nader rapport
Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet op het financieel toezicht ter uitvoering van richtlijn nr.2007/36/EG van het Europees Parlement en de raad van de Europese Unie van 11 juli 2007 betreffende de uitvoering van bepaalde rechten van aandeelhouders in beursgenoteerde vennootschappen
Nader rapport
Nummer: 2008D10847, datum: 2008-10-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie ()
Onderdeel van zaak 2008Z04657:
- Indiener: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie (2008-2010)
- 2008-10-21 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2008-10-30 13:15: Aanvang middagvergadering: regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2008-11-04 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2008-11-06 13:00: Procedurevergadering Justitie (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie (2008-2010)
- 2008-12-11 14:00: 31746 - Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet op het financieel toezicht ter uitvoering van richtlijn nr. 2007/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 11 juli 2007 betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders in beursgenoteerde vennootschappen (PbEU L 184) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Justitie (2008-2010)
- 2009-04-08 14:30: Procedurevergadering Justitie (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie (2008-2010)
- 2009-10-26 10:00: Wetsvoorstellen op het terrein van vennootschapsrecht (31058, 31065, 31746, 31763, 31877) (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Justitie (2008-2010)
- 2009-12-02 10:00: Wetsvoorstellen op het terrein van vennootschapsrecht (31058, 31065, 31746, 31763, 31877) - tweede termijn (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Justitie (2008-2010)
- 2009-12-08 15:15: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Aan de Koningin Onderdeel Directie Wetgeving Contactpersoon mw. mr. L.D.V.M. Kompier Registratienummer 5565749/08/6 Datum 9 oktober 2008 Onderwerp Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet op het financieel toezicht ter uitvoering van richtlijn nr. 2007/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 11 juli 2007 betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders in beursgenoteerde vennootschappen (PbEU L 184) Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 23 juli 2008, nr. 08.002202, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 8 september 2008, nr. W03.08.0341/II, bied ik U hierbij aan. 1. De richtlijn schrijft voor dat de aandeelhouders van beursvennootschappen het recht moeten hebben om een punt op de agenda van de algemene vergadering te plaatsen, onder de voorwaarde dat het agendapunt wordt gemotiveerd of vergezeld gaat van een ontwerpbesluit (artikel 6 van de richtlijn). Een motiveringsvereiste is momenteel niet in de wet opgenomen. Op dit punt is ons agenderingsrecht dus niet in overeenstemming met de richtlijn en is aanpassing noodzakelijk. Door de verplichting zijn agendapunt te motiveren, moet de aandeelhouder inzicht geven in zijn beweegredenen. Hij moet het agendapunt toelichten. Dit stelt het bestuur in staat om een duidelijke agenda op te stellen. Hierdoor kunnen de aandeelhouders zich goed op de vergadering voorbereiden. De wetswijziging komt tegemoet aan de behoeften van de praktijk. Thans is in de wet opgenomen dat agendapunten kunnen worden afgewezen op grond van een zwaarwichtig belang van de vennootschap. In de richtlijn is een dergelijke weigeringsgrond niet opgenomen. Handhaving van het zwaarwichtig- belangcriterium in combinatie met het nieuwe motiveringsvereiste sluit niet aan bij de opzet van de richtlijn. De huidige wettelijke regeling verplicht de vennootschap om elk agendapunt inhoudelijk te toetsen aan het zwaarwichtig belang van de vennootschap, terwijl de richtlijn zo’n toets niet toelaat. Op grond van de richtlijn kan slechts bij grote uitzondering een rechtvaardiging bestaan voor de weigering van een agendapunt. Zou zo’n geval zich voordoen, dan is de toetsing aan de norm van de redelijkheid en billijkheid op dat moment niet bezwaarlijk. Ik neem het voorstel van de Raad daarom niet over. De memorie van toelichting is op dit punt aangevuld. Voor de volledigheid merk ik nog op dat de Commissie Vennootschapsrecht zich positief heeft uitgelaten ten aanzien van de voorgestelde wetswijziging. 2. Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen (de agenda) evenals de registratiedatum bekend gemaakt. Over onderwerpen waarvan de behandeling niet bij de oproeping of op dezelfde wijze is aangekondigd met inachtneming van de voor de oproeping gestelde termijn, kan niet wettig worden besloten (vgl. artikel 2:114 en 119 BW). Ter uitvoering van de richtlijn wordt voorgesteld te bepalen dat de oproeping bij beursvennootschappen niet later dan op de dertigste dag voor die van de vergadering geschiedt (vgl. het voorgestelde artikel 2:115 BW). Dit vloeit voort uit de keuze voor een registratiedatum die ligt op de eenentwintigste dag voor die van de vergadering en het vereiste in de richtlijn dat er een termijn van ten minste acht dagen ligt tussen oproeping en registratie (artikel 7 lid 3 richtlijn). De definitieve agenda moet op grond van het voorgaande dus 30 dagen voor de algemene vergadering van een beursvennootschap beschikbaar zijn en daarmee vóór de registratiedatum. Hoewel een beursvennootschap op grond van het wettelijke systeem zou kunnen kiezen voor een agenderingstermijn die korter is dan de wettelijke oproepingstermijn, zou een dergelijke keuze er toe kunnen leiden dat er over de onderwerpen die na de oproepingstermijn nog aan de agenda worden toegevoegd, niet wettig kan worden beslist tijdens de vergadering. Aan de beursvennootschappen kan worden overgelaten dat zij met deze consequentie rekening houden. Omdat de registratiedatum altijd na de minimale oproepingstermijn ligt, bestaat er geen gevaar dat niet wordt voldaan aan het vereiste in artikel 6 lid 4 van de richtlijn. Dit is in de memorie van toelichting verduidelijkt. 3. Ook voor de algemene vergadering, waaraan door middel van elektronische middelen mag worden deelgenomen, geldt dat de aandeelhouder via elektronische weg aan de vennootschap kennis moet kunnen geven van de volmachtverlening. Het voorstel van wet en de memorie van toelichting zijn daarom overeenkomstig het voorstel van de Raad aangevuld. Gelijk de voorgestelde aanvulling van lid 6 van artikel 2:117 BW geldt deze verplichting tot het aanbieden van een elektronische weg van kennisgeving van de volmacht alleen voor nv’s met een beursnotering. 4. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt het voorstel van wet en de memorie van toelichting op enkele technische punten aan te passen. Met de redactionele kanttekeningen van de Raad van State is rekening gehouden. Ik moge U, mede namens de Minister van Financiën, verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden. De Minister van Justitie, 5565749/08/6/9 oktober 2008 PAGE 2 / NUMPAGES \* MERGEFORMAT 3 Ministerie van Justitie j1