Mogelijke mishandeling in zorginstelling Tragel
Brief regering
Nummer: 2008D09596, datum: 2008-10-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. Bussemaker, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ooit PvdA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2008Z04217:
- Indiener: M. Bussemaker, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2008-10-21 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2008-10-22 10:15: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2008-12-04 13:30: Aanvang middagvergadering: regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 10 oktober 2008 De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft mij gevraagd een afschrift te zenden van mijn antwoord op de brief die Platform VG in Utrecht d.d. 30 juli 2008 naar mij heeft gezonden. In deze brief verzoekt voornoemd Platform VG mij tot het laten uitvoeren van een landelijk, onafhankelijk onderzoek naar de oorzaken van - en het voorkómen van - mishandeling van mensen met een verstandelijke beperking. In plaats van deze brief schriftelijk te beantwoorden heeft de directeur Langdurige Zorg op 11 augustus jl. in eerste instantie uitgebreid gesproken met een delegatie van Platform VG. Tijdens dit gesprek is toegelicht dat ik afhoudend ben ten opzichte van het uitvoeren van een onderzoek ter zake, maar het zinvoller vind menskracht en financiële middelen in te zetten voor de preventie van mishandeling. Ieder incident van mishandeling is er immers één teveel. Bewoners, begeleiders en ouders moeten in voorkomende gevallen weten waar zij terecht kunnen bij vermoedens van mishandeling. Ook moeten zij weten wat in dezen de verantwoordelijkheid van betrokken organisaties is (instelling, inspectie etc.). Voorts is het van belang dat medewerkers signalen leren herkennen die mogelijk duiden op mishandeling. Preventie dient zich ook te richten op aanstellingsbeleid c.q. het verstrekken van gegevens over personeel en het opvragen van referenties. Het Platform VG heeft aangegeven het eens te zijn met deze aanpak en af te zien van haar wens tot het uitvoeren van onderzoek ter zake. Het Platform wilde namelijk via onderzoek de aandacht vestigen op de problematiek. Nu die aandacht er is, is volgens het Platform een dergelijk onderzoek niet meer nodig. Vervolgens is overleg gevoerd met de koepelorganisatie Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN), over hoe de problematiek concreet moet worden aangepakt. Er ligt hier een parallel met het beleid dat de VGN voert met betrekking tot de preventie van seksueel misbruik. Afgesproken is dat de VGN inventariseert wat er nu al gebeurt, welke lacunes de VGN hierbij constateert en waar dus op moet worden ingezet. Tenslotte is overleg gevoerd met Movisie die een plan ontwikkelt om op lokaal niveau ouderenmishandeling aan te pakken. Het plan van Movisie werkt met lokale meldpunten en handreikingen hoe om te gaan met mishandeling. Er wordt thans bezien of en hoe mensen met een handicap in dit plan kunnen worden betrokken. Movisie zal dit afstemmen met de VGN en cliëntenorganisaties. Ik ga ervan uit u hiermee te hebben geïnformeerd. De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. Bussemaker