[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Van Leeuwen over de macht van projectontwikkelaars

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2008D12641, datum: 2008-10-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z02378:

Preview document (šŸ”— origineel)


Geachte Voorzitter,

Hierbij doe ik u mijn antwoorden toekomen op de mij door het lid Van
Leeuwen bij brief van 15 september 2008 gestelde vragen over de macht
van projectontwikkelaars.  Ā  

Vraag 1 

Onderschrijft u dat de Loosdrechtse plassen zijn overgeleverd aan de
projectontwikkelaars? 

Antwoord

Nee. 

Vraag 2

Is in Loosdrecht het publieke belang, het genot van duizenden
recreanten, ondergeschikt gemaakt aan het economische belang van een
individu? Zo neen, waarom niet? Zo ja, acht u dit wenselijk?

Antwoord

Nee, de gemeente Wijdemeren heeft met de betreffende
projectontwikkelaar, Fortis Vastgoed, een overeenkomst getekend, waarin
de gemeente een aantal publieke belangen zeker stelde, namelijk: Fortis
Vastgoed zal medewerking verlenen aan het realiseren van de door de
gemeente gewenste vaarverbinding van de 1e Plas naar de Vuntusplas en
Fortis Vastgoed zal er voor zorgdragen dat er een nieuwe voorziening
voor watersport terugkomt. 

Vraag 3

Heeft de gemeente Loosdrecht wat u betreft voldoende gebruik gemaakt van
de door u aangereikte instrumenten uit de Wet op de Ruimtelijke
Ordening? Zo neen, welke lessen heeft u hieruit getrokken en hoe gaat u
de gemeente Loosdrecht hierop wijzen? 

 

Antwoord

Ja, recent heeft Burgemeester en Wethouders van Wijdemeren een
vrijstelling op grond van artikel 19 lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke
Ordening afgegeven en een bouwvergunning verleend voor het realiseren
van 34 (half)vrijstaande woningen, 4 appartementen en ruim 1000 m2
centrumvoorzieningen in Oud Loosdrecht op de locaties Ottenhome en
Swingboei. 

Vraag 4

Welke instrumenten heeft de provincie Utrecht om hier in deze situatie
in te grijpen? 

Ā 

Antwoord

De provincie Utrecht is niet het bevoegde gezag, maar de provincie
Noord-Holland. Voor het bouwplan is een verzoek om vrijstelling ex
artikel 19 lid 1 WRO ingediend ruim voor de inwerkingtreding van de
(nieuwe) Wet ruimtelijke ordening. Daarom blijft het oude recht ā€“ dat
wil zeggen de WRO - van toepassing. De WRO kende de bepaling waarin aan
GS de bevoegdheid is toebedeeld om de gemeenteraad de opdracht te geven
een bestemmingsplan vast te stellen of te herzien (artikel 37 lid 4 WRO)
en daarbij aanwijzingen te geven omtrent de inhoud van dat
bestemmingsplan (artikel 37 lid 5 WRO).

De Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland hebben in mei 2008
een verklaring van geen bezwaar afgegeven voor het bouwplan. De
provincie is van oordeel dat het bouwplan vanuit ruimtelijk oogpunt niet
in strijd is met het Streekplan Noord-Holland Zuid, en dat er evenmin
sprake is van strijd met een goede ruimtelijke onderbouwing. 

 

Vraag 5

Welke instrumenten heeft u om in te grijpen? Bent u bereid deze in te
zetten?

Ā 

Antwoord

Volgens datzelfde, hier van toepassing zijnde oude recht van de WRO is
ook aan mij een gelijksoortige bevoegdheid toebedeeld. Gelet op het feit
dat zowel gemeente als provincie hun akkoord aan het project hebben
gegeven, en het project ook past binnen het Streekplan Noord-Holland
Zuid, zie ik geen aanleiding om deze instrumenten in te zetten. Voor
situaties van zware strijdigheid met rijksbeleid kan ik deze
instrumenten inzetten. Daar is hier geen sprake van.

Vraag 6

Heeft u, sinds het vaststellen van de Nota Ruimte inzicht in het aantal
bestemmingsplanwijzigingen van recreatievoorzieningen die op initiatief
van ontwikkelaars, die over de betreffende grond beschikten hebben
plaatsgevonden? Zo neen, bent u bereid dit te onderzoeken?

Antwoord

Nee, ik heb geen inzicht in deze aantallen.Ā Vanuit het nationale
ruimtelijke beleid voor nieuwbouw van recreatiewoningen vloeit hier ook
geen taak voor mijĀ uit voort. Binnen de door het rijk aangegeven kaders
is het de verantwoordelijkheid vanĀ provincies en gemeenten om zorg te
dragen voor een goede ruimtelijke ordening, waaronder ook het scheppen
van goede ruimtelijke voorwaarden voor een voldoende aanbod van
recreatiewoningen en voorzieningen valt. Hierbij dienen provincies en
gemeenten telkens een integrale afweging te maken, waarin ze alle
betrokken belangen, waaronder die van de betrokken bewoners, meenemen. 

Gelet op het bovenstaande zie ik geen aanleiding om een onderzoek in te
laten stellen naar de door u genoemde aantallen. 

Vraag 7

Heeft u inzicht in het aantal recreatiewoningen dat sinds het
vaststellen van de Nota Ruimte is gebouwd op grond waar een bestemming
wonen op rust? Zo neen, bent u bereid dit te onderzoeken?

Antwoord

Nee, zie het antwoord op vraag 6.

Vraag 8

Heeft u inzicht in het aantal recreatiewoningen dat sinds het
vaststellen van de Nota Ruimte is gebouwd op grond waar een bestemming
recreatie op rust en hoeveel daarvan zijn gebouwd voor commerciƫle
verhuur zoals beoogd in de Nota Ruimte? Zo neen, bent u bereid dit te
onderzoeken?

Antwoord

Nee, zie het antwoord op vraag 6. 

Ā 

Vraag 9

Heeft u inzicht in het aantal langkampeerders, en permanente bewoners
van recreatiewoningen die sinds het vaststellen van de Nota Ruimte
plaats heeft moeten maken voor de ontwikkeling van nieuwe
recreatievoorzieningen door projectontwikkelaars? Zo neen, bent u bereid
dit te onderzoeken?

Antwoord

Nee, zie het antwoord op vraag 6.

Ā 

Vraag 10

Bent u bereid te onderzoeken in hoeveel gevallen van bovengenoemde
bestemmingswijzigingen ten faveure van projectontwikkelaars er draagvlak
is van omwonenden en belanghebbenden? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 

Nee, zie het antwoord op vraag 6.

Hoogachtend,

de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Dr. Jacqueline Cramer

 	Uitzending van EenVandaag, 11 september 2008

		

Ministerie van VROM 29 oktober 2008 2008102373	Pagina   PAGE  3 / 
NUMPAGES  3 

 

VROM verandert! Kijk voor meer informatie op   HYPERLINK
"http://www.vrom.nl"  www.vrom.nl