[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Pechtold inzake de prestaties van vwo-opleidingen

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D11543, datum: 2008-10-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z04125:

Preview document (🔗 origineel)


Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van het lid Pechtold
(D66)  van uw Kamer inzake de prestaties van vwo-opleidingen.    

De vragen werden mij toegezonden bij uw bovenaangehaalde brief met
kenmerk 2008Z04125/2080902280. 

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart

Antwoorden op de schriftelijke vragen van 

het lid Pechtold (D66)  van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 

aan de staatssecretaris van Onderwijs,Cultuur en Wetenschap,

 mevrouw Van Bijsterveldt-Vliegenthart, over de prestaties van
vwo-opleidingen

 (ingezonden 9 oktober 2008, 2008Z04125/2080902280)

Vraag: Heeft u kennisgenomen van het artikel “Prestaties vwo zijn
ondermaats”?  1)

            Antwoord: Ja.  

  

Vraag: Onderschrijft u de conclusies op basis van het
opbrengstenoverzicht van de Onderwijsinspectie? Zo neen, welke
conclusies trekt u uit het onderzoek van de Onderwijsinspectie?  

            Antwoord: Nee, ik onderschrijf de conclusies niet. De
inspectie heeft mij meegedeeld dat het    

            eigen conclusies van het Algemeen Dagblad uit de
inspectiegegevens betreft die de inspectie niet  

            onderschrijft. Het zijn geen conclusies die op basis van de
cijfers van de inspectie getrokken 

            kunnen worden. Een school is volgens de normen van de
inspectie zeer zwak wanneer naast 

            onvoldoende opbrengsten ook de kwaliteit van het
onderwijsleerproces onvoldoende is. De 

            opbrengstenoordelen gaan alleen over de opbrengsten van de
school en bevatten geen oordelen 

            over de kwaliteit van de school als geheel. Daarvoor kijkt
de inspectie ook altijd naar de kwaliteit 

            van het onderwijsleerproces en beoordeelt bijvoorbeeld hoe
het zit met de leerstof, het 

            schoolklimaat, de lessen en de leerlingenzorg. Voor de
inspectie is kwaliteit meer dan 

            opbrengsten. Dit alles zo zijnde, trek ik geen specifieke
conclusies op basis van het 

            opbrengstenoverzicht. Met uitzondering echter van het
gegeven over het verschil tussen de 

            cijfers van het centraal examen en het schoolexamen, zie het
antwoord op vraag 3.

    

Vraag: Hoe kan het dat scholen de schoolexamens zo soepel kunnen
beoordelen dat leerlingen die niet het vereiste niveau hebben toch
kunnen slagen? Vergelijkt u het niveau van de schoolexamens van
verschillende scholen en neemt u dit mee in de beoordeling van de
kwaliteit van het onderwijs van de scholen?  

             Antwoord: Zonder daarmee te willen zeggen dat ik instem met
de conclusie die in het eerste 

             onderdeel van de vraag is besloten (die conclusie kan niet
zonder meer worden getrokken uit het 

             enkele feit dat op een deel van de scholen er een verschil
bestaat tussen de cijfers van het  

             centraal examen en die van het schoolexamen) ben ik van
mening, dat de optredende  

             verschillen niet aanvaardbaar zijn. Ik zal een dezer dagen
aan de Kamer mijn conclusies 

             hierover meedelen. Ik  zal daarbij de  Kamer ook voorzien
van uitgebreide kwantitatieve 

             informatie over deze verschillen.

Vraag: Hoe denkt u dat deze houding van scholen de mentaliteit van
leerlingen, het kennisniveau van de afgestudeerde leerlingen en de
aansluiting van het vwo op universiteiten en hogescholen beïnvloedt?

            Antwoord: Ik verwijs naar het antwoord op de vorige vraag.

5          Vraag: Hoe verklaart u het geconstateerde kwaliteitsverschil
in vwo-opleidingen tussen brede    

            scholengemeenschappen en gymnasia? Hoe gaat u ervoor zorgen
dat leerlingen aan de brede 

            scholengemeenschappen het kwalitatieve onderwijs krijgen
waar zij recht op hebben, zodat 

            wachtlijsten voor gymnasia overbodig worden?

            Antwoord: De conclusie dat er een kwaliteitsverschil is
tussen de vwo-opleidingen van brede  

            scholengemeenschappen en de gymnasia kan uit de cijfers niet
worden getrokken. Zie daarvoor      

            allereerst het antwoord op vraag 2. Bovendien, waar het
artikel stelt dat er veel slecht   

            presterende vwo-opleidingen zijn die onderdeel zijn van een
(brede) scholengemeenschap wordt  

            dat eenvoudig verklaard doordat er nu eenmaal veel meer
(brede) scholengemeenschappen zijn  

            dan categorale scholen voor vwo (gymnasia).

6          Vraag: Wat gaat u concreet doen om ervoor te zorgen dat het
tekort aan eerstegraads leraren – 

             één van de oorzaken van de matige kwaliteit van het
vwo-onderwijs – afneemt?

            Antwoord: Zoals uit de antwoorden op de voorgaande vragen
blijkt, deel ik niet de conclusie die  

            in de vraag besloten ligt. Maar ik ben wel van mening dat op
termijn het tekort aan 

            eerstegraads leraren een bedreiging is voor de kwaliteit van
het vwo. Maatregelen om daaraan 

            iets te doen zijn dus nodig. De salarisverbeteringen in het
kader van ‘Leerkracht’ behoren 

            daartoe. Maar bovendien is het nodig de universitaire
lerarenopleiding aantrekkelijker te maken. 

            Daarvoor heb ik maatregelen aangekondigd in de agenda voor
de lerarenopleidingen ‘Krachtig 

            meesterschap’.

1) Algemeen Dagblad, maandag 6 oktober 2008, “Prestaties vwo zijn
ondermaats”

    

blad   PAGE  3 /  NUMPAGES  3 

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Rijnstraat 50,  Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70 - 4123457 F
+31-70-4123456 www.minocw.nl 

Den Haag	  DOCPROPERTY _onskenmerk  Ons kenmerk 

  DOCPROPERTY onskenmerk  VO/OK/65124 

	  DOCPROPERTY _uwbriefvan  Uw brief van  

9 oktober 2008 

	  DOCPROPERTY _uwkenmerk   

  DOCPROPERTY uwkenmerk   



23 oktober 2008  







	

Onderwerp	  DOCPROPERTY _bijlagen   

  DOCPROPERTY bijlagen   



  DOCPROPERTY onderwerp  Lijst van vragen  

	

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Rijnstraat 50,  Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70-4123457 F
+31-70-4123456 www.minocw.nl 

  DOCPROPERTY adres  De voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA Den Haag 

  DOCPROPERTY docnr  OCW 11446