Antwoord op vragen van de leden Van Dam en Van Dijken over de Teleplus-dienst van KPN
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2008D10496, datum: 2008-10-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.DOC), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F. Heemskerk, staatssecretaris van Economische Zaken (Ooit PvdA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2008Z02374:
- Gericht aan: F. Heemskerk, staatssecretaris van Economische Zaken
- Indiener: M.H.P. van Dam, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: M.J. van Dijken, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de leden Van Dam en Van Dijken (beiden PvdA) met nummer 2008Z02374 / 2070829840 aan de Staatssecretaris van Economische Zaken over de Teleplus-dienst van KPN (ingezonden 15 september 2008). Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Van Dijken en Vos (beiden PvdA), ingezonden 19 augustus 2008 (vraagnummer HYPERLINK "http://parlisweb/parlis/zaak.aspx?id=7d04c4e3-cd40-4234-8d13-59d330727d 28" \o "http://parlisweb/parlis/zaak.aspx?id=7d04c4e3-cd40-4234-8d13-59d330727d 28" \t "_self" 2007Z05198 / 2070827560). 1 Deelt u de mening dat het bestaan van een telefonische dienst die tekst in spraak omzet en omgekeerd voor doven van grote betekenis is voor hun deelname aan het maatschappelijk verkeer en dat het derhalve zeer wenselijk is dat een dergelijke voorziening 24 uur per dag beschikbaar is? 4 Deelt u de mening dat een dergelijke voorziening 24 uur per dag beschikbaar hoort te zijn en niet slechts gedurende een deel van de dag, aangezien dat doven zou beperken in het normaal kunnen deelnemen aan het maatschappelijk verkeer? Antwoord 1 & 4 Ik deel de mening dat deelname van doven aan het maatschappelijk verkeer door middel van elektronische communicatie van groot belang is en dat het daarom wenselijk is dat er een goede voorziening 24 uur per dag beschikbaar is die dit mogelijk maakt. De Teleplusdienst van KPN zorgt er nu voor dat doven 24 uur per dag direct met iedereen kunnen communiceren via de teksttelefoon. Een alternatieve communicatiedienst die tot hetzelfde resultaat leidt, zou ook adequaat kunnen zijn. KPN is momenteel, in samenspraak met verschillende belangenorganisaties, op zoek naar een volwaardig alternatief, dat de Teleplusdienst kan vervangen. Tot een dergelijk volwaardig alternatief is gevonden, heeft KPN toegezegd de Teleplusdienst 24 uur per dag aan te blijven bieden. 2 Geldt de Universele Dienstverplichting die aan KPN is opgedragen ook voor het in stand houden van een voorziening die doven in staat stelt te bellen met anderen (zowel doven als horenden)? Antwoord Nee. De tot de universele dienst behorende diensten en voorzieningen waar de opdracht van KPN op ziet, zijn opgenomen in artikel 9.1, eerste lid, van de Telecommunicatiewet. Daaronder vallen onder meer de aansluiting op het vaste telefoonnetwerk, de vaste telefoondienst (belbasis pakket en belbudget pakket), een abonnee-informatiedienst en de telefoongids. Diensten en voorzieningen gericht op doven vallen er niet onder. 3 Zo ja, erkent u dat Teleplus, de dienst van KPN voor doven, op dit moment voor doven de enige manier is om telefonisch in contact te kunnen komen met horenden, aangezien de meeste horenden niet beschikken over een teksttelefoon? Zo neen, vindt u dat het in stand houden van een voorziening die doven in staat stelt te bellen met anderen (zowel doven als horenden) onderdeel zou moeten zijn van de Universele Dienstverplichting en bent u bereid de UD-verplichting daarop aan te passen? Indien u hierop het antwoord nee geeft, kunt u dat dan van een uitgebreide toelichting voorzien? 6 Geeft de Telecommunicatiewet ruimte om naast de UD-verplichting bedrijven te verplichten dienstverlening aan gehandicapten te verzorgen? Antwoord 3 & 6 De Telecommunicatiewet biedt geen ruimte om buiten het regime van de universele dienst dergelijke verplichtingen aan bedrijven op te leggen. De in hoofdstuk 9 van de Telecommunicatiewet opgenomen regels met betrekking tot de universele dienst bieden echter wel de mogelijkheid om bij algemene maatregel van bestuur de universele dienst aan te vullen. Meer in het bijzonder kunnen op grond van artikel 9.1, derde lid, van de Telecommunicatiewet ter uitvoering van hoofdstuk II van richtlijn 2002/22/EG, de Universeledienstrichtlijn, naast de in artikel 9, eerste lid genoemde diensten en voorzieningen, andere diensten en voorzieningen worden aangewezen. Hieronder vallen diensten en voorzieningen ten behoeve van mensen met een handicap. Gegeven KPN’s toezegging niet te zullen stoppen met de Teleplusdienst alvorens een volwaardig alternatief is gevonden, zie ik op korte termijn echter geen noodzaak om de universele dienst aan te vullen met een voorziening speciaal gericht op doven en slechthorenden. KPN is momenteel in overleg met verschillende belangenorganisaties om gezamenlijk te komen tot een volwaardig alternatief voor Teleplus. Indien het overleg tussen KPN en belangenorganisaties niet tot een bevredigende oplossing leidt, ben ik bereid daarover met hen in overleg te treden. Overigens is de Universeledienstrichtlijn thans onderwerp van discussie bij de herziening van het Europese regelgevende kader. Het is zeer waarschijnlijk dat de (geharmoniseerde) universele dienst uitgebreid wordt met verplichtingen om te verzekeren dat gehandicapten overal in Europa op een volwaardige manier aan het telecommunicatieverkeer kunnen deelnemen. Nederland steunt de voorstellen van de Commissie. Indien dergelijke voorzieningen voor gehandicapten verplicht opgenomen worden, zal ook de Nederlandse Telecommunicatiewet hierop worden aangepast. Ook gezien deze huidige Europese discussies, acht ik het zinvol te wachten met eventuele aanvullende nationale regelgeving totdat de uitkomst van de herziening van het Europese Universeledienstrichtlijn is vastgesteld. Dit geeft mij tevens de gelegenheid om te bekijken of de in hoofdstuk 9 van de Telecommunicatiewet vastgelegde systematiek met betrekking tot de financiering van de universele dienst ook in dit geval het meest geëigend is en niet leidt tot een onevenredige (administratieve) belasting van het bedrijfsleven. In genoemd hoofdstuk 9 is namelijk geregeld dat de aanbieder, die bij de uitvoering van de universele dienst een netto tekort heeft, recht heeft op een vergoeding. Deze vergoeding wordt betaald door de overheid, die de daardoor ontstane kosten vervolgens verhaalt op de telecommunicatiebedrijven. 5 Zijn er bij de privatisering van KPN afspraken met KPN gemaakt over de dienstverlening aan doven en slechthorenden? Zo ja, hoe luidden die afspraken en houdt KPN zich daaraan? Antwoord Er zijn met KPN ten tijde van de privatisering geen afdwingbare afspraken gemaakt over een dienstverlening aan doven en slechthorenden. Ook de Telecommunicatiewet of onderliggende regelgeving (het Besluit universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen en de Regeling universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen) bevat geen bepalingen voor deze specifieke groep gehandicapten. KPN heeft zelf de Teleplusdienst ontwikkeld, en is op vrijwillige basis deze dienst aan blijven bieden. (w.g.) drs. F. Heemskerk Volgvel minute \PAGE 3 Paraaf en datum Minute Auteur Toestelnummer Classificatienummer Marloes van Caspel 8137 Datum Uiterste verzenddatum Verzendwijze 25-9-2008 Aan Informatiekopie aan Medeafdoening van ons kenmerk De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA ‘s-GRAVENHAGE Medeparaaf en datum BSG - M. Visser Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) 16 oktober 2008 ET/TM / 8144032 Onderwerp Beantwoording aanvullende kamervragen van de leden Van Dam en Van Dijken over de Teleplus-dienst van KPN Bezoekadres Doorkiesnummer Telefax Bezuidenhoutseweg 30 8137 Hoofdkantoor Bezuidenhoutseweg 30 Postbus 20101 2500 EC 's-Gravenhage Telefoon 070-379 6106 Telefax 070-379 6154 Email f.heemskerk@minez.nl Website www.minez.nl Behandeld door Marloes van Caspel Verzoeke bij beantwoording van deze brief ons kenmerk te vermelden