[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Subsidiariteitstoets van een voorstel voor een richtlijn betreffende de contractuele rechten van de consument - COM (2008) 614

Brief lid / fractie

Nummer: 2008D11140, datum: 2008-10-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z04820:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


	

	

Den Haag, 21 oktober 2008

TGCS 30



Aan:	De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken van de
Eerste Kamer

De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken van de
Tweede Kamer



Onderwerp:	Subsidiariteitstoets van een voorstel voor een richtlijn
betreffende de 

contractuele rechten van de consument - COM (2008) 614



Zoals u bekend toetst de tijdelijke commissie subsidiariteitstoets,
samen met de betrokken vakcommissies voorstellen van de Europese
Commissie aan de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit. De
te volgen procedure is weergegeven in kamerstuk 30389, nr 1 (p.7-9).

Onlangs heeft de Europese Commissie bovengenoemd voorstel gepubliceerd.
Dit voorstel is opgenomen in de lijst van voorstellen voor Europese wet-
en regelgeving die zijn geselecteerd voor de parlementaire
subsidiariteitstoets (zie Kamerstuk 22 112, nr. 621)

Hierover heeft de TGCS bijgaande adviesaanvraag opgesteld ten behoeve
van uw 

commissie.

De TGCS verzoekt uw commissie om de TGCS vĆ³Ć³r 12 november 2008 12:00
uur een gemotiveerd advies te zenden over de vragen of voor onderhavig
richtlijnvoorstel voldoende rechtsgrondslag in het EG-Verdrag bestaat en
of met het voorstel is voldaan aan de vereisten van subsidiariteit en
proportionaliteit (artikel 5 EG-Verdrag). 

 

Met vriendelijke groet,

Jan Jacob van Dijk,

Voorzitter van de tijdelijke gemengde commissie subsidiariteitstoets



ADVIESAANVRAAG COM(2008) 614 DEF

Toetsing aan de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit van
het 

voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad
betreffende de 

contractuele rechten van de consument

Adviesaanvraag 

In het kader van de parlementaire subsidiariteitstoets verzoekt de
Tijdelijke Gemengde Commissie Subsidiariteitstoets de vaste commissies
voor Economische Zaken van de 

Eerste Kamer en van de Tweede Kamer haar uiterlijk 12 november 2008
12:00 uur een gemotiveerd advies te zenden over de vragen of voor
onderhavig richtlijnvoorstel voldoende rechtsgrondslag in het EG-Verdrag
bestaat en of met het voorstel is voldaan aan de vereisten van
subsidiariteit en proportionaliteit (artikel 5 EG-Verdrag). 

Behandeltraject op Europees niveau

Het voorstel zal door de Raad Concurrentievermogen via de
codecisieprocedure worden behandeld, wat betekent dat het Europees
Parlement medebeslissingsrecht heeft. Ook moet het Economisch en Sociaal
ComitƩ worden geraadpleegd. Een eerste behandeling van het voorstel is
voorzien in genoemde Raad van 1-2 december. 

Samenvatting voorstel

Het doel van het voorstel is te komen tot een beter functioneren van de
interne markt voor wat betreft het verkeer tussen ondernemingen en de
consument (de zogenaamde ā€œbusiness-to-consumer internal marketā€)
door het vertrouwen van de consument in de interne markt te vergroten en
de terughoudendheid van ondernemingen om grensoverschrijdend te handelen
verkleinen. Deze algemene doelstelling moet worden bereikt door de
bestaande fragmentatie te verkleinen, de bestaande regelgeving te
stroomlijnen en de consumenten een hoog algemeen niveau van bescherming
en adequate informatie over (de uitoefening van) hun rechten te
verschaffen. De Commissie zal een werkwijze inrichten die de beste
manier om consumenten te informeren over hun basisrechten met betrekking
tot koop bevat.

Het voorstel ziet op volledige harmonisatie en houdt concreet het
volgende in:

goederen moeten binnen 30 dagen worden geleverd;

de consument krijgt bij verkoop op afstand, verkoop buiten een winkel of
verkoop onder druk14 dagen bedenktijd en kan zijn aankoop gedurende deze
termijn annuleren, de verkoper moet dan binnen 30 dagen de koopprijs
terugbetalen;

onredelijk bezwarende (oneerlijke) contractvoorwaarden zijn niet
toegestaan, er is een nieuwe ā€œzwarte lijstā€ opgesteld;

er worden gemeenschappelijke regels opgesteld voor online-veilingen en
er komt meer bescherming tegen verkoop onder druk;

er worden standaardregels opgesteld voor het ruilen of teruggeven van
ondeugdelijke producten.

Het richtlijnvoorstel is het resultaat van een proces dat in 2004 is
gestart om het consumentenacquis te herzien en dat als doel heeft het
bestaande regelgevende kader te vereenvoudigen en te completeren. 

Met het richtlijnvoorstel wil de Commissie vier richtlijnen op het
terrein van de contractuele rechten van consumenten bestaande vervangen:

Richtlijn 85/577/EEG van de Raad van 20 december 1985 betreffende de
bescherming van de consument bij buiten verkoopruimten gesloten
overeenkomsten;

Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke
bedingen in consumentenovereenkomsten;

Richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 1997
betreffende de bescherming van de consument bij op afstand gesloten
overeenkomsten;

Richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei
1999 betreffende bepaalde aspecten van de verkoop van en de garanties
voor consumptiegoederen.

Het voorstel voegt deze vier richtlijnen samen in Ć©Ć©n overkoepelend
instrument. Het beoogt de gezamenlijke aspecten op een systematische
wijze te regelen en bestaande regels te moderniseren en simplificeren.
Ook wil het inconsistenties en lacunes in de bestaande regelgeving
opheffen. 

Rechtsgrondslag

De Commissie baseert het voorstel op artikel 95 EG-Verdrag. Op grond van
dit artikel kunnen maatregelen worden vastgesteld inzake de onderlinge
aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de
lidstaten die de instelling en werking van de interne markt betreffen. 

Argumenten Europese Commissie ter zake van subsidiariteit

De Commissie stelt dat de doelstellingen van het voorstel niet voldoende
door de lidstaten kunnen worden bereikt om de volgende redenen.

De juridische fragmentatie van de regeling van consumentenrechten kan
niet door de individuele lidstaten worden opgelost omdat deze het gevolg
is van verschillen in implementatie van de in de bestaande richtlijnen
opgenomen minimumvoorwaarden door de lidstaten zelf.  Verder zal het
ongecoƶrdineerd aanpakken van gaten in de regelgeving en
inconsistenties in Gemeenschapsregelgeving en het inspelen op nieuwe
ontwikkelingen in de markt leiden tot meer fragmentatie en vergroting
van het probleem. Alleen een gecoƶrdineerd Gemeenschapsoptreden kan
bijdragen tot de vervolmaking van de interne markt, aldus de Commissie.

Optreden door lidstaten alleen op een ongecoƶrdineerde manier zal de
interne markt niet in staat stellen om tot resultaten te komen voor
zowel het MKB als consumenten. Een dergelijk optreden zal het potentieel
van de ā€œbusiness-to-consumerā€ interne markt niet benutten. Met name
het MKB kan volgens de Commissie direct profiteren van het
groeipotentieel van grensoverschrijdende handel. Tevens zou het
consumenten de mogelijkheid onthouden om te profiteren van een interne
markt met meer keuze uit en betere prijzen van grensoverschrijdende
aanbiedingen. Ten slotte zou het de ontwikkeling van concurrerende
ondernemingen beperken, met name MKBā€™ers die hun handel binnen de
Gemeenschap willen uitbreiden.

De doelstellingen van het voorstel kunnen beter worden bereikt door
actie op Gemeenschapsniveau om de volgende redenen.

Het voorstel is gebaseerd op volledige harmonisatie van
Gemeenschaps-consumentenovereenkomstenrecht. De positieve gevolgen van
het voorstel op de detailhandel zouden aanzienlijk zijn. Uit het bij het
voorstel gevoegde impact assessment blijkt dat de administratieve lasten
voor ondernemingen die grensoverschrijdend willen handelen worden
verlaagd.

Het voorstel zal een eenvormige regeling creƫren die een hoog niveau
van consumentenbescherming waarborgt en handelaars in staat stelt om te
verkopen aan consumenten in 27 lidstaten, zoals zij dat zouden doen in
hun eigen lidstaat. Het voorstel zal de kosten voor de verkopers daarom
aanmerkelijk verminderen en het zal tegelijkertijd de consumenten een
hoog beschermingsniveau bieden.

De discrepantie tussen de groei van de binnenlandse en
grensoverschrijdende verkopen is in het bijzonder van belang voor de
handel op internet, waarvoor het groeipotentieel hoog is. Het
richtlijnvoorstel zou daarom volgens de Commissie een van de meest
tastbare resultaten van de ā€œbusiness-to-consumerā€- interne markt
kunnen zijn. 

De juridische fragmentatie van de regeling van consumentenrechten als
gevolg van de nationale implementatie door de lidstaten van de
minimum-harmonisatieclausules in de bestaande richtlijnen is aangetoond
door een vergelijkend rechtsonderzoek van het consumentenacquis in alle
27 lidstaten. Het is gepubliceerd op de volgende website:   HYPERLINK
http://ec.europa.eu/consumers/rights/cons_acquis_en.htm 
http://ec.europa.eu/consumers/rights/cons_acquis_en.htm#comp . Het
Eurobarometeronderzoek uit 2008 laat zien dat de juridische fragmentatie
een belangrijke hindernis vormt voor de grensoverschrijdende handel,
aldus de Commissie.

De reikwijdte van het voorstel is beperkt tot regels voor
consumentenbescherming in overeenkomsten die zijn gesloten tussen
handelaars en consumenten. Het voorstel ziet op een volledige
harmonisatie van alle consumentenbeschermingsaspecten die van belang
zijn voor grensoverschrijdende handel. Dit betreft de aspecten die voor
handelaars van wezensbelang zijn bij het opstellen van hun
standaardvoorwaarden en het vormgeven van hun informatiemateriaal,
alsmede voor de activiteiten van hun onderneming (zoals het management
op afstand van teruggezonden goederen of directe verkoop).

Het voorstel voldoet daarom aan het subsidiariteitsbeginsel, aldus de
Commissie.

Argumenten Europese Commissie ter zake van proportionaliteit

Het voorstel voldoet volgens de Commissie aan het
proportionaliteitsbeginsel om de volgende redenen.

Het voorstel regelt alleen de kernaspecten van
consumentenovereenkomstenrecht en interfereert niet met meer algemene
overeenkomstenrechtelijke beginselen, zoals de bevoegdheid om
overeenkomsten te sluiten of schadevergoedingen.

Het voorstel is van toepassing op zowel nationale als
grensoverschrijdende overeenkomsten, wat in lijn is met de uitkomsten
van (de consultaties naar aanleiding van) het aan het voorstel
voorafgegane Groenboek inzake de herziening van het consumentenacquis
(uit februari 2007).  Opneming van binnenlandse handelstransacties
binnen het bereik van het voorstel is proportioneel met het doel van
simplificatie van het Gemeenschappelijk raamwerk, omdat het een duaal
regime voorkomt dat tot verdere fragmentatie en verstoringen in de
mededinging zou leiden tussen ondernemingen die uitsluitend binnenlands
en die uitsluitend grensoverschrijdend opereren.

 

De administratieve lasten voor publieke autoriteiten zouden te
verwaarlozen zijn, omdat deze uitsluitend notificatie van de Commissie
betreffen van het nationale recht inzake oneerlijke voorwaarden in
overeenkomsten in het kader van een comitologieprocedure.

Als gevolg van de volledige harmonisatie zullen de administratieve
lasten voor Gemeenschapshandelaren die hun zakelijke activiteiten
grensoverschrijdend willen uitbreiden aanmerkelijk dalen. Sommige
ondernemingen die alleen binnenlands opereren en geen belang hebben om
te profiteren van de interne markt zullen een gering verlies leiden als
gevolg van hun lage eenmalige kosten voor aanpassing aan de
veranderingen in regelgeving. Voor detailhandelaren die direct met
elkaar zaken doen (ā€œface-to-face businessā€) wordt een kleine extra
last verwacht voor specifieke soorten van ā€œface-to-face businessā€,
zoals tweedehandswinkels die handelen als tussenpersoon voor
consumenten.

Indien het voorstel consumentenbescherming en mededinging in de
detailhandel vergroot door meer grensoverschrijdende aanbiedingen,
zullen de consumenten meer voordeel hebben omdat zij van meer
keuzemogelijkheden, betere kwaliteit en lagere prijzen kunnen genieten.

Standpunt Nederlandse regering

Regeringsreactie op het Groenboek

Uit de (algemene appreciatie in de) regeringsreactie, die dateert van 31
mei 2007, op het Groenboek blijkt onder meer het volgende. 

De regering is verheugd dat de Commissie onderkent dat het bij de
herziening van het

consumentenacquis van groot belang is, dat ā€œonder strikte eerbiediging
van het subsidiariteitsbeginsel een juist evenwicht wordt gevonden
tussen een hoog beschermingsniveau voor de consument en het
concurrentievermogen van het bedrijfslevenā€. Net als de Commissie is
de regering van mening dat er bij de herziening van het
consumentenacquis een goede verhouding moet blijven bestaan tussen het
beschermingsniveau voor de consument en de (administratieve) lasten voor
de ondernemer. Voorstellen voor nieuwe regelgeving ten behoeve van
consumenten moeten om die reden worden getoetst aan de criteria van
ā€œbetter regulationā€.

De Commissie vermeldt in het Groenboek dat het gebrek aan
consumentenvertrouwen en als gevolg daarvan het achterblijven van
grensoverschrijdende consumentenaankopen, Ć©Ć©n van de belangrijkste
redenen is voor de herziening van het consumentenacquis. De regering is
van oordeel dat de Commissie haar stellingen betreffende het gebrek aan
consumentenvertrouwen en de oorzaken en gevolgen daarvan onvoldoende
onderbouwt en concretiseert in het Groenboek. Daardoor is het moeilijk
vast te stellen wat de aard en de omvang is van het probleem betreffende
het gebrekkige consumentenvertrouwen en in hoeverre dit probleem kan
worden opgelost door het Europese consumentenrecht aan te passen.

De regering is van oordeel dat ook de mate waarin het consumentenrecht
wordt nageleefd en gehandhaafd van invloed kan zijn op het
consumentenvertrouwen. Bij de afweging of aanpassing van het Europese
consumentenrecht nodig is, zal steeds moeten worden bekeken of hetzelfde
effect niet kan worden bereikt met een effectievere handhaving van het
bestaande consumentenrecht.

De regering merkt in aanvulling hierop nog op dat consumenten en
handelaren in Nederland al jaren zeer goede ervaringen hebben met de
geschillenbeslechting door geschillencommissies en de regering benadrukt
dat zij deze ruimte wil behouden.

De regering heeft er begrip voor dat de Commissie in het Groenboek
aandacht besteedt aan de verbintenisrechtelijke gevolgen van het niet
naleven van het consumentenrecht en de rechtsmogelijkheden voor
consumenten. De regering merkt op dat het burgerlijk procesrecht en het
verbintenissenrecht in iedere Lidstaat een innerlijk consistent systeem
is dat gebaseerd is op algemene beginselen en dat deze nationale
systemen niet uit balans mogen raken. Daarom is van belang dat eventuele
voorstellen geen inbreuk maken op de algemene aan het contractenrecht en
het procesrecht ten grondslag liggende beginselen, maar daarop
aansluiten.

Regeringsreactie op het wetgevings- en werkprogramma 2008 van de
Europese Commissie

In de regeringsreactie op het wetgevings- en werkprogramma 2008 van de
Europese Commissie (zie Kamerstukken 2007-2008, 22 112, nr. 600) van 19
december 2007 geeft de regering aan het voornemen van de Commissie te
ondersteunen om te komen met voorstellen die de regelgeving op het
gebied van het Europese consumentenrecht vereenvoudigen en verbeteren.
Naar het oordeel van de regering zou het voorgestelde kaderinstrument
hieraan een bijdrage kunnen leveren. Wel benadrukt de regering dat zij
elk concreet voorstel van de Commissie grondig zal analyseren om te
bezien of behalve met het subsidiariteitsbeginsel ook rekening wordt
gehouden met het proportionaliteitsbeginsel, in casu het juiste
evenwicht tussen een hoog beschermingsniveau voor de consument en het
concurrentievermogen van het bedrijfsleven. Daarbij is voor de regering
de vraag leidend welk middel het meest geschikt is om het doel van
consumentenbescherming te bereiken, zonder daarbij onevenredige lasten
voor het Nederlandse bedrijfsleven te veroorzaken. De regering zal in
dit herzieningsproces streven naar vermindering van regeldruk en

administratieve lasten.

Met betrekking tot de voorstellen tot volledige harmonisatie - de
bestaande Europese regelingen gaan uit van minimumharmonisatie - erkent
de regering dat volledige harmonisatie op een aantal terreinen die door
de bestaande consumentenrichtlijnen worden bestreken wenselijk kan zijn.
Daarom wijst de regering het beginsel van volledige harmonisatie op
voorhand niet af. Het gaat echter te ver op voorhand te bepalen dat alle
consumentenrichtlijnen uit zouden moeten gaan van volledige
harmonisatie. Maatwerk is nodig, waarbij nut en noodzaak van een
herzieningsvoorstel moet worden aangetoond.

De regering zal zich in het vervolgtraject blijven inspannen voor het
bereiken van een goede balans tussen consumentenbescherming en
concurrentievermogen van het bedrijfsleven en zal de
herzieningsvoorstellen hierop analyseren.

 COM (2006) 744, De Tweede Kamer heeft schriftelijk overleg gevoerd (zie
kamerstukken 22 112, 584) met de regering over de regeringsreactie op
het Groenboek (zie Kamerstukken 22 112, nr. 534)