[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Van der Staaij over het afnemen van het aantal plaatselijke brandweerkazernes

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D08917, datum: 2008-10-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2008Z01908:

Preview document (šŸ”— origineel)


2008Z01908 / 2070829260

Vragen van het lid Van der Staaij (SGP) aan de minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties over het afnemen van het aantal
plaatselijke brandweerkazernes. (Ingezonden 9 september 2008)

1

Hebt u kennisgenomen van het bericht dat er sinds 1995 zeker vijftig
brandweerkazernes zijn gesloten? 1) Kunt u dit bericht bevestigen?

1. Antwoord

Ja ik heb kennisgenomen van het bericht. Uit cijfers van het Centraal
Bureau voor de Statistiek blijkt dat het aantal kazernes en
brandweerposten van 1053 (januari 1995) tot 1013 (januari 2008) is
afgenomen. 

2

Bestaat er inderdaad geen volledig landelijk beeld van het aantal
brandweerposten in Nederland? Zou het niet wenselijk zijn dat er wel
landelijk zicht is op de spreiding van brandweerkazernes in Nederland?

2. Antwoord

De Inspectie Openbare Orde en Veiligheid heeftĀ in 2007 onderzoek
uitgevoerdĀ naar de operationele prestaties van de brandweer. Ten
behoeve van dit onderzoek is er een overzicht samengesteld van de
landelijke spreiding en dekking van brandweerkazernes en posten in
Nederland.Ā Het overzicht per regio is in december 2007 aangeboden aan
de respectievelijke voorzitters van de veiligheidsregio's en regionale
commandanten brandweer.

3

Herinnert u zich uw uitspraak in de nota naar aanleiding van het verslag
bij het Wetsvoorstel veiligheidsregioā€™s, dat brandweerkazernes in
woonkernen ook bij regionalisering gewoon blijven bestaan? 2) Hoe
verhoudt deze uitspraak zich tot het afnemen van het aantal
brandweerposten?

3. Antwoord

Mijn uitspraak in deze nota was het antwoord op de vraag of ik de
conclusie van de Programmaraad Brandweerzorg deel, namelijk dat de
brandweerzorg zoveel mogelijk lokaal moet worden geregeld en dat
regionalisering van de brandweer niet automatisch leidt tot het opheffen
van brandweerkazernes en ā€“posten in woonkernen.

De precieze oorzaken voor het afnemen van het aantal brandweerposten
zijn in het onderzoek waar in het bovengenoemde bericht aan gerefereerd
wordt, niet nagegaan. Het is mij wel bekend dat op grond van
gemeentelijke herindelingen en vanuit overwegingen van effectiviteit en
doelmatigheid op bepaalde plaatsen kazernes en posten zijn verplaatst of
gesloten. 

4

Hoe wilt u bewerkstelligen dat ook in kleine dorpen of
plattelandsgemeenten de opkomsttijd van acht minuten wordt gehaald?
Wordt deze opkomsttijd verplicht gesteld?

5

Wordt bij eventuele uitzonderingen op de opkomstplicht van acht minuten
uitgegaan van het principe dat in een bepaald percentage van het land de
opkomstplicht binnen acht minuten niet geldt of van een percentage van
de gevallen in een bepaalde woonkern?

Antwoord op de vragen 4 en 5

De brandweerzorg is een verantwoordelijkheid die in de Brandweerwet 1985
is opgedragen aan het college van Burgemeester en Wethouders. Er is geen
wettelijk vastgesteld normenkader voor de kwaliteit van de brandweerzorg
en de prestaties van de brandweer. Het stelsel van opkomsttijden zoals
dat op dit moment wordt gehanteerd in veel gemeenten en regioā€™s in
Nederland is gebaseerd op de Handleiding brandweerzorg die in 1992 door
de minister van Binnenlandse Zaken per circulaire als advies aan de
verantwoordelijke besturen is aangeboden. In deze handleiding is een
stelsel van opkomsttijden opgenomen dat zich uitstrekt van vijf tot
twaalf minuten, afhankelijk van de gebruiksfunctie van een bouwwerk of
object. De genoemde tijd van acht minuten is de richttijd uit Ć©Ć©n van
deze categorieƫn.

Het uitgangspunt bij het ontwikkelen van deze handleiding was dat er een
afweging moet worden gemaakt tussen de kosten en de baten van de
brandweerzorg. Daarmee zijn de genoemde opkomsttijden niet in graniet
gebeiteld. Indien er een goed onderbouwde aanleiding is, kan van de tijd


afgeweken worden. Dit uitgangspunt geldt nog steeds.

Ik ben voornemens om het stelsel van opkomsttijden wettelijk te
verankeren in het Besluit

veiligheidsregioā€™s. 

Uw Kamer heeft mij in het nader verslag bij het Wetsvoorstel
veiligheidsregioā€™s diverse vragen gesteld over kwaliteitseisen aan de
veiligheidsregioā€™s in het algemeen en aan de brandweer in het
bijzonder. In de nota naar aanleiding van het nader verslag ga ik
uitgebreid hierop in. Het is mijn streven om deze nota begin oktober aan
uw Kamer te kunnen verzenden.

6

Erkent u het belang van goede raadpleging van betrokkenen, waaronder de
brandweervrijwilligers bij besluitvorming rond eventuele afstoting van
kazernes? In hoeverre vindt een dergelijke raadpleging in de praktijk
ook daadwerkelijk plaats?

6. Antwoord

Ik onderschrijf het belang van de professionele inbreng van de
beroepsgroep, bij het inrichten van de brandweerzorg in gemeenten en
regioā€™s. De spreiding van kazernes maakt daar onderdeel van uit. Op
dit moment is de brandweer veelal verantwoordelijk voor de technische
uitwerking van de plannen. Ik heb er geen zicht op in welke mate
brandweervrijwilligers systematisch hierbij betrokken worden. Ik
onderken wel het belang van de inbreng van deze categorie. Dit blijkt
ook uit de startsubsidie die ik heb toegekend aan de Vakvereniging voor
Brandweervrijwilligers begin dit jaar. 

1) ā€˜Dorpen raken brandweerpost kwijtā€™, Nederlands Dagblad, 8
september 2008. 

2) Kamerstuk 31 117, nr. 6, blz. 45.