Preview document (🔗 origineel)

---

De voorzitter van de Tijdelijke gemengde commissie subsidiariteitstoets

J.J. van Dijk



















	





Plaats en Datum	Den Haag,	5 november 2008

Betreft	Subsidiariteitstoets van het voorstel voor een richtlijn
betreffende de contractuele rechten van de consument – COM(2008)614

Ons kenmerk	2008D12670

Uw kenmerk	TGCS 30

Uw brief van	21 oktober 2008

In afschrift aan

	Bijlagen

	



	

In uw brief d.d. 21 oktober 2008 verzoekt u de vaste commissie voor
Economische Zaken om een gemotiveerd advies uit te brengen over het
voorstel van de Europese Commissie voor een richtlijn betreffende de
contractuele rechten van de consument. De commissie EZ heeft uw verzoek
behandeld op 4 november. Bij deze heb ik het genoegen, advies uit te
brengen over de door u gestelde vragen.

 

De commissie heeft geen specifieke opmerkingen bij de gekozen
rechtsgrondslag. Het genoemde artikel 95 verleent de EU de bevoegdheid
om maatregelen te treffen inzake de werking van de interne markt. In lid
3 wordt ook de consumentenbescherming genoemd. Het ligt dan ook voor de
hand dat de Europese Commissie haar voorstel baseert op dit artikel.

De commissie erkent het belang om op EU-niveau een samenhangend geheel
van consumentenrechten te verankeren. Dit is onmisbaar om het
functioneren van de interne markt voor het verkeer tussen ondernemingen
en consumenten te verbeteren en de belangen van de consument te
beschermen. Dit geldt met name bij grensoverschrijdende aankopen, die
door de ontwikkeling van het internet sterk toenemen. De voorgestelde
aanpassingen beogen, bij te dragen aan het beter functioneren van de
interne markt voor consumentengoederen en –diensten door het
vertrouwen van consument en bedrijfsleven bij grensoverschrijdende
handel te bevorderen. Het is aannemelijk dat dit niet voldoende kan
worden bereikt door uitsluitend optreden door de lidstaten en dat actie
op Gemeenschapsniveau hierbij nodig is. De commissie ziet dan ook geen
strijdigheid met het beginsel van subsidiariteit. 

Ten aanzien van de proportionaliteit plaatst de commissie vraagtekens
bij het gekozen instrument van volledige harmonisatie. Volledige
harmonisatie betekent dat lidstaten niet meer van de richtlijn kunnen
afwijken, noch ten voordele noch ten nadele van de consument. De vraag
rijst of het gekozen doel, namelijk het beter functioneren van de
interne markt voor het verkeer tussen ondernemingen en consumenten, ook
niet bereikt kan worden door middel van minimumharmonisatie. Weliswaar
worden met minimumharmonisatie niet alle verschillen tussen de lidstaten
opgeheven, maar hier staat tegenover dat lidstaten die een betere
consumentenbescherming wensen te handhaven, hiertoe de vrijheid
behouden. 

Concluderend ziet de commissie EZ voor het voorstel voldoende
rechtsgrondslag in het EG-verdrag en constateert zij geen strijdigheid
met het beginsel van subsidiariteit. Ten aanzien van proportionaliteit
plaatst zij vraagtekens bij het toegepaste instrument van volledige
harmonisatie.   

Hoogachtend,



De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken



J. Tichelaar



  



  DocProperty "Dienst"  DCO Sociaal & Financieel 

Commissie EZ 



Betreft	Subsidiariteitstoets richtlijn consumentenrechten

Kenmerk

	

	Vervolg Brief

	Bladzijde	  PAGE  2 



  



DCO Sociaal & Financieel 

Commissie EZ





Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Plein 2

Den Haag

Postbus 20018

2500 EA Den Haag

Tel:	070 3182037

Fax:	070 3183439



	E-mail:	cie.ez@tweedekamer.nl