[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid De Wit over de status van poker

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D10382, datum: 2008-10-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z03260:

Preview document (🔗 origineel)


	Postadres: Postbus 20301, 2500 EH  Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer 

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA  DEN HAAG

	Bezoekadres

Kalvermarkt 53

2511 CB  Den Haag

Telefoon (070) 3 70 46 20

Fax (070) 3 70 46 43

www.justitie.nl

Onderdeel	Projectbureau Kansspelen

	Datum	15 oktober 2008

	Ons kenmerk	5567866/08/DSP

	Onderwerp	Vragen van het lid De Wit (SP) over de status van poker

(nr. 2080901070)

























	

Op 23 september 2008 heeft het lid De Wit (SP) vragen gesteld over de
status van poker. Hierbij zend ik u, mede namens de Staatssecretaris van
Financiën, mijn antwoorden op deze vragen.

De Minister van Justitie,

Antwoorden van de Minister van Justitie, mede namens de
Staatssecretaris van Financiën, op vragen van het lid De Wit (SP) over
de status van poker. (Ingezonden 26 september 2008, nr. 2080901070)

Vraag 1.

Wat is uw reactie op het artikel “Blufpoker overheid”, waarin zowel
Justitie als de Belastingdienst wordt verweten geen duidelijkheid te
verschaffen over de status van poker? 

Antwoord 1.

Zowel het Ministerie van Justitie als de Belastingdienst hebben poker
altijd aangemerkt als kansspel, hierover is nooit onduidelijkheid
geweest. Zie ook mijn antwoord op eerdere vragen over dit onderwerp.

Vraag 2.

Deelt u de mening, dat zolang er geen nieuw arrest is van de Hoge Raad
waarin anders wordt beslist, er geen onduidelijkheid is en dat poker als
kansspel moet worden aangemerkt, conform het arrest van de Hoge Raad in
1998?

Antwoord 2.

Ja.

Vraag 3.

Is er sprake van onduidelijkheid in de uitvoering bij de Belastingdienst
over de status van poker? Zo ja, hoe is dit mogelijk? Zo neen, hoe
verklaart u de verschillen in uitvoering bij verschillende rayons?

Antwoord 3.

In de uitvoering bij de Belastingdienst is geen onduidelijkheid over de
status van poker. Er bestaan geen verschillen in behandeling binnen de
afzonderlijke regio’s, omdat de administratieve processen voor de
kansspelbelasting binnen één enkele regio zijn geconcentreerd en de
uitvoering van kansspelbelasting bij mogelijke beroepsspelers landelijk
wordt gecoördineerd. Verschillen in uitkomsten zijn mogelijk als feiten
en omstandigheden per geval van elkaar verschillen. Over individuele
gevallen kan ik in verband met de geheimhoudingsplicht geen uitspraken
doen.

Vraag 4.

Wanneer zullen de banken en creditcardmaatschappijen starten met het
blokkeren van transacties voor illegale kansspelen, waaronder poker, via
internet?

Antwoord 4.

Het overleg tussen financiële instellingen en het ministerie vordert
gestaag. Het blokkeren van transacties voor illegale kansspelen door de
banken en creditcardmaatschappijen is echter een complex proces, gezien
de vele partijen en tussenpersonen die hierbij betrokken zijn, de
gegevens die daarvoor nodig zijn en de privacywetgeving. Ik ga ervan uit
dat het overleg tot resultaat zal leiden. In een eerdere brief heb ik al
geschreven dat als aanbieders van kansspelen via internet of
intermediairs, zoals financiële instellingen en providers, hun
verantwoordelijkheid hierin niet nemen, het Ministerie van Justitie zo
nodig tegen deze organisaties aangifte zal doen.

Vraag 5.

Bent u voornemens onverminderd op te treden tegen overtredingen van de
Wet op de kansspelen, waaronder illegale pokertoernooien? Zo neen,
waarom niet? 

Antwoord 5.

Ik zie geen aanleiding om de huidige aanpak van illegale
pokertoernooien of andere overtredingen van de Wet op de kansspelen te
wijzigen.

 De Telegraaf, 24 september 2008.

 Aanhangsel handelingen, nr. 2341, vergaderjaar 2006-2007.

 Eerste Kamer, vergaderjaar 2007–2008, 30 362, J

5567866/08/DSP/ 15 oktober 2008

  PAGE  3 /  NUMPAGES  3 



Ministerie van Justitie



Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties



Directie Sanctie- en Preventiebeleid





Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts
één zaak in uw brief behandelen.

