[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Lijst van vragen over het MIRT projectenboek 2009

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2009

Lijst van vragen

Nummer: 2008D11429, datum: 2008-10-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.DOC), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z04182:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Lijst van vragen - totaal

Kamerstuknummer	:	31700 A, nr. 6

Vragen aan	:	Regering

Commissie	:	Verkeer en Waterstaat



Nr	Vraag	Blz

van	

tot

1	Welke consequenties zou onverkorte toepassing van het advies van de
Commissie voor de milieueffectrapportage (Commissie MER) hebben voor de
MIRT-projecten? 	0	 

2	Indien de consequenties van Anders Betalen voor Mobiliteit op de
concrete weginfrastructuurprojecten pas nader onderzocht moeten worden,
nadat het wetgevingstraject van de Wet Kilometerprijs is afgerond,
waarom zijn dan de effecten van de kilometerprijs al wel ingeboekt voor
luchtkwaliteit (NSL), klimaat (werkprogramma Schoon-Zuinig) en geluid?	0
 

3	Op welke wijze houdt u in planstudies nu rekening met de effecten van
de kilometerprijs en in hoeverre verschilt de manier waarop u nu in
planstudies rekening houdt met de effecten van de kilometerprijs van de
wijze waarop de Commissie MER adviseert hiermee om te gaan? 	0	 

4	Hoe wordt er in het MIRT invulling gegeven aan de
kabinetsdoelstellingen voor CO2-reductie in het verkeer en hoe worden
deze doelstellingen vertaald in de voorgenomen investeringen? 	0	 

5	Hoeveel extra mobiliteit ontstaat er op korte termijn (deze
kabinetsperiode) en op langere termijn (tot 2020) door de aanleg van
extra infrastructuur zoals voorgenomen in het MIRT, hoeveel extra
CO2-uitstoot wordt daardoor veroorzaakt en hoe wordt die uitstoot dan
weer gecompenseerd, met het oog op de reductiedoelstelling voor het
verkeer? 	0	 

6	Is het mogelijk om binnen het HSL-contract de hogere ambitie van de
spoorsector, namelijk doortrekken van de Hispeed-treinen vanuit Den Haag
over de HSL-Zuid naar Eindhoven, te realiseren?	0	 

7	Welke uitgaven zijn er gemoeid met het ‘Routeontwerp’ in het
algemeen en de snelwegpanorama’s in het bijzonder?	14

	8	Hoe lang duurt het voordat een gebiedsgerichte agenda per regio is
ontwikkeld en welk congestieniveau verwacht u dat er tegen die tijd in
Nederland bereikt zal zijn?	16

	9	Hoe verhoudt het dalende aantal spooraansluitingen zich tot de
ambitie van de overheid om het goederenvervoer per spoor te vergroten.?
16

	10	Welke (plan)studies bedoelt u wanneer u het heeft over de
(plan)studies die vertraging hebben opgelopen en die alsnog zo snel
mogelijk moeten worden afgerond, met toepassing van het advies van
Elverding? Wanneer verwacht u deze af te ronden en hoe bent u concreet
van plan verdere vertraging in het uitvoeringsprogramma van deze
projecten te beperken en de reeds opgelopen vertraging waar mogelijk in
te lopen?	18

	11	Op welke termijn kan de Kamer een inventarisatie van en een plan
voor de regionale geluidsknelpunten op het spoor verwachten in het kader
van de geluidgedifferentieerde prestatieregeling?	20

	12	Hoe verhouden de stroomgebiedbeheersplannen in het kader van de
Kaderrichtlijn Water zich tot het advies van de Commissie Veerman en
welke van deze twee programma’s wordt leidend?	21

	13	Hoe wil het rijk, in het kader van de verstedelijkingsafspraken voor
de periode 2010-2020, situaties voorkomen zoals in de nieuwbouwwijk
Oosterheem in Zoetermeer, waar de bestaande wegcapaciteit onvoldoende
bleek en bewoners nu in de file moeten staan om hun wijk binnen te
komen?	22

	14	Wat verstaat u onder ‘een goede verbinding tussen greenports en
LOG’s voor de tuinbouw’ en welke fondsen zijn hiervoor beschikbaar?
25

	15	Als meerdere projecten positief scoren in een KBA, hoe wordt dan
bepaald in het MIRT spelregelkader nieuwe stijl bepaald welke projecten
worden opgenomen in het MIRT en is er bij deze beoordeling ook sprake
van economische criteria?	27

	16	Voor welke projecten zal de € 980 miljoen gebruikt worden die
oorspronkelijk bedoeld was voor de ontsluiting van de Noordvleugel, maar
nu binnen het FES gereserveerd wordt voor investeringen van VenW in
mobiliteit?	53

	17	Waarom wordt er geen geld voor de HSL-Zuid uitgetrokken voor 2009?
55	 

18	Wat is de stand van zaken van het project Hart voor Dieren?	66	 

19	Kan de (eventuele) capaciteitsuitbreiding van het spoor in de
onderzoeksgebieden van het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) met
de dekking van € 4,5 miljard gefinancierd worden?	98	 

20	Wat is de status van de onderzoeksgebieden behorende bij de
planstudies van het PHS en worden de onderzoeksgebieden integraal
meegenomen in de vier planstudies? 	98	 

21	Wat wordt er in de periode tussen de afloop van het Actieplan Groei
op het Spoor en de afloop van het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer
gedaan om de groeidoelstelling van 5% reizigers per jaar te halen? 	98	 

22	Wanneer zal de realisatie van de PHS-projecten, die volgens het MIRT
in 2013 van start zal gaan, voltooid zijn?	98	 

23	Hoe verhoudt de planning van de oplevering van OV-SAAL zich met de
planning van de realisatie van het Dokmodel van de Zuidas (blz. 166);
klopt het dat OV-SAAL enkele jaren na oplevering weer op de schop moet
om onder de grond gebracht te worden? 	98 	 

24	Is de financiering van het door de regio aangedragen alternatief
(station op huidig niveau) voor het project Ede Verdiept nu rond en
wordt hierbij uitgegaan van 4 perronsporen op de doorgaande verbinding
Utrecht-Arnhem? 	100	 

25	Uit welk budget wordt het project Ede Verdiept gefinancieerd?	100

	26	Welke maatregelen uit het studiebudget Traject Oost zijn in het
licht van de nieuwe ambities herzien en met hoeveel is het budget per
maatregel verlaagd?	100	 

27	Waarom zijn de vertragingen van het A15-tracé en de Havenspoorlijn
geboekt op het project BB21? Het betreft hier toch een
innovatieprogramma en niet een uitvoeringsprogramma?	103	 

28	Wat is de stand van zaken betreffende de ontwikkeling van de
BeterBenutten-functies voor het bestaande spoorwegnet en welke bijdrage
kan dit leveren aan het verhogen van de prestaties en het beperken van
kosten? 	103	 

29	Hoe staat het met de ontwikkeling van European Traffic Management
Layer?	103

	30	Hoeveel budget uit het programma Kleine stations is gereserveerd
voor de stations genoemd in voetnoot 3 op blz. 310 en zijn daar ook
stations genoemd die reeds in eerdere jaren zijn gefinancierd en dus
niet vallen onder het budget van € 77 miljoen? 	106	 

31	Hoeveel budget van de € 77 miljoen voor het programma Kleine
stations is nog niet gereserveerd voor specifieke stations?	106

	32	Over de stand van zaken van stations Hoevelaken en Schiedam Kethel:
wanneer zijn alle genoemde projectstudies gestart en wat is de planning
voor oplevering van deze studies en de mogelijke realisatie?	106	 

33	Waarom is ervoor gekozen om afgestudeerden vanaf oktober 2008 een
gratis voordeelurenkaart te geven? 	108	 

34	Hoeveel voordeelurenkaarten verkoopt de NS jaarlijks? En voor welk
bedrag schaffen afgestudeerden jaarlijks treinkaartjes met korting aan? 
108	 

35	Hoeveel jaar- en maandabonnementen verkoopt de NS jaarlijks en voor
welk gemiddeld bedrag?	108	 

36	Hoe verhouden de jaarlijkse budgetten voor bovenbouwvernieuwing zich
tot de raming van de kosten voor de periode 2008 – 2013 en waarom
wordt de reeks opgeschoven van 2007-2012 naar 2008-2013? 	110	 

37	Hoeveel tijdswinst wordt in het kader van het speerpunt
‘kwalitatief goede reistijden’ op welke treinverbinding voor welk
bedrag gerealiseerd?	111

	38	Waarom is het project de Emperbocht, waarmee reizigers een kwartier
tijdwinst kunnen boeken in de reis van Arnhem naar Apeldoorn, niet
opgenomen in het kader van het speerpunt ‘kwalitatief goede
reistijden’?	111

	39	Enkele vragen over 2e fase Herstelplan Spoor:

a. Hoeveel budget is besteed aan de projecten van de 2e fase Herstelplan
Spoor die in uitvoering of al gereed zijn en hoe is het budget verdeeld
over de overige projecten?

b. Kunt u een toelichting geven op de beperking van de scope voor ’s
Hertogenbosch Zuidzijde (huidig MIRT: DVM, vorig MIRT: vrije kruising)
in relatie tot de conclusie in het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer
dat een vrije kruising nodig is? 

c. Hoeveel budget is nodig voor een vrije kruising bij ’s
Hertogenbosch Zuidzijde en hoeveel is voor ’s Hertogenbosch Zuidzijde
opgenomen in de 2e fase Herstelplan Spoor?

d. Klopt het dat enkele projecten later worden opgeleverd door late
grondverwerving?

e. Wat is de planning van afronding van de capaciteitsvergrotingsplannen
van alle projecten van de 2e fase herstelplan spoor?

f. Klopt het dat het project Amsterdam Transformatorweg, vrije kruising
is stilgezet (zie ook blz. 171); zo ja, waarom is dat zo en zo nee, wat
is dan de stand van zaken bij het project?

g. Wat is de stand van zaken bij de projecten Vechtbrug Weesp en
Eindhoven transfercapaciteit en wanneer komen de genoemde projecten in
uitvoering?

h. Zijn alle projecten uit 2e fase Herstelplan Spoor gereed in 2012?	112
 

40	Welke voortgang is in 2008 geboekt met het project Optimalisering
Goederencorridor Rotterdam-Genua en wanneer worden hier concrete
resultaten van verwacht?	117	 

41	Hoe verhoudt zich de herprioritering van de uitvoering van
Aslastencluster III tot de groei in het goederenvervoer en welke
projecten hebben als gevolg hiervan een hogere prioriteit gekregen?	118	


42	Houdt u vast aan de projectplanning voor de geluidspilots
spoorgoederenvervoer (afronding in 2009) en welke kosten zijn er straks
verbonden aan het inbouwen van de LL-blokken, die nu nog niet
internationaal zijn goedgekeurd?	119

	43	Wanneer is het uitvoeringsplan voor de RSP Zuiderzeelijn gereed?	121
 

44	Welke mobiliteitsprojecten maken onderdeel uit van de verkenning
Zuidplaspolder?	140	 

45	Hoe gaat u ervoor zorgen dat alle onderzoeken en het werk aan de
spoorontsluiting van de Tweede Maasvlakte zijn afgerond voor 2013?	142

	46	Wanneer kan de Kamer duidelijkheid verwachten over de financiële
rijksbetrokkenheid bij het geheel aan projecten in de regio Holland
Rijnland?	145

	47	Hoe gaat u ervoor zorgen dat alle onderzoeken, maar vooral ook het
werk in de Ruit Rotterdam, gedaan worden voordat de hele regio
vastloopt, zeker gezien de verhoogde druk die de Tweede Maasvlakte op de
infrastructuur in dit gebied gaat leggen?	146

	48	Wanneer komt er duidelijkheid over het overkappen van de A1 bij
Diemen?	151	 

49	Welke conclusies verbindt u aan de constatering van de Commissie MER
dat de milieueffectrapportage over de aanpassing van de hoofdwegen
tussen Schiphol, Amsterdam en Almere onvoldoende rekening houdt met de
introductie van kilometerbeprijzing en bent u van plan een nieuw
scenario door te rekenen, waarbij daarmee wel rekening wordt gehouden?
151	 

50	Hebt u al zicht op de wijze waarop de leefbaarheidsproblemen die door
de wegverbredingen rond Diemen, Ouderkerk, Duivendrecht en Amsterdam
Watergraafsmeer ontstaan, opgelost gaan worden?	151	 

51	Hoeveel vertraging heeft de aanleg van de A2 (Holendrecht-Maarssen)
opgelopen als gevolg van onderzoek naar luchtkwaliteit en wat heeft deze
vertraging u gekost?	152

	52	Kan er in 2011 nog gestart worden met de realisatie van de aanleg
van de A2 (Holendrecht-Maarssen)?	152

	53	Bent u van plan en wordt er onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om
de vertraagde A4-projecten alsnog volgens de aanbevelingen van de
Commissie Elverding op te pakken en waar mogelijk te proberen de
vertraging in te lopen? 	154	155

54	Ziet u de A13+A13/16-variant als een alternatief voor de A4-variant,
of acht hij het denkbaar of zelfs wenselijk dat beide varianten
uitgevoerd worden? 	155	 

55	Is de aanpassing van het Prins Clausplein uit de Verkenning
Haaglanden (blz. 146) ook nodig als bij het project A4 Delft-Schiedam
voor de variant A13+A13/A16 wordt gekozen? 	155	 

56	Hoe verhoudt de verbreding van de N209 zich tot de aanleg van de
nieuwe rijksweg tussen de A13 en A16 uit het project A13/A16/A20
Rotterdam en tot de variant A13+A13/A16 uit het project A4
Delft-Schiedam (blz. 155)? Wordt de N209 daarbij een parallelstructuur
die integraal onderdeel uitmaakt van deze nieuwe rijksweg?	157

	57	Waarom is in de planstudie A13/A16/A20 het uitgangspunt dat de A4
Delft-Schiedam wordt gerealiseerd? Er is immers toch ook nog de variant
A13+A13/A16 (blz. 155)?	157

	58	Zal bij de uitbreiding van de A15 Maasvlakte – Vaanplein de A15
ook aangesloten worden op de N214/ N216? 	158

	59	Hoe wilt u de verkeersproblemen, die naar verwachting op de A15
zullen ontstaan tijdens de werkzaamheden, aanpakken om algehele vastloop
te voorkomen?	158

	60	Wat is de stand van zaken van de OV-maatregelen die onderdeel
uitmaken van de Driehoek Utrecht-Hilversum-Amersfoort? Maken deze deel
uit van de planstudies A27/A1 en A28 of moet hiervoor nog een separate
planstudie starten?	159	 

61	Maakt knooppunt Hoevelaken deel uit van de planstudies voor de
Driehoek Utrecht-Hilversum-Amersfoort en wanneer kan de Kamer
duidelijkheid verwachten over de aanpak van dit knooppunt?	159

	62	Wordt de aanvullende waarde van de Eemlus, die het knooppunt
Hoevelaken zou kunnen ontlasten, in de planstudies voor de Driehoek
Utrecht-Hilversum-Amersfoort meegenomen?	159

	63	Wat zijn de toekomstige plannen met de N11, waarvan MKB Nederland
heeft aangegeven dat die verbeterd moet worden?	160

	64	Waaruit volgt de bepaling dat in de pakketstudie voor de Ring
Utrecht maximaal € 1,2 miljard aan investeringen in het hoofdwegennet
gedaan mag worden en maximaal € 235 miljoen in het onderliggende
wegennet?	161

	65	Hoe groot is het budget voor het OV-pakket binnen het project Ring
Utrecht?	161	 

66	Kunt u de budgetverhoging van € 32 miljoen toelichten (van €
1.293 miljoen in MIRT 2008 naar € 1.325 miljoen in MIRT 2009)?	162	 

67	Wanneer verwacht u het onderzoek in het kader van de herstart van de
tracéwetprocedure voor het Project Amsterdam Zuidas af te ronden?	166

	68	Welke korte termijn-maatregelen binnen OV-SAAL zijn pas gerealiseerd
in 2014 i.p.v. 2012, betekent dat een vertraging ten opzichte van het
vorige MIRT en hoe verhoudt de realisatie van die maatregelen in 2014
zich tot de opening van de Hanzelijn in 2012? 	167	 

69	Welke ov-maatregelen zullen betaald worden uit het deel van het
budget voor spoorse maatregelen dat, afhankelijk van het principebesluit
over lange termijn maatregelen, voor ov-maatregelen ingezet zal worden?
167

	70	In welke mate spelen problemen bij de financiering een rol in de
onderhandelingen rond het masterplan Fietsenstalling Amsterdam CS?	170	 

71	Wanneer komt er duidelijkheid over de locatie van de nieuwe
fietsenstalling bij Amsterdam CS en hoeveel extra kosten levert de
vertraging op die door de onduidelijkheid daarover is opgelopen?	170

	72	Hoeveel fietsenstallingen zouden er op Amsterdam CS beschikbaar zijn
na realisatie van de 7000 plaatsen onder het wateroppervlak van het
Westelijk Openhavenfront, zou er dan nog een tekort zijn en zo ja, hoe
groot?	170	 

73	Hoe verhoudt het aantal fietsenstallingen per 1000 reizigers op
Amsterdam CS zich tot het aantal stallingen per 1000 reizigers op de 20
grootste stations van Nederland?	170

	74	Wat zijn indicatief de additionele kosten van extra perrons die in
het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer worden ‘voorkomen’ op
station Utrecht Centraal (blz. 14 Programma Hoogfrequent Spoorvervoer,
bijlage bij 29 984, nr. 148), in hoeverre zouden deze perrons wel nodig
zijn als de spoorlijn Breda-Utrecht wordt gebouwd en wordt de
ruimtelijke reservering van deze perrons gehandhaafd?	174	 

75	Wat zijn indicatief de meerkosten om tussen Utrecht CS en Utrecht
Lunetten meteen 8 i.p.v. 6 sporen te realiseren (conform Programma
Hoogfrequent Spoorvervoer) zodat zowel richting Arnhem als richting Den
Bosch 4 sporen beschikbaar komen en wat zouden de kosten zijn als dit
later alsnog wordt gedaan?	175	 

76	Wat zijn indicatief de meerkosten als de vier sporen op traject
Utrecht-Geldermalsen tussen Lek en Waal worden gerealiseerd inclusief
bruggen en wat zou dit betekenen voor de capaciteit en de robuustheid
van het spoor?	175	 

77	Hoe wordt de N201 bij Schiphol gewijzigd, hoe verhouden zich de
verschillende mogelijke tracékeuzes tot elkaar qua kosten en
doorstroming en in hoeverre is de ruimtelijke reservering van de tweede
Kaagbaan hierop van toepassing? 	178	 

78	Onder welke voorwaarden is de rijksbijdrage aan de Noord-Zuidlijn
gegeven? Wat zouden de gevolgen zijn van wijzigingen in de scope van het
project of ernstige vertragingen? 	179	 

79	Komt er een apart MIRT-traject voor de capaciteitsvergroting van de
Havenspoorlijn zoals voorgesteld in het Programma Hoogfrequent
Spoorvervoer? 	186	 

80	Op welke deel van de N50 zullen de vrijvallende middelen uit het
amendement van Hijum / Hofstra worden ingezet?	202

	81	Hoe wilt u het gebrek aan capaciteit bij VenW om projecten te leiden
die moeten leiden tot verbetering van het logistieke netwerk (zie de
vertraging bij bijvoorbeeld de verbreding van het Julianakanaal, de
vaarweg IJsselmeer-Meppel en de overnachtingshavens op de Waal) gaan
aanpakken?	0

	82	Waarom is de vertraging ten opzichte van het MIRT 2008 van het
project Vaarweg IJsselmeer - Meppel zo groot (projectbesluit 2 jaar
later) en welke acties zijn ondernomen om de genoemde
capaciteitsproblemen bij VenW te verhelpen? 	206	 

83	Welke oplossingen zullen er worden onderzocht bij de A58 en wordt dit
project ook conform het advies van de Commissie Elverding aangepakt?	216

	84	Wanneer kan de Kamer de resultaten van de verkenning Zuidoostvleugel
BrabantStad verwachten?	218

	85	Wat is de reden dat voor de periode 2016-2018 mogelijk opnieuw een
definitieve oplossing voor de A2 Maasbracht – Geleen moet worden
afgewogen? 	229	 

86	Waarom is er nog geen budget bepaald voor de aanpassing van de A2
Maasbracht - Geleen? 	229

	87	Kunt u al met zekerheid zeggen dat het project A73 binnen het budget
wordt afgerond (en de genoemde meevaller van € 100 miljoen dus voor
het project A2 Maasbracht - Geleen kan worden besteed)?	229

	88	Welke ontwikkelingen zijn er voor de A2 Passage Maastricht sinds
5-4-2007 en het vorige MIRT?	230	 

89	Op welke termijn verwacht u duidelijkheid te geven over het budget
voor de aanpassing van de A27 Utrecht (Lunetten) – Hooipolder en welke
fondsen stelt u daarvoor beschikbaar?	232

	90	Wat is de stand van zaken van de audit op de studie naar de
spoorlijn Breda-Utrecht?	232	 

91	Kunt u garanderen dat de schakeling van de aanpassing van de A27 met
de aanleg van de spoorlijn niet tot vertraging van de uitbreiding van de
wegcapaciteit zal leiden?	232

	92	Kunt u nog steeds garanderen dat de A74 in 2012 (voor de Floriade)
wordt opgeleverd?	233

	93	Wat zijn de plannen voor aansluiting van de A74 op de A61?	233

	94	Hoe gaat u de vertraging van de aanpassing van de N61 aanpakken en
hoe staat het nu met de dekking van de kosten van deze aanpassing?	233

	95	Wilt u het Veerse deel van de N57 financieren met geld dat ter
beschikking komt uit de FES-gelden, zoals bedoeld in de motie Van Geel
(31 700, nr. 10)?	239	 

96	Wat is de laatste stand van zaken van de uitvoering van de motie De
Krom inzake de N23 (31200 A 53)?	0

	97	Wat is de laatste stand van zaken betreffende de IJzeren Rijn?	241

	98	Is er al duidelijkheid over wat het beste alternatief is in het
project Eindhoven (BOSE)?	243

	99	Welke aanvullende fondsen stelt u beschikbaar voor het beste
alternatief in het project Eindhoven (BOSE)?	243

	100	Waarom wordt bij de aanpassing van de Zuid-Willemsvaart geen PPS
niet toegepast?	248

	101	Wat is additioneel nodig om de Maasroute te laten voldoen aan de
functionele eisen en wordt hierin in het MIRT voorzien?	254	 

102	Welke plannen zijn er om de algehele achterstand in het
baggeronderhoud van de Maas aan te pakken, naast de huidige plannen die
alleen de meest urgente nautische problemen met de vaardiepte oplossen?
254

	103	Wat is de laatste stand van zaken over de motie Roefs c.s. met
verzoek om de planstudie A1 tussen knooppunt Beekbergen en Deventer te
hervatten, daarbij ook het deel van de A1 tussen Deventer tot en met
knooppunt Azeloo te betrekken en het MIRT hierop aan te passen
(31200XII-47)?	261

	104	Bent u bereid aanvullende middelen beschikbaar te stellen voor de
verbetering van de N35, waarvoor een tekort is van € 16 miljoen?	262

	105	Wanneer wordt duidelijk voor welk alternatief uit de startnotitie
voor de A15 (mei 2008) gekozen zal worden?	269

	106	Waarom wordt er niet voor gekozen de N18 Varsseveld - Enschede de
status van een gebiedsontsluitingsweg te laten behouden en hoe verhouden
de berichten dat u deze weg wil opwaarderen van een 100 km-weg zich tot
de kabinetsdoelstellingen rond het terugdringen van het aantal
verkeersdoden? 	271	 

107	Welke scopewijzigingen voor de N18 hebben geleid tot een ophoging
van het budget van € 172 miljoen (€ 55 miljoen rijk, € 117 miljoen
regio) naar € 296 miljoen (€ 164 miljoen rijk en € 132 miljoen
regio)?	271	 

108	Wat is de huidige stand van zaken over de in mei 2008 voor het derde
kwartaal van 2008 toegezegde trajectnota ter visie over de N18 en de
extra financiële toezeggingen?	271

	109	Vindt u het wenselijk om van de N35 een autosnelweg te maken en
waarom wel of niet?	274

	110	Wat er bedoeld met de opmerking dat de gemeente Nijmegen de
aanbesteding van de 2e stadsbrug middels een concurrentiegerichte
dialoog gaat uitvoeren?	278

	111	Waarom is de vertraging ten opzichte van het MIRT 2008 van het
project Bovenloop IJssel zo groot (projectbesluit 2 tot 3 jaar later) en
welke acties zijn ondernomen om de genoemde capaciteitsproblemen bij
VenW te verhelpen? 	279

	112	Waarom is de vertraging ten opzichte van het MIRT 2008 van het
project Toekomstvisie Waal zo groot (oplevering 3 jaar later) en welke
acties zijn ondernomen om de genoemde capaciteitsproblemen bij VenW te
verhelpen?	280

	113	Waarom moet er nu nog aanvullend onderzoek gedaan worden naar en
afspraken gemaakt worden over de aanpassing van de vaarweg
Meppel-Ramspol en welke vertraging levert dit op?	282

	114	Waarom is het nodig om een meer sobere variant te onderzoeken van
de Zuidelijke Ringweg Groningen 2e fase, nu de aangepaste rapportage van
de verkenning aan de eisen van het MIT-spelregelkader voldoet?	295

	115	Wanneer verwacht u dat de planstudie naar de Vaarweg
Lemmer-Delfzijl wordt afgerond?	297

	116	Wanneer worden er afspraken gemaakt over de spoorbrug Zuidhorn en
wat betekent in de tussentijd het niet aanpakken van deze spoorbrug voor
de bereikbaarheid voor klasse Va schepen en vierlaagscontainervaart?	299
 

117	Zou u een actueel overzicht kunnen geven van de verkenningen uit het
MIRT die niet zijn opgenomen in de tabellen, inclusief de planning voor
die verkenningen?	302	 

118	Wat gaat u doen ten behoeve van een snelle oplossing voor de A67, nu
u voorfinanciering voor de doorstromingsverhogende maatregelen van het
Samenwerkingsverband Regio Eindhoven heeft afgewezen?	303

	

  FILENAME  Feitelijke_vragen_MIRT_31700 A_nr 6 		  PAGE  1 /  NUMPAGES 
7