Antwoord op vragen van het lid De Nerée tot Babberich over de octrooibox
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2008D12859, datum: 2008-10-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.C. de Jager, staatssecretaris van Financiën (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2008Z04026:
- Gericht aan: J.C. de Jager, staatssecretaris van Financiën
- Indiener: F.J.F.M. de Nerée tot Babberich, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Hierbij doe ik u toekomen de antwoorden op de vragen van het lid De Nerée tot Babberich over de octrooibox (ingezonden 8 oktober 2008, 2080902220). Hoogachtend, De staatssecretaris van Financiën, mr. drs. J.C. de Jager Antwoorden naar aanleiding van vragen van het lid De Nerée tot Babberich (CDA) aan de staatssecretaris van Financiën over de octrooibox (ingezonden 8 oktober 2008). Vraag 1 Kent u het bericht “Fiscale stimulans voor innovatie mislukt”? (1) Ja. Vraag 2 Is het waar dat de belangstelling voor de octrooibox tegenvalt? Is dit met name het geval bij kleinere en buitenlandse ondernemingen? Zo ja, kunt u verklaren waarom dit het geval is en wat u daaraan gaat doen? De octrooibox die per 1 januari 2007 is ingevoerd is eerst van toepassing voor immateriële activa die vanaf begin 2007 tot stand zijn gekomen. De regeling kent een aanloopfase in de toepassing omdat er altijd enige tijd zit tussen het totstandkomen van immateriële activa en de realisatie van opbrengsten daarmee. Daar komt bij dat bedrijven er mee onbekend waren op welke wijze zij het beste gebruik zouden kunnen maken van de regeling. Om die onbekendheid weg te nemen is door de Belastingdienst overleg opgestart met bedrijven om de mogelijkheden te bespreken. Per 1 januari 2008 is de regeling uitgebreid naar bedrijven die gebruik maken van de S&O-regeling. Dit maakt de regeling toegankelijker voor kleine bedrijven. Pas na ontvangst van de aangiften 2008 zal duidelijk zijn in welke mate ook door die bedrijven van de octrooibox gebruik gemaakt zal worden. Om ook voor die categorie bedrijven de octrooibox meer bekendheid te geven, is de Belastingdienst in gesprek met het Octrooicentrum Nederland, SenterNovem en de branchevereniging van kwekers. De Belastingdienst verleent daarbij ondersteuning en advies bij het vervaardigen van voorlichtingsmateriaal door genoemde organisaties en participeert in het voorlichten van ondernemingen. De tot op heden afgedane en lopende verzoeken zijn afkomstig van binnenlandse bedrijven. Als de aanloopfase in de toepassing vanaf 2007 (respectievelijk 2008 voor S&O activiteiten) voorbij is, zullen meer immateriële activa voor de octrooibox in aanmerking komen. Met daarbij de toenemende ervaring bij de Belastingdienst en belastingadviseurs, gekoppeld aan de genoemde acties om de box meer bekendheid te geven, zal de octrooibox meer toepassing moeten gaan vinden. Vraag 3 Welke invloed hebben gunstige regelingen uit het buitenland? Kunt u aangeven hoe een en ander aldaar is geregeld en of dit naar uw mening aanleiding geeft tot aanpassing van de Nederlandse octrooibox? Nederland heeft de octrooibox per 1 januari 2007 ingevoerd. Nadien hebben Luxemburg, Spanje, België ook een regeling voor R&D activiteiten ingevoerd. Ierland, Hongarije en Frankrijk kenden al een regeling voor royalty’s. Bij de invoering van de nieuwe regimes is sprake van ‘copy cat’ gedrag van het Nederlandse regime, waarbij gunstiger voorwaarden worden gesteld, een bredere toepassing mogelijk is en/of een lager tarief geldt. In Nederland geldt een effectief tarief van 10%, een drempel ter grootte van de gemaakte R&D-kosten en een plafond van 4x de voortbrengingskosten. Tevens zijn bijvoorbeeld merkenrechten en handelsgeheimen van de regeling uitgesloten. Luxemburg (2008) kent een vrijstelling van 80% van de inkomsten uit intellectuele eigendom, waardoor een effectief tarief van iets minder dan 6% geldt. De regeling is breder dan in Nederland doordat bijvoorbeeld software en merkenrechten onder de regeling vallen. Er geldt geen drempel of plafond. Spanje (2008) heeft vrijstelling van 50% van de inkomsten uit patenten. Ook deze regeling is breder doordat deze mede ziet op bedrijfsgeheimen en -processen. Spanje kent een plafond van 6x de kosten. België (2007) kent een zgn. patent box regime waarin 80% van royalty inkomsten vrijgesteld zijn, dat leidt tot een effectief tarief van iets minder dan 7%. Er geldt geen drempel of plafond. Het effect van al deze maatregelen en hun onderlinge verhouding is nog onduidelijk gelet op de korte bestaansduur. Hoewel andere landen bijvoorbeeld een ruimer of geen plafond kennen, is bij de ingediende verzoeken het plafond in Nederland van 4x de voortbrengingskosten tot op heden geen enkele keer een obstakel gebleken. De ontwikkelingen worden nauwlettend gevolgd. 1) HYPERLINK "http://www.fd.nl/" \o "http://www.fd.nl/" www.fd.nl , 3 oktober 2008 PAGE 3 / NUMPAGES \* ARABIC \* MERGEFORMAT 3 De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directie Directe Belastingen Datum Uw brief (Kenmerk) Ons kenmerk 30 oktober 2008 DB/2008/570 U Onderwerp Vragen van het lid De Nerée over de octrooibox Inlichtingen dhr. mr. M.J.van der Torre T 070-3427671 F 070-3427992 E m.j.torre@minfin.nl Geachte voorzitter,