Antwoord op vragen van het lid Van der Vlies inzake de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2008D11260, datum: 2008-10-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.H.A. Plasterk, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit PvdA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2008Z04028:
- Gericht aan: R.H.A. Plasterk, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Indiener: B.J. van der Vlies, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van het Kamerlid Van der Vlies van uw Kamer inzake de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie. De vragen werden mij toegezonden bij uw bovenaangehaalde brief met kenmerk 2008Z04028 /2080902230. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, dr. Ronald H.A. Plasterk Antwoorden op de schriftelijke vragen van het Kamerlid Van der Vlies van de Tweede Kamer der Staten-Generaal aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ingezonden d.d. 8 oktober 2008, kenmerk 2008Z04028/2080902230). Vraag: Bent u bekend met de brief van de NVAO aan de besturen van de Nederlandse universiteiten en hogescholen waarin zij aangeeft niet binnen de wettelijke termijn aan haar accreditatieverplichtingen te kunnen voldoen? Antwoord: Met de bedoelde brief ben ik bekend. De strekking van de brief is dat de NVAO prioriteit wil geven aan de accreditaties met een termijn die op 31 december 2008 afloopt. Dat heeft tot gevolg dat de behandeling van de ontvangen accreditatieaanvragen waarvan de termijn vervalt op 31 december 2009 vertraging oploopt. Vraag: Kunt u toelichten hoe de achterstanden in accreditatie bij de NVAO zijn ontstaan? Moet uit deze achterstanden geconstateerd worden dat de capaciteit van de NVAO niet toereikend is om stijgingen van het aantal aanvragen op te vangen? Antwoord: De achterstanden komen voort uit: een zeer groot aantal te accrediteren universitaire opleidingen als gevolg van een “stuwmeer” in de beoordeling van wo-opleidingen; een toenemend aantal nieuwe opleidingen (meer dan 150 in 2008) uit alle sectoren van het hoger onderwijs; de voorbereidingen voor de volgende fase van het accreditatiestelsel, die een flink beslag leggen op de capaciteit van de NVAO; De capaciteit van de NVAO is in normale situaties toereikend om de accreditatieaanvragen voor bestaande opleidingen af te handelen. Dit jaar is echter sprake van een forse piek in het aantal aanvragen, onder meer omdat alle wo bachelor- en masteropleidingen voor 31 december 2008 accreditatie moeten hebben verworven. Daarnaast is het aanbod van te beoordelen nieuwe opleidingen (150 in 2008) aanzienlijk groter dan bij de start was geschat (nl. 60). Vraag: Deelt u de mening dat het uitblijven van accreditatie in het bijzonder frustrerend werkt voor lerarenopleidingen - die zich hebben ingespannen om aan de verplichtingen en afspraken te voldoen - zeker gezien de prioriteit die aan deze opleidingen toekomt in het kader van Actieplan Leerkracht? Antwoord: Het overschrijden van de normale termijnen voor de besluitvorming met betrekking tot accreditaties en toets nieuwe opleiding is in deze en alle andere gevallen frustrerend. In de WHW is voorgeschreven dat de NVAO binnen drie maanden een beslissing neemt op een aanvraag voor accreditatie. De NVAO meldt dat op dit moment vier aanvragen voor accreditatie van lerarenopleidingen wachten op behandeling. De PABO’s zijn alle wettelijk tot en met 31 december 2009 geaccrediteerd. Aanvragen voor accreditatie van PABO’s moeten voor 31 december 2008 bij de NVAO binnen zijn en worden volgens de planning van de NVAO vroeg in het voorjaar van 2009 behandeld. Hoewel daardoor de termijn van drie maanden zal worden overschreden, is er geen sprake van dat de accreditatie van deze opleidingen vervalt door het verlopen van de termijn van zes jaar. Er is verder een aantal aanvragen voor nieuwe lerarenopleidingen (masteropleidingen) ontvangen, die eveneens niet op korte termijn kunnen worden afgehandeld. Vraag: Welke mogelijkheden ziet u om de accreditatie van PABO’s alsnog met voorrang te laten plaatsvinden? Antwoord: Ik verwijs naar mijn antwoord op vraag 5. Ik zie vooralsnog geen reden om de lerarenopleidingen daarbij een bijzondere positie te geven. Vraag: Hoe gaat u om met de gevolgen van het niet nakomen van de wettelijke termijnen inzake accreditatie door de NVAO? Antwoord: Ik heb de NVAO geïnformeerd over mijn standpunt dat overschrijden van de wettelijk voorgeschreven termijnen niet acceptabel is. Voorts zal ik op korte termijn overleg voeren met de NVAO om oplossingen te vinden voor dit probleem. Vraag: Kunt u bevestigen dat de huidige achterstanden in beginsel een eenmalige gebeurtenis vormen? Welke stappen onderneemt u om de kans op achterstanden in de toekomst te minimaliseren? Antwoord: Ja, zoals uit het antwoord op vraag 2 blijkt is de vertraging een gevolg van een bijzondere samenloop van omstandigheden. De capaciteit voor accreditatie van bestaande opleidingen is in principe voldoende. Ik ben met de NVAO in overleg om voor de toevloed van aanvragen toets nieuwe opleidingen een oplossing te vinden. Anders dan de accreditaties van bestaande opleidingen zijn de aanvragen toets nieuwe opleiding moeilijk te plannen en is het aanbod de afgelopen tijd steeds hoger dan verwacht. Brief NVAO 25 september 2008. blad PAGE 3 / NUMPAGES 3 Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70 - 4123457 F +31-70-4123456 www.minocw.nl Den Haag DOCPROPERTY _onskenmerk Ons kenmerk DOCPROPERTY onskenmerk HO&S/ BS/66819 DOCPROPERTY _uwbriefvan Uw brief van 9 oktober 2008 DOCPROPERTY _uwkenmerk Uw kenmerk DOCPROPERTY uwkenmerk 2008Z04028/2080902230 22 oktober 2008 Onderwerp DOCPROPERTY _bijlagen DOCPROPERTY bijlagen DOCPROPERTY onderwerp Vragen over de NVAO Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70-4123457 F +31-70-4123456 www.minocw.nl DOCPROPERTY adres De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag DOCPROPERTY docnr OCW 11446