Antwoord op vragen van het lid De Roon over rechters die tegen de strafwet zijn
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2008D12380, datum: 2008-10-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie ()
Onderdeel van zaak 2008Z03929:
- Gericht aan: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie
- Indiener: R. de Roon, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EH DEN HAAG Bezoekadres Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Telefoon (070) 3 70 79 11 Fax (070) 3 70 79 00 Datum 28 oktober 2008 Ons kenmerk 5571006/08 Uw kenmerk 2080902110 Onderwerp Beantwoording Kamervragen van het lid De Roon (PVV). In antwoord op uw brief van 8 oktober 2008, deel ik u mee dat de schriftelijke vragen van het lid De Roon (PVV) van uw Kamer over rechters die tegen de strafwet zijn (ingezonden 7 oktober 2008) worden beantwoord zoals aangegeven in de bijlage bij deze brief. De Minister van Justitie, 2080902110 Vragen van het lid De Roon (PVV) aan de minister van Justitie over rechters die tegen de strafwet zijn. (Ingezonden 7 oktober 2008) 1 Kent u het bericht “Rechters lijnrecht tegenover Hirsch Ballin”? 1) Antwoord Ja. 2 Gaat u onderzoeken of het waar is dat een meerderheid van de rechterlijke macht tegen de strafbaarstelling van softdrugs is? Wilt u daarbij onderzoeken of er hierover verschil van inzicht bestaat tussen de zittende en de staande magistratuur? Zo neen, waarom niet? 3 Deelt u mijn vermoeden, dat de lage straffen die rechters plegen op te leggen voor misdrijven met betrekking tot hash en cannabis, te maken kunnen hebben met hun afwijzende houding tegenover de strafbaarstelling van deze misdrijven? Wilt u ook dit in het onderzoek betrekken? 4 Bent u met mij van mening, dat - als de berichtgeving juist blijkt te zijn - de bedoeling van de strafwetgever door de rechterlijke macht ontkracht wordt? Zo neen, waarom niet? Antwoord 2,3 en 4 Tot het instellen van een onderzoek of het doen van uitspraken over deze zaak zie ik geen aanleiding. Overigens hecht ik eraan op te merken dat de rechterlijke macht, ook in strafzaken, gehouden is geheel onafhankelijk tot een oordeel te komen. 5 Zo ja, zou u hierin aanleiding kunnen zien om minimumstraffen in te voeren voor deze misdrijven? Zo neen, wat zou u dan willen doen om er voor te zorgen dat de rechtspraak plaatsvindt overeenkomstig de bedoelingen van de strafwetgever? Antwoord Nee. Met betrekking tot de vraag over de invoering van minimumstraffen verwijs ik naar mijn antwoord op een eerdere vraag van het lid De Roon (vraag 4, TK 2006–2007, nr. 1334) en het aldaar geformuleerde kabinetsstandpunt inzake minimumstraffen. Voor het overige verwijs ik naar mijn antwoord op vraag 4. 1) HYPERLINK "http://www.vn.nl/Maatschappij/Rechtstaat/ArtikelRechtstaat/RechtersLijn rechtTegenoverHirschBallin.htm" http://www.vn.nl/Maatschappij/Rechtstaat/ArtikelRechtstaat/RechtersLijnr echtTegenoverHirschBallin.htm 5571006/08/28 oktober 2008 PAGE 3 / NUMPAGES 3 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen.