[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag houdende een lijst avn vragen over de Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2009

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2009

Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden

Nummer: 2008D09665, datum: 2008-10-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.DOC), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z02462:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


31 700 VIII	Vaststelling van de begroting van het Ministerie van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor het jaar 2009

nr. 		Lijst van vragen en antwoorden

		

Vastgesteld (wordt door griffie ingevuld als antwoorden er zijn)

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, belast met het
voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt
verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen. De daarop
door de regering gegeven antwoorden zijn hierbij afgedrukt. 

De voorzitter van de commissie, 

		Van de Camp

		De adjunct-griffier van de commissie

		Boeve

Nr	Vraag	Blz

van	

tot

1	Welk percentage van het bruto binnenlands product is in de jaren 2002
tot en met 2007 uitgegeven aan onderwijs en welke percentages worden
verwacht voor de jaren 2008 tot en met 2011?	0	 

2	Kan per artikel van de begroting inzichtelijk worden gemaakt hoeveel
budget er in de jaren 2007 tot en met 2012 is toegekend, dan wel zal
worden toegekend? Kan eveneens inzichtelijk worden gemaakt hoeveel
budget erbij is gekomen ten gevolge van het coalitieakkoord en hoeveel
budget eventueel daarna is toegevoegd, inclusief de dekking en inzicht
in het incidentele of structurele karakter?	0	 

3	Waarom is niet per artikel een volledig overzicht geboden van
maatregelen die worden gefinancierd uit de enveloppemiddelen en de
kosten per maatregel? Kan een dergelijk overzicht alsnog worden
verstrekt?	0	 

4	Hoeveel nieuw budget, dat wil zeggen budget dat nog niet in eerdere
Kamerstukken was aangekondigd, staat er in deze begroting? 	0	 

5	Waarom staan er voor verschillende doelen budgetten gereserveerd bij
Financiën? Is het niet overzichtelijker om OCW-budget te reserveren in
de OCW-begroting? 	0	 

6	Wat kost een uur televisieproductie bij de British Broadcasting
Corporation (BBC), de Vlaamse Radio- en Televisieomroep (VRT), de
regionale omroep en de landelijke publieke omroep?	0	 

7	Waarom is het niet mogelijk om geld uit het
programmaversterkingsbudget beschikbaar te stellen voor de regionale
omroepen, onder de voorwaarde dat een programma ook voor de landelijke
publieke omroep beschikbaar komt?	0	 

8	In hoeverre is het ministerie van OCW betrokken bij het integraal
afsprakenkader schaalsprong Almere? 	0	 

9	Betekent het voornemen om de onderwijsdoelstellingen te definiëren en
de overheid te laten bepalen wat leerlingen op enig moment minimaal
moeten hebben geleerd, dat voor alle schoolvakken de lesstof (het
‘wat’) opnieuw volledig gaat worden dichtgeregeld, of blijft er ook
inzake de lesstof een zekere ruimte voor de voorkeuren en creativiteit
van de scholen en docenten, al dan niet in samenspraak met hun omgeving?
7	 

10	Wat wordt precies bedoeld met de wendbaarheid van (jonge) mensen in
het leven?	7	 

11	Hoe kan Passend onderwijs worden ingevoerd zonder van invloed te zijn
op de didactiek die de leraar in het klaslokaal hanteert?	7	 

12	Wat verstaat de regering onder de term 'geleerd', wanneer gesteld
wordt dat de overheid bepaalt wat leerlingen op enig moment minimaal
moeten hebben geleerd? Gaat het dan om eindresultaten; of het verschil
tussen begin- en eindniveau?	7	 

13	Hoe verhoudt de keuze voor gratis schoolboeken en de maatschappelijke
stage zich tot de keuze voor terughoudendheid bij het belasten van het
onderwijs met maatschappelijke opgaven?	7	 

14	Kunt u aangeven welke maatregelen inmiddels genomen zijn en nog
worden genomen om het stapelen van diploma’s te vergemakkelijken?	8	 

15	Is het mogelijk om te kwantificeren hoeveel het blokkeren van
mogelijkheden om te stapelen in het verleden in de onderwijsuitgaven
heeft gescheeld? In hoeverre levert dat nattevingerwerk op?	8	 

16	Wanneer kan de Kamer de resultaten van het onderzoek naar het
stapelen van diploma's verwachten?	8	 

17	Op welke wijzen gaat u steun van scholen en docenten voor de
voorgenomen herstelwerkzaamheden inzake primaire basisvaardigheden
verwerven?	8	 

18	Zullen scholen die door het groeiende lerarentekort te maken krijgen
met lesuitval een sanctie krijgen als het hen daardoor niet lukt om de
urennorm te halen, zonder dat hen dit valt te verwijten?	8	 

19	Hoe staat het met de haalbaarheid van de doelen inzake het
aantrekkelijk maken van het lerarenberoep door hogere salarissen en
lagere werkdruk, nu bonden en werkgevers moeilijk tot een akkoord lijken
te komen?	8	 

20	Is het de bedoeling dat alle regionale netwerken in 2011 even ver
zijn met het Passend onderwijs of zullen er dan grote verschillen kunnen
bestaan per regio? Welke overwegingen liggen daaraan ten grondslag?	9	 

21	Betekent het feit dat scholen de verantwoordelijkheid krijgen om elke
leerling een passend onderwijsaanbod te doen, dat de scholen ook het
budget voor Passend onderwijs zullen ontvangen, hetgeen oploopt tot
zestig miljoen in 2011?Indien dit niet het geval is, hoe wordt dit
budget dan verdeeld?	9	 

22	Hoe wordt beoordeeld welk kind voorschoolse educatie nodig heeft?
Pleit de regering hier voor een verplichte peutertoets?	9	 

23	Wanneer kan de Kamer een voorstel tegemoet zien dat ertoe strekt de
regeling kinderopvang naar structuur en grondslag te herzien?	9	 

24	Betekent de samenwerking met het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI)
bij de bestrijding van schooluitval en dus het streven om iedereen aan
een startkwalificatie te helpen, dat het CWI de slogan "De kortste weg
naar werk" heeft afgezworen? Zo neen, waarom niet?	9	 

25	Is er zicht op het aantal scholen dat in 2008 te maken heeft met een
percentage van 6% achterstandkinderen? Zo ja, hoeveel van de begrote
tien miljoen euro zal hiertoe worden ingezet?	11	 

26	Zijn er, sinds de invoering van de gewichtenregeling, scholen die er
financieel op achteruit zijn gegaan -los van de toename of afname van
aantal leerlingen? Zo ja, worden de betreffende scholen volledig
gecompenseerd door middel van de financiering aan ‘impulsgebieden’? 
11	 

27	Wat betekent de verlaging van de algemene drempel in de
gewichtenregeling voor de groei van het aantal scholen dat daarmee
aanspraak kan maken op deze regeling? Wat kost dit extra en hoe worden
deze middelen gedekt? Wanneer zal de drempel, zoals aangekondigd in het
coalitieakkoord, verder verlaagd worden naar 3%?	11	 

28	Hoe zal het taal- en rekenonderwijs op de pabo's en de tweedegraads
lerarenopleidingen worden geoptimaliseerd? Wat gaat dit kosten? 	11	 

29	Heeft u reeds de toegezegde voorstellen ontvangen van de aan
hogescholen verbonden lerarenopleidingen voor gezamenlijke eindtermen en
eindtoetsen voor de eerste- en tweedegraads lerarenopleidingen en voor
de pabo’s - in ieder geval ten aanzien van taal en rekenen?	11

	30	Wat is de reden dat het primair onderwijs al zoveel verder is met de
invoering van doorlopende leerlijnen voor rekenen en taal dan het
voortgezet onderwijs?	11	 

31	Hoe wordt het bedrag van tien miljoen euro dat voor 2009 extra
beschikbaar is voor maatregelen op het gebied van voor- en vroegschoolse
educatie (vve), voortzetting van schakelklassen en de verlaging van de
gewichtenregeling over de verschillende maatregelen verdeeld?	11	 

32	Waaruit bestaat de zorg in de school die uit het gemeentelijke en
preventieve domein wordt geleverd?	12	 

33	In hoeverre houdt u zicht op de gevolgen van de handhaving van de
onderwijstijd voor de praktische mogelijkheden voor nascholing van
docenten? Moet het nascholingsaanbod meer dan in het verleden
verschuiven naar momenten waarop geen lessen worden gegeven, zoals in
vakantietijd?	12	 

34	Voldoen de scholen die in 2007-2008 onder het verscherpt toezicht
vallen in verband met een slechte naleving van de onderwijstijd in 2007
al beter aan de wettelijke voorschriften voor onderwijstijd? Zo ja, op
welke wijze geven scholen hier invulling aan?	12	 

35	Kan de Kamer de aanbevelingen van de commissie Cornielje inzake de
urennorm voor de begrotingsbehandeling OCW ontvangen?	12	 

36	Hoe groot acht u de kans dat schoolbesturen zorgleerlingen
(rugzakleerlingen) op een school voor speciaal onderwijs plaatsen in
plaats van op het reguliere onderwijs, om aan hun verplichting tot
Passend onderwijs te voldoen? 	12	 

37	Hoeveel boetes hebben instellingen voor beroeps- en volwassenen
educatie (bve) gekregen die niet voldoen aan de wettelijke norm voor
onderwijstijd? In hoeverre wordt het niet voldoen aan de wettelijke
verplichtingen voor onderwijstijd in de bve-sector veroorzaakt door het
lerarentekort? 	12	 

38	In 2011 dient het aantal risicovolle, zwakke en zeer zwakke scholen
in het speciaal basisonderwijs en het vso te zijn afgenomen tot 12%. Wat
is uw doelstelling voor de afname van het aantal risicovolle, zwakke en
zeer zwakke scholen in het algemeen?	12	 

39	Kunt u een overzicht geven van het percentage uit 2008 van
risicovolle, zwakke en zeer zwakke scholen in het openbaar basis- en
voortgezet onderwijs; in het speciaal basis- en voortgezet onderwijs en
in het bijzonder onderwijs, uitgesplitst naar levensbeschouwing?	12	 

40	Welke consequenties verbindt u eraan als uw verwachtingen niet
uitkomen en bij bepaalde opleidingen het onderwijs door invoering van
een competentiegerichte kwalificatiestructuur niet soepeler mocht gaan
aansluiten op de arbeidsmarkt en/of door studenten niet mocht worden
ervaren als aantrekkelijker? Hoe specifiek laat u zich in dezen
informeren?	13	 

41	Waarom schrijft u dat er naar wordt ‘gestreefd’ de
kwalificatiestructuur voor alle dan startende studenten in het
middelbaar beroepsonderwijs (mbo) gereed te hebben, in plaats van te
verwijzen naar een wettelijke verplichting? 	13	 

42	Op welke wijze worden regionale partijen gestimuleerd met elkaar
afspraken te maken over de afstemming tussen vraag en aanbod van
opleidingen, die moeten uitmonden in een Regionale Agenda
Arbeidsmarkt-Beroepsonderwijs?	13	 

43	In hoeverre houdt u zicht erop of nieuwe regel- en
verantwoordingsdruk die docenten ervaren als professionals voor de klas,
wordt veroorzaakt door andere ministeries en instanties, alsmede door
juridisering van het onderwijs, waarbij scholen zich genoodzaakt zien om
zich in te dekken door meer zaken te gaan registreren dan in het
verleden hoefde?	14	 

44	In hoeverre is de regeldruk en administratieve lastendruk concreet
teruggelopen onder dit kabinet en welke concrete doelen streeft u na
voor het vervolg van deze kabinetsperiode? 	14	 

45	Wat is de toegevoegde waarde van het onderzoek van OCW naar onnodig
belastende regels in het onderwijs, ten opzichte van de eerder
uitgevoerde Benchmark bureaucratie in het onderwijs, van Ecorys?	14	 

46	Wat is de toegevoegde waarde van het Actieprogramma Onderwijs Bewijs
ten opzichte van de onderzoeken van het Top Institute for Evidence Based
Education Research (TIER)? Aan welke voorwaarden moeten scholen en
onderzoeksinstellingen voldoen om in aanmerking te komen voor een
gedeelte van het budget van 25 miljoen euro uit het actieprogramma
Onderwijs Bewijs?	14	 

47	Welke consequenties verbindt u bij de voorgenomen wijziging van de
Wet op het onderwijstoezicht aan de overweging van de commissie
Dijsselbloem dat de inspectie zich voortaan moet onthouden van het
opdringen van een bepaalde didactiek?	15	 

48	Kunt u inzichtelijk maken door welke instanties schoolleiders zich
zoal kunnen laten bijstaan als hun school door de inspectie als (zeer)
zwak is aangemerkt?	15	 

49	In hoeverre zal wetgeving inzake Goed bestuur recht doen aan de
overweging dat autonomie voor de onderwijsinstellingen soms juist leidt
tot des te meer verantwoordingslasten achteraf?	15	 

50	Hoe vaak heeft u in het schooljaar 2007-2008 gebruik gemaakt van de
wettelijke mogelijkheid om bij blijvend falen van een schoolbestuur, dit
bestuur te laten bijstaan door een externe deskundige (zoals onder meer
is bepaald in artikel 104a, tweede lid van de Wet op het voortgezet
onderwijs)? Kunt u hierbij specificeren hoe vaak het een schoolbestuur
voor primair onderwijs, een schoolbestuur voor voortgezet onderwijs en
een schoolbestuur voor speciaal onderwijs betrof? In hoeverre en hoe
snel blijkt zo'n externe deskundige in staat om een school weer tot een
‘goede’ school te maken?	15	 

51	Worden de inspanningen om het wetenschappelijk onderzoek ten behoeve
van evidence based onderwijs evenredig verdeeld naar rato van de
leerlingenpopulaties van verschillende onderwijstypen? Zo neen, waarom
niet?	15	16

52	Welke doelstellingen heeft u in meerjarenperspectief inzake het
verminderen van de uitval van studenten uit de bachelorfase?	16	 

53	Wat doet u aan het verhogen van het studierendement van studenten met
een functiebeperking, nu hier na 2009 geen bedrag meer voor op de
begroting staat?	16	 

54	Hoe wordt in het Sirius Programma en het Huygens Scholarship
Programma ‘excellentie’ gedefinieerd?	16	 

55	Wat is uw definitie van de 'professionele ruimte' van de leraar?	17	 

56	Worden enkel werkgevers en vakbonden betrokken bij het vastleggen van
de professionele ruimte van de leraar of worden hier ook de
vakinhoudelijke verenigingen bij betrokken? Welke overwegingen liggen
hieraan ten grondslag?	17	 

57	Hoe moet het toezicht van de inspectie op het leraarschap er precies
uit gaan zien?	17	 

58	Hoe houdt u bij de lumpsumbekostiging zicht op of scholen inderdaad
meer gaan investeren in hun human capital?	17	 

59	Hoe groot is het te verwachten tekort aan schoolleiders in het
basisonderwijs?	17	 

60	Zijn de gesprekken met scholen, instellingen en beroepsgroep al
begonnen over de versterking van de professionaliteit van schoolleiders?
Wat is de inzet van OCW bij deze gesprekken?	17	 

61	Wat wordt er concreet bedoeld met ‘extra ruimte maken voor
innovatie in het onderwijs om het lerarentekort op te lossen?’ Wordt
daarmee mede bedoeld dat leraren vervangbaar zijn? 	18	 

62	Kunt u uitleggen wat precies verstaan wordt onder 'innovatie om het
lerarentekort op te lossen'? Waarom is hier maximaal negentig miljoen
euro aan FES-gelden (Fonds Economische Structuurversterking) voor nodig?
18	 

63	Hoeveel jongeren met een afgerond AKA-traject (Arbeidsmarkt
Kwalificerende Assistent) en werk vallen, nu de terugloop van het aantal
voortijdig schoolverlaters stagneert, nog binnen de hier genoemde
aantallen. Hoeveel onterechte voortijdig schoolverlaters vallen er
verder nog binnen de genoemde aantallen?	19	 

64	Betekent de sleutelrol van gemeenten bij het tegengaan van de
schooluitval dat hun positie binnen het lokale onderwijsbeleid ten
opzichte van de autonomie van de scholen ook nader wordt versterkt? Zo
ja, hoe gaat dit dan gestalte krijgen? Zo neen, waarom acht u dit dan
niet nodig?	19	 

65	Hoeveel Zorg- en Advies Teams zijn er op het mbo en het vmbo? Hoeveel
moeten er volgens de regering komen? 	19	 

66	Welke rol speelt het regionale bedrijfsleven concreet om ervoor te
zorgen dat schooluitvallers weer in de schoolbanken terug komen?	19	 

67	Welke doelstellingen heeft u in kwantitatieve zin ten aanzien van de
jongeren die het onderwijs in voorafgaande jaren reeds voortijdig hebben
verlaten? Wat gaat u ondernemen om deze doelstellingen te
verwezenlijken?	20	 

68	Welke bijdrage kan het verruimen van de mogelijkheden om opleidingen
te stapelen eraan leveren dat meer jongeren straks hun startkwalificatie
behalen? Komen zulke resultaten te zijner tijd in de verantwoording van
het beleid enkel als kostenpost naar voren, of valt daarvan ook iets te
melden in termen van ‘opbrengsten’? 	20	 

69	Is de regering voornemens om voor meer scholen de mogelijkheid te
openen een vakcollege te starten?	20	 

70	De maatwerktrajecten zijn bedoeld voor jongeren tot 23 jaar uit de
zwakkere groepen van de beroepsbevolking. Wat verstaat u onder  'de
zwakkere groepen'?	20	 

71	Hoe kunnen schooluitvallers via een evc-traject (eerder verworven
competenties) een startkwalificatie halen als ze nog geen werkervaring
hebben?	20	 

72	Wat doen gemeenten in de geselecteerde veertig krachtwijken om
voortijdig schoolverlaten tegen te gaan?	20	 

73	Kunnen de bedragen ten aanzien van de brede scholen en
combinatiefuncties op pagina 22 van deze begroting worden toegelicht en
worden vergeleken met de genoemde bedragen op pagina 70 van deze
begroting?	22	 

74	Hoeveel van de te realiseren combinatiefuncties voor brede scholen
zijn bestemd voor cultuur en hoeveel voor sport?	22	 

75	Wat is de stand van zaken met betrekking tot het
stimuleringsarrangement en het steunpunt voor brede scholen? Wordt hier
veel gebruik van gemaakt in 2008?	22

	76	Kunt u de landelijke dekking van brede scholen toelichten? Zijn er
gebieden die achterblijven met het ontwikkelen van brede scholen?	22	 

77	Waarom bent u niet ambitieuzer als het gaat om het uitbreiden van de
brede scholen?	22	 

78	Welk deel van de aanvragen voor toekenning van een loonkostensubsidie
voor het aanstellen van een conciërge komt van scholen voor primair
onderwijs in de veertig  krachtwijken en welk deel van daarbuiten?	22	 

79	Waarom gaat de regering er automatisch van uit dat loonkostensubsidie
voor een conciërge harder nodig is in de krachtwijken dan elders in het
land?	22	 

80	Kunt u een financieel departementsoverstijgend overzicht geven van
het totaal aan middelen dat de rijksoverheid besteedt Ă©n dat gemeenten
per jaar besteden aan de combinatiefuncties  tot 2011?	22	 

81	Bestaat er inmiddels een stimuleringsarrangement voor de realisatie
van multifunctionele accommodaties in het primair onderwijs? Zo neen,
wanneer is dit te verwachten?	22	 

82	In hoeverre is er sprake van dat leerlingen van allochtone afkomst
geen of moeilijk stageplaatsen vinden?	23	 

83	Welke kosten zijn jaarlijks verbonden aan de site
www.samenlevenkunjeleren.nl  en de helpdesk maatschappelijke stage?	23	 

84	Wat verstaat u onder ‘extra inspanningen van school en
stageaanbieder om Nederlandse leerlingen met een niet-westerse
achtergrond aan een maatschappelijke stage te helpen’? Gaat het dan
ook om voorrang van niet-westerse allochtonen op een stageplaats?	23	 

85	Welke invloed verwacht u van de verplichting voor scholen om hun
leerlingen met ingang van 2009-2010 van gratis lesmateriaal te voorzien
op het gebruik dat er wordt gemaakt van werkboeken? Is er in het
schooljaar 2008-2009 nog sprake van groei van het aantal werkboeken dat
de scholen hun leerlingen laten aanschaffen? 	24	 

86	Krijgen ook pleegouders de 316 euro per kind voor de schoolboeken via
de Sociale Verzekeringsbank of Informatie Beheergroep? Zo neen, waarom
niet? 	24	 

87	Hoeveel van het overgangsbudget ten behoeve van de extra kosten van
die scholen moeten maken voor de gratis schoolboeken is reeds besteed?
Waaraan precies?	24	 

88	Kunt u weergeven hoe het aantal incidenten op onderwijsinstellingen
dat verband houdt met radicalisering zich de afgelopen jaren heeft
ontwikkeld? Kunt u deze aantallen uitsplitsen naar de aard van de
incidenten?	25	 

89	Kunt u een uitgesplitst financieel overzicht geven van de beoogde
besteding van de vijftien miljoen euro in het kader van de
Kwaliteitsimpuls?	26	 

90	Zijn er gegevens beschikbaar voor het jaar 2007 en 2008 van het
aantal ouders dat hun kind voorheen naar de peuterspeelzaal stuurde maar
wegens de kosten hiervan toch hebben gekozen voor kinderopvang? Zijn
deze gegevens tevens per regio beschikbaar?	26	 

91	Moet u naar aanleiding van de laatste overschrijding van 280 miljoen
euro in de kinderopvang de prognoses bijstellen voor 2009? Hoe zien deze
eruit?	27	 

92	Welke posten uit de enveloppe kinderopvang krijgen door de dekking
van de groei van uitgaven in de kinderopvang minder budget?	27	 

93	Hoe wordt excellentie van wetenschappelijk onderzoek in VBTB-termen
(van beleidsbegroting tot beleidsverantwoording) nader
geoperationaliseerd?	28	 

94	Wat is de aanleiding geweest om aan te nemen dat onderzoekers
momenteel niet genoeg ruimte hebben om hun eigen onderzoek te bepalen en
onderzoeksgroepen te vormen?	28	 

95	Houdt het verdelen van meer onderzoeksgeld onder de
‘vernieuwingsimpuls’ ook in dat buitenlandse onderzoekers hier ook
op kunnen tekenen?	28	 

96	Hoeveel promovendi kunnen in aanmerking komen voor een ‘training
grant’?	28	 

97	Is het waar dat Aspasiapremies worden toegekend aan Colleges van
Bestuur die vrouwelijke Vidi- en Vici-laureaten binnen een jaar na de
subsidietoekenning doen bevorderen tot universitair hoofddocent of
hoogleraar? In hoeverre veroorzaakt dit een voorkeursbehandeling van
vrouwelijke laureaten ten opzichte van mannelijke?	28	 

98	Is het waar dat afgestudeerden waarvan beide ouders in een zogenaamd
'doelgroepland' zijn geboren in aanmerking komen voor een persoonlijke
lumpsumsubsidie van maximaal 200.000 euro voor een promotietraject ?
Kunt u bevestigen dat dit betekent dat dit met ruimte voor twintig
afgestudeerde 'migranten' per jaar, jaarlijks vier miljoen euro kost?	28
 

99	Heeft u indicatoren die weergeven hoe de zogenoemde kennisparadox
(hoogstaand Nederlands onderzoek, maar achterblijvende toepassing) zich
de afgelopen jaren heeft ontwikkeld? Welk beeld geven deze indicatoren
van de ontwikkeling?	30	 

100	Kunt u  bevestigen dat instellingen zoals het Rijks Instituut voor
Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en het Koninklijk Nederlands
Meteorologisch Instituut (KNMI) vanwege het programma Vernieuwing
Rijksdienst vrijwel geen Europese projecten aangaan, omdat zij geen
extra fte's kunnen aannemen, ook als deze niet met Nederlands
belastinggeld worden gefinancierd? Zo ja, hoe verhoudt zich dat tot de
verdere internationale verankering en de doelstelling van Nederland
Kennisland?	30	 

101	Kunt u bevestigen dat de projectgroep valorisatie inventariseert
welke factoren van belang zijn om valorisatie te bevorderen en welke rol
de verschillende partijen daarbij kunnen spelen? In de begroting staat
dat hier op termijn afspraken over worden gemaakt. Herinnert u zich uw
toezegging in het schriftelijk overleg over de kabinetsreactie op het
KNAW-advies 'Wetenschap op bestelling' dat door de projectgroep zou
worden gewerkt aan een plan van aanpak waarin visie, doelstellingen,
afsprakenmodel, toolbox en instrumenten zijn uitgewerkt? Was het streven
niet dat deze bijdragen aan doelen door de stakeholders medio 2008 zou
worden onderschreven, waarna verdere uitwerking kon plaatsvinden? Is dit
hele traject nu minder ambitieus geworden en op de langere baan
geschoven?	30	 

102	Kunt u een totaaloverzicht geven van alle financiële stromen die
bedoeld zijn voor innovatie?	31	 

103	Wat zijn tot nu toe de bevindingen en opbrengsten van de Taskforce
Technologie, Onderwijs en Arbeidsmarkt?	31	 

104	Wat is het jaarlijkse budget van de interdepartementale
programmadirectie Kennis en Innovatie gedurende deze kabinetsperiode?	31
 

105	Voor welk bedrag is de netwerkschool de komende jaren begroot?	31	 

106	Wat is de stand van zaken met betrekking tot het
Media-expertisecentrum? Is de mediacampagne over mediawijsheid reeds
gestart en zo ja op welke wijze?	35	 

107	Wat gaat de publiekscampagne over mediawijsheid kosten?	35	 

108	Waaraan wordt het extra budget oplopend tot tien miljoen euro in
2011 voor vernieuwing van het emancipatiebeleid precies besteed? Kan dit
in een schematisch overzicht worden weergegeven?	37	 

109	Hoeveel draagt de rijksoverheid financieel bij per
koploperovereenkomst en hoe worden de koplopergemeenten afgerekend op
doelstellingen?	37	 

110	Wat is de stand van zaken inzake de voortgang van de bestuurlijke
afspraken die zijn gemaakt met de twintig kopgemeenten over het
tijdbeleid (‘van 7 tot 7’) om de combinatie van arbeid en zorg te
verbeteren? Op welke manier en wanneer zullen andere gemeenten worden
aangespoord om eenzelfde initiatief te ontwikkelen?	37	 

111	Kunt u uiteenzetten waaraan de 2,5 miljoen euro die beschikbaar
wordt gesteld voor het tijdbeleid precies wordt besteed?	37	 

112	De Taskforce Deeltijd Plus besteedt aandacht aan het verhogen van
het aantal uren dat vrouwen werken. Wat doet de Taskforce precies met de
5 miljoen euro die hiervoor vanuit SZW beschikbaar is gesteld?	37	 

113	Wat gaat de vervolgfase van de charter 'Talent naar de Top'
jaarlijks kosten tot 2011? Hoe wordt het beschikbare budget besteed?
Krijgen bedrijven een premie als ze een vrouw aannemen in een
topfunctie?	37	 

114	Waarom verwacht u dat er drie miljoen euro nodig is voor een plan
van aanpak voor meer meisjes die technische opleidingen volgen?	37	 

115	Kunt u aangeven wat de financiële implicaties zijn van het Plan van
de Man?	37	 

116	Waar in deze begroting kunnen de consequenties worden teruggevonden
die u verbindt aan de  toezeggingen met betrekking tot transgender
personen tijdens het algemeen overleg over homo-emancipatiebeleid van 28
februari en 5 maart 2008 ? Welke voortgang heeft u inmiddels geboekt?	38
 

117	Kunt u uiteenzetten welke achterliggende redenen er toe hebben
geleid dat de motie-Jonker inzake de opname van seksediverse
samenstelling van de selectie- en benoemingsadviescommissies in
reglementen of procedures van ministeries, evenals de motie-Jonker
inzake het zich bekwamen in genderdiversiteit door de Algemene
Bestuursdienst en de afdelingen personeel en organisatie van ministeries
pas zeven maanden na het debat over de Emancipatienota, gehouden op 12
november 2007, is overgedragen aan de minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties? Wanneer ontvangt de Kamer van het ministerie van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een reactie op de uitvoering
van de beide moties?	38	 

118	Waarom is het niet mogelijk gebleken vóór de Voorjaarsnota met
maatregelen te komen, zoals in de motie-Jonker inzake de opname van
seksediverse samenstelling van de selectie- en
benoemingsadviescommissies in reglementen of procedures van ministeries,
 wordt verzocht? 	38

	119	Heeft u kennisgenomen van de beantwoording van de vragen van de
leden Spekman en Timmer van 28 juli 2008 over homohaat in
asielzoekerscentra door de staatsecretaris van Justitie? Hoe verhoudt
het begrip dat de staatssecretaris vraagt voor het vóórkomen van
situaties waarin culturele verschillen leiden tot het ontstaan van
spanningen zich tot de kabinetsdoelstelling dat men gewoon homo moet
kunnen zijn?	38	 

120	Wat verstaat u onder een actief homo-emancipatiebeleid? Waarom kost
dit Ă©Ă©n miljoen euro?	38	 

121	Hoeveel geld besteed u aan homo-emancipatie buiten de
koploperovereenkomsten?	38	 

122	Waaraan mogen de Gay&Straight-alliances de 1,5 miljoen besteden die
aan hen beschikbaar wordt gesteld?	38	 

123	Op welke wijze levert de regering een bijdrage aan de dialoog over
homoseksualiteit in levensbeschouwelijke kringen?	38	 

124	Wat is de doelstelling met betrekking tot de landelijke
uit-de-kast-kom-dag? Hoeveel geld draagt de regering hier aan bij?
Hoeveel geld heeft de regering hier jaarlijks voor begroot tot 2011?	38	


125	Hoe zijn de gemiddelde vaardigheidsscores bij a, b en c in de tabel
‘Overzicht van kabinetsdoelen, instrumenten en prestatiegegevens en
relatie met begrotingsartikelen’te waarderen? Waar ligt bijvoorbeeld 
een score van 1114 ten opzichte van andere landen?	38	 

126	Kunt u toelichten in welke mate er voortgang is inzake het
percentage 15-jarigen met lage leesvaardigheden in 2007, hetgeen in 2006
15,1% was en een streefwaarde kent van 8% in 2010? 	39	 

127	De terugloop van het percentage zwakke scholen kan ook betekenen dat
deze 'zeer zwak' zijn geworden. Kunt u daarom ook de streefwaarden voor
het aantal zeer zwakke scholen aangeven?	40	 

128	U wil de schoolkosten voor ouders met kinderen in het voortgezet
onderwijs met 316 euro verlagen. Geldt dat alleen voor 2009? Zo ja, hoe
loopt dit bedrag op tot 2011?	42	 

129	Met hoeveel promoties per duizend personen wil de regering het
relatief aantal promoties de komende jaren verhogen?	43	 

130	Wat is nu de leidster/kind-ratio in peuterspeelzalen en
kinderdagverblijven?	43	 

131	Is er onderzoek gedaan naar het percentage van sociale acceptatie
van homoseksuelen in 2008? Waarom blijft de streefwaarde voor 2011 net
boven het niveau van 2006? Waarom is dit niet 90% of zelfs 100%?	44	 

132	Kunt u verklaren dat we in Nederland in vergelijking tot andere
landen, blijkens tabel 6 ‘Onderwijsuitgaven per deelnemer’ het minst
uitgeven per deelnemer in het secundair onderwijs?	46	 

133	Waarom zorgt versnelling van de invoering van de gratis schoolboeken
voor verminderde uitgaven vanaf 2009?	47	 

134	Is de verminderde uitgave in de jaren na 2008 aan de
prijscompensatie versnelling schoolboeken nog realistisch, nu is
gebleken dat sommige scholen te maken zullen krijgen met afkoopsommen en
andere hoger uitgevallen invoeringskosten?	48	 

135	Wanneer kan de Kamer een wetsvoorstel inzake het werkleerrecht
tegemoet zien, aangezien dit op de begroting vanaf 2009 is opgenomen? 
48	 

136	Kan de verandering in naam van ‘werkleerplicht’ naar
‘werkleerrecht’ worden toegelicht?	49	 

137	Waaruit bestaat de eindejaarsmarge van 212 miljoen euro? Welke
middelen hebben in 2007 nog niet tot uitgaven geleid?	50	 

138	Wat veroorzaakte de meevaller studiefinanciering in 2008 van 53
miljoen euro?	52	 

139	Kunt u de achterliggende motivering weergeven voor het kiezen van
het percentage havo- of vwo-adviezen als indicator voor
onderwijskwaliteit?	55	 

140	Wordt de streefwaarde gehaald om in 2011 tot de top vijf op de
internationale ranglijst te staan, als het gaat om de gemiddelde
leesvaardigheid in groep 6 van het basisonderwijs, terwijl we nu nog op
de twaalfde positie staan?	55	 

141	Waarom staan er in tabel 1.1 onder 3 ‘Indicatoren’ geen
streefwaarden genoemd?	55	 

142	Leidt de doelstelling dat in 2020 de helft van de beroepsbevolking
hoogopgeleid moet zijn niet tot devaluatie van het onderwijs?	55	 

143	Kunt u toelichten waarom het budget bij de doelstelling
“leerlingen volgen onderwijs van hoge kwaliteit” opnieuw gedaald is
(van 51.5 miljoen naar 39 miljoen)? Bent u van mening dat dit bedrag
voldoende is om de doelstelling te verwezenlijken?	56	 

144	Waarom is er in de jaren 2008, 2009 en verder minder geld
beschikbaar voor Passend onderwijs dan in 2007? 	56	 

145	Waarom is er in 2009 minder geld beschikbaar voor
onderwijsachterstandenbeleid dan in 2008 en loopt dit bedrag de komende
jaren verder terug? 	56	 

146	Waaraan wordt de ruim twee miljoen euro voor het versterken van de
positie van ouders jaarlijks besteed?	56	 

147	Waarom staan de uitvoeringorganisaties CFI en IB-groep  tot 2013 nog
apart op de begroting, terwijl zij vanaf 2010 worden samengevoegd in een
nieuwe organisatie?	57	 

148	Richt het wetsvoorstel voor verruimde mogelijkheden om op te treden
tegen evident slecht onderwijs zich alleen op zeer zwakke scholen of ook
op risicoscholen en zwakke scholen?	59	 

149	Waarom wordt de basis voor de personele bekostiging van scholen mede
bepaald door het opleidingsniveau van de ouders?	59	 

150	Wat wordt bedoeld met anderstalige kinderen in het speciaal  basis
en voortgezet onderwijs? Zijn dat kinderen uit het buitenland die net of
tijdelijk hier zijn of gaat het om allochtone kinderen?	61	 

151	Wat is de stand van zaken met betrekking tot de ontwikkeling van het
instrument waarmee scholen zelf kunnen nagaan of er bij hen sprake is
van overbodige overhead? Wanneer kunnen scholen hier daadwerkelijk mee
aan de slag?	61	 

152	Waarom gaat u uit van een daling van het aantal leerlingen in het
speciaal onderwijs, terwijl de trend tegengesteld is?	61	 

153	Op basis van welke gegevens verwacht u dat het aantal ambulant
begeleide leerlingen niet zal stijgen?	61	 

154	Wat wordt er in de begroting precies verstaan onder Passend
onderwijs?	66	 

155	Hoe is het verschil te verklaren tussen 2008 waarin de tranche uit
de enveloppemiddelen voor Passend onderwijs twintig miljoen euro bedroeg
en de tranche in 2009 die vijf miljoen euro bedraagt? 	66	 

156	Kunt u een financieel overzicht geven van de verschillende
onderdelen die komend jaar voor Passend onderwijs op de rol staan.
Hoeveel is er gereserveerd voor de pilots om de positie van ouders te
versterken, hoeveel voor de veldexperimenten et cetera?	67	 

157	Kunt u een voorbeeld geven van een pilot waarmee de positie van de
ouders wordt versterkt?	67	 

158	Is het waar dat peuterspeelzalen en kinderopvanginstellingen onder
leiding van de gemeente de vve-programma's moeten gaan uitvoeren?	67	 

159	De pilots vve ontvangen uit de enveloppe kinderopvang in 2008 en
2009 geld. Hoeveel is dit per pilot?	67	 

160	Wie bepaalt er in de gemeente welke kinderen vve nodig hebben? Is
dat de wethouder, de consultatiebureau-arts of iemand anders?	67	 

161	Welke zeven gemeenten zullen deelnemen aan de pilots om na te gaan
welke instrumenten het meest effectief zijn bij het bevorderen van
gemengde scholen?	68	 

162	Hoeveel budget is er voor de (na)scholingscursus voor de 10.000
personen in peuterspeelzalen, kinderopvang en het onderwijs en waar in
de begroting is dit terug te vinden?	68	 

163	Hoeveel geld is beschikbaar voor brede scholen die niet in de
prachtwijken staan?	70	 

164	Bij wie moeten de ouders aankloppen als er voor hen geen
buitenschoolse opvang wordt gerealiseerd? Is de school de
eindverantwoordelijk of de kinderopvangorganisatie?	70	 

165	Wanneer is een school een brede school? Wat is de definitie?	70	 

166	Waarom heeft de regering geen eigen verantwoordelijkheid in het
realiseren van meer brede scholen?	70	 

167	Vanaf wanneer is er budget beschikbaar voor het realiseren van de
combinatiefuncties? Hoeveel combinatiefuncties zijn er op dit moment al
gerealiseerd?	70	 

168	Wat was de uitkomst van de nulmeting combinatiefuncties voor de G30?
71	 

169	Is de maatschappelijke stage de enige invulling die de regering
geeft aan de prioriteit burgerschap?	74	 

170	Kunt u toelichten op welke wijze u het streven gaat realiseren om
het aantal 15-jarigen met lage leesvaardigheden terug te brengen van
15.1% naar 8% in 2010, zoals blijkt uit tabel 3.1 ‘Indicatoren’ 	76	


171	11% van de vmbo schoolverlaters met een diploma stromen niet door
naar vervolgonderwijs. Is bekend of zij, na een korte onderbreking in
verband met werk, later alsnog hun opleiding vervolgen?	76	 

172	Hoe komt het dat er vanaf 2009 in tabel 3.2 ‘Budgettaire gevolgen
van beleid artikel 3’ jaarlijks steeds minder is begroot voor de
kwaliteit van het voortgezet onderwijs, terwijl in de doelstelling
onderwijskwaliteit centraal staat?	76	 

173	Kunt u een sectoroverstijgend begrotingsoverzicht geven van de
totale programmakosten van de uitvoeringsorganisaties IB-Groep en CFI?
78	 

174	Wat is de bestemming van het niet-juridisch verplicht of bestuurlijk
gebonden deel van artikel 3?	79	 

175	Hoe groot is het experimenteerbudget in het FES voor de prijsvraag
rond OnderwijsBewijs?	80	 

176	Hoe wordt gemonitord wat de gemiddelde kostprijs van boeken is in de
jaren 2009, 2010 en 2011? Worden de scholen gecompenseerd voor een
eventuele stijging van die gemiddelde kostprijs?	80	 

177	Op basis van welke indicatoren wordt nu de aanvullende bekostiging
van scholen in verband met stapeling van problemen vastgesteld? Welke
individuele leerling-kenmerken worden betrokken bij het ontwikkelen van
een nieuwe indicator? Is het de bedoeling dat de indicatoren op basis
van de individuele leerling-kenmerken de bestaande indicator helemaal
zal gaan vervangen? 	83	 

178	Zijn er nog nieuwe organisaties die de intentieverklaring voor de
maatschappelijke stage hebben getekend? Zo ja, welke zijn dat?	87	 

179	Wat is er de oorzaak van dat, zoals blijkt uit tabel 3.9
‘Indicatoren’ de waarden inzake de doorstroom van vmbo-leerlingen
afnemen en de streefwaarde verder weg komt te liggen? ?	88	 

180	Waarop is de volgorde van de mbo-doelstellingen gebaseerd? Is deze
volgorde willekeurig of hiërarchisch?	91	 

181	Waarom staat in tabel 4.1 ‘Indicatoren’ onder 4 geen
streefwaarde genoemd?	92	 

182	Kan worden toegelicht waarom de bedragen voor leven lang leren en
evc drastisch dalen vanaf 2011?	93	 

183	Zullen de regionale opleidingscentra (roc's) in 2009 FES-gelden
ontvangen voor onder andere de invoering van het competentiegericht
leren, de aanval op de uitval en de opzet van marktgericht onderwijs? Zo
neen, welke overwegingen liggen dan daaraan ten grondslag?	93	 

184	Hoe wordt het budget uit de innnovatiebox verdeeld over de scholen? 
	93	 

185	Waarom staan er drie aparte innovatieposten op de begroting? Wat is
het voornaamste onderscheid?	93	 

186	In hoeverre worden roc's gecompenseerd voor het actieplan om de
positie van de leraren te verbeteren en in hoeverre moeten zij er zelf
aan bijdragen? Betekent dit dat de roc's op andere punten aan de
kwaliteit moeten tornen teneinde de maatregelen te realiseren? Welke
overwegingen liggen ten grondslag aan de verdeelsleutel? 	95	 

187	In hoeverre kunnen groeiende roc's na de invoering van de tweede
teldatum nog in de problemen geraken doordat de bekostiging zich baseert
op deelnemersaantallen van het voorafgaande jaar? 	95	 

188	Kan worden toegelicht welke mbo Associate Degree-experimenten het
betreft? Wanneer starten deze en wanneer worden deze geëvalueerd?	98	 

189	Hoeveel rugzakjes zijn er in het schooljaar 2007/2008 voor mbo-ers
aangevraagd?	100	 

190	Hoeveel is er begroot in 2009 voor rugzakjes in het mbo?	100	 

191	Wat zijn de meerjaren prognoses inzake leerling-gebonden
financiering in het mbo?	100	 

192	Wat gaat u doen om de groei van het aantal geĂŻndiceerde leerlingen
terug te brengen?	100	 

193	Wat gebeurt er met het bedrag dat  een school weer moet inleveren
wanneer de doelstelling ten aanzien van het aantal uitvallers niet
gerealiseerd is? Moet een school het reeds voorgeschoten bedrag dan
terugstorten? Waar stroomt het geld vervolgens naar toe?	103	 

194	Welke concrete acties gaat u ondernemen om voor in 2011 in totaal
90.000 evc- en/of duale trajecten te hebben gerealiseerd? 	105	 

195	Is in het Deltaplan bĂšta-techniek ook de doelstelling opgenomen dat
vrouwen meer voor technische beroepen moeten kiezen? Zo ja, waarom staat
dit dan ook nog eens apart onder het beleidsartikel emancipatie begroot?
107	 

196	Indien er sprake is van betrokkenheid van het ministerie van OCW bij
het integraal afsprakenkader schaalsprong Almere, hoe ziet deze eruit?
Wat is uw inspanning om meer hoger beroepsonderwijs en universitair
onderwijs naar Almere te brengen?	109	125

197	Waarom is er voor het wetenschappelijk onderwijs (wo) in tabel 6.1
‘Indicatoren’ onder punt 3 geen streefwaarde gesteld? 	110	 

198	Waarop zijn de streefwaarden gebaseerd in bovengenoemde tabel 6.1?
110	 

199	Welke investeringen staan gepland om de streefwaarde van 46% hoger
opgeleiden in de leeftijdsgroep 25-44 jarigen van de beroepsbevolking te
realiseren? Waaruit worden deze bekostigd?	110	 

200	Is de huidige meerjarenbegroting al gebaseerd op een toename van het
aantal studenten zodanig dat de streefwaarde van 46% hoger opgeleiden
per 2020 bereikt zal worden? Zo neen, met welk aantal studenten zullen
het hbo en wo extra moeten groeien om deze streefwaarde te kunnen
bereiken en hoeveel extra budget is hiervoor nodig?	110	 

201	Kunt u toelichten waarom er voor 2009 1.5 miljoen euro minder is
uitgetrokken voor kwaliteitsverbetering van docenten in het hoger
beroepsonderwijs?	111	 

202	Klopt het dat hogescholen bij het inzetten van de middelen voor
'Praktijkgericht onderzoek' btw moeten betalen indien zij in
samenwerkingsverbanden hiervoor onderzoekers bij andere hogescholen of
universiteiten inhuren? 	111	 

203	Op de IB-Groep en het CFI wordt bezuinigd. Hoe wordt de problematiek
bij beide instanties aangepakt als daar minder geld voor beschikbaar is?
	111	 

204	Waarom is er een daling in het bedrag dat staat voor de
kwaliteitsverbetering docenten? Hoe is de relatie met de doelstelling om
ook in het hoger onderwijs het niveau van docenten te verbeteren?	111	 

205	Wat is de reden van de enorme toename aan budget voor erkenning van
verworven competenties in 2010 van 132.000 euro naar vijf miljoen euro? 
111	 

206	Wat is de reden voor de relatief hoge apparaatuitgaven hoger
onderwijs en studiefinanciering in 2009 en 2010?	111	 

207	Kunt u bevestigen dat uit tabel 6.2 ‘Budgettaire gevolgen van
beleid artikel 6’blijkt dat er in 2009 2.8 miljoen extra beschikbaar
komt voor het verhogen van het studierendement van Nederlandse studenten
met een niet-westerse achtergrond en dat uit de toelichting blijkt dat
het om 4.1 miljoen euro gaat? Kunt u toelichten hoe dit verschil
veroorzaakt wordt?	111

	208	Zijn de middelen voor 'Verhogen studierendement Nederlandse
studenten met een niet-westerse achtergrond' van 8,2 miljoen euro in
2009 volgens bovengenoemde tabel 6.2 een extra investering van de
regering, zoals gesteld wordt op pagina 120 van deze begroting? Zo ja,
hoe valt dan te verklaren dat de onderwijsuitgaven per student zoals
genoemd in tabel 6.7 ‘Indicatoren’ op pagina 117 van de begroting
nagenoeg gelijk blijven? Betekenen deze intensiveringen dat door de
instellingen elders bezuinigd moet worden op de onderwijsuitgaven per
student?	111	 

209	Wat is de reden van het dalende budget dat is gereserveerd voor de
reguliere bekostiging (lumpsum) voor wetenschappelijk onderwijs (van
3,624 miljard naar 3,613 miljard)? Hoe verhoudt zich dit tot het streven
naar een hoger opgeleide beroepsbevolking en een excellente wetenschap?
111	 

210	In hoeverre komt de 2,277 miljoen euro voor internationale
samenwerking en beurzenprogramma’s ten goede aan studenten buiten de
Europese Economische Ruimte?	112	 

211	Waarom staat er in tabel 6.3 ‘Budgettaire gevolgen van beleid
artikel 7’een noodfonds van jaarlijks Ă©Ă©n miljoen euro voor
internationale hulpacties op de OCW-begroting? Hoort dit niet bij de
begroting van Buitenlandse Zaken? Waar wordt dit bedrag jaarlijks aan
besteed?	112	 

212	Waaraan wordt de twee miljoen extra voor geesteswetenschappen,
oplopend tot vijf miljoen jaarlijks in 2010 specifiek besteed? Waarom is
uiteindelijk meer dan vijf miljoen extra per jaar nodig?	112	 

213	Wat zijn de beweegreden voor de bezuiniging van 2,5 miljoen euro op
‘verhoging deelname studenten met handicap’? 	113	 

214	Waarom wordt het budget voor verhoging deelname studenten met een
handicap drastisch verlaagd en volgend jaar zelfs stopgezet? Is er op
een andere plek in de begroting geld voor vrijgemaakt? Op welke manier
wordt de deelname van deze groep studenten gefaciliteerd? 	113	 

215	Tot hoeveel uur is een bijbaan acceptabel naast de studie? Hoeveel
uur heeft de werkweek van een student idealiter inclusief contacturen,
zelfstudie-uren en bijbaan?	116	 

216	Wat is de reden voor de investering van twee miljoen euro in de
geesteswetenschappen? Welke regeringsdoelstelling wordt hiermee gediend?
Waarom is gekozen voor geesteswetenschappen en niet voor andere
wetenschappelijke disciplines? Welke problemen en lacunes zijn er in de
alfa- en gammawetenschappen?	116	 

217	Is de twaalf miljoen euro voldoende om het taal- en rekenonderwijs
in het hoger onderwijs op orde te brengen gezien de hoge doelstellingen?
Hoe wordt dit geld zo besteedt zodat het ten goede gaat komen aan het
primaire proces? Kan het bedrag van twaalf miljoen euro verder
uitgesplitst worden?	116	 

218	Kan worden verklaard op welke wijze de gemiddelde gelijkblijvende
uitgave per student zich verhoudt met ondermeer de kwaliteitsimpulsen op
pagina 120 van deze begroting?	117	 

219	Hoe kan het dat de onderwijsuitgaven per student gelijk blijven,
terwijl de doelstellingen omhoog gaan?	117	 

220	Waarom stijgt in 2011 het aantal eerstejaars van het hbo niet en in
het wo wel?	117	 

221	Zijn in tabel 6.7 ‘Indicatoren’ de onderwijsuitgaven per student
gecorrigeerd voor inflatie? 	117	 

222	Hoe wordt de doelstelling het onderwijs intensiever en persoonlijker
te maken concreet ingevuld en uitgevoerd?	117	 

223	Hoe valt het streven van het verhogen van de onderwijsintensiteit en
verlaging van de student/stafratio, die twee van de indicatoren vormen
voor kwaliteit en excellentie uit tabel 6.8 ‘Indicatoren’ te
combineren met gelijkblijvende onderwijsuitgaven per student op het
niveau van 2008, blijkens tabel 6.7 ‘Indicatoren’?	117	 

224	Is het haalbaar dat 70% van de hbo-docenten in 2014 moet beschikken
over een mastergraad? Hoe wordt deze doelstelling bereikt?	118	 

225	Wat is collegegelddifferentiatie anders dan een bezuiniging? Welk
onderwijskundig doel is er voor collegegelddifferentiatie? Wat is de
wetenschappelijke onderbouwing van het effect? 	118	 

226	Wat kosten de Nederlandse Wetenschappelijke Instituten in het
Buitenland per instituut jaarlijks?	118	 

227	Waarom zijn er geen recentere cijfers inzake de student/stafratio
aangezien de meest recente waarde uit 2003 komt? 	119	 

228	Hoe wordt aan de ambitie om het aantal contacturen per student te
doen stijgen concreet gestalte gegeven?	119	 

229	Welk onderzoek wordt op hbo’s gedaan dat niet op universiteiten
kan worden gedaan?	123	 

230	Kunt u een overzicht geven van de landen waarmee bilateraal op
instellingsniveau gerealiseerd wordt? Kunt u ook aangeven wat de
samenwerking inhoudt? 	128	 

231	Is het waar dat in het convenant leerkracht van Nederland de
adjunct-directeuren zijn vergeten? Zo ja, gaat dit nog extra geld
kosten, of moet opnieuw onderhandeld worden?	138	 

232	Waarom staat de bijverdiengrens wel genoemd, maar is het bedrag
telkens  0?	145	 

233	Hoeveel aanvragen voor kwijtschelding van de studieschuld zijn er?
Hoeveel ervan worden gehonoreerd? Wordt ook de rente over de
studieschuld kwijtgescholden? Welk bedrag is er de komende vijf jaar
geraamd voor kwijtschelding van studieschulden?	146	 

234	Wat is het uitstaande geleende bedrag aan studieleningen? Hoe groot
deel daarvan wordt naar verwachting niet omgezet in een gift? Hoe wordt
het uitgeleende bedrag voor studieleningen gefinancierd? 	146	 

235	Wat is de procedure voor kwijtschelding van studieschuld na vijftien
jaar? Is de kwijtschelding na vijftien jaar automatisch?	146	 

236	Wat betekent de daling van niet-relevante uitgaven voor de
basisbeurs van 404,8 miljoen euro in 2008 naar 5,8 miljoen euro in 2013?
	148	 

237	Wat zijn de financiële implicaties van het voorstel dat alle mbo-er
ook recht krijgen op een OV-jaarkaart? Hoe wordt dit gedekt?	149	 

238	Hoe komt het dat, zoals blijkt uit tabel 11.13 ‘Aantal studerenden
dat gebruik maakt van de leenfaciliteit’ steeds meer studenten zijn
gaan lenen?	152	 

239	Hoe komt het dat het aantal lesgeldplichtigen volgens de raming in
tabel 13.2 ‘Aantal lesgeldplichtigen’ geleidelijk zal afnemen?	165	 

240	Is er bij de publieke omroep sprake van voldoende ‘diversiteit aan
opvattingen en interesses’ en wordt er ook voldoende kwaliteit
geboden, zodat de kwaliteit ook terecht hoog in het vaandel wordt
gedragen? 	180	 

241	Wanneer kan een nieuw voorstel met betrekking tot  programmaraden
c.q. consumenteninvloed tegemoet worden gezien?	180	 

242	Kunnen commerciële omroepen gebruik maken van de verschillende
productiefaciliteiten? Kan een overzicht worden verstrekt van de eisen
die gesteld worden aan het gebruik van deze faciliteiten/fondsen?	180	 

243	Wanneer is het aandeel van de publieke omroep volledig in ‘high
definition’ (HD) te zien?	180	 

244	Heeft het NOS-journaal al een Redactiestatuut om de
onafhankelijkheid te waarborgen?	180	 

245	Over welke radiozenders en op welke tijdstippen wordt de zendtijd
voor politieke partijen verdeeld?	180	187

246	Wanneer komt de brief over de doorgifte van Politiek24, zoals
toegezegd tijdens de behandeling van het wetsvoorstel Vaststelling van
een nieuwe Mediawet (Mediawet 20..) d.d. 25 juni 2008?	180	188

247	Kunt u een overzicht geven van alle subsidies mediabeleid?	181	 

248	Betekent de opvatting dat de minister niet verantwoordelijk is voor
de vorm en inhoud van het media-aanbod ook dat de minister publiekelijk
geen waardeoordeel over programma's dient te geven?	181	 

249	Het aantal regionale dagbladtitels is gedaald naar 22 in 2007. Hoe
is de ontwikkeling op dit moment en wat kan de minister doen om een
verdergaande daling tegen te gaan?	182	 

250	Waarom worden gratis kranten niet meegeteld als indicator voor
diversiteit in de pers?	182	 

251	Waarom staat er in tabel 15.1 ‘Indicatoren’ in de kolom
‘Streefwaarde’ een groot aantal keren "p.m."?	182	 

252	Kunnen omroeporganisaties geld lenen van de Publieke Omroep om leden
te kunnen werven? Kunnen alle omroepen dit? Is dit ook gebeurd? Om welke
bedragen gaat het? 	183	 

253	In 2007 is de kabel nog steeds het dominante netwerk voor televisie
en de ether voor radio. Hoe verwacht u dat zich dit in de toekomst zal
ontwikkelen? Is er onderzoek gedaan naar de verwachte groei aan
importantie van andere netwerken?	183	 

254	Kunt u een overzicht geven van de tekorten op de diverse begrotingen
van de landelijke publieke omroeporganisaties?	183	 

255	Herinnert u zich de toezegging tijdens het algemeen overleg over
mediawijsheid heeft de minister toegezegd om de mogelijkheden van een
versterking van de participatie van ouders in het Mediawijsheid
expertisecentrum te onderzoeken en de Kamer hierover te informeren? Wat
is de stand van zaken op dit moment en wat zijn de mogelijkheden? Is
bekend hoeveel scholen in Nederland aandacht besteden aan mediawijsheid?
185	 

256	Wat wordt bedoeld met de uitspraak dat in 2009 de organisatie van
het mediawijsheidexpertisecentrum echt moet staan en de service
uitgebreid wordt met fysieke loketten bij de bibliotheken? Betekent dit
dat er een echt fysiek centrum komt of wordt met het fysieke loket het
loket bij de bibliotheken bedoeld? Hoe is de financiering van de
exploitatie van de fysieke loketten structureel geregeld?	185	 

257	Media worden gestimuleerd maatschappelijke verantwoordelijkheid te
nemen. In de vorm van zelfregulering kunnen bestaande gedragscodes
worden verbeterd en nieuwe geĂŻnitieerd. Wat is de stand van zaken
betreffende de gedragscodes? Is er op dit moment een gedragscode?	185	 

258	Welk bedrag krijgen de vier grote steden jaarlijks uitgekeerd als
gevolg van de nieuwe convenanten? 	185	 

259	Hoe gaat u commerciële omroepen stimuleren om maatschappelijke
verantwoordelijkheid te nemen?	185	 

260	Wat is naar uw opvatting de toekomst van het publieke radiostation
FunX? Wat zijn de belangrijkste elementen die in dit verband in het
nieuwe convenant aan de orde zijn?	185	 

261	Kan een overzicht worden verstrekt van de uit het Stimuleringsfonds
voor de Pers verstrekte bijdragen in 2007 en tot dusver in 2008?	185	 

262	Wanneer wordt bekend hoeveel themakanalen overblijven? Is er een
analyse van de impact van themakanalen op de concurrentiesituatie met de
commerciële omroepen? Wat zijn de kosten van de themakanalen?	185	 

263	Hoeveel subsidie voor wetenschappelijke projecten wordt direct
vanuit het ministerie verstrekt, buiten de reguliere universitaire
geldstromen of het Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk
Onderzoek?	188	199

264	Waarom zijn er geen absolute streefwaarden, maar relatieve
streefwaarden gegeven voor de indicatoren in tabel 16.1? Zijn er
absolute streefwaarden? Zo ja, welke?	189	 

265	Hoeveel apen worden gehouden in het Biomedical Primate Research
Centre? Kan dit worden uitgesplitst per apensoort?	190	 

266	Hoe gaat de regering het bedrijfsleven stimuleren meer in R&D te
investeren, gezien de streefwaarde van 1,9% in 2010?	193	 

267	Welke concrete acties worden ondernomen om in 2010 te komen tot de
streefwaarde van 3% R&D investeringen door de overheid?	193	 

268	Hoe hoog zijn de uitgaven aan R&D in 2009 door de overheid als
percentage van het BBP? 	193	 

269	Is in deze begroting rekening gehouden met de cijfers van de
Macro-Economische Verkenning (MEV) waaruit blijkt dat deelname aan
kinderopvang 0-3 jarigen groeit naar 54% in 2011 (65% inclusief
gastouderopvang) en deelname buitenschoolse opvang naar 24%?	200	 

270	Welk percentage kinderen van 0 tot 4 jaar met kinderopvangtoeslag
hanteert het kabinet voor de jaren 2009 tot en met 2012 en waar zijn
deze prognoses op gebaseerd?	200	 

271	Welk percentage kinderen van 4 tot 12 jaar met kinderopvangtoeslag
hanteert het kabinet voor de jaren 2009 tot en met 2012 en waar zijn
deze prognoses op gebaseerd?	200	 

272	Bent u al in gesprek gegaan met diverse belangenorganisaties in de
gastouderopvang en heeft u daar gesproken over de bezuinigingen in de
gastouderopvang? Wat is de uitkomst van dit gesprek? 	200	209

273	Hoeveel gaan de inkomensgroepen minimum, modaal, 1,5 keer modaal,
twee keer modaal en drie keer modaal er op achteruit gaan als de
kinderopvangondernemers boven de maximum uurprijs van 6,10 euro
uitkomen, bijvoorbeeld een stijging van 4% naar 6,35 euro? Kan dat in
een tabel inzichtelijk worden gemaakt in euro's en procentueel?	200	209

274	Wat is uw reactie op de alternatieve begroting van de
Maatschappelijk Ondernemers Groep (MO-Groep)?	200	209

275	Klopt de berekening van de MO-Groep dat werkgevers in 2011 180 euro
miljoen te weinig betalen, aangezien 28% van 3,2 miljard 900 miljoen
euro bedraagt in plaats van de nu opgenomen 719 miljoen euro?	200	209

276	Op welk groeicijfer baseert u de ramingen voor kinderopvang voor de
komende jaren? 	201	 

277	Waarom is er in 2010 bijna 200 miljoen minder beschikbaar voor
kinderopvangtoeslag  ten opzichte van 2009?	201	 

278	Heeft de regering de groeicijfers naar boven aangepast, nu ze jaar
op jaar hoger blijken te liggen dan geraamd?	201	 

279	Wanneer komen de voorstellen naar de Kamer als het gaat om misbruik
en oneigenlijk gebruik van kinderopvang tegen te gaan?	202	 

280	Waaruit worden de additionele middelen kinderopvang gefinancierd,
zoals vermeld in tabel 24.3 ‘Budgettaire gevolgen van beleid artikel
24.01’?	202	 

281	Wat wordt verstaan onder ‘overig’ in tabel 24.4 ‘inzet
enveloppemiddelen kinderopvang’?	203	 

282	Wat valt er in tabel 24.5 ‘Budget flexibiliteit per operationele
doelstelling’ onder ‘programmakosten overig’ en waarvoor is
de555.000 euro niet-jurdisch verplicht of bestuurlijk gebonden voor
bedoeld?	204	 

283	Zijn de inschrijfkosten bij een kinderopvangvoorziening gebonden aan
een maximum? Zo neen, waarom niet?	205	 

284	Bent u bereid om streefcijfers te stellen voor 2009 als het gaat om
bestrijden van de wachtlijsten en wachttijden voor kinderen in de
kinderopvang en buitenschoolse opvang?	205	 

285	Is de 3 miljoen euro die overgeboekt wordt naar het gemeentefonds
voor het bestrijden van de wachtlijsten geoormerkt? 	205	 

286	Voor de verbetering van de wachtlijsten in de kinderopvang is het de
bedoeling dat er € 8 miljoen gaan naar onder andere het oprichten van
netwerkbureaus voor praktische en oplossingsgerichte ondersteuning. Hoe
ziet deze praktische en oplossingsgerichte ondersteuning er concreet
eruit? Wie moet dit gaan doen?	205	 

287	Wat zijn de meest recente cijfers ten aanzien van wachtlijsten en
wachttijden voor dagopvang en buitenschoolse opvang?	206	 

288	Gaat het streven naar kwaliteitsverbetering niet verder dan de eisen
van de Wet kinderopvang? Zo ja, waarom kan de meting in het onderzoek
van het Nederlands Consortium Kinderopvang Onderzoek dan niet dienen als
concreet streefcijfer?	206	 

289	Welk effect verwacht u van de verhoging van de ouderbijdrage in 2009
op de afname van kinderopvang?	207	 

290	Hoe hoog is de werkgeversbijdrage in 2009? Hoeveel dragen zij bij
aan de totale kosten van kinderopvang? 	207	 

291	Wat is uw prognose als het gaat om het aantal huishoudens dat
gebruik maakt van kinderopvang voor de komende jaren?	207	 

292	Wat is de rekensom op basis waarvan is becijferd wat de gemiddelde
uurprijs is?	207	 

293	Hoe groot is de tegenvaller als de gemiddelde uurprijs in 2009 hoger
ligt dan 5,80 euro als deze stijgt met 4% en als deze stijgt met 8%?	207
 

294	Hoeveel gaan de inkomensgroepen minimum, modaal, 1,5 keer modaal,
twee keer modaal en drie keer modaal in euro's en procentueel er op
achteruit als de gemiddelde uurprijs wel stijgt met 4%, dan wel 8%?	207

	295	Op basis waarvan schat u dat volgend jaar de gemiddelde uurprijs
niet zal stijgen? 	207	 

296	Wat betekent het dat het bedrag van 10 miljoen euro dat in 2011 voor
een nieuwe impuls voor emancipatiebeleid beschikbaar komt, indicatief
is? Welke overwegingen liggen aan dat indicatieve karakter ten
grondslag? Van welke factoren zal het afhangen of het bedrag hoger of
lager uitvalt?	210	 

297	Vindt er ook in 2009 een review van de behaalde resultaten van het
emancipatiebeleid plaats? Zo ja, in welke vorm zal dit dan geschieden?
Zo neen, waarom niet? 	210	 

298	Rekent u de inzet van middelen niet eveneens tot de factoren die van
invloed zijn op het behalen van de algemene doelstelling? 	210	 

299	Zijn er al nieuwe cijfers bekend over het percentage economisch
zelfstandige vrouwen, aangezien het laatste cijfer dateert van 2004? 
211	 

300	Wat wil het precies zeggen dat vanaf 2010 ‘de oploop op de
aanvullende post bij FinanciĂ«n [is] gereserveerd.’ Wat zijn de
consequenties voor de zekerheid van het budget?	211	 

301	Waaruit bestaan de ontvangsten van 84 miljoen euro in tabel 25.2
‘Budgettaire gevolgen van beleid’?	212	 

302	Hoe gaat u met de departementen in nationaal en internationaal
beleid afspraken maken over (homo)emancipatie? Welke voorbeelden kunt U
noemen?	213	 

303	Kunt u een voorbeeld geven van (homo)emancipatie in internationaal
beleid?	213	 

304	Hoe zijn de subsidieplafonds van de subsidieregeling
emancipatieprojecten vastgesteld? Hoe wordt onderzocht of met deze
subsidies de beoogde doelstellingen worden behaald?	214	 

305	Waarom streeft u, blijkens tabel 25.5 ‘Meetbare gegevens’ naar
een afname van het aantal bestuurlijke afspraken met gemeenten over
emancipatiebeleid?	215	 

306	Wat is de stand van zaken inzake de uitvoering van de motie-Peters
over billijke en rechtvaardige afspraken over vergoedingen voor
gebruiksrechten?	282	291

307	Is het streven om het beloningsverschil bij de overheid uit te
bannen, inmiddels geĂŻmplementeerd?	284	 

308	Op welke wijze en in welke mate is tot dusver door regionale
omroepen gebruik gemaakt van het programmaversterkingsbudget?	288	 



 Kamerstuk 29 338, nr. 72

 Kamerstuk 27 017, nr. 41

 Kamerstuk 30 420, nr. 100

 Kamerstuk 30 420, nr. 101

 Kamerstuk 30 420, nr. 106

 Kamerstuk 30 420, nr. 100

 Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2008-2009, nr. 136

Aanhangsel Handelingen II, 2007-2008,  nr. 101, pag. 7176-7218

 Kamerstuk 31 434, nr. 4

 Kamerstuk 31 356, nr. 43

  FILENAME  verslag 31700VIII.DOC 		  PAGE  1 /  NUMPAGES  17