[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag houdende een lijst van vragen over de vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2009

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2009

Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden

Nummer: 2008D09677, datum: 2008-10-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.DOC), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z02454:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Lijst van vragen - totaal

Kamerstuknummer	:	31700-V

Vragen aan	:	Ministers van Buitenlandse Zaken en voor
Ontwikkelingssamenwerking

Commissie	:	Buitenlandse Zaken

Griffier	:	Van Toor



Nr	Vraag	Blz

van	

tot

1	Kunt u een reactie op hoofdlijnen geven op het recente advies van de
Teldersstichting “Rechtstaat in ontwikkelingslanden”?	0	 

2	Waarom bevat de beleidsagenda van de begroting Buitenlandse Zaken dit
jaar geen overzicht van de belangrijkste financiële mutaties, zoals dat
in alle andere begrotingen wel gebeurt? Kan een dergelijk overzicht
alsnog worden opgesteld en voortaan weer in de begroting worden
opgenomen?	5	 

3	Waarom wordt ook in de verticale toelichting in de Miljoenennota, als
enige begroting, niet ingegaan op de afzonderlijke mutaties op de
begroting Buitenlandse Zaken, maar alleen op de totale Homogene Groep
Internationale Samenwerking (HGIS)?	5

	4	Wat verstaat u onder een budget dat ‘overig verplicht’ is? Wat is
exact het verschil tussen 'juridisch verplicht' en 'overig verplicht'? 
6	 

5	Waarom is bij slechts 10 operationele doelen sprake van een beperkte
ruimte die nog niet verplicht is? Betekent dit dat op alle andere
beleidsartikelen geen mogelijkheden meer zijn om te herprioriteren?	6

	6	Als de Corruption Perception Index (CPI) en  de Failed States Index
(FSI) niet meer worden gebruikt om de effectiviteit van het Nederlands
beleid te meten, hoe wordt deze dan in het vervolg gemeten en hoe wordt
bepaald in welk land Nederland zal gaan opereren of uit welk land
Nederland moet vertrekken?	6	 

7	Waarom zijn de beleidsdoelen voor 6 van de 10 kabinetsdoelstellingen
volgens u niet meetbaar? Hoe bepaalt u wat er nodig is om deze
doelstellingen te realiseren? Hoe bepaalt u achteraf of deze
doelstellingen zijn gerealiseerd? 	7	 

8	Kunt u vertellen wat u in de volgende landen op het gebied van gender
in 2009 wilt bereiken, gezien u aangeeft geen prestatie-indicatoren te
kunnen toepassen op het gebied van gender: Afghanistan, Burundi,
Democratische Republiek Congo en Sudan?	7	 

9	De regering blijft zich inzetten voor ontwikkelingssamenwerking vanuit
solidariteit en welbegrepen eigenbelang. Hoe gaat de regering om met
conflicten tussen solidariteit en eigenbelang en kunt u een concreet
voorbeeld geven? Waarom motiveert u de inzet voor de minderbedeelden
niet ook vanuit het begrip rechtvaardigheid?	13	 

10	Kunt u aangeven hoe u omgaat met conflicten tussen solidariteit en
eigenbelang en kunt u hier een concreet voorbeeld van geven?	13	 

11	Is er gezien de politiekere vorm van samenwerking in fragiele staten
extra diplomatieke personele capaciteit voorzien op de Nederlandse
posten in andere fragiele staten dan Afghanistan?	14	 

12	Kunt u uitleggen wat u verstaat onder ‘Afghanisering’ van de
veiligheidsstructuren? Hoort daar ook een tijdspad bij? Kunt u een
inschatting geven van de situatie met betrekking tot ‘Afghanisering’
op het moment waarop de Nederlandse lead nation betrokkenheid in Uruzgan
tot een einde loopt? Welke consequenties heeft dit voor de opvolging van
Nederland?	14	 

13	Op welke wijze zult u bij gelegenheid van de 60-ste verjaardag van de
NAVO het strategisch concept  tegen het licht houden? Hoeveel tijd
verwacht u dat het kost alvorens een nieuw strategisch concept kan
worden aangenomen?	14 	25

14	Kunt u een overzicht geven van alle contracten en projecten die sinds
het ontstaan van het akkoord van Schokland zijn getekend, uitgevoerd
en/of zijn gepland? Met welke bedrijven/instanties is dit gebeurd en in
welke landen gaan zij projecten/akkoorden uitvoeren en met wie? Welke
bedragen hebben deze bedrijven/instanties zelf toegezegd en hoeveel legt
de Nederlandse overheid toe? Kunt u dit per project/akkoord uitsplitsen?
Kunt u tevens beargumenteren of de subsidie vanuit het ministerie een
daadwerkelijke meerwaarde had/heeft, met andere woorden, kunt u
aannemelijk maken dat deze projecten/akkoorden anders niet hadden
plaatsgevonden?	15	 

15	Kunt u aangeven op welke wijze u het draagvlakbeleid in 2009 zult
vervolgen, in het bijzonder in het licht van de evaluatie die u heeft
aangekondigd over het draagvlakbeleid voor ontwikkelingssamenwerking?
Kunt u aangeven hoeveel geld er in 2009 wordt uitgetrokken voor
draagvlakbeleid, uitgesplitst over ontwikkelingssamenwerking, Europa en
buitenlandbeleid algemeen? Welk bedrag komt rechtstreeks uit het
ministerie en welk bedrag verloopt via andere organisaties (waaronder
MFO's)?	16	 

16	Hoe waarborgt het kabinet momenteel de duurzaamheid van biobrandstof
met de afwezigheid van verifieerbare criteria? Wie controleert die
duurzame herkomst en op welke wijze?	19	 

17	Hoe is het kabinet voornemens bedrijven een prikkel te geven tot
ontwikkeling en toepassing van tweede generatie biobrandstoffen, die
negatieve bijwerkingen niet of in veel mindere mate kennen?	19	 

18	Op welke wijze kan Nederland bijdragen aan stabiliteit in
energieproducerende landen? 	19	 

19	Op welke wijze zal de Nederlandse regering in 2009 verder uitvoering
geven aan de EU gedragscode over werkverdeling in
ontwikkelingssamenwerking? Kunt u in het antwoord tevens ingaan op hoe u
de bureaucratie in de Europese ontwikkelingssamenwerking te lijf wilt
gaan?	20	 

20	Op welke wijze zal Nederland vorm geven aan een actieve rol in het
Midden Oosten Vredesproces (MOVP)? Hoe beoordeelt u in dit licht de
steeds verder toenemende Israëlische bouwactiviteiten op de Westelijke
Jordaanoever?	22	 

21	Wanneer zal naar uw verwachting een nieuw associatieakkoord tussen
Israël en de EU van kracht kunnen worden?	22	 

22	Deelt u de mening dat niet zo zeer het predicaat
‘Israëlisch-Palestijns conflict’, maar veel eerder het predicaat
‘Jihad tegen Israël’ recht doet aan de werkelijke situatie in en
rondom Israël? Zo neen, waarom niet?	22	 

23	Valt onder de ministeriële en hoog-ambtelijke bezoeken die in 2009
zullen worden afgelegd, ook een bezoek van de mensenrechtenambassadeur?
Bent u bereid hem te vragen een bezoek af te leggen aan Israël en de
Palestijnse gebieden? 	22	 

24	In welke hoedanigheid gaat u de bilaterale relaties, waaronder de
handelsbetrekkingen, met de Palestijnse gebieden versterken?	22	 

25	Hoe zal Nederland zich specifiek hard maken voor een moratorium op de
uitbreiding van nederzettingen door Israël? Is Nederland alleen bereid
dit te doen door gesprekken te voeren (met overheid, politici,
ambassadeurs, NGO's etc.) of is Nederland ook bereid maatregelen te
nemen om Israel ernstig te ontmoedigen nog nieuwe nederzettingen te
stichten?	22	 

26	Welke concrete stappen zet Nederland op het gebied van de positie van
etnische en religieuze minderheden in Irak? Op welke wijze wordt op
Europees niveau samengewerkt op dit punt?	23	 

27	Kunt u aangeven hoe de Nederlandse bijdrage aan de versterking van de
logistieke capaciteit van de Libanese strijdkrachten ingevuld gaat
worden? Is er binnen deze bijdrage in het kader van Security Sector
Reform (SSR) aandacht voor de mensenrechten en in het bijzonder voor de
huidige praktijken van de Libanese krijgsmacht op gebied van marteling? 
23	 

28	U schrijft dat ‘een klein maar groeiend aantal mensen in de
islamitische wereld zich aangetrokken voelt door religieus
fundamentalisme’. Hoe rijmt u die opmerking met de uitkomsten van
‘The great divide’, een onderzoek van het Pew Research Center uit
2006, waaruit blijkt dat bijvoorbeeld 88 procent van de Jordaanse, 69
procent van de Nigeriaanse en 53 procent van de Egyptische moslims vindt
dat zelfmoordaanslagen tegen onschuldige burgers gerechtvaardigd kunnen
zijn indien daarmee de islam wordt verdedigd, en dat 38 procent van de
Pakistaanse en 61 procent van de Nigeriaanse moslims (veel) vertrouwen
heeft in Osama bin Laden?	23	 

29	Denkt u daadwerkelijk de al 1.400 jaar durende jihad te kunnen
stoppen met publieksdiplomatie en interculturele dialoog? Zo ja, waarom
denkt u dat? Zo neen, waarom niet?	23	 

30	Deelt u de mening dat het geen toeval is dat de grenzen van de
islamitische wereld bloedig zijn? Is het toeval dat er uitgerekend in
Bosnië, Kosovo, Sudan, Israël, de Kaukasus en Kashmir – allemaal
plaatsen waar de islamitische aan de niet-islamitische wereld grenst –
recent voortslepende bloedige conflicten plaatsvinden of plaatsvonden? 
23	 

31	U schrijft dat ‘sommige overheden in de islamitische wereld de
rechten van de mens schenden’. Hoe rijmt u dat met uw eigen antwoorden
op de vorig jaar door de Kamer gestelde vragen naar aanleiding van de
begroting voor 2008, waaruit blijkt dat Bahrein, Bangladesh, Burkina
Faso, Egypte, Gambia, Guinee, Indonesië, Irak, Iran, Jemen, Jordanië,
Kazachstan, Koeweit, Libanon, Libië, Maleisië, Mali, Marokko,
Mauritanië, Niger, Nigeria, Oman, Pakistan, Qatar, Saoedi-Arabië,
Sierra Leone, Tadzjikistan, Tsjaad, Tunesië en de Verenigde Arabische
Emiraten de doodstraf kennen?	23	 

32	U schrijft dat ‘sommige overheden in de islamitische wereld de
rechten van de mens schenden’. Hoe rijmt u dat met uw eigen antwoorden
op de vorig jaar door de Kamer gestelde vragen naar aanleiding van de
begroting voor 2008, waaruit blijkt dat in Bangladesh, Bahrein,
Djibouti, Egypte, Gambia, Guinee, Irak, Iran, Jemen, Jordanië, Koeweit,
Libië, Marokko, Maleisië, Mauritanië, Oman, Pakistan, Qatar, Senegal,
Sierra Leone en de Verenigde Arabische Emiraten mannen en vrouwen niet
gelijkwaardig worden behandeld?	23	 

33	U schrijft dat ‘sommige overheden in de islamitische wereld de
rechten van de mens schenden’. Hoe rijmt u dat met uw eigen antwoorden
op de vorig jaar door de Kamer gestelde vragen naar aanleiding van de
begroting voor 2008, waaruit blijkt dat Bangladesh, Bahrein,
Mauritanië, Senegal, Sierra Leone, Djibouti, Egypte, Gambia, Guinee,
Iran, Jemen, Koeweit, Libië, Maleisië, Marokko, Oman, Pakistan, Qatar,
Saoedi-Arabië, Tunesië en de Verenigde Arabische Emiraten homoseksuele
handelingen strafbaar stellen? 	23	 

34	U schrijft dat ‘sommige overheden in de islamitische wereld de
rechten van de mens schenden’. Hoe rijmt u dat met uw eigen antwoorden
op de vorig jaar door de Kamer getelde vragen naar aanleiding van de
begroting voor 2008, waaruit blijkt dat geen enkel land in de
islamitische wereld een volledig onafhankelijk parlement kent? 	23	 

35	U schrijft dat ‘sommige overheden in de islamitische wereld de
rechten van de mens schenden’. Hoe rijmt u dat met uw eigen antwoorden
op de vorig jaar door de Kamer gestelde vragen naar aanleiding van de
begroting 2008, waaruit blijkt dat geen enkel Arabisch/islamitisch land
rechtspraak kent die even onafhankelijk en onpartijdig is als in
Nederland?	23	 

36	Wat is de laatste stand van zaken in de kwestie tussen Jordanië en
het lid Wilders? 	23	 

37	Eind maart van dit jaar drukten de lidstaten van de Organisatie van
Islamitische Landen (OIC) in de VN Mensenrechtenraad een amendement op
een resolutie door waardoor de Speciale Rapporteur voor de vrijheid van
meningsuiting voortaan niet alleen moet berichten over schendingen van
dat recht, maar tevens gevallen van (vermeend) misbruik van dat recht
dient te melden. Kunt u uitleggen waarom Nederland niet tegen deze
resolutie heeft gestemd, maar zich slechts onthouden heeft van stemming?
Zo neen, waarom niet?	23	 

38	Kunt u uitleggen waarom Nederland nog participeert in de VN
Mensenrechtenraad, die gekaapt is door landen die via blokstemming de
essentie van de organisatie volledig onderuit haalt en tot irrelevantie
reduceert? 	23	 

39	Deelt u de mening dat de OIC ontwrichtend werkt voor de VN
Mensenrechtenraad? Zo neen, waarom niet? 	23	 

40	Deelt u de mening dat de OIC ontwrichtend werkt voor de vrijheid van
meningsuiting? Zo neen, waarom niet? 	23	 

41	Bent u bereid om per direct uit de VN Mensenrechtenraad te stappen en
zich daarvoor ook binnen de EU hard te maken? Zo neen, waarom niet?	23	 

42	Bent u bereid om de bilaterale betrekkingen met OIC-landen tot een
minimum te beperken en zich daarvoor ook binnen de EU hard te maken,
zolang de op de sharia gebaseerde Cairo Declaratie van 1990 niet geheel
van tafel is en de islamitische landen hun ondermijnende activiteiten
ten opzichte van de universele verklaring van de rechten van de mens
niet hebben gestaakt? Zo neen, waarom niet?	23	 

43	Welke uitgangspunten gelden in 2009 voor de regering ten aanzien van
de nieuwe NAVO-thema’s als energieveiligheid en raketverdediging? 	25	


44	Hoe gaat Nederland diplomatieke activiteiten op nationaal en
regionaal niveau concreet invullen? Behoren tot de activiteiten ook het
stimuleren van onderhandelingen met (delen van) de opstandelingen aan
beide kanten van de Afghaans-Pakistaanse grens?	25	 

45	Hoe gaat het ‘civiele profiel’ van de internationale aanwezigheid
in Afghanistan er volgens de regering concreet uit zien in de komende
jaren? Hoe verhoudt zich dit tot de geluiden vanuit onder andere de
Verenigde Staten dat een ‘surge’ naar analogie van Irak noodzakelijk
is om het tij te keren?	25	 

46	In hoeverre zullen de 12 uitgezonden medewerkers van Buitenlandse
Zaken in staat zijn om ‘buiten de poort’ te gaan? Zullen ze dit
uitsluitend doen onder zware militaire bewaking of zal er ook ruimte
zijn voor ‘low-profile’ bezoeken aan bijvoorbeeld
ontwikkelingsprojecten of CIMIC projecten? 	25	 

47	Wat zijn de praktische consequenties van het feit dat het Provincial
Reconstruction Team (PRT) in 2009 onder civiele leiding komt te staan?
Betekent dit dat de CIVREP ‘militaire-strategische’ beslissingen kan
overrulen vanuit het perspectief van de D’s van Diplomatie en
Development?	25	 

48	Is het verder werken aan vrede en veiligheid in nieuwe coalities
Nederlands, EU of NAVO beleid? Hoe kijken andere EU landen naar
coalities met China op het gebied van vrede en veiligheid? Welke vorm
kunnen coalities met de genoemde landen aannemen, kunt u voorbeelden
geven? Op welke concrete wijze zal Nederland proberen in nieuwe
coalities verder te werken aan vrede en veiligheid met landen als China,
India, Brazilië, Indonesië en Zuid-Afrika? 	26	 

49	Wat wordt bedoeld met nieuwe initiatieven op het vlak van
non-proliferatie met relevante partners? Wie zijn in uw ogen die
relevante partners?	26	 

50	Wat worden de doelen van Nederlandse inzet voor de
Toetsingsconferentie van het Non-Proliferatieverdrag (NPV) in 2010?	26	 

51	Heeft Nederland een concreet aantal landen in gedachten bij het
streven naar een toename van het aantal landen dat deelneemt aan het
Oslo-proces?	26	 

52	Hoe zal Nederland zich inzetten om meer landen deel te laten nemen
aan het Oslo-proces voor een verbod op clustermunitie? Welke middelen
worden hiertoe ingezet en op wie zal de aandacht vooral gevestigd zijn?
26	 

53	De begroting noemt hervorming van veiligheidsdiensten, ondersteuning
van de politieke dialoog, het leveren van basisdiensten als onderwijs en
gezondheidszorg, private sector ontwikkeling, milieu en het verminderen
van sociale ongelijkheid allemaal onder de algemene doelstelling van het
fragiele statenbeleid (het vergroten van veiligheid, beter bestuur en
het creëren van randvoorwaarden voor betere dienstverlening). Dit roept
de vraag op hoe helder het fragiele statenbeleid gedefinieerd is. Kunt u
helder aangeven hoe deze algemene beleidsdoelstelling
geoperationaliseerd wordt in concrete subdoelstellingen?	27	 

54	Kunt u aangeven wat uw definitie is van het fragiele statenbeleid en
beargumenteren waarom u in dit licht heeft gekozen voor de landen die u
heeft gekozen en niet voor andere landen die ook onder de definitie van
fragiele staten vallen?	27	29

55	Kunt u aangeven wat de verhouding is in de extra bestedingen die zijn
voorzien in deze kabinetsperiode voor fragiele staten tussen Afghanistan
enerzijds en de andere prioritaire fragiele staten?	28	 

56	Hoe zal het civieler worden van de missie in Uruzgan worden
voortgezet? Wat zijn de volgende stappen vanaf nu (er zijn nu 12 mensen)
voor 2009 en 2010?	28	 

57	Op welke manier gaat Nederland het ondersteunen van het
ontwapenings-, demobilisatie- en reïntegratieproces (DDR) in Colombia
vorm geven (anders dan via de financiële ondersteuning van de MAPP/OEA
en de CNRR) en is de versterking van het Openbaar Ministerie daarbij
inbegrepen? Hoe wordt de politieke dialoog met de Colombiaanse
autoriteiten gevoerd aangaande de straffeloosheidproblematiek en de
implementatie van de ‘Wet Gerechtigheid en Vrede’? Welke rol spelen
de  lopende bilaterale hulpprogramma’s m.b.t. straffeloosheid en de
reïntegratie van voormalig strijders  in deze dialoog? Op welk niveau
vindt de dialoog plaats, en op welke wijze heeft deze politieke dialoog
de laatste jaren effect gesorteerd?	28	 

58	Welke politieke keuze ligt ten grondslag aan de verdere ophoging van
het stabiliteitsfonds in 2009? Wat wordt het totaalbedrag en op basis
waarvan is de hoogte bepaald? Waarvoor zal de verhoging met name worden
aangewend?	30	 

59	Wanneer wordt de notitie fragiele staten, als kern van het te voeren
ontwikkelingsbeleid, naar de Kamer gestuurd?	30	 

60	Kunnen de ambassades in fragiele staten, met de instelling van een
pool van deskundigen op het Ministerie, rekenen op tijdelijke
versterking van hun capaciteit door inzet van gedetacheerde experts? Is
een indicatie te geven van de aantallen waar het om gaat?	30	 

61	Worden in het kader van het Parijs/Accra-proces stappen gezet om te
komen tot harmonisatie op gebied van een politiekere benadering van
ontwikkelingssamenwerking? Speelt de MDG-plus agenda hierbij een rol?	31
 

62	Hoe definieert de regering de ‘politiekere benadering van
ontwikkelingssamenwerking’? Gaat het erom dat Nederland minder dan
voorheen gevoelige issues uit de weg gaat in de politieke dialoog met
partnerlanden? Of dat Nederland scherper gaat inzetten in politieke
discussies op multilateraal niveau? Of dat maatschappelijke organisaties
in Nederland en in de partnerlanden een meer uitgesproken politieke rol
moeten spelen? Is deze benadering terug te vinden in aangepaste
beleidsdoelstellingen, resultaten en indicatoren?	31	 

63	Kunt u toelichten wat u precies bedoelt met een 'politieke benadering
van ontwikkelingssamenwerking'? Kan hij tevens aangeven of deze
benadering is terug te vinden in aangepaste beleidsdoelstellingen,
resultaten en indicatoren? 	31	 

64	Wat doet Nederland, in het kader van meer aandacht voor landbouw en
om MDG 1 te behalen, om de strategieën voor voedsel- en
voedingszekerheid die in het Zuiden al zijn gelanceerd te steunen? 	32	 

65	Op p. 32 wordt een aantal doelen genoemd voor verbetering van de
landbouwsector en de voedselzekerheid in ontwikkelingslanden. Kan, in
aanvulling op de beleidsnota (TK 31 250 nr. 14) en de begroting voor
2009, een helder overzicht gegeven worden van de voorgenomen uitgaven
voor deze doelen in 2009 (zowel totaal als uitgesplitst naar de
verschillende doelen) en volgende jaren? In hoeverre stelt de regering
zichzelf ook concrete doelen om door de inzet voor verbetering van de
landbouwsector en de voedselzekerheid bij te dragen aan het voor 2015
halveren van het aantal mensen dat honger lijdt (MDG 1)? In welke landen
en op welke terreinen versterken de Nederlandse bijdrage aan
geïntegreerd waterbeheer en duurzame landbouw respectievelijk
voedselzekerheid elkaar? 	32	 

66	Op welke wijze heeft de regering uitvoering gegeven aan de motie
Voordewind c.s. (31200 V, nr.62) die de regering vraagt het belang van
gezins- en familiestructuren in ontwikkelingslanden te erkennen en daar
indien van toepassing op in te spelen in het ontwikkelingsbeleid?	34	 

67	In de begroting van Buitenlandse Zaken is geen gebrek aan goede
voornemens ten aanzien van gender gerelateerde doelstellingen (verhoging
MDG 3 fonds, nieuwe richtlijnen voor bescherming vrouwenrechten, de
implementatie van VN resolutie 1325 krijgt de “volle aandacht” (p.
71),de samenwerking met het maatschappelijk middenveld via het NAP 1325,
de Schokland Akkoorden). Hoe staat het met de operationele uitwerking
die het mogelijk maakt vooruitgang die geboekt wordt op deze terreinen
te monitoren voor de komende jaren?	34	35 

68	Op welke wijze heeft de regering uitvoering gegeven aan de motie
Gill’ard en Voordewind die de regering vraagt om het departement van
de Wereldgezondheidsorganisatie Making Pregnancy Safer te financieren?
36	 

69	Welke concrete actie(s) onderneemt Nederland om tot een
geïntegreerde aanpak te komen van gezondheidszorg, voeding en
drinkwater en sanitatie? 	36	 

70	Wat doet Nederland concreet aan de bestrijding van de
personeelscrisis in de gezondheidszorg en hoeveel geld wordt hieraan
besteed (via het multilaterale kanaal Europees, bilateraal en
particulier)?	36	 

71	Wat is de Nederlandse inzet om het International Health Programme,
dat Nederland heeft ondertekend, te doen slagen in de landen waar
Nederland de gezondheidssector steunt? (Burkina Faso, Ethiopië, Ghana,
Kenia, Mozambique Zambia)? In hoeverre spreekt Nederland andere donoren
aan op de collectieve verantwoordelijkheid de financieringskloof in de
gezondheidssector te dichten? In hoeverre steunt Nederland deze landen
bij het integreren van oplossingen voor de personeelscrisis in de IHP+
plannen? 	36	 

72	Kunt u aangeven hoe de inzet van Nederland voor veilige abortus als
onderdeel van een totaalpakket van Seksuele en reproductieve gezondheid
en rechten (SRGR) zich verhoudt tot het door Nederland onderschreven
Cairo Actieprogramma uit 1994, dat het zwaartepunt legt bij goede
voorlichting en het kunnen maken van keuzes in plaats van bij abortus
als middel voor gezinsplanning?	36	 

73	Wat is de hoogte van het extra budget dat u vrijmaakt voor het
behalen van MDG 5 en hoe wordt dit besteed?	37	 

74	Kunt u aangeven hoe een ambitieuze afronding van de WTO Doha-ronde er
volgens u uitziet, met name op het punt van de special safeguard
mechanisms voor ontwikkelingslanden?	39	 

75	Kunt u enkele voorbeelden geven van verruiming van beleidsvrijheid
van ontwikkelingslanden die u voorstaat?	39	 

76	Kunt u aangeven hoe de EPA's momenteel de regionale integratie
bevorderen? In welke regio's is hiervan sprake?	39	 

77	Hoe zal Nederland zich inzetten voor een ambitieuze afronding van de
mislukte WTO Doha-ronde? Hoe zullen de staatssecretaris van Economische
Zaken en de minister voor Ontwikkelingssamenwerking proberen de
onderhandelingen vlot te trekken?	39	 

78	Voldoet de capaciteit op de posten, dan wel wordt er extra personele
capaciteit vrijgemaakt, om de verhoogde ambities op mensenrechtengebied
te realiseren?	40	 

79	Aan welke landen met een zeer slechte mensenrechtenreputatie denkt
Nederland om  pro-actieve activiteiten te identificeren?	40	 

80	In hoeverre is bij de financiering van projecten uit het
Mensenrechtenfonds speciale aandacht voor de bevordering van de
mensenrechtensituatie van vrouwen behorende tot religieuze minderheden?
Hoe wordt gevolgd of deze projecten bijdragen aan het realiseren van het
doel?	40	 

81	Op welke wijze zal door de Nederlandse overheid opvolging worden
gegeven aan een betere bescherming van religieuze minderheden in India,
in lijn met de aanbevelingen van het rapport van de Speciale Rapporteur
over India?	41

	82	Aangegeven wordt dat Nederland zal lobbyen voor nieuwe richtlijnen
gericht op het tegengaan van geweld tegen vrouwen: op welke (nieuwe)
invalshoeken richten deze nieuwe richtlijnen zich en welke toegevoegde
waarde ziet u daarin, naast bestaande verdragen (CEDAW) en resoluties
(1325, 1820)? Op welke wijze intensiveert Nederland, binnen en buiten de
EU, de implementatie van deze regelgeving en richtlijnen?	42	 

83	Op welke wijze heeft de regering uitvoering gegeven aan de motie
Voordewind (31200 V, nr. 45), die de regering verzoekt om te
bewerkstelligen dat ambassades, in hun adviesrol aan bedrijven, aandacht
zullen besteden aan kinderarbeid en de mogelijkheden dit tegen te gaan?
42	43

84	Welke voorstellen zal Nederland in contacten met andere landen over
Responsibility to Protect (R2P) inbrengen om de mogelijkheden voor
effectieve toepassing te blijven toetsen?	44	 

85	Kunt u aangeven waarom van de 100 miljoen die voor duurzame
energieprojecten in ontwikkelingslanden is uitgetrokken, de helft toch
nog uit ODA komt (en dus geen extra geld betreft), terwijl in het
regeerakkoord is gesteld dat het geld bovenop het al bestaande budget
voor ontwikkelingssamenwerking zou komen?	45	 

86	Welke mogelijkheden ziet de regering voor stimulering van het gebruik
van solar cookers in ontwikkelingslanden en welke bijdrage zou dat
kunnen leveren aan CO2 reductie en zelfstandigheid als het gaat om
energievoorziening?	45	 

87	Hoe wordt er naar het recente VN (UNDP) rapport gekeken, dat aangeeft
dat 0,2 % van het BNP van rijke landen nodig is voor klimaatadaptatie,
om de klimaatproblemen op te vangen? Waarom wordt door Nederland en het
Verenigd Koninkrijk een nieuwe studie bekostigd naar de kosten van
klimaatadaptatie?	45	 

88	Hoeveel geld is er in 2009, 2010 en 2011 op de begroting van
Buitenlandse Zaken beschikbaar voor klimaatadaptatie?	45	 

89	Hoeveel extra is er in deze begroting voor mensenrechten
uitgetrokken: € 0,7 miljoen zoals gemeld in het verdiepingshoofdstuk
van de begroting Buitenlandse Zaken, € 4 miljoen zoals gemeld in de
Voorjaarsnota  of € 19 miljoen zoals gemeld in de verticale
toelichting van de Miljoenennota? Wat verklaart het verschil tussen al
deze bedragen en waarom is de omvang van deze intensivering nergens
opgenomen in de hoofdtekst van de begroting? Kan een meerjarig
totaaloverzicht gegeven worden van de oorspronkelijke raming voor
mensenrechtenbeleid en de mutaties die het afgelopen jaar zijn verwerkt?
Kan uiteengezet worden voor welke programma’s de extra middelen voor
mensenrechten worden ingezet en welk deel naar het mensenrechtenfonds
gaat? Welke concrete activiteiten zullen worden bekostigd door het
fonds? Wie beheert het fonds en hoeveel middelen zitten er thans in?
Schuiven jaarlijkse overschotten of tekorten van het fonds ook
automatisch door naar het volgende begrotingsjaar, zoals bijvoorbeeld
bij het infrastructuurfonds?	52	 

90	Waarom nemen de budgetten van de in hoofdstuk 5 van de beleidsagenda
genoemde prioritaire operationele doelstellingen, Stabiliteit en
crisisbeheersing, Gender, en Reproductieve gezondheid in 2011 allemaal
weer af? ? Hoe ziet de raming van deze doelstellingen er uit in 2012 en
2013? Is er sprake van budgettaire herprioritering op termijn van deze
doelstellingen ten gunste van de doelstelling milieu en water?	52	 

91	Waar is de rest van de € 500 miljoen extra voor hernieuwbare
energie in OS-landen te vinden, naast beleidsartikel 6.1 (hier is €
396 miljoen terug te vinden)? 	52	53 

92	Is de € 500 miljoen voor milieu en water eenmalig extra geld of
wordt blijvend meer budget uitgetrokken voor dit beleid? Hoeveel is in
totaal voor milieu en water  beschikbaar in 2012 en 2013?	52	53 

93	Hoeveel extra middelen worden in 2009 voor UNFPA uitgetrokken en aan
welk aspect van SRGR worden deze middelen besteed? Kan een volledige
lijst gegeven worden van de partnerlanden waar de ambassades meer
middelen krijgen voor SRGR en kan op hoofdlijnen aangegeven worden hoe
dit geld wordt besteed?	53	 

94	Hoe verhoudt dit actieplan mensenrechtenverdedigers zich tot
implementatie van de EU Guidelines on Human Rights Defenders?	61	 

95	Wat wordt er met het nieuwe actieplan voor mensenrechtenverdedigers
beoogd te bereiken? Welke ondersteuning aan mensenrechtenverdedigers
moet worden verbeterd?	61	 

96	Is er volgens u nog sprake van prioriteitstelling bij operationele
doelstelling 1.2 wanneer er aan 102 strategische doelen tegelijk wordt
gewerkt? Waaruit blijkt dat erin 2009 keuzes worden gemaakt? Hoe kan het
dat 5% van het budget op artikel 1.2 nog niet beleidsmatig is ingevuld,
terwijl de 102 strategische doelen die moeten worden gerealiseerd bekend
zijn?	61	64 

97	Hoeveel ambassades hebben geen mensenrechtenoverleg geïnitieerd met
het Nederlands bedrijfsleven dat actief is in hun land van vestiging?
Welke vijf ambassades hebben dit wel gedaan? Bent u de minister tevreden
met dit kleine aantal, nadat u met alle ambassades uw doelstellingen
voor het mensenrechtenbeleid heeft gedeeld? Hoe monitort u de
inspanningen van de ambassades op het gebied van de
mensenrechtenstrategie?	62	 

98	Hoe verhouden de activiteiten in het kader van het actieplan voor
mensenrechtenverdedigers (EU Guidelines on Human Rights Defenders) zich
tot de ingebruikname van de genoemde handboeken “nationale systemen
voor de bescherming van mensenrechten en mensenrechteninstrumenten”?
Hoe wordt de implementatie van deze activiteiten geverifieerd? Wilt u
deze activiteiten uitvoeren op ambassadeniveau? En zo ja, hoeveel
capaciteit (fte) is er op de ambassades gereserveerd voor deze
activiteiten? 	63	 

99	In welke mate zijn de Nederlandse ambassades in de fragiele staten
qua personele bezetting daadwerkelijk in staat om een intensieve
politieke dialoog te voeren? Bent u voornemens om middels de extra
beschikbaar gestelde 30 fte voor de nieuwe prioriteiten, de ambassades
in de fragiele staten te versterken ten behoeve van de politieke
dialoog? En zo ja, betreft dit dan onder andere de ambassade te Bogotá?
63	 

100	Zijn er evaluaties beschikbaar van de hulpprogramma’s van UNHCR,
ICRC en World Food Programme voor ontheemden in Colombia? Zo ja, kunt u
de Kamer informeren over de bevindingen en aanbevelingen uit deze
evaluaties? In hoeverre voorzien deze programma’s in de structurele
behoeften van langdurig ontheemden aan huisvesting, gezondheidszorg,
onderwijs en werk, naast de korte termijn humanitaire behoeften? In
welke mate wordt door organisaties als UNHCR samengewerkt met de
Colombiaanse overheid in de zorg voor ontheemden (bijvoorbeeld met het
agentschap Acción Social dat in dezen een bijzondere
verantwoordelijkheid heeft)? Is de regering bekend met de kritische
evaluaties van het ontheemdenbeleid van de Colombiaanse overheid door
internationale organisaties?  Hoe zijn deze evaluaties opgepakt door de
Colombiaanse overheid? Hebben ze daarnaast aanleiding gegeven tot een
betere samenwerking tussen de overheid en genoemde internationale
hulporganisaties en tot concrete verbeteringen in de hulp aan
(langdurig) ontheemden? Welke mogelijkheden ziet de regering om in
termen van financiële steun de hulp via multilaterale organisaties voor
ontheemden te verbreden naar meer structurele ontwikkelingsprogramma’s
waarbij NGO’s en ontheemdenorganisaties ingezet worden, dit mede gelet
op de conclusie van de IOB over humanitaire hulpverlening via
multilaterale organisaties?	63	 

101	Kunt u een toelichting geven op de daling van de verplichtingen in
2009 t.o.v 2008 op beleidsartikel 1 met ca. € 37 miljoen? 	64	 

102	Wat moeten in de ogen van Nederland de hoofdpunten van een
Declaration on Alliance Security zijn?	65	 

103	Wat houdt het onderzoek in naar opties voor een veelomvattend
raketverdedigingssysteem dat alle delen van het NAVO-grondgebied
beschermt? Wanneer is dat onderzoek afgerond? Betreft het ook deelname
van Nederlandse krijgsmachtonderdelen en/of Nederlands grondgebied?	65	 

104	Kunt u een overzicht geven van alle projecten in Afghanistan waar
Nederlands ontwikkelingsgeld heengaat?	65	66

105	In hoeverre is de motie-Çörüz (31263, nr. 14), inzake oprichting
van een anti-terrorisme instituut reeds uitgewerkt? Welke uitgangspunten
ten aanzien van en dergelijk instituut gelden voor de regering bij de
uitvoering van deze motie?	67	 

106	Hoe verhoudt het regionale Centrum voor Terrorismebestrijding
(CAERT) zich tot Africom?	67	 

107	Hoe valt te verklaren dat budgettair aanzienlijke investeringen
worden gedaan op het gebied van aandacht voor fragiliteit, geïntegreerd
beleid en vredesonderhandelingen (doelstelling 5 van beleidsartikel 2),
terwijl het geldbedrag op de begroting voor deze doelstelling omlaag
gaat in 2009?	70	 

108	Hoeveel geld is vanuit het OS-budget in de afgelopen jaren besteed
aan luchttransport t.b.v. het transporteren van voedsel, tenten en
andere (nood)voorzieningen bij rampen e.d. (bedragen per jaar)?	71	 

109	Hoeveel geld is in de afgelopen jaren door de Nederlandse
medefinancieringsorganisaties besteed aan luchttransport t.b.v. het
transporteren van voedsel, tenten en andere (nood)voorzieningen bij
rampen e.d. (bedragen per jaar)?	71	 

110	Hoeveel geld is (naar schatting) in de afgelopen jaren door andere
Nederlandse NGO's dan de medefinancieringsorganisaties besteed aan
luchttransport t.b.v. het transporteren van voedsel, tenten en andere
(nood)voorzieningen bij rampen e.d. (bedragen per jaar)?	71	 

111	Wat is de reden om het bedrag voor humanitaire hulpverlening
(doelstelling 6, beleidsartikel 2) te verlagen voor 2009 ten opzichte
van 2008? Hoe wordt geanticipeerd op blijvend hoge voedselprijzen en
natuurrampen (door klimaatsverandering)?	71	 

112	Hoe wordt het Nationaal Actie Plan ter implementatie van VN
resolutie 1325 toegepast als het gaat om de 3D benadering ten opzichte
van a) defensie, b) diplomatie, c) ontwikkeling?	71	 

113	Is in de methodologie van de Strategische Goed Bestuur en Corruptie
Analyses (SCAGA’s) rekening gehouden met religieuze factoren en
actoren? Zo ja, op welke wijze? Welke gevolgen heeft dat voor de
vormgeving van landenspecifiek beleid? Kunt  u hier enkele voorbeelden
van geven?	72	 

114	Hoe worden de evaluaties van de hulpprogramma’s van internationale
organisaties  als UNHCR, ICRC en World Food Programme voor ontheemden in
Colombia gebruikt door Nederland in de politieke dialoog met de
Colombiaanse autoriteiten? Omvat de  “bevordering van effectieve
hulpverlening” ook de mogelijkheden om de  financiële steun via
multilaterale instellingen te verbreden naar meer structurele
ontwikkelingsprogramma’s waarbij NGO’s en ontheemdenorganisaties
ingezet worden, dit mede gelet op de conclusie van de IOB over
humanitaire hulpverlening via multilaterale organisaties?	72	 

115	Kan een overzicht worden gegeven van de Nederlandse inspanningen ten
behoeve van goed bestuur in ontwikkelingslanden over de afgelopen vijf
jaren? Om welke ontwikkelingslanden ging het daarbij en hoe omvangrijk
waren de Nederlandse inspanningen (ook in financieel opzicht) per land?
Welke resultaten zijn daarbij geboekt?  	72 	73 

116	Zijn er landen waaraan Nederland thans nog geld geeft ten behoeve
van 'goed bestuur', maar die aanleiding geven tot aanzienlijke twijfel
over de effectiviteit van die uitgaven? Zo ja, om welke landen gaat het
dan?	72 	73 

117	In welke partnerlanden hebben Nederlandse uitgaven ten behoeve van
goed bestuur daadwerkelijk tot een goed bestuur geleid?	72 	73 

118	Zal er in het kader van doelstelling 8 van beleidsartikel 2 ook
gekeken en geïnvesteerd worden in andere energiebronnen dan duurzame
energie?	74	75

119	Wat zal er in het kader van doelstelling 9 van beleidsartikel 2
naast onderzoek en het bezoeken/organiseren van conferenties
daadwerkelijk gedaan worden aan de strijd tegen aantasting van het
milieu en vernietiging van ecosystemen?	75	 

120	Waarom worden de totale programma-uitgaven voor beleidsartikel 2
ruim € 80 miljoen lager in 2009? Welke instrumenten/activiteiten
worden daarvoor versoberd?	76

	121	Waarom staat er € 0 bij de uitgaven voor de operationele
doelstellingen 2.2, 2.4 en 2.8, terwijl er wel een aantal activiteiten
wordt aangekondigd op deze doelstellingen? Hoe kunnen deze prestaties en
activiteiten worden uitgevoerd zonder middelen?	76	 

122	Kunt u aangeven in welke landen in Sub-Sahara Afrika de EU niet
actief is? Kunt u tevens aangeven of en zo ja welke andere
internationale (financiële) instellingen wel actief zijn in deze
landen?	79	 

123	Wat is de reden dat de bijdrage aan het Europees Ontwikkelingsfonds
(EOF) jaarlijks stijgt en in vijf jaar tijd met 40 % groeit? Wat is de
verklaring voor het feit dat in 2012 de bijdrage weer met ruim  € 23
miljoen daalt? Welke invloed heeft u op de aanwending van deze middelen
en het ritme van de bestedingen? In hoeverre komen mee- en tegenvallers
in de bijdrage aan het EOF ten gunste of ten laste van de reguliere
begroting van Buitenlandse Zaken?	82	 

124	Kunt u uiteenzetten hoe wordt bepaald dat in 2008 een bedrag van €
270 miljoen en in 2009 een bedrag van € 234,4 miljoen onder de noemer
‘toerekening EU-begroting’ als ODA wordt beschouwd (zie de
HGIS-nota, p. 23)? Wat verklaart het verschil in toegekende bedragen
voor 2008 en 2009? Kan een nadere onderbouwing gegeven in termen van te
leveren prestaties en concrete activiteiten die ten grondslag liggen aan
het voor 2009 geraamde bedrag van € 420,2 miljoen aan ODA-beleid in
het kader van versterkte Europese samenwerking?	82	 

125	Verstaat u onder geharmoniseerde certificering het ondersteunen van
certificeringsprocessen zoals de RSPO en de RTRS? Zo ja, wordt dan
toegezien op toetsing op alle duurzaamheidcriteria en op indirecte
effecten en hoe ziet u er dan op toe dat deze systemen daadwerkelijk
garanties bieden voor duurzaamheid?	84	 

126	Waarom wordt bij de 'te realiseren prestaties' onder de operationele
doelstelling 1 ('Een open, op regels gebaseerd en voorspelbaar,
niet-discriminerend handels- en financieel systeem') het bereiken van
een nieuw WTO-akkoord als zodanig niet als doelstelling genoemd? Zou het
bereiken van een WTO-akkoord juist niet bij uitstek als belangrijkste
doelstelling moeten worden genoemd? Wat is uw oordeel over de bezwaren
die India en China in een late fase van de onderhandelingen opwierpen
tegen de in wording zijnde overeenkomst?	84	 

127	Kan een evenwichtige marktopening voor ontwikkelingslanden ook
betekenen dat deze landen eerdere eisen van de EU (in het kader van de
EPA's) en het IMF en de Wereldbank mogen terugdraaien?	84	 

128	Op 18 en 19 september is door Togo een Ronde Tafel Conferentie
georganiseerd in Brussel, Nederland heeft besloten geen deel te nemen
aan deze conferentie. Kunt u aangeven op welke gronden u tot dit besluit
bent gekomen?	85	 

129	Op welke wijze ondersteunt de Nederlandse ambassade in Ghana, ook
verantwoordelijk voor de betrekkingen met Togo, de ontwikkeling van de
Togolese samenleving?	85	 

130	Nederland heeft Togo een fikse kwijtschelding van de schulden
gegeven. Betekent dit dat Nederland een andere relatie met TOGO is
aangegaan; bijvoorbeeld dat Togo aan de lijst van de fragiele landen
wordt toegevoegd?	85	 

131	Op welke wijze ondersteunt Nederland Togo en de naburige landen op
het gebied van watermanagement en klimaatsverandering?	85	 

132	Hoeveel OS geld zal in 2009, 2010 en 2011 naar Indonesië gaan?
Hoeveel meer of minder is dit in vergelijking met 2008? Hoeveel hiervan
is bestemd voor projecten op het gebied van ontbossing, klimaat en
andere milieuaspecten? Hoeveel is bestemd voor mensenrechten?	85	 

133	Hoeveel OS geld zal in 2009, 2010 en 2011 naar Vietnam gaan? Hoeveel
meer of minder is dit in vergelijking met 2008? Hoeveel hiervan is
bestemd voor projecten op het gebied van ontbossing, klimaat en andere
milieuaspecten? Hoeveel is bestemd voor mensenrechten?	85	 

134	Hoeveel OS geld zal in 2009, 2010 en 2011 naar Uganda gaan? Hoeveel
meer of minder is dit in vergelijking met 2008? Hoeveel hiervan is
bestemd voor projecten op het gebied van ontbossing, klimaat en andere
milieuaspecten? Hoeveel is bestemd voor mensenrechten? Hoeveel hiervan
wordt via begrotingssteun gegeven? Welke vormen van begrotingssteun
worden gebruikt?	85	 

135	Kan een overzicht worden gegeven van de inspanningen van Nederland
op het vlak van begrotingssteun in de afgelopen vijf jaren? Hoe
omvangrijk waren die inspanningen (per land, met bedragen)? Welke
bijdragen werden door Nederland via de Wereldbank gesluisd (met
vermelding begunstigde ontwikkelingsland)? Welke resultaten zijn daarbij
bereikt (per begunstigd ontwikkelingsland)? 	85  	 

136	Hoeveel begrotingssteun wordt door Nederland in 2008 op bilaterale
basis gegeven? Hoeveel begrotingssteun is daarbij 'sectoraal' en hoeveel
'algemeen'? Naar welke landen gaat deze begrotingssteun? Kan per
ontwikkelingsland worden aangegeven hoeveel 'sectorale' begrotingssteun
en hoeveel 'algemene' begrotingssteun daarbij wordt gegeven in 2008?  
85	 

137	Hoeveel begrotingssteun wordt door Nederland in 2009 op bilaterale
basis gegeven? Hoeveel begrotingssteun is daarbij 'sectoraal' en hoeveel
'algemeen'? Naar welke landen gaat deze begrotingssteun? Kan per
ontwikkelingsland worden aangegeven hoeveel 'sectorale' begrotingssteun
en hoeveel 'algemene' begrotingssteun daarbij wordt gegeven in 2009?  
85	 

138	Hoeveel begrotingssteun wordt door Nederland in 2008 via de
Wereldbank gegeven? Is deze steun geoormerkt? Zo ja, naar welke
ontwikkelingslanden wordt dat geld dan doorgesluisd en om welke bedragen
gaat het per land (in 2008)? Kan daarbij ook een onderscheid worden
gemaakt naar 'sectorale' begrotingssteun en 'algemene' begrotingssteun? 
	85	 

139	Hoeveel begrotingssteun wordt door Nederland in 2009 via de
Wereldbank gegeven? Is deze steun geoormerkt? Zo ja, naar welke
ontwikkelingslanden wordt dat geld dan doorgesluisd en om welke bedragen
gaat het per land (in 2009)? Kan ook daarbij een onderscheid worden
gemaakt naar 'sectorale' begrotingssteun en 'algemene' begrotingssteun?
85	 

140	Zijn er ontwikkelingslanden waaraan Nederland thans nog
begrotingssteun geeft maar die zodanig aanleiding geven tot twijfels
over de goede besteding van de betreffende gelden dat Nederland
overweegt om die begrotingssteun te staken? Zo ja, om welke landen gaat
het dan?	85	 

141	Recente berichten in de media over de voortgang bij het bereiken van
de Millenniumdoelen lopen met betrekking tot het halveren van het aantal
extreem arme mensen nogal uiteen (zie bijvoorbeeld Trouw van 25
september jl. en De Volkskrant van 25 september jl.). Wat is uw
beoordeling van de voortgang respectievelijk achteruitgang op dit
gebied? Wat is uw beoordeling van de voortgang resp. achteruitgang op
dit gebied in landen die veel ontwikkelingshulp uit Nederland ontvangen?
85	 

142	Kan inzicht worden gegeven in de voortgang die wordt geboekt bij het
bestrijden van corruptie in ontwikkelingslanden? Is daarbij sprake van
vooruitgang of van achteruitgang? Kan in het bijzonder worden ingegaan
op de afname respectievelijk toename van corruptie in
ontwikkelingslanden die door Nederland worden ondersteund (bijvoorbeeld
aan de hand van gegevens van Transparency International)?	85	 

143	Hoe zal de € 160 miljoen extra voor doelstelling 2 van
beleidsartikel 4 worden uitgegeven in 2009? Waarom is de verwachting dat
de fondsen voor deze doelstelling in 2010 weer zullen dalen, waarna ze
vanaf 2011 weer sterk zullen stijgen?	85	 

144	Zal verhoging van het budget voor algemene en sectorale
begrotingssteun alleen plaatsvinden als de volgende criteria zijn
vastgelegd: 1. eisen waaraan een land moet voldoen om begrotingssteun te
ontvangen? 2. omstandigheden waaronder begrotingssteun zal worden
bevroren? 3. omstandigheden waaronder begrotingssteun wordt stopgezet? 
85	 

145	“In vier partnerlanden (Bolivia, Benin, Uganda en Zambia) speelt
Nederland een katalyserende rol in de dialoog met de overheid bij de
totstandkoming van een samenhangende groeistrategie met focus op
verdelingsvraagstukken.” Op welke wijze wordt door Nederland deze
katalyserende rol ingevuld? Wat zijn de verwachte beleidseffecten en hoe
wordt het instrument begrotingssteun daarvoor gebruikt? Op welke manier
kan de begrotingssteun binnen de politieke dialoog sturend werken op
resultaten en beleidskeuzes van het ontvangende land als begrotingssteun
tegelijkertijd ook voorspelbaarheid moet garanderen zoals gedefinieerd
in de Verklaring van Parijs? Worden in de bestaande dialoog ook andere
(lokale) actoren naast de overheid betrokken en zo ja welke? Hoe wordt
in de dialoog met de overheid in de vier partnerlanden door Nederland
geverifieerd dat ook de stem van de meest gemarginaliseerde groepen
vertegenwoordigd is?	85	 

146	Komt het belang van infrastructuur (dat door de minister voor
Ontwikkelingssamenwerking in een recent interview nog als eerste werd
genoemd van de bottlenecks voor ontwikkeling) afdoende tot uitdrukking
in de toewijzing van bedragen aan begrotingsposten resp. operationele
doelstellingen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u dat onderbouwen?  	86
	 

147	Waarom zijn er op beleidsartikel 4 grote bedragen afgeboekt in de
Voorjaarsnota en worden nu in de Miljoenennota weer grote bedragen
bijgeboekt? Hoe kan de Tweede Kamer het onderscheid zien of het hier
beleidsmatige mutaties op het terrein van armoedebestrijding betreft of
slechts boekhoudkundige verschuivingen op een parkeerartikel? Kan worden
toegelicht welke extra beleidsactiviteiten verwacht mogen worden nu het
budget voor armoedevermindering (artikel 4.2) ruim verdubbelt en groeit
van 497 miljoen euro in 2010 naar ruim 1,2 miljard euro in 2013? Kan een
toelichting gegeven worden op alle mutaties op dit artikel die in 2008
hebben plaatsgevonden? Wat wordt exact verstaan onder een
parkeerartikel? Kan op de begroting van Buitenlandse Zaken ook een
afzonderlijk parkeerartikel worden gecreëerd in plaats van het budget
voor armoedebestrijding hiervoor te benutten?	91	 

148	Waarom vertonen de uitgaven voor 'armoedevermindering' een zeer
sterke groei in de komende jaren (meer dan een verdubbeling wanneer men
het bedrag voor 2012 vergelijkt met dat voor 2008) terwijl bijv. de
uitgaven voor 'verhoogde economische groei en verminderde armoede als
gevolg van een gezonde private sector ontwikkeling' in die periode op
hetzelfde niveau blijven?   	91	 

149	In welke negen landen helpt Nederland met het ontwikkelen van
plannen voor een betere aansluiting van het beroepsonderwijs op het
primair onderwijs? Op welke wijze wordt die aansluiting gerealiseerd en
wat zijn de belangrijkste knelpunten die hier opgelost moeten worden?	93
 

150	Op welke manier draagt Nederland eraan bij dat programma's en
projecten gericht op het bieden van onderwijs aan zoveel mogelijk
kinderen ook die kinderen bereiken (10-20 %) die tot gemarginaliseerde
groepen behoren (geografisch, etnisch of fysiek) en daardoor moeilijk te
bereiken zijn?	93	 

151	Hoe beoordeelt u het gegeven dat er volstrekt onvoldoende voortgang
wordt geboekt bij het streven naar gelijke rechten voor mannen en
vrouwen in ontwikkelingslanden? Zullen van de 113 landen waarin meisjes
geen gelijke toegang hebben tot onderwijs, slechts 18 landen daarin
verbetering brengen (vgl. De Volkskrant, 25 september 2008)? Hoe is het
in dat opzicht gesteld met de landen waaraan Nederland die veel hulp
krijgen uit Nederland?  	93 	97 

152	In hoeverre is in het actieplan, dat door de Nederlandse Ambassade
in Delhi ontwikkeld is, om geweld tegen vrouwen te bestrijden, aandacht
voor het bestrijden van geweld tegen vrouwen behorende tot religieuze
minderheden in India (Uit het persbericht van de Speciale Rapporteur
d.d. 20 maart 2008 naar aanleiding van een recent bezoek aan India
blijkt dat vooral vrouwen de effecten ondervinden van religieuze
intolerantie en het slachtoffer zijn van seksueel geweld in geweld tegen
religieuze minderheden)?	96	 

153	In hoeverre wordt de diversiteit binnen de samenleving meegenomen
bij het ontwikkelen en uitvoeren van het bilaterale actieplan van
Ethiopië om geweld tegen vrouwen te bestrijden (beleidsartikel 5,
operationele doelstelling 3, te realiseren prestaties) en is aandacht
voor vrouwen uit gemarginaliseerde bevolkingsgroepen, waaronder
pastoralisten vrouwen?	96	 

154	Wat is de huidige Nederlandse bijdrage aan het Global Fund to fight
Aids, Tuberculosis and malaria (GFATM) en met welk bedrag zal dit
toenemen om de opwaartse bijgestelde doelen voor het fonds te helpen
realiseren? Op welke wijze zet Nederland zich ervoor in opdat
uitvoerende lokale organisaties (NGO’s en Faith Based
Organisations-FBO’s) gemakkelijker toegang tot financiering uit het
GFATM hebben?	97	 

155	Welke initiatieven gaat u ondernemen om uitvoering te geven aan de
samenwerking met FBO’s in de strijd tegen de HIV/Aids pandemie,
waartoe de Aids ambassadeur in Mexico opgeroepen heeft?	97	 

156	Hoe beoordeelt u het gegeven dat men er in de meeste
(ontwikkelings)landen niet in slaagt om de verspreiding van Aids te
stoppen? Wat is in dat opzicht de situatie in landen die veel hulp
krijgen uit Nederland?	97	 

157	Hoeveel geld is/wordt vanuit het OS-budget in respectievelijk 2007,
2008 en 2009 uitgegeven aan de bestrijding van HIV/Aids en hoeveel aan
vaccinaties tegen uiteenlopende ziekten?	97	 

158	Op welke wijze gaat u inzetten op een structurele en langjarige
ondersteuning van het groeiende aantal weeskinderen wereldwijd als
gevolg van de HIV/Aids pandemie?	97	 

159	Hoeveel bedraagt de bilaterale sectorsteun voor gezondheid, in elk
van de 12 partnerlanden? Hoe hoog is het budget voor maatschappelijke
organisaties in deze landen, voor aids en reproductieve gezondheid? Kunt
u een overzicht geven van deze uitgaven voor de jaren 2008, 2009 en
2010?	97	99

160	Is er een verandering voorzien in het aantal partnerlanden waar
Nederland de gezondheidszorg steunt? Zo ja, welke landen komen erbij of
gaan eraf? 	97	99

161	Aan welk van de twaalf partnerlanden waar Nederland de
gezondheidssector ondersteunt geeft Nederland ook algemene
begrotingssteun? Kunt u voor deze landen aangeven of het percentage van
de overheidsbegroting dat naar de ministeries voor gezondheid gaat,
gelijk is gebleven na begrotingssteun, of is verlaagd, zoals in Zambia
gebeurde? Met andere woorden: daalt het budget van het ministerie voor
gezondheid wanneer donoren overstappen van sectorsteun naar algemene
begrotingssteun? Zo ja, wat doet Nederland om dit risico tegen te gaan? 
97	99

162	Hoe beoordeelt u het gegeven dat relatief een zeer gering succes is
geboekt bij het verminderen van het aantal vrouwen dat sterft als gevolg
van een zwangerschap (vgl. De Volkskrant, 25 september 2008)? Wat is in
dat opzicht de situatie in landen die veel hulp krijgen uit Nederland? 
98	 

163	Kunt u aangeven hoeveel budget er beschikbaar is voor het
vrouwencondoom en hittebestendige oxytocine? Hoeveel daarvan is bestemd
voor productontwikkeling en welk deel voor het verbeteren van de
dienstverlening? 	98	99

164	Hoe groot is het aanzienlijke deel van de operationele doelstelling
5 (SRGR) dat naar gezondheidszorg in het algemeen gaat? Gaat een
aanzienlijk deel van het budget voor aidsbestrijding ook naar
gezondheidszorg in het algemeen? Zo ja, hoeveel dan?	99	 

165	Kunt u voorbeelden geven van verbeterde complementariteit tussen de
inzet van het maatschappelijk middenveld en de ambassades in de
partnerlanden? 	99	 

166	Hoeveel geld is in de afgelopen vijf jaar door de Nederlandse
regering zelf  aan de 'civil society' respectievelijk aan civil society
organizations (CSO) respectievelijk aan de versterking van het
maatschappelijk middenveld in  ontwikkelingslanden besteed? Hoeveel geld
is in de afgelopen vijf jaar door  Nederlandse NGO's aan de 'civil
society' respectievelijk aan civil society organizations (CSO)
respectievelijk aan het maatschappelijk middenveld in
ontwikkelingslanden besteed? Welke resultaten zijn met deze uitgaven
bereikt?	99	 

167	Kan een beoordeling worden gegeven van de uitgaven voor de 'civil
society' door de Nederlandse regering en door Nederlandse NGO's in de
afgelopen jaren? 	99	 

168	Welke maatschappelijke organisaties steunt Nederland  in de 12
partnerlanden die zich inzetten voor een grotere aansprakelijkheid van
overheden en donoren, en voor een sterkere participatie van
maatschappelijke organisaties in de beleidsformulering? Hoe ziet de
minister op dit terrein de afstemming tussen de posten en Nederlandse
NGO’s?	99	100 

169	Op welke wijze geeft Nederland steun aan initiatieven die zich
richten op armoedebestrijding, toegang tot voorzieningen e.d. voor
mensen met een handicap? 	100	 

170	Ziet u de relatie tussen het niet halen van de Millenniumdoelen en
het ontbreken van voldoende extra inzet voor gehandicapten op allerlei
fronten? Op welke wijze geeft Nederland steun aan initiatieven die zich
richten op armoedebestrijding, toegang tot voorzieningen etc. voor
mensen met een handicap?	100	 

171	Waarom is op beleidsartikel 5 alle budgettaire speelruimte op de
begroting al benut? Voor welke concrete zaken zijn op het budget voor
gender al voor 85 %  juridische verplichtingen aangegaan? Voor welke
concrete zaken zijn op het budget voor HIV/Aids  al voor 100 % 
juridische verplichtingen aangegaan? Voor welke concrete zaken zijn op
het budget voor participatie civil society al voor 96 %  juridische
verplichtingen aangegaan?	101	 

172	Kunt u toelichten hoe dit monitoringsmechanisme van indirecte
effecten van grootschalige bio-energie gestalte gaat krijgen? Wordt dit
onderdeel van de criteria waar biobrandstoffen in Nederland aan moet
voldoen?	103	 

173	Hoe ziet u verduurzaming in Indonesië, waar de uitstoot van CO2
door de grootschalige ontbossing voor de aanleg van palmolieplantages zo
groot is dat Indonesië de derde grootste uitstoter wereldwijd is (na de
VS en China)?	103	 

174	Welke instrumenten zet u in om de bosbouwdiensten te versterken? En
welke instrumenten zet u in om de participatie van de lokale bevolking
te garanderen?	103	 

175	Kunt u aangeven op welke wijze de intensivering duurzame energie
bovenop het ODA-budget, zoals in het coalitieakkoord is afgesproken,
gerealiseerd wordt? 	103	 

176	Hoe wilt u de internationale verankering van duurzaamheidsafspraken
gestalte geven? Wanneer kan met de monitoring van macroeffecten worden
gestart?	104	 

177	Wat is uw standpunt aangaande het financieren van ‘sustainable
forest management” voor avoided deforestation? Hoe wordt binnen het
Forest Carbon Partnership Facility (FCPF) programma gewaarborgd dat de
pilotprojecten ook bijdragen aan armoedebestrijding en behoud van
biodiversiteit, en hoe worden projecten hieraan getoetst?	104	 

178	Hoe wordt gewaarborgd dat de lokale bevolking voldoende wordt
geconsulteerd?	104	 

179	Welke invloed heeft het FCPF project op de UNFCCC onderhandelingen?
Heeft bijvoorbeeld het feit dat dit project sterk markt gerelateerd is
invloed op de onderhandelingen in het tot stand komen van een REDD
mechanisme (Reducing Emissions From Deforestation and Degradation)?   
104	 

180	Wat wordt concreet bedoeld met de kansen die Emission Trading Scheme
(ETS) biedt voor financiering van de klimaatarchitectuur? Ziet het
kabinet deze kansen in het oormerken van de opbrengsten van het veilen
van carboncredits?	104	 

181	Wanneer klimaatadaptatie wordt geïntegreerd in
ontwikkelingssamenwerking, zal dit dan (voornamelijk) binnen of buiten
ODA-gelden vallen? Hebben de minister-president en de ministers van
Buitenlandse Zaken en voor Ontwikkelingssamenwerking niet onlangs
gepleit voor een systeem van bekostiging van klimaatadaptatie
voornamelijk buiten ODA?	104	 

182	Is al bepaald welke twee partnerlanden ondersteund worden bij
kennisverwerving over adaptatie in de watersector en het aanpassen van
bestaande nationale waterplannen aan klimaatverandering? 	104	105

183	Zullen bedrijven ook gevraagd worden deel te nemen aan de pool van
deskundigen op het gebied van klimaatadaptatie in de watersector?	105	 

184	Waarom is op beleidsartikel 6 alle budgettaire speelruimte op de
begroting al benut? Voor welke concrete zaken zijn op het budget voor
duurzaam waterbeheer al voor 100 % juridische verplichtingen aangegaan?
106

	185	Waarom wordt voor doelstelling 2 van beleidsartikel 7 in 2009 meer
geld uitgetrokken, om in 2010 weer te bezuinigen? Waar is in 2009 extra
geld voor nodig en waarop zal in 2010 worden bezuinigd?	109	110

186	Hoe staat het met de uitvoering van het amendement Van Gennip (31200
V, nr. 31) over het opzetten van een bezoekersprogramma (Dutch Visitors
Program) voor talentvolle jong volwassenen uit de opkomende geopolitieke
spelers (India, Brazilië, China)? Welke concrete stappen ter zake
zullen in 2009 worden genomen? Waar in de begroting is de uitwerking van
dit amendement terug te vinden?	112	 

187	Hoe staat het met de uitvoering van de motie Van Gennip c.s. (31200
V, nr. 23) waarin de regering wordt verzocht een strategisch
communicatieplan op te stellen om de kennis onder bevolking ten aanzien
van de ontwikkelingen in het buitenland en in het buitenlands beleid te
vergroten? Welke concrete stappen ter zake zullen in 2009 worden gezet? 
113	 

188	Voor welke beleidsprioriteiten zijn de genoemde 30fte voorzien?	130	


189	Op welke wijze wordt thans gestalte gegeven aan motie 31200 V, 58
over het aanpakken van kindersekstoerisme in Zuidoost Azië (motie-Van
der Staaij)? Welke stappen zijn ondernomen, voor hoeveel geld en met
welke concrete doelen? Wat is de inzet van de regering tijdens het III
wereldcongres tegen seksuele uitbuiting van kinderen van 25-28 november
a.s. in Rio de Janeiro? Voor twee Nederlanders is nu een WOTS gesloten
met Brazilië. Zal Nederland nu meer van dergelijke verdragen sluiten
met landen waar kindersekstoeristen actief zijn, zoals Cambodja,
Colombia, Filippijnen, Indonesië, Peru, Rusland, Sri Lanka, India,
Vietnam, Zambia, etc.? Bent u zich bewust van de relatief lage strafmaat
voor seksuele exploitatie (buiten Europa ligt dat veel hoger) en bent u
voornemens te bevorderen dat die naar boven toe wordt aangepast?	139	 



  FILENAME  Document8 		  PAGE  13 /  NUMPAGES  14