Antwoord op vragen van de leden Diks en Halsema over grote lekken in de beveiliging van militaire objecten
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2008D09745, datum: 2008-10-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.G. de Vries, staatssecretaris van Defensie
Onderdeel van zaak 2008Z04326:
- Gericht aan: E. van Middelkoop, minister van Defensie
- Indiener: L.I. Diks, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: F. Halsema, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2008-10-30 11:00: Beveiliging militaire objecten (Algemeen overleg), vaste commissie voor Defensie
Preview document (🔗 origineel)
In afwezigheid van de minister van Defensie vanwege een troepenbezoek in het buitenland, bied ik u hierbij de antwoorden aan op de vragen van de leden Diks en Halsema over grote lekken in de beveiliging van militaire objecten (ingezonden 10 oktober 2008). DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE drs. J.G. de Vries Vragen van de leden Diks en Halsema over grote lekken in de beveiliging van militaire objecten (ingezonden 10 oktober 2008) 1) Kent u het bericht "Beveiliging van kazernes lek" uit het Algemeen Dagblad van 10 oktober 2008? Ja. 2) Is het juist dat onderzoeksjournalist Alberto Stegeman, van het programma Undercover Nederland, onbevoegd toegang heeft kunnen krijgen tot luchtmacht- & landmachtbases in Nederland, daar de nacht heeft door kunnen brengen, F16's heeft kunnen benaderen en daar zelfs onbevoegd een rondje in een legertruck heeft kunnen rijden? Ik heb met verontrusting kennis genomen van de uitzending van het programma Undercover in Nederland en het artikel daarover in het Algemeen Dagblad. Uit deze uitzending werd duidelijk dat het bij Defensie op sommige locaties schort aan de naleving van de regels ten aanzien van beveiliging. Verder bleek dat de betrokken journalist hulp van binnen Defensie heeft gekregen bij het maken van het programma. Ik vind dat zorgelijk. De uitzending liet verder zien dat het nodig is niet alleen de naleving van de regels aan te scherpen, maar ook een aantal regels zelf kritisch tegen het licht te houden om daarmee onder meer de mogelijkheden voor het ongeoorloofd betreden van defensieterreinen te beperken. 3) Hoe kunt u dit verklaren? Voor de verdere verklaring is nader onderzoek nodig. Defensie heeft een melding gedaan bij de Koninklijke marechaussee. Tevens heeft de Beveiligingsautoriteit van Defensie opdracht gekregen een onderzoek te doen naar wat in de uitzending naar voren is gebracht. 4) Deelt u het oordeel van de journalist, dat hij heeft aangetoond dat je op die bases "makkelijk een diefstal of terreuraanslag kunt plegen"? De bewaking en beveiliging van militaire objecten kent een gelaagd stelstel. Daarbij wordt een indeling gemaakt in vier categorieën. Hoe groter het belang van het object, des te zwaarder de eisen waaraan de bewaking en beveiliging moeten voldoen. Voor deze opzet is gekozen omdat het ondoenlijk is, gezien het grote aantal militaire objecten en terreinen en de omvang van veel daarvan, alle objecten en terreinen volledig te bewaken en te beveiligen. De indeling in categorieën is uiteengezet in de brief van 10 mei 2005 (Kamerstuk 29 415 nr. 5). Onder de categorieën 1 en 2 met de zwaarste beveiligingseisen vallen belangrijke zenuwcentra als het Defensie Operatiecentrum en verder onder meer wapenkamers en wapensystemen. Onder categorie 3 vallen werk- en opslagplaatsen van niet-vitale goederen, kantoor- en legeringsgebouwen. Categorie 4 ten slotte omvat objecten als kantines, sportgebouwen en oefenterreinen die niet in gebruik zijn. Zowel in Woensdrecht als in Havelte is bovenstaand systeem niet sluitend geweest, mede doordat de kern van de bewaking en beveiliging van Defensie wordt gevormd door de mens. Iedere militair of burgermedewerker is een schakel in de beveiligingsketen. Zoals gezegd ben ik verontrust door de menselijke fouten die in het programma aan het licht kwamen. 5) Herinnert u zich nog dat er een maand geleden door een militair voor een kwart miljoen euro aan verbindingsapparatuur is gestolen uit kazernes op de Veluwe (AD/Stentor, 11 september 2008)? De Koninklijke marechaussee heeft begin september een militair aangehouden op verdenking van diefstal van onder meer militaire verbindingsmiddelen. In verband hiermee zijn verbindingsmiddelen in beslag genomen. Het onderzoek is nog gaande. 6) Deelt u het oordeel dat Wim van den Burg, de voorzitter van de militaire vakbond AFMP daarover velde: "militaire complexen in Nederland zijn niet goed beveiligd. Het ontbreekt aan goede bewaking, terwijl ook niet voldoende duidelijk is wat er allemaal op voorraad is, waardoor diefstal niet of te laat wordt opgemerkt." (AD/Stentor, 12 september 2008) Zoals gesteld in het antwoord op vraag 2 bleek uit de uitzending in ieder geval dat de regels niet goed worden nageleefd. Daar moet verbetering in komen. Bovendien lijkt het erop dat een aantal regels ten aanzien van beveiliging en bewaking moet worden aangescherpt. De Beveiligingsautoriteit van Defensie zal hier onderzoek naar doen. Zie ook het antwoord op vraag 9. 7) Hoe is het mogelijk dat uw woordvoerder stelt dat het onmogelijk is om tegen redelijke kosten alle militaire objecten te beveiligen, terwijl iemand ongestoord bases van defensie oploopt? Dan faalt er toch iets cruciaals in bestaande beveiligingssystemen; niet in de financiering daarvan? Voor de beveiliging van objecten waarop zware eisen van toepassing zijn, wordt hoe dan ook voldoende geld uitgetrokken. Dat neemt niet weg dat het ondoenlijk is alle militaire objecten volledig te beveiligen. Verder is het van belang dat de gestelde regels ten aanzien van beveiliging goed worden nageleefd. 8) Hoe kan het dat dezelfde woordvoerder stelt dat bij eerdere gevallen "telkens adequaat is opgetreden"? Bent u het zeer kritische Rekenkamerrapport uit 2005, de roof van 200 dienstpistolen en de actie van de Metro journalist op het marineterrein Kattenburg al helemaal vergeten? In het rapport van de Algemene Rekenkamer van 4 februari 2004 (Kamerstuk 29 415 nr. 2) werd geconcludeerd dat de opzet van de systematiek van beveiliging van Defensie over het algemeen goed is. Wel constateerde de Rekenkamer dat de uitvoering in de praktijk risicovol achterblijft. De minister van Defensie heeft in reactie op dit rapport maatregelen genomen om de tekortkomingen op te heffen. De wapenroof op de vliegbasis Gilze-Rijen op 11 april 2005 was vervolgens aanleiding nieuwe maatregelen te nemen. De Kamer is daarover geïnformeerd met de brieven van 26 augustus 2005 en 5 juli 2006 (Kamerstukken 29 415 nrs. 7 en 9). Overigens zijn de daders van de wapenroof op Gilze-Rijen, onder wie twee destijds actief dienende militairen, inmiddels veroordeeld. In december 2005 oordeelde de Rekenkamer in een vervolgrapport positief over de beveiliging bij Defensie (zie ook het antwoord op vraag 10). Over de actie van de Metro-journalist op Kattenburg in Amsterdam zijn op 20 september 2006 schriftelijke vragen beantwoord (Aanhangsel Handelingen TK 2006-2007 nr. 27). De journalist heeft zich enige tijd opgehouden in een gebied dat is ingedeeld in een relatief lage beveiligingscategorie. Zodra hij in de buurt kwam van een compartiment dat is ingedeeld in een hogere categorie, is hij binnen zeer korte tijd aangehouden door de beveiliging van het complex. In dit geval heeft de beveiliging goed gefunctioneerd. 9) Bent u bereid, onmiddellijk alle noodzakelijke maatregelen te nemen opdat niemand zonder daartoe bevoegd te zijn en zich gelegitimeerd te hebben een militair object kan betreden? Vooruitlopend op de uitzending zijn al maatregelen genomen om de beveiliging aan de poort te verbeteren. Naar aanleiding van de uitzending heeft Defensie een melding gedaan bij de Koninklijke marechaussee. Tevens heeft de Beveiligingsautoriteit van Defensie opdracht gekregen een onderzoek te doen naar wat in de uitzending naar voren is gebracht. Aan de hand van de uitkomsten zullen passende maatregelen worden genomen. 10) Bent u bereid, uw beleidsbrief "Beveiliging militaire objecten" (29415 nr. 7), te herzien en aan te scherpen, door bijvoorbeeld alsnog twee aanbevelingen van de projectgroep Beveiligingsketen militaire objecten uit te voeren door (a) de beveiliging regelmatig door externe deskundigen te laten testen en (b) de positie van de zogenaamde beveiligingsautoriteit te versterken? Gelijktijdig met de brief van 26 augustus 2005 is het rapport ‘Beveiligingsketen militaire objecten’ naar de Kamer gezonden. Dit rapport is opgesteld door de projectgroep die de beveiligingsketen van Defensie heeft onderzocht. De concrete maatregelen uit dit rapport zijn op twee na alle verwerkt in het kwaliteitsplan van de Beveiligingsautoriteit. Een van de twee maatregelen die op dat moment niet werden overgenomen, was de inschakeling van een beveiligingsdeskundige om de verdere ontwikkeling van het nieuwe beveiligingsbeleid te kunnen bespoedigen. Er is besloten daartoe alleen over te gaan als dit onontkoombaar zou zijn. Sindsdien is wel sprake geweest van externe inhuur. Met betrekking tot de positie van de Beveiligingsautoriteit merk ik op dat die, in overeenstemming met het advies van de projectgroep, aanzienlijk is versterkt. Ook is de personele bezetting van de Beveiligingsautoriteit vergroot. De projectgroep veronderstelde echter een spanning tussen de rol van de Beveiligingsautoriteit als beleidsverantwoordelijke en die van toezichthouder. In de brief van 26 augustus 2005 is uiteengezet dat het besturingsmodel van Defensie bij relatief kleine organisatieonderdelen de mogelijkheid biedt af te wijken van een strikte scheiding tussen beleid, uitvoering en toezicht. Daarmee kan de versnippering van schaarse kennis en deskundigheid worden voorkomen. Ik acht deze overweging nog steeds valide. Ik merk hierbij op dat de Rekenkamer in de loop van 2005 een vervolgonderzoek heeft gehouden naar de wijze waarop haar aanbevelingen uit 2004 waren uitgevoerd. Dit resulteerde in december 2005 in een positief rapport over het beveiligingsbeleid van Defensie, inclusief de versterkte positie van de Beveiligingsautoriteit (Kamerstuk 30 399 nrs. 1-2). Op dit moment staat voor Defensie de aanscherping van de uitvoering van de regels centraal. Daarnaast zal, zoals hierboven al uiteengezet, de Beveiligingsautoriteit onder meer onderzoeken hoe het ongeoorloofd betreden van defensieterreinen en het ongeoorloofd meenemen van materieel verder kan worden voorkomen. De reeds versterkte positie van de Beveiligingsautoriteit staat daarbij niet ter discussie. 11) Bent u bereid deze vragen met de grootste spoed en uiterlijk de dag na de uitzending van Undercover Nederland te beantwoorden, om te voorkomen dat kwaadwillende gebruik kunnen maken van de lekken in de beveiliging die door Alberto Stegeman zijn ontdekt? Ja. Ministerie van Defensie PAGE Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 6 / SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT 6 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 Ministerie van Defensie Postbus 20701 2500 ES Den Haag Telefoon (070) 318 81 88 Fax (070) 318 78 88 Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 1 / SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT 6