland Casino kan daarbij aan betrokkene vragen of deze informatie over eventuele hulpverlening wil geven. Uit privacy-overwegingen kan dit echter niet worden afgedwongen. De eigen verantwoordelijkheid van de bezoeker speelt hierbij een dominante rol. Holland Casino bekijkt van geval tot geval of een bezoeker weer kan worden toegelaten. Ik zie wel een mogelijke rol voor onafhankelijke, professionele verslavingsdeskundige(n) die door de medewerkers van Holland Casino kunnen worden geraadpleegd met vragen omtrent onder andere instelling of opheffing van een entreeverbod of bezoekbeperking. Ik ga deze mogelijkheid met Holland Casino bespreken. Vraag 4. Trekt Holland Casino na of bezoekers in de schuldsanering zitten, en wordt deze gokkers de toegang geweigerd om hen tegen zichzelf te beschermen? Antwoord 4. Holland Casino controleert niet structureel op schuldsanering. Dit zou gelet op het aantal bezoekers (ruim een miljoen per jaar) ook niet mogelijk zijn. De gevallen die - op basis van indicaties/informatie - wel aanleiding geven tot een dergelijke controle zijn beperkt in aantal. Indien bij raadpleging van het openbare Centraal Insolventieregister of het Landelijk Register Schuldsanering blijkt dat tegen betrokkene een schuldsaneringregeling is uitgesproken, dan volgt een uitsluiting. Vraag 5. Hoe beoordeelt u het feit dat werknemers van Holland Casino het moeilijk vinden een gokverslaving te herkennen? Acht u het wenselijk dat Holland Casino professionele verslavingsdeskundigen aanstelt die verslavingsgedrag beter herkennen en beter kunnen ingrijpen? Antwoord 5. De uitlatingen van deze medewerkers zijn gedaan tijdens een getuigenverhoor in de aanloop naar een mogelijke rechtszaak en zijn volgens Holland Casino uit de context gehaald. Ik kan mij echter, zonder een oordeel te geven over het voorgaande, voorstellen dat het niet altijd even eenvoudig is om signalen van verslaving te herkennen. Alle medewerkers van Holland Casino worden, afhankelijk van de functie, in verschillende gradaties getraind. Deze trainingen worden verzorgd door professionele instellingen voor verslavingszorg. Verder is er in het kader van het preventiebeleid veelvuldig overleg met instellingen voor verslavingszorg, zowel landelijk als regionaal. Gelet op de complexiteit van dit vraagstuk kan ik mij voorstellen dat een professionele verslavingsdeskundige een nuttige, aanvullende rol kan spelen. Zie hierover ook mijn antwoord op vraag 3. Vraag 6. Bent u bereid en voornemens in de nieuwe Wet op de kansspelen de eisen aan het preventiebeleid voor Holland Casino aan te scherpen? Antwoord 6. Ik ben voornemens om in het voorstel voor een nieuwe Wet op de kansspelen op te nemen dat de vergunninghouder zorg draagt voor een evenwichtig beleid ter voorkoming van kansspelverslaving. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen dan regels worden gesteld met betrekking tot dit beleid. Ik zie vooralsnog geen redenen om de eisen voor het preventiebeleid aan te scherpen. Toelichting: deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid De Wit (SP), ingezonden 5 september 2008, (vraagnummer 2008Z01763 / 2070828970) Algemeen Dagblad, 4 september 2008 5565226/08/DSP/6 oktober 2008 PAGE 4 / NUMPAGES 4 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Directie Sanctie- en Preventiebeleid Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen.