[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Kuiken over het dragen van wapens door de (voormalige) parketpolitie

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D09712, datum: 2008-10-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z02029:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


  DOCPROPERTY Adres \* MERGEFORMAT  De voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA Den Haag 







Onderwerp

  DOCPROPERTY Onderwerp \* MERGEFORMAT  Schriftelijke vragen met kenmerk
2070829350 

Klik op de knop “Toelichting bij Brief” in de werkbalk voor extra
informatie.

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Justitie, de antwoorden
aan op de schriftelijke vragen van het lid Kuiken (PVDA) over het dragen
van wapens door de (voormalige) parketpolitie. De vragen werden
ingezonden op 10 september 2008 met kenmerk 2008Z02029 / 2070829350.

DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,

Mevrouw dr. G. ter Horst

2008Z02029 / 2070829350

Vragen van het lid Kuiken (PvdA) aan de ministers van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties en van Justitie over het dragen van wapens door
de (voormalige) parketpolitie. (Ingezonden 10 september 2008)

1

Hoe worden de taken van de (voormalige) parketpolitie uitgevoerd? Wie is
er operationeel en beheersmatig verantwoordelijk voor de parketpolitie?

Antwoord op vraag 1:

De taken van de parketpolitie worden uitgevoerd door surveillanten en
overige ambtenaren van politie. De korpsbeheerder is beheersmatig
verantwoordelijk voor de parketpolitie en de korpschef is
verantwoordelijk voor de operationele aansturing.

2

Klopt het dat de parketpolitie op grond van de Bewapeningsregeling
Politie, een vuurwapen dient te dragen binnen de rechtbank? Zo neen,
waarom niet en waarop is dit gebaseerd? Zo ja, klopt het dat er nu
regio's zijn waar de parketpolitie geen vuurwapen binnen de rechtbank
draagt? Bij wie ligt de bevoegdheid om te beslissen over het wel of niet
dragen van een vuurwapen binnen de rechtbank? 

3

Hoe dient een medewerker van de parketpolitie te handelen als hij of zij
geconfronteerd wordt met een gewapend persoon? Bent u van mening dat een
onbewapende ambtenaar van de parketpolitie zijn taak in zo’n situatie
naar behoren uit kan voeren? Zo neen, welke actie gaat u hierop
ondernemen en binnen welke termijn? Zo ja, wordt de ambtenaar van de
parketpolitie verantwoordelijk gehouden indien er zich onverhoopt een
gewelddadig incident voordoet binnen de rechtbank?

4

Zijn de politieregio's voldoende op de hoogte van de Bewapeningsregeling
politie in relatie tot de parketpolitie en wordt deze uniform
uitgevoerd? Zo neen, welke actie gaat u hierop ondernemen en binnen
welke termijn?

Antwoord op vragen 2, 3 en 4:

De bewapening van de surveillanten en overige ambtenaren van politie die
belast zijn met de uitoefening van taken ten dienste van Justitie
bestaat uit de wapenstok, de pepperspray en het pistool. Deze bewapening
is door mij, en door de minister van Justitie, aan deze ambtenaren
toegekend opdat zij proportioneel en subsidiair kunnen handelen bij de
uitoefening van de aan hun opgedragen taken. Mij is gebleken dat er in
sommige gerechtsgebouwen is bepaald dat geen pistool wordt gedragen. 

Het niet dragen van alle rechtens toegekende geweldsmiddelen vergroot
echter de kans dat een politieambtenaar niet kan ingrijpen waar dit wel
nodig is. Dit brengt mij ertoe dit bewapeningsvraagstuk op korte termijn
onder de aandacht te brengen bij de korpsbeheerders en te benadrukken
dat het uitgangspunt is dat alle ambtenaren van politie bij de
uitoefening van de aan hun opgedragen taken de volledige toegekende
bewapening dienen te dragen. Ik wil daarbij tevens benadrukken dat de
korpsbeheerders slechts een uitzondering op deze draagplicht kunnen
maken voor die situaties waarin het dragen van (de volledige) bewapening
niet opweegt tegen de risico’s die dit in dergelijke situaties met
zich meebrengt, zoals bijvoorbeeld het geval is in het cellengebied van
de gerechtsgebouwen.

  

 Artikel 1 eerste lid, onderdeel g, 3º van de Politiewet 1993 juncto de
artikelen 2 en 2a, eerste

  en tweede lid van de Bewapeningsregeling politie

 De verplichting om bij het gebruik van geweld in de rechtmatige
uitoefening van

  zijn bediening de proportionaliteit en subsidiariteit in acht te nemen
en het

  middel af te stemmen op het te bereiken doel volgt voort uit artikel
8, eerste lid,

  van de Politiewet 1993.

Datum

  DOCPROPERTY "Datum" \* MERGEFORMAT  9 oktober 2008 

Ons kenmerk

  DOCPROPERTY Kenmerk \* MERGEFORMAT  2008-0000477810 

Onderdeel

  DOCPROPERTY Onderdeel \* MERGEFORMAT  DGV/POL/BJZ 

Blad

  PAGE  2  van   SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT  3 

Datum

  DOCPROPERTY "Datum"  \* MERGEFORMAT  9 oktober 2008 

Ons kenmerk

  DOCPROPERTY Kenmerk \* MERGEFORMAT  2008-0000477810 

Onderdeel

  DOCPROPERTY Onderdeel \* MERGEFORMAT  DGV/POL/BJZ 

Inlichtingen

  DOCPROPERTY CPNaam \* MERGEFORMAT  mr. H van Dijk 

T   DOCPROPERTY CPTel \* MERGEFORMAT  (070) 426 6039 

F   DOCPROPERTY CPFax \* MERGEFORMAT  (070) 426 8260 

Uw kenmerk

  DOCPROPERTY UwKenmerk \* MERGEFORMAT  2008Z02029 / 2070829350 

Blad

  PAGE  1  van   SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT  3 

Aantal bijlagen

  DOCPROPERTY AantalBijl \* MERGEFORMAT  1 

Bezoekadres

  DOCPROPERTY Bezoekadres \* MERGEFORMAT  Schedeldoekshaven 200

2511 EZ  Den Haag 

Postadres

  DOCPROPERTY Postadres \* MERGEFORMAT  Postbus 20011

2500 EA  Den Haag 

Internetadres

  DOCPROPERTY "InternetAdres" \* MERGEFORMAT  www.minbzk.nl