[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Lijst van vragen over de quick scan assessmentprocedure buitenlands gediplomeerden

Arbeidsmarktbeleid en opleidingen zorgsector

Lijst van vragen

Nummer: 2008D09202, datum: 2008-10-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z01519:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


29 282      Arbeidsmarktbeleid en opleidingen zorgsector

             

Nr. XXXXX

 

VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld …………. 2008

In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond er
bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te
leggen aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de
brief van 27 augustus  2008 inzake de quick scan assessmentprocedure
buitenlands gediplomeerden  

(29 282, nr. 70).

De op 8 oktober 2008 toegezonden vragen en opmerkingen zijn met de door
de minister bij brief van …….. 2008 toegezonden antwoorden hieronder
afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Smeets

Adjunct-griffier van de commissie,

Clemens

Inhoudsopgave										blz.

I.	Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

II.	Reactie van de minister

I.	VRAGEN EN OPMERKINGEN VANUIT DE FRACTIES

Vragen en opmerkingen van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie danken de minister voor de antwoorden op de
vragen met betrekking tot de quickscan 'nieuwe assessmentprocedure
buitenlandse artsen'. Kan de minister aangeven wat de stand van zaken is
met betrekking tot de procedure bij verpleegkundigen? Immers
verpleegkundigen bewegen zich in de totale context van de cliënt, meer
dan een afgebakend contactmoment. Deelt de minister de mening dat in
deze professionele context ook 'het praten zonder woorden' - het kunnen
inschatten en begrijpen van de sociaal culturele context van cliënten -
van groot belang is? Zou dit onderdeel kunnen uitmaken van de
assessmentprocedure of op welke wijze kan hier na de assessmentprocedure
door de instellingen en werkgevers invulling aan worden gegeven? 

Verder geeft de minister aan dat er nog een tweetal verbeterpunten zijn
welke de structuur en het karakter van de procedure niet echt aantasten.
Toch zijn juist deze punten in de assessmentprocedure voor de leden van
de CDA-fractie essentieel, namelijk de eerder verworven competenties
(EVC) en het onder supervisie werken. Deelt de minister de mening dat
juist voor buitenlandse zorgverleners de EVC van groot belang zijn? Deze
geven immers inzicht in het cultuurverschil. Kan de minister aangeven
welke onduidelijkheid er bestaat bij de onderzoekers over het werken
onder supervisie gedurende twaalf weken? 

Hoe kan het zijn dat er zo weinig kandidaten zich aanmelden voor dit
assessment? Weten mensen het traject niet te vinden? Of ontwijken ze het
in verband met het belastend karakter? Weten de P&O-afdelingen van
zorgaanbieders de weg te wijzen? Graag vernemen de leden van de
CDA-fractie de zienswijze van de minister hierop. 

Vragen en opmerkingen van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de
minster van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. 

Zij vragen hoe het zit met de toegezegde taaltoets voor de toelating van
buitenlands gediplomeerde artsen.

Met betrekking tot de quick scan vragen deze leden wat precies de
verbeterpunten zijn, op welke termijn deze gerealiseerd moeten worden en
of zij deze quick scan kunnen inzien, dan wel ontvangen. 

Vragen en opmerkingen van de PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de
brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport betreffende
de quick scan assessmentprocedure buitenlands gediplomeerden. 

Deze leden vragen of de assessmentprocedure voor buitenslands
gediplomeerde artsen te rijmen is met de huidige numerus fixus die geldt
voor Nederlandse studenten. Wordt er aan de instroom van buitenslands
gediplomeerde artsen een maximum gesteld? Is dit gekoppeld aan het
verwachte aantal artsen dat nodig is aan de hand waarvan de numerus
fixus wordt bepaald? Zo neen, is de minister bereid om de numerus fixus
af te schaffen?

Er wordt gesteld dat het nagenoeg zeker is dat de buitenlandse arts
zowel in taal als in kennis en vaardigheden op het juiste niveau
functioneert. Is dit in de praktijk getoetst? Zo neen, is de minister
bereid een dergelijk onderzoek te laten instellen? De leden van de
PVV-fractie zijn namelijk van mening dat hierover absolute helderheid
moet bestaan en vinden dit een absolute voorwaarde. 

Vragen en opmerkingen van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie ontvangen graag antwoord op de volgende
vragen.

1.

Is het waar dat het aantal inpassingsverzoeken van buitenlandse artsen
vóór invoering van de assessmentprocedure op jaarbasis 80 bedroeg en
dat dit gedaald is tot 20 in de afgelopen twee jaar?

2.

Is de daling van het aantal asielzoekers in Nederland het gevolg van de
daling van het aantal inpassingsverzoeken of zijn andere factoren hierop
van toepassing? Zo ja, kunt u dat toelichten? Zo neen, welke andere
factoren zijn dit dan?

3.

Klopt het dat er alleen vijf geslaagde deelnemers zijn geïnterviewd
voor de quick scan? 

Zo ja, waarom zijn kandidaten die de procedure niet succesvol hebben
doorlopen niet bij dit onderzoek betrokken?

4.

Bent u bereid het onderzoek nogmaals te doen, dit keer met interviews
van kandidaten die de procedure niet succesvol hebben doorlopen? Zo
neen, waarom niet?

5. 

Is uit het onderzoek gebleken dat de kostprijs voor het doorlopen van
het assessmenttraject (2200 euro) een belemmering vormt voor deelname?
Zo ja, wilt u hier iets aan doen?

6.

Bij het algemeen overleg op 1 juni 2006 stelde u dat het
opleidingsadvies veel banken voldoende garantie zou geven voor het
verschaffen van een lening aan de deelnemer. Is uit het onderzoek
gebleken dat dit het geval is? Zo neen, waarom niet?

7.

Is de terugval een gevolg van de afschaffing van de
voorbereidingstrajecten die onder de ‘oude’ procedure op de medische
faculteiten werden verzorgd voor (gevluchte) artsen buiten het
EER-gebied?

8.

Is de toegang voor (gevluchte) artsen buiten het EER-gebied tot
herkwalificatie als arts met de huidige procedure sterk bemoeilijkt? Zo
ja, wat zijn hiervan de factoren?

9.

Klopt het dat de kandidaten, ondanks de informatie op de Ribiz-website,
onvoldoende weten wat hen te wachten staat bij het assessment?

10.

Waarom is er nog geen gedegen voorbereidingstraject dat het probleem van
de onvoldoende kennis zou kunnen oplossen?

11.

Welke minister (VWS of OCW) neemt de verantwoordelijkheid op zich bij
het opzetten van een gedegen voorbereidingstraject? 

12.

Het beoordelen van de assessmentkandidaten gebeurt alleen op het niveau
dat een arts zich direct kan registreren in het BIG-register. Waarom is
er gekozen voor dat beoordelingsniveau?

13.

Klopt het dat door dit hoge niveau veel kandidaten weer worden
terugverwezen naar de universiteiten voor verdere bijscholing?

14.

Veel gemeenten kunnen niet overzien hoe lang het traject is dat iemand
moet volgen die aan de assessmentprodedure meedoet. Klopt het dat
hierdoor geen toestemming wordt gegeven om het traject met behoud van
uitkering te volgen?

15.

Bent u bereid hierover afspraken te maken met het ministerie van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid?

16.

Klopt het dat men onder de nieuwe procedure langer doet over het
assessment dan onder de oude procedure? Zo ja, waardoor komt dit en wat
gaat u hieraan doen? Zo neen, waar baseert u dat op?

17.

Deelt u de mening dat er sprake is van kapitaalvernietiging als veel
kandidaten stoppen met de assessmentprocedure vanwege frustratie en
demotivering door het nieuwe stelsel?

II.	REACTIE VAN DE MINISTER

 PAGE    

 PAGE   1