Preview document (🔗 origineel)

---

Hierbij treft u de antwoorden aan op de vragen van het lid Jansen (SP)
van 25 september 2008 aan de minister van Economische Zaken over de
schatting van het gas- en elektriciteitsverbruik bij het switchen van
energieleverancier.

1

Is het waar dat er een ‘marktafspraak’ is tussen de
energieleveranciers die regelt dat de nieuwe energieleverancier bij een
leveranciersswitch de door de klant opgegeven meterstanden doorgeeft aan
de netbeheerder (al dan niet via EDSN)? Zo ja, klopt het dat deze
afspraak niet bindend is voor de energieleveranciers?

Antwoord

De spelregels voor de leverancierswitch en andere marktfaciliterende
processen zijn vastgelegd in de Informatiecode Elektriciteit en Gas.
Deze Informatiecode Elektriciteit en Gas maakt deel uit van de
voorwaarden die de Raad van Bestuur van de NMa vaststelt op grond van
artikel 31 e.v. van de Elektriciteitswet en artikel 12b e.v. van de
Gaswet.

Op grond van de Informatiecode moet de nieuwe leverancier de
meterstanden bij de desbetreffende klant opvragen. De leverancier geeft
de meterstanden vervolgens door aan de netbeheerder. De Informatiecode
is bindend voor alle marktpartijen en dus ook voor leveranciers. De
Energiekamer ziet er op toe dat marktpartijen conform de Informatiecode
opereren.

2

Klopt het dat netbeheerders een schatting van het energieverbruik maken
als de nieuwe energieleverancier bij een switch verzuimt de actuele
meterstand door te geven? Klopt het dat de geschatte meterstand in de
meeste gevallen boven de werkelijke meterstand ligt?

Antwoord

Bij een leverancierswitch of verhuizing vraagt de leverancier aan de
klant om een meterstand. De leverancier meldt daarbij aan de klant dat
het niet (tijdig) verstrekken van de bedoelde meterstand leidt tot
berekening of schatting van de meterstand. In geval de klant verzuimt om
een meterstand te verstrekken aan de leverancier, zal de netbeheerder
een stand berekenen op basis van historisch verbruik (met correctie voor
seizoensinvloeden). Het is bij mij niet bekend dat deze meterstanden in
de regel boven de werkelijke meterstanden liggen. Overigens zal met de
komst van de slimme meter de noodzaak voor de klant om een meterstand te
verstrekken of het doen van schattingen geheel verdwijnen. De
leverancier kan dan immers altijd de juiste meterstand op afstand
uitlezen.

3

Is het waar dat de netbeheerders bij de beoordeling van het in
behandeling nemen van correctieverzoeken van energiegebruikers
validatiemarges gebruiken die liggen tussen de 50% en 200% van het
verwachte gebruik? Waarom worden correctieverzoeken niet standaard
gehonoreerd als een energiegebruiker constateert dat de schatting
afwijkt van de werkelijke meterstanden?

Antwoord

Het is aan de leverancier om correctieverzoeken van klanten af te
handelen. Indien de klant een gegronde klacht heeft over gehanteerde
meterstanden, dan is het aan de leverancier om een correctienota op te
stellen en om het volume dat de klant onterecht (niet) in rekening is
gebracht te corrigeren. De genoemde validatiemarges zijn niet van
toepassing op een correctieverzoek van een klant bij een leverancier. 

De genoemde validatiemarges worden wel gehanteerd voor meterstanden die
in het kader van een switch door de klant zijn doorgegeven aan de
leverancier. Dit is vastgelegd in de Meetcode. Deze vorm van validatie
en de gebruikte marges worden toegepast in het belang van de klant. Bij
voorkeur moet namelijk worden voorkomen dat bij een switch altijd
fysieke meteropname moet plaatsvinden. Zo’n fysieke meteropname zou de
switchkosten en daarmee de switchdrempel substantieel verhogen. Het is
bedrijfseconomisch echter niet verantwoord om door de klant opgegeven
meterstanden altijd zonder meer te accepteren. Vandaar dat er marges
worden gehanteerd waaraan een opgegeven meterstand wordt getoetst. Als
deze minder dan 50% naar beneden afwijkt of 200% hoger ligt dan de
prognoses waarvan de netbeheerder op basis van historische
jaarverbruiken uit gaat, wordt de opgegeven meterstand geaccepteerd. De
introductie van de slimme meter zal het hanteren van deze
validatiemarges in de toekomst overbodig maken. 

4

Krijgt de Energiekamer met enige regelmaat klachten over deze specifieke
problematiek? Zo ja, hoeveel klachten heeft de Energiekamer de afgelopen
jaren over deze problematiek ontvangen?

Antwoord

Gemiddeld krijgt de Energiekamer via ConsuWijzer circa 1.100 vragen of
klachten per maand die gerelateerd zijn aan onderwerpen over energie.
Hiervan hebben circa 25 vragen per maand betrekking op onjuiste
meterstanden zowel over onjuiste meterstanden op de jaarafrekeningen als
over onjuiste meterstanden op eindafrekeningen bij verhuizing of bij
switchen. Het is mij niet bekend hoeveel hiervan betrekking heeft op
onjuiste meterstanden als gevolg van alleen het switchen, maar dat
aantal zal zeker lager liggen dan deze 25 gevallen per maand (ofwel
lager dan 2.3%). ConsuWijzer adviseert de consument hoe deze moet
handelen in geval van onjuiste meterstanden.

5

Wat vindt u van de suggestie om switches voortaan alleen toe te staan
als de werkelijke meterstanden zijn vastgesteld en geregistreerd bij
EDSN? Bent u bereid om dit wettelijk te verankeren? 

Antwoord

Uiteraard is de meest ideale situatie dat er bij elke mutatie gebruik
kan worden gemaakt van de meest actuele en accurate meterstanden. Dat is
nu juist een van de voornaamste redenen voor de invoering van de hele
slimme meter. Bij afwezigheid van een dergelijke meter heeft de
verplichting om altijd een meterstand van de klant te hebben alvorens de
leverancierswitch geëffectueerd kan worden, een sterk marktbelemmerende
werking.

Bij marktopening van de consumentenmarkt heeft de door de heer Jansen
voorgestelde verplichting een tijd lang gegolden. Het bleek echter dat
klanten veelvuldig verzuimden om (tijdig) een meterstand aan de
leverancier te verstrekken. Dit leidde ertoe dat switches niet werden
geëffectueerd. Dit werd door klanten vaak niet begrepen en werd als een
grote marktbelemmering ervaren door leveranciers. Daarom is het proces
op dit moment zo ingericht dat een leverancierswitch of verhuizing ook
wordt geëffectueerd als een klant verzuimd heeft een meterstand ter
beschikking aan de leverancier te stellen. Er wordt vervolgens uitgegaan
van een geschatte stand. Zolang dit helder wordt gecommuniceerd naar de
klanten en mede gelet op het geringe aantal vragen en klachten dat bij
ConsuWijzer over onjuiste meterstanden in brede zin binnen komt, zie ik
geen aanleiding om in dit kader te interveniëren. Daar komt nog bij dat
met de komst van de slimme meter deze hele problematiek niet meer aan de
orde is.

(w.g.)	Maria J.A. van der Hoeven

Volgvel minute

 \PAGE 3 

Paraaf en datum

Minute





Auteur	Toestelnummer	Classificatienummer

R.J.R. Dantuma	7656

	Datum	Uiterste verzenddatum	Verzendwijze

30-9-2008	9-10-2008

	Aan	Informatiekopie aan	Medeafdoening van ons kenmerk

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 

Binnenhof 4 

2513 AA  's-GRAVENHAGE

	secr., archief, Frequin, MT-EM, vdBroek, vDiepen (DC), Buitelaar (eK)	

Medeparaaf en datum

BSG-Verheule



Datum	Uw kenmerk	Ons kenmerk	Bijlage(n)

7 oktober 2008	2008Z03163/2080900960	ET/EM / 8146544

	Onderwerp



	Kamervragen over de schatting van het gas- en elektriciteitsverbruik
bij het switchen van energieleverancier



Bezoekadres	Doorkiesnummer	Telefax

Bezuidenhoutseweg 30	070 – 379 7656	070 – 379 7841

Hoofdkantoor

Bezuidenhoutseweg 30

Postbus 20101

2500 EC  's-Gravenhage	Telefoon (070) 379 89 11

Telefax (070) 347 40 81

Email ezpost@minez.nl

Website www.minez.nl	Behandeld door



R Dantuma



Verzoeke bij beantwoording van deze brief ons kenmerk te vermelden