Antwoord op vragen van de leden De Rouwe en Van Haersma Buma over opgelegde verkeersboetes van een naamgenoot
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2008D08997, datum: 2008-10-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie ()
Onderdeel van zaak 2007Z05228:
- Gericht aan: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie
- Indiener: S. de Rouwe, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: S. van Haersma Buma, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EH DEN HAAG Bezoekadres Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Telefoon (070) 3 70 79 11 Fax (070) 3 70 79 00 Datum 7 oktober 2008 Ons kenmerk 5564101/08 Uw kenmerk 2070827870 Onderwerp Beantwoording Kamervragen van de leden De Rouwe en Van Haersma Buma (beiden CDA). In antwoord op uw brief van 22 augustus 2008 deel ik u mee dat de vragen van de leden De Rouwe en Van Haersma Buma (beiden CDA) van uw Kamer over opgelegde verkeersboetes van een naamgenoot (ingezonden 21 augustus 2008) worden beantwoord zoals aangegeven in de bijlage van deze brief. De Minister van Justitie, 2070827870 Antwoorden op de vragen van de leden De Rouwe en Van Haersma Buma (beiden CDA) aan de minister van Justitie over opgelegde verkeersboetes van een naamgenoot. (Ingezonden 21 augustus 2008) Vraag 1 Kent u het bericht van een automobilist die achtervolgd wordt door boetes van een naamgenoot? 1) Antwoord Ja. Vraag 2 Wat vindt u van dit misverstand en kunt u aangeven wat hiervan de oorzaak is en in hoeveel andere gevallen dit jaarlijks voorkomt? Antwoord Uit onderzoek van de Dienst Wegverkeer (RDW) van het ministerie van Verkeer en Waterstaat blijkt niet dat in casu sprake is van een misverstand. De gegevens in de systemen van het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) bevestigen dit. De administratieve sancties in de zin van de Wet administratieve handhaving verkeersvoorschriften zijn terecht aan de desbetreffende automobilist opgelegd. Van een persoonsverwisseling door Justitie is geen sprake. Door het CJIB wordt geen aparte registratie bijgehouden van persoonsverwisselingen. Op basis van de correspondentie- en klachtendossiers kan worden gesteld dat een enkele keer per jaar een persoonsverwisseling voorkomt. De oorzaak van een persoonsverwisseling ligt meestal in het feit dat personen een gelijke naam, voorletter(s) en geboortedatum hebben. Ondanks ingebouwde controles in het verificatieproces kan een persoonsverwisseling niet volledig worden uitgesloten. Vraag 3 Wat vindt u van de reactie dat de procedure echt niet anders kan, terwijl toch overduidelijk is dat deze automobilist slachtoffer is van een fout buiten hem om? Antwoord De uitspraak van een woordvoerster van het CJIB acht ik achteraf bezien ongelukkig, want te strikt geformuleerd. Ook het CJIB betreurt dit. Voor de procedurele gang van zaken (ter voorkoming van persoonsverwisseling), verwijs ik naar het antwoord op de vragen 4 en 5. Vraag 4 Kunt u bewerkstelligen dat burgers in vergelijkbare zaken als deze niet keer op keer per zaak bezwaar moeten aantekenen? Vraag 5 Welke maatregelen kunt u nemen om te voorkomen dat naamsverwarring zich in de toekomst opnieuw voordoet? Antwoord Persoonsverwisselingen zijn uiterst onwenselijk. Ze zijn echter nooit helemaal uit te sluiten, omdat dit onder andere afhankelijk is van de gegevens die iemand verstrekt bij een staandehouding. Door persoonsgegevens te verifiëren bij de Gemeentelijke Basis Administratie en het toepassen van het Burger Service Nummer is de kans op persoonsverwisseling echter erg klein. Verder zijn in het verificatieproces nog andere controles ingebouwd ter voorkoming van persoonsverwisseling. Deze controles staan los van eventuele bezwaren of meldingen van persoonsverwisselingen. Indien onverhoopt toch melding van een persoonsverwisseling wordt ontvangen, wordt dat onderzocht. Als inderdaad van persoonsverwisseling sprake is, worden álle openstaande zaken van deze persoon beoordeeld. Indien er sprake is van een fout van een overheidsorgaan worden de desbetreffende zaken buiten invordering worden gesteld zonder dat hiervoor beroep hoeft te worden ingesteld. Deze werkwijze wordt sinds 1995 gehanteerd naar aanleiding van een uitspraak van de Hoge Raad in dat jaar. Zie overigens het antwoord op vraag 2. 1) De Telegraaf, 19 augustus 2008, “Automobilist achtervolgd door boetes naamgenoot” 5564101/08/7 oktober 2008 PAGE 2 / NUMPAGES 3 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen.