[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Koser Kaya over het toenemen van het aantal plekken voor dotterbehandelingen

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D10815, datum: 2008-10-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z03564:

Preview document (🔗 origineel)


De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA  DEN HAAG





Ons kenmerk	Inlichtingen bij	Doorkiesnummer	Den Haag

CZ-K-U-2883216

                                 20 okt. 08

Onderwerp	Bijlage(n)	Uw brief

Kamervragen

	1	2 oktober 2008







Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Koşer
Kaya (D66) over het toenemen van het aantal plekken voor
dotterbehandelingen (2080901630).

De Minister van Volksgezondheid,

Welzijn en Sport,

dr. A. Klink

Antwoorden op kamervragen van   REF bmkHetLidDeLeden  het Kamerlid
Koşer Kaya   REF bmkKamerleden    (D66) over het toenemen van het
aantal plekken voor dotterbehandelingen (2080901630)

1

Heeft u kennisgenomen van het artikel ‘Binnenkort bij u in de straat:
een dotterraar zonder ervaring’? 1)

1

Ja.

2

Deelt u de stelling dat er een directe relatie is tussen het aantal
interventies dat een cardioloog doet en het complicatiepercentage? Hoe
meer interventies, hoe minder complicaties? Zo neen, waarom niet?

2

Er is inderdaad een relatie tussen volume en uitkomst, zoals de
Gezondheidsraad in haar rapport Bijzondere interventies aan het hart van
18 januari 2007 constateerde.

De door de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVVC) geaccordeerde
richtlijnen voor interventiecardiologie hanteert dan ook een aantal van
600 interventies per centrum (150 per cardioloog) per jaar als minimum
om de expertise op peil te houden. De directe relatie tussen volume en
uitkomst uit zich vooral in negatieve zin als men onder die grens komt. 


3

Is het waar dat er in Nederland geen serieuze wachtlijsten zijn voor
dotteringrepen of hartoperaties? Zo neen, wat is volgens u de status van
wachtlijsten?

3

Uit de BHN-wachttijdenregistratie (BHN staat voor Begeleidingscommissie
Hartinterventies Nederland) blijkt dat er inderdaad geen sprake is van
onaanvaardbaar lange wachttijden voor openhartoperaties (OHO's) en
percutane coronaire interventies (PCI's, oftewel dotteren).

4

Is het waar dat met het uitbreiden van het aantal interventiecentra het
aantal interventies per cardioloog zal afnemen, en daarmee het risico op
complicaties zal toenemen? Zo neen, waarom niet?

4

Ten algemene kan men stellen dat als er meer aanbieders komen, het
aantal verrichtingen ook over meerdere aanbieders zal worden verspreid
en dus de spoeling dunner wordt. Voor wat betreft PCI's heeft de
Gezondheidsraad echter geraamd dat het aantal interventies zal groeien
van 32 000 in 2005 tot maximaal 45 000 in 2009. Tegen deze achtergrond
zal uitbreiding van het aantal interventies bij nieuwe aanbieders niet
rechtstreeks tot een evenredige afname bij de huidige aanbieders leiden.

Zoals boven gesteld is er bovendien een minimum aantal ingrepen als
kwaliteitsvereiste gecodificeerd in de richtlijn van de beroepsgroep
(Dutch guidelines for interventional cardiology, institutional and
operator competence and requirements for training uit 2004). Op grond
van de Kwaliteitswet zorginstellingen zijn zorgaanbieders gehouden zich
aan de beroepsrichtlijnen en daarmee aan deze ondergrens te conformeren
om zo de kans op complicaties te minimaliseren alsmede afbrokkeling van
expertise te voorkomen. In de richtlijn staat ook een vereiste die geldt
voor nieuwe aanbieders: zij moeten onder andere aannemelijk maken dat er
regionaal behoefte bestaat aan een nieuw centrum, alsmede dat het
centrum de eerste twee jaar 400 PCI's per jaar zal halen, en de vereiste
600 PCI's binnen drie tot vijf jaar na de start. Het opvolgen hiervan
wordt gestimuleerd door de gebruikelijke onderlinge visitaties, terwijl
de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) toeziet op naleving ervan. Ik
heb u over de kwaliteitsrichtlijnen geïnformeerd bij brief van 19
december 2007 (31 200 XVI, nr. 106).

Daarnaast is het van wezenlijk belang dat uitkomsten van zorg
inzichtelijk worden gemaakt. Ik heb dan ook aan de Nederlandse
Vereniging Voor Cardiologie (NVVC) een subsidie verleend voor de
ontwikkeling van een volledig en transparant kwaliteitssysteem. Dit
biedt de mogelijkheid aan zorgverzekeraars en patiënten te letten op de
kwaliteit van zorg, maar ook aan de IGZ om in te grijpen indien uit de
resultaten blijkt dat daartoe aanleiding is. 

5

Deelt u de zorg, uitgesproken in het artikel, dat cardiologen patiënten
zullen dotteren die dat nu volgens de huidige norm niet nodig hebben, om
hun productieaantallen te halen? Zo neen, waarom niet?

5

Nee, dat verwacht ik niet. Ten eerste hanteer ik als uitgangspunt de
goede trouw van beroepsbeoefenaren. Daarnaast heb ik de toenemende vraag
geschetst naar PCI's, zodat er ook daadwerkelijk ruimte is voor nieuwe
aanbieders. Maar ik verwacht vooral geen oprekking van de
indicatiestelling vanwege de heldere, gedetailleerde en daarmee goed
controleerbare indicatiestelling die beroepsbeoefenaren zelf hebben
vastgelegd in de Richtlijnen voor percutane coronaire interventie uit
2005. Indien er onverhoopt toch sprake zal zijn van een opvallende, niet
te verklaren toename van het volume, dan zal dit blijken uit
bovengenoemde registratie. Mocht dit niet al tot vragen bij verzekeraars
en zelfregulering leiden, dan kan de IGZ ingrijpen.

6

Wat was uw belangrijkste overweging om af te wijken van het negatieve
advies van de Gezondheidsraad over het uitbreiden van het aantal
interventiecentra?

6

Mijn beleid is er niet in het bijzonder op gericht om het aantal
interventiecentra uit te breiden, maar juist om deze aanbodsturing voor
PCI's en ICD's op korte termijn los te laten. In mijn brieven van 13
juni 2007 (30 800, XVI/29 214, nr. 150) en 19 juli 2007 (30 800, XVI,
nr. 177), tijdens het Algemeen Overleg interventies aan het hart van 13
december 2007 (31 200 XVI/29 214, nr. 112) en in mijn brief van 22 april
2008 (31 200 XVI, nr.139) heb ik uitgebreid toegelicht dat mijn
belangrijkste overweging hiertoe wordt gevormd door de totstandkoming
van de kwaliteitsrichtlijnen en de mogelijkheden die de Kwaliteitswet
biedt tot handhaving van deze normen, alsmede de totstandkoming van een
kwaliteitssysteem inclusief registratie van uitkomsten. Hierdoor is
regulering en aanbodsturing via de Wet op bijzondere medische
verrichtingen overbodig geworden.

1) NRC Handelsblad, 29 september 2008

Postbus 20350

2500 EJ  DEN HAAG

Telefoon (070) 340 79 11

Fax (070) 340 78 34	Bezoekadres:

Parnassusplein 5

2511 VX  DEN HAAG	Correspondentie uitsluitend richten aan het postadres
met vermelding van de datum en het kenmerk van deze brief	Internetadres:

www.minvws.nl



  IF   DOCPROPERTY "propArchiefkopie"  Fout! Onbekende naam voor
documenteigenschap.  = "Archiefkopie"   AUTOTEXT sysArchiefkopie 
AANGETEKEND  ""