Preview document (🔗 origineel)

---

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 oktober 2008

Onlangs heeft dhr. V. een tweetal emailberichten gestuurd aan de heer
Van de Camp, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap, waarin u naar aanleiding van een tweetal adviezen van de
Onderwijsraad, namelijk het advies over “Vreemde talen in het
onderwijs” en het advies over “Een rijk programma voor ieder kind”
uw zorg uit. 

Naar zijn mening wordt in beide adviezen uitgegaan van de idee dat het
kinderbrein een hol vat zou zijn dat naar wens gevuld kan worden. Hij
zet uiteen dat dit een onhoudbare aanname is en de ideeën om leeropvang
voor vier dagdelen per week tussen 2,5 en 4 jaar in te stellen en om
kleuters Engelse les te geven, wekken bij hem dan ook grote zorg. U
heeft mij gevraagd om een reactie. 

Zoals dhr. V. zelf al aangeeft, vormen twee recente adviezen van de
Onderwijsraad de aanleiding voor zijn zorg. 

Op 3 oktober jl. heb ik een beleidsreactie op het advies rondom “Een
rijk programma voor ieder kind” naar de Tweede Kamer verzonden.
Minister Plasterk bereidt op dit moment een beleidsreactie voor op het
advies “Vreemde talen in het onderwijs” die naar verwachting begin
november naar de Tweede Kamer wordt gezonden. 

In deze beleidsreacties zijn ook de visies van verschillende deskundigen
op het gebied van onder andere taalverwerving en pedagogiek
geraadpleegd. In dit licht zijn ook de uitspraken van dhr. V.
meegenomen. 

Voor een reactie op zijn standpunten verwijs ik u dan ook naar beide
beleidsreacties. 

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

  DOCVARIABLE clausule