Lijst van vragen over de Binnenvaartregeling
Bepalingen met betrekking tot de veilige vaart op de binnenwateren (Binnenvaartwet)
Lijst van vragen
Nummer: 2008D09662, datum: 2008-10-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.DOC), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H. Jager, voorzitter van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2008Z02744:
- Indiener: J.C. Huizinga-Heringa, staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat (2008-2010)
- 2008-09-24 13:15: Aanvang middagvergadering: regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2008-09-24 14:30: Procedurevergadering VW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat (2008-2010)
- 2008-10-08 14:00: Binnenvaartregeling (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat (2008-2010)
- 2008-11-19 10:15: Procedurevergadering VW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat (2008-2010)
- 2009-02-03 16:00: Binnenvaart (Algemeen overleg), vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat (2008-2010)
- 2009-04-02 14:00: Aanvang middagvergadering: regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (š origineel)
Lijst van vragen - totaal Kamerstuknummer : 30523 Vragen aan : Regering Commissie : Verkeer en Waterstaat Nr Vraag 1 Welk probleem wordt opgelost met deze Binnenvaartregeling? 2 Kunt u nadere specificatie en onderbouwing van de gevolgen van dit voorstel op de administratieve en financiĆ«le lasten geven? 3 Hoe verhouden de voorschriften die door het ROSR worden opgelegd zich tot de praktijk? Vinden er regelmatig evaluaties plaats, waarbij ook gekeken wordt naar de veiligheidsrisico's en de productiviteit? 4 Volgens de geldende doctrine kunnen oeverstaten de beĆ«indiging van de overgangstermijnen niet overnemen. Zijn de maatregelen niet een belemmering van de vrije uitoefening van het scheepvaartbedrijf? 5 In hoeverre heeft het ROSR van de CCR negatieve gevolgen voor de kleinschalige scheepvaart (schepen van ca. 300 t. / 1500 t. bouwjaar tot ca. 1980)? Voorziet u dat de kleine beroepsvaart te maken gaat krijgen met aanzienlijke kosten? 6 Klopt de informatie dat het overgrote deel van de binnenschippers nog niet voldoet aan de eisen die zijn gesteld door de CCR, die vanaf 2010 moeten ingaan? Hoeveel van alle in Nederland geregistreerde schepen voldoen op dit moment al aan de eisen van de CCV die in 2010 ingaan? 7 Hoe wilt u voorkomen dat ondernemers voor een keuze komen te staan tussen het niet naleven van deze vereisten of het nemen van een financieel onverantwoord besluit? 8 Bent u op de hoogte van het feit dat voor veel schippers, vooral van kleinere schepen, deze eisen de reden zijn om over te gaan tot bedrijfsbeĆ«indiging? Acht u dit wenselijk? Zo nee, welke maatregelen bent u van plan te nemen om de positie van deze schippers te verbeteren? 9 Klopt het dat veel binnenschippers in een uiterst penibele situatie zijn terecht gekomen doordat de gevraagde investeringen om te voldoen aan de CCR-eisen niet in verhouding staan tot mogelijke toekomstige inkomsten? 10 Hoeveel bedragen de gemiddeld benodigde investeringen per schip om te voldoen aan de CCR eisen? 11 Klopt de informatie dat veel van de binnenschippers van vooral kleinere en oudere schepen ervan uit gaan dat de CCR-eisen nog zullen worden afgezwakt en hierdoor eventuele aanpassingen aan hun schepen (nog) niet uitvoeren? Waar zijn de assumpties van deze schippers op gebaseerd? Zijn er inderdaad signalen geweest dat de eisen worden afgezwakt? Van welke organisaties zijn deze signalen afkomstig? 12 Bent u bereid om nog eens goed te kijken of de CCR eisen wel proportioneel zijn? Bent u bereid om voor een aantal aanpassingen, zoals bijvoorbeeld het gasdicht maken en het geluidsarm maken van de roef, afwijkende eisen op te stellen voor oudere schepen (bijvoorbeeld ouder dan 30 jaar), die beter passen binnen de criteria van proportionaliteit? Bent u tevens bereid om voor bepaalde eisen zelfs te kijken naar de mogelijkheid van vrijstelling voor oudere en/of kleinere schepen? Kan het antwoord voor iedere gestelde CCR-eis toegelicht worden? 13 Zou de uitbreiding van mogelijkheden tot het krijgen van borgstellingkredieten voor investering in bouw en onderhoud van kleine schepen kunnen helpen om de positie van de kleine binnenschipper te versterken? 14 Leidt de nieuwe opzet van vaarbewijzen niet tot meer onduidelijkheid in plaats van juist minder? 15 Leiden de voorstellen niet tot een verzwaring van de taken van de toezichthouders? 16 Hoeveel mensen vallen er in totaal binnen de huidige overgangsregeling en geldt deze regeling als oneindig? Hoe lang wordt de totale uitgroeitijd van de overgangsregeling ingeschat? Met andere woorden: vanaf welk moment is er geen sprake meer van uitzonderingen en is de overgangsregeling overbodig? 17 Zijn er criteria opgesteld voor het aanwijzen van toezichtambtenaren door provincies, gemeentes en waterschappen? Wordt er een bepaald opleidingsniveau vereist of is er sprake van een minimaal aantal jaren relevante werkervaring waaraan een toekomstig toezichtambtenaar moet voldoen alvorens in aanmerking te komen voor deze functie? 18 Hoe wordt het toezicht ingericht op de juistheid van het gebruik van de vrijstelling van de grootvaarbewijsplicht, voor schippers van rondvaartboten van het Amsterdamse grachtentype, die een speciale beroepsopleiding hebben genoten? Wordt de kwaliteit van deze opleiding gecontroleerd aan de hand van criteria? Zo ja: hoe luiden deze criteria en hoe vaak wordt er op gecontroleerd? 19 Gelden er bepaalde aanvullende regels of juist uitzonderingen met betrekking tot de grootte van de te bevaren wateren? Mag er bijvoorbeeld met een klein vaarbewijs door de haven van Rotterdam gevaren worden? 20 Gelden er nog meer uitzonderingen dan vermeld in de brief van 18 september jl? 21 Hoe vaak en door wie worden de controles op geldige vaarbewijzen uitgevoerd? Vinden deze controles a-select plaats of juist locatie- en risicogericht? Hoe groot is daarmee de pakkans? Wat zijn de sancties voor het niet hebben van een geldig vaarbewijs? Hoe hoog is de eventuele boete hiervoor? 22 Wordt er in het ontwerp binnenvaartregeling beleid gekoppeld aan de milieudoelstellingen van dit kabinet? Wordt er bijvoorbeeld gekeken naar specifieke maatregelen om het gebruik van schone (nieuwe) scheepsmotoren te bevorderen of naar de mogelijkheden om tijdens de veiligheidskeuring een verplichte roetmeting in te stellen? 23 Wordt er in de ontwerp binnenvaartregeling ingezet op het vergroten en verbeteren van het stelsel van vaarwegen, met daarbij de verbetering van mogelijkheden van overslag bij overgangen van grote naar kleinere vaarwegen? 24 Wordt er in het ontwerp binnenvaartregeling ingezet op een herziening van het āBesluit Laad en lostijdenā om te komen tot eerlijkere vergoedingen voor het overliggen? 25 Wat zijn de gevolgen van mogelijke wijzigingen in bijlage II bij de Europese Richtlijn voor de Nederlandse binnenvaart? Zal de Kamer voorafgaand aan een revisie van Bijlage II worden geĆÆnformeerd over geplande herzieningen? Bericht u de Nederlandse binnenvaartorganisaties of hun brancheorganisaties over wijzigingen in deze bijlage? FILENAME GRT_RGR_VW_30523.DOC PAGE 1 / NUMPAGES 2