Verslag van een schriftelijk overleg over communicatiecampagne AOW-partnertoeslag
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2008
Lijst van vragen
Nummer: 2008D08954, datum: 2008-10-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.M.A.M. de Wit, voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit SP kamerlid)
Onderdeel van zaak 2008Z01771:
- Indiener: A. Aboutaleb, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2008-09-09 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2008-09-09 16:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2008-09-23 16:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2008-10-02 14:00: Communicatiecampagne AOW-partnertoeslag (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2008-10-30 11:30: AOW-onderwerpen VERPLAATST NAAR 5 NOVEMBER (Algemeen overleg), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2008-11-05 10:00: AOW-onderwerpen (Algemeen overleg), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2008-12-04 13:30: Aanvang middagvergadering: regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
31 700 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2008 Nr. VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld …2008 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft over de brief d.d. 1 september 2008 van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid inzake de communicatiecampagne met betrekking tot de afschaffing van de AOW-partnertoeslag (31 200 XV, nr. 90) de navolgende vragen ter beantwoording aan het kabinet voorgelegd. Deze vragen, alsmede de daarop op ….. gegeven antwoorden, zijn hieronder afgedrukt. De voorzitter van de vaste commissievoor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, De Wit Adjunct-griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Esmeijer Opmerkingen en vragen van de leden van de CDA-fractie 1. De leden van de CDA fractie hebben de brief van de regering over de communicatiecampagne AOW-partnertoeslag met gemengde gevoelens gelezen. Bij de begroting SZW voor het jaar 2008 is de motie-Omtzigt/Hamer aangenomen (31200 XV, nummer 33). In het debat is uitgebreid gewisseld wat de bedoeling van deze motie is: het pensioenbewustzijn van de Nederlandse bevolking inzake de AOW in speciaal de partnertoeslag fors te verhogen. Immers een kostwinner van 65 met een jongere partner onder de 65 krijgt vanaf 2015 een gehuwden-AOW van 50% en niet meer de toeslag van 50%. Dat betekent een inkomen van minder dan € 700 per maand. Dit is een fundamentele ingreep geweest in de sociale zekerheid onder het eerste paarse kabinet. Heel bewust is er toen gekozen voor een overgangstermijn van maar liefst 20 jaar. Immers mensen kunnen dan kennis nemen van de wijziging en zich vervolgens voorbereiden op de gewijzigde regelgeving. En al in stap 1 blijkt het mis te gaan. Meerdere onderzoeken zijn aangehaald in het debat vorig jaar. Allen gaven een bekendheid met de regelgeving aan van ongeveer 20-25% en dat was voor de hele Kamer aanleiding om de regering te vragen om bekendheid met de AOW-partnertoeslag tot een beleidsdoelstelling te maken. Dat ligt ook in de rede. Immers de regering kiest er zelf voor om “inzicht in de hoogte van het aanvullend pensioen “ als een beleidsdoelstelling op te nemen in de begroting voor 2008 en voor 2009. Tabel 45.4 Indicatoren operationele doelstelling 2 Realisatie 2007 Streven 2008 Streven 2009 Streven 2013 Inzicht in de hoogte van het aanvullend pensioen 54 66 68 75 Bron: Begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2009, pagina 60 Ofwel, de regering streeft er actief naar dat de burgers inzicht hebben in de hoogte van het aanvullend pensioen. De verbazing van de leden van de CDA-fractie was dan ook groot dat zij dezelfde begroting voor 2009 nog steeds geen operationele doelstelling aantroffen, maar slechts een kengetal op pagina 107: “Volgens het rapport AOW-partnerstoeslag (Intromart-GfK bv, 16 juli 2008) is de bekendheid met de afschaffing in 2015 van de partnertoeslag AOW in 2008 21%”. De leden van de CDA-fractie vinden deze uitkomst weinig verrassend. Er is immers meer dan voldoende onderzoek beschikbaar dat dit cijfer staaft. Wel zijn zij benieuwd hoeveel de regering uitgegeven heeft aan dit onderzoek en het vooronderzoek. De motie-Bakker vraagt de regering dat te melden bij elk onderzoek, maar de leden van de CDA-fractie hebben dit gegeven niet kunnen terugvinden in de brief of het rapport. Hoeveel heeft het externe onderzoek en het vooronderzoek naar de bekendheid met het vervallen van de AOW partnertoeslag gekost? 2. Zelfs de magere handreiking die op 28 mei j.l. aan de Kamer gedaan werd: “Gelet op het gestelde in de motie ben ik bereid om een onderzoek uit te voeren dat zich zal richten op de mogelijkheden van een cijfermatige indicator in de vorm van een resultaatswaarde. De resultaten van dit onderzoek zal ik opnemen in toekomstige begrotingsstukken.” (31200 XV, nr. 88, pagina 3) wordt niet gehandhaafd in de begroting voor 2009 Er is in de begroting namelijk geen doelstelling opgenomen voor de komende jaren. Zelfs is in het betreffende beleidsartikel niet opgenomen wie verantwoordelijk is voor de bekendheid met wet-en regelgeving. Er staat onder de activiteiten van SZW: “opstellen en onderhouden beleid, wet-en regelgeving” en onder die van de SVB: “handhaven van de wet-en regelgeving”. Mede met het oog op het pensioenregister, waarin bijvoorbeeld de SVB lijkt deel te nemen, is het nogal vreemd dat “bekendheid met de wet-en regelgeving niet is opgenomen. Wie is er verantwoordelijk voor de bekendheid van de wet-en regelgeving rond de AOW en de AOW-partnertoeslag, het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid of de SVB? Is de regering ook bereid die verantwoordelijkheid op te nemen in de begroting? 3. De SVB doet mee aan het pensioenregister, waardoor een ieder inzicht moet krijgen in zijn of haar inkomenspositie na leeftijd 65. Is de SVB is staat om per 1 januari 2011 een ieder te vertellen welke AOW-rechten hij zal hebben, net als de pensioenfondsen en verzekeraars dat zullen moeten zijn inzake de Pensioenwet? 4. In de wet financiering sociale verzekering is opgenomen dat mensen recht hebben op een jaarlijks “verzekerdenbericht”, waarin helder opgeschreven staat op welke zaken mensen recht hebben. Kan de regering een update geven over de laatste stand van zaken met betrekking tot dit verzekerdenbericht? En zal daarop eindelijk ook helder inzicht verschaft worden in de hoogte van de AOW-uitkering? 5. Is de regering bereid om op zeer korte termijn streefcijfers te publiceren voor de bekendheid met de AOW-toeslag, de methode aan te geven waarop jaarlijks gekeken zal worden of die gehaald zijn en daarover binnen twee weken de Kamer te informeren? 6. De leden van de CDA-fractie begrijpen dat het “een lastig communicatieaspect is, dat de doelgroep in de tijd steeds kan wisselen, in termen van wel/geen partner en wel/geen inkomen bij de jongere partner”, maar hetzelfde geldt één-op-één communicatie over pensioenen. Daarenboven is het juist de bedoeling van de afschaffing van de toeslag dat de jongere partner inkomen gaat verwerven. Dus hoewel het lastig is voor de communicatie, dient dit toch niet als een belemmering gezien te worden. De campagne om bekendheid te verschaffen moet nu goed en wel bezig zijn. Kan de regering inzicht geven in welke acties tot nu toe ondernomen zijn (spotjes, banners en welke concrete publicaties) en ongeveer welke publicaties de komende tijd zullen volgen? Hoeveel geld is hiervoor vrijgemaakt in de begroting en onder welk begrotingsartikel valt dat? 7. Gehuwde mensen die in 1950 geboren zijn, krijgen een brief thuisgestuurd over deze maatregel. In het vorige debat is er vanuit de hele Kamer op aangedrongen om een grotere groep te nemen, namelijk 10-15 jaar. Immers 58-jarigen kunnen zich slechter voorbereiden dan 52-jarigen op een toekomstige maatregel. Daarom lijkt het toch logisch om een bredere groep direct te benaderen. Hoe groot is de kans dat iemand, die zich op 55 jarige leeftijd inschrijft als werkzoekende bij het CWI binnen één jaar een baan vindt? Wanneer krijgen alleen mensen met het geboortejaar 1950 de betreffende brief? Zal de brief geschreven zijn in begrijpelijk Nederlands (B1-niveau), zodat hij voor vrijwel iedereen leesbaar zal zijn? Waarom kiest de regering ervoor om de brief alleen naar gehuwden te sturen en niet naar iedereen die volgens de definitie van de AOW recht heeft op een gehuwden-AOW, namelijk ook ongehuwd samenwonenden, geregistreerd of niet, samenwonende broers/zussen? Is de regering bereid om deze brief in ieder geval te sturen aan iedereen die aangeeft een fiscaal partner te hebben en aan iedereen die met een broer/zus hetzelfde adres deelt? Op basis waarvan zal de regering besluiten een bredere groep aan te schrijven? Wanneer zal de regering dat besluit nemen? 8. De leden van de CDA-fractie hopen dat de regering grote haast maakt met het opstellen van streefcijfers en vooral het communiceren met burgers. Er is immers al dertien jaar verstreken sinds publicatie in het staatsblad en de regering heeft weinig enthousiasme aan de dag gelegd voor communicatie in de tussenliggende jaren. Graag zien zij de antwoorden binnen drie weken tegmoet. Opmerkingen en vragen van de leden van de PvdA-fractie 9. De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief. Zij onderschrijven de noodzaak van het onderzoek naar het kennisniveau bij burgers over de AOW en de afschaffing van de AOW-partnertoets. Zij willen echter een verduidelijking als het gaat over de streefwaarden van het kennisniveau. Dit noopt hen tot een aantal vragen. De Kamer heeft het kabinet gevraagd streefwaarden op te stellen om de kennis van de regelgeving rond de AOW-partnertoeslag te toetsen (31200-XV-33). In de brief dd. 28 mei 2008 (31200-XV-88) stelt de staatssecretaris dat het nagenoeg onmogelijk is om streefwaarden te formuleren voor de kennis over de afschaffing van de AOW-partnertoeslag, aangezien de doelgroep niet constant is en er bereidheid bij de burgers moet zijn om de informatie op te nemen. Het onderzoek naar de kennis moest uitwijzen of het mogelijk was een cijfermatige indicator (resultaatswaarde) op te stellen. In de samenvatting van het rapport wordt niets gemeld over de streefwaarden. In hoeverre is het haalbaar, op basis van dit onderzoek, om streefwaarden op stellen over de kennis over de AOW-partnertoeslag? Indien het haalbaar blijkt om streefwaarden op te stellen over de kennis van de afschaffing van de AOW-partnertoeslag, welke streefwaarden heeft de regering geformuleerd? Indien het niet haalbaar blijkt om streefwaarden op te stellen over de kennis van de afschaffing van de AOW-partnertoeslag, hoe gaat de regering controleren of mensen al op de hoogte zijn van de afschaffing? Opmerkingen en vragen van de leden van de SP-fractie 10. De leden van de SP fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de inhoud van de brief inzake de communicatiecampagne AOW-partnertoeslag In de brief wordt aangegeven, dat de voorgenomen communicatie zich primair zal richten op de groep mensen tussen de 50 en 58 jaar, omdat zij als eersten te maken kunnen krijgen met de afschaffing van de partnertoeslag. 79% weet op dit moment niet, dat deze toeslag wordt afgeschaft. Daarbij rijst bij de leden van de SP-fractie de vraag of in de communicatie met deze groep, ook helder en duidelijk kan worden aangegeven wat zij nu nog kunnen doen om het voor hen ontstane hiaat aan te vullen. Nog steeds geldt immers, dat het voor mensen boven de 50 uiterst moeilijk is om aan werk te komen. Bovendien zijn er groepen mensen die nooit aan het arbeidsproces zullen kunnen deelnemen. Waar halen zij dat geld vandaan en hoeveel moet door hen jaarlijks opzij gelegd worden en waar moeten ze met hun geld naar toe om de nadelige gevolgen van deze afschaffing teniet te doen zodat ze ervan verzekerd zijn, dat ze ook na het bereiken van de 65-jarige leeftijd op een fatsoenlijke wijze samen verder kunnen leven? 11. Waarom is het tijdstip van afschaffing niet gekoppeld aan een percentage van de arbeidsparticipatie? In 2016 zou de arbeidsparticipatie 80% moeten bedragen. Als dat percentage pas in 2020 wordt behaald, kan de afschaffing dan ook plaatsvinden in 2020? 12. De regering zegt, dat het formuleren van streefwaarden nagenoeg niet mogelijk is. Maar die kunnen toch gekoppeld worden aan de bekendheid met de afschaffing van de toeslag? Nu weet 79% het niet. De streefwaarden zou kunnen zijn, dat aan het einde van de campagne 100% op de hoogte is van de afschaffing. 13. De regering geeft aan, dat we geen al te hoge verwachtingen mogen hebben van het bereiken van een grotere bekendheid met de afschaffing van de AOW toeslag. Zijn de kosten, die gemoeid gaan met het opzetten van de campagne dan niet bij voorbaat weggegooid geld? Opmerkingen en vragen van de leden van de PVV-fractie 14. Bij soorten communicatiemiddelen is er voorgesteld om een persoonlijke geadresseerde brief op meerdere momenten te brengen. Waarom een persoonlijk brief? En aan wie? En wat kost dat wel niet? En waarom meerdere malen als de brief al persoonlijk geadresseerd wordt? 15. Wat kost de huidige voorlichtingscampagne? 16. Vanaf 2009 wordt er gesproken over een vermoedelijke intensivering van de campagne. Hoeveel gaat deze intensivering kosten? 17. Er is een speciaal voorlichtingsbureau ingeschakeld voor allochtonen en er wordt specifiek informatiemateriaal ontwikkeld. Wat wordt er precies bedoeld met specifiek informatiemateriaal? 18. Worden er alleen speciale maatregelen genomen voor allochtonen? Wat kosten deze specifieke maatregelen? 19. Waarom is er besloten om speciale voorzieningen te treffen voor allochtonen? 20. Wat zijn de beoogde percentages na de 1e en (mogelijk) 2e intensivering? 21. Wat gaat de campagne na de intensiveringen kosten? 22. Waarom wordt de nadruk gelegd op lagere inkomens? 23. Voor specifieke doelgroepen is er besloten om via hun eigen kanalen personen te informeren die het dan weer meenemen en zelf vertellen aan hun leden en publiek. Waarom is er niet gekozen om deze maatregel ook voor allochtonen van toepassing te laten zijn? 24. Onderzoek heeft uitgewezen dat de helft van de respondenten geen interesse heeft in extra informatie over de eigen inkomenspositie na hun 65e. Wat is gelet op deze gegevens het doel van de voorlichting? En is de voorlichting in verband met de kosten wel rendabel voor het aantal geïnteresseerden? Opmerkingen en vragen van de leden van de fractie van de ChristenUnie 25. De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben kennis genomen van het communicatieplan met betrekking tot de afschaffing van de AOW-partnertoeslag. Waarom is er gekozen is voor alléén een internetonderzoek? In hoeverre is er sprake van een dwarsdoorsnee van de samenleving? Hoe groot is de populatie inwoners in Nederland tussen 35 en 57 jaar oud? Is in het onderzoek de burgerlijke staat meegenomen? 26. Het primair doel van de voorlichtingcampagne is dat mensen meer basisinformatie krijgen, zodat zij de informatie over het afschaffen van het partnerpensioen kunnen plaatsen. Vervolgens zullen zij gestimuleerd worden zich te verdiepen in de gevolgen van het afschaffen van het partnerpensioen voor hen zelf. Waarom is er gekozen voor deze opzet? In hoeverre zal deze aanpak effect scoren? 27. De leden van de fractie van de ChristenUnie onderschrijven dat de boodschap op meerdere momenten en via verschillende kanalen moet worden uitgebracht. Waarom wordt er alleen voor allochtonen specifiek voorlichtingsmateriaal ontwikkeld? Immers volgens het onderzoek zijn er verschillen te zien tussen de doelgroepen. Is er ook een vrouwenorganisatie verenigd in de Stichting Pensioenkijker.nl? 28. Er zal begonnen worden met de inzet van massamediale communicatie. Hoeveel procent van de mensen moet bereikt worden? Waarom is niet gekozen voor mondelinge informatie-overdracht? Wat zijn de kosten van de campagne en hoe wegen deze op tegen de baten? 29. Het onderzoek naar de bekendheid met het afschaffen van de partnertoeslag zal periodiek herhaald worden. Hoe lang zal dit herhaald worden? Wanneer gaat de campagne in 2008 van start gaat en wanneer zal de evaluatie van de ingezette middelen plaatsvinden?